Naslaggids (PDF)

Table Of Contents
Als [ AAN ] is geselecteerd wanneer er een powerzoomlens (PZ) is
bev
estigd, zal de camera de huidige zoompositie opslaan wanneer
deze wordt uitgeschakeld en deze herstellen wanneer deze de
volgende keer wordt ingeschakeld. Houd er rekening mee dat dit
de opstarttijden van de camera verlengt.
De brandpuntsafstand van de lens wordt weergegeven in de
opnameweergave wanneer een power
zoomlens is bevestigd.
Keuze Beschrijving
[ Powerzoomsnelheid ]
Kies met de knoppen de snelheid waarmee powerzoomlenzen
kunnen in- en uitzoomen; indien gew
enst kunt u één snelheid
kiezen voor gebruik tijdens de opname en een andere voor voor-
en na-opname.
Houd er rekening mee dat de door de lens geproduceerde
geluiden hoorbaar kunnen zijn in beelden die zijn opgenomen
tijdens zoom. Het effect kan worden verzacht door een lagere
zoomsnelheid te selecteren.
Tip: Powerzoom toewijzen aan camerabedieningen
De powerzoom-rol kan worden toegewezen aan camerabedieningen met behulp van opties die nieuw
zijn toegevoegd aan Persoonlijke instellingen f2 [ Aangepaste bedieningselementen (opname) ]
en g2 [ Aangepaste bedieningselementen ]. Deze rol kan worden toegewezen aan de Fn1- en
Fn2-knoppen (
0 1006 ).
Nieuw instelmenu-item: “ Zoompositie opslaan
(PZ-lenzen) ”
De weergave van de brandpuntsafstand
1004
Ondersteuning voor Powerzoom