Naslaggids (volledige instructies)

Table Of Contents
De momenteel geselecteerde optie wordt tijdens het fotograferen
aangegeven door een pictogram op het scher
m.
Meten
Meting bepaalt hoe de camera de belichting instelt. De v
olgende opties zijn beschikbaar:
Keuze Beschrijving
L
Matrixmeting
De camera meet een groot deel van het beeld en stelt de belichting
in op basis van t
oonverdeling, kleur, compositie en afstand, voor
resultaten die dicht bij die van het blote oog liggen.
M
Centrumgerichte
meting
De camera meet het gehele beeld, maar kent het grootste gewicht
toe aan een gebied in het midden van het beeld, waarvan de
grootte kan worden gekozen met behulp van persoonlijke instelling
b3 ( Centrumgericht gebied ). Dit is de klassieke meter voor
portretten en wordt ook aanbevolen bij gebruik van filters met een
belichtingsfactor (filterfactor) groter dan 1×.
N
Spotmeting
De camera meet een cirkel van ⌀3,5 mm (equivalent aan ongeveer
2,5% van het beeld) gecentreerd op het huidige scherpstelpunt,
waardoor het mogelijk wordt om onderwerpen die zich niet in het
midden bevinden te meten (als automatisch veld-AF actief is, zal
de camera in plaats daarvan de scherpstelpunten meten). middelste
scherpstelpunt). Spotmeting zorgt ervoor dat het onderwerp correct
wordt belicht, zelfs als de achtergrond veel helderder of donkerder is.
t
Op hoge lichten
gerichte meting
De camera kent het grootste gewicht toe aan hoogtepunten.
Gebruik deze optie om detailverlies in hoge lichten te verminderen,
bijvoorbeeld bij het fotograferen van artiesten in spotlights op het
podium.
180
Het Fotomodus i menu