Operation Manual
67
Uitgebreide handleiding: De Tool Chest
Stap 3—Witpunt en zwartpunt instellen
De eindpunten van de curve worden “witpunt” en “zwartpunt”
genoemd. De zwartpunt voor een gegeven kanaal staat voor de
donkerste tint (minimum waarde) voor die kleur en de witpunt
voor de de lichtste toon (maximum waarde). In het CMYK-
kleurmodel bevindt de zwartpunt zich aan het rechter uiteinde
van de curve en de witpunt aan het linker uiteinde, terwijl in alle
andere kleurmodellen de witpunt zich aan het rechter uiteinde
van de curve en de zwartpunt aan het linker uiteinde bevindt.
De standaard uitvoerwaarden voor de zwartpunt zijn nul. De
donkerste tint in de invoerafbeelding kan echter groter dan nul
zijn, met als resultaat dat een gedeelte van de curve gebruikt
wordt voor de reproductie van tonen die niet in het beeld aan-
wezig zijn. Wanneer de invoerwaarde voor de zwartpunt ver-
hoogd wordt totdat deze overeenkomt met de donkerste tint
in de afbeelding, maakt dit de curve steiler, waardoor het alge-
hele contrast verbeterd wordt, zonder een evenredig verlies
van details in de schaduwen. Op dezelfde manier, wanneer de
originele afbeelding in feite geen tinten bevat die overeenko-
men met de maximum waarde, kan de witpunt verlaagd worden
om overeen te komen met de helderste tint in de afbeelding.
Er zijn twee stappen voor het selecteren van een witpunt en
een zwartpunt voor de uiteindelijke afbeelding: het kiezen van
de invoerniveaus voor de witpunt en de zwartpunt en het se-
lecteren van de uitvoerniveaus.
Invoerniveaus voor witpunt en zwartpunt
De Invoerniveaus voor witpunt en zwartpunt kunnen ingesteld
worden met behulp van een van de volgende drie methodes:
• automatische contrastaanpassing
• witpunt en zwartpunt-schuifbalken
• directe beeldmatige instelling met de pipet-tools voor wit-
punt en zwartpunt