Gebruikshandleiding

24
Het opladen van de batterij
Om de batterij op te laden, sluit u de lichtnetlaadadapter aan op een
huishoudelijk stopcontact. De oplaadlampjes knipperen terwijl het
opladen aan de gang is en stoppen met knipperen wanneer het
opladen stopt.
Plaats de accu (eerst de polen), lijn het uiteinde van de accu uit met de
referentielijn en schuif vervolgens de accu in de aangegeven richting
totdat deze op zijn plaats klikt.
Een lege batterij wordt in ongeveer 4 uur volledig opgeladen.
Tijdens het opladen gaan de oplaadlampjes één voor één branden
totdat het opladen is voltooid en alle drie de lampjes branden.
Accustatus wordt weergegeven door de oplaadlampjes:
Oplaadlampjes
Oplaadtoestand
<50% ≥50%, <80%
≥80%,
<100%
100%
100%
I
(uit)
I
(uit)
H
(knippert)
K
(aan)
80%
I
(uit)
H
(knippert)
K
(aan)
K
(aan)
50%
H
(knippert)
K
(aan)
K
(aan)
K
(aan)