Operation Manual
59
Uitgebreide handleiding: De Tool Chest
Kalibratie
In de meeste gevallen vindt kalibratie met vaste intervallen au-
tomatisch plaats, wanneer geen media in de scanner aanwezig
zijn. Wanneer een film lange tijd in de scanner wordt gelaten,
kan het nodig zijn om de film te verwijderen en op Calibrate
te klikken om de scanner opnieuw te kalibreren.
Wanneer u de MA-20 (S) gebruikt, moeten de media uit de
adapter verwijderd worden voordat op Calibrate wordt ge-
klikt. Wanneer u de SA-21 / Sa-20 of SA-30 gebruikt, wordt de
film tijdens de kalibratie automatisch uitgevoerd en weer in de
scanner gebracht wanneer de kalibratie voltooid is. Bij de IA-20
(S) wordt u gevraagd om de film terug te wikkelen voordat de
kalibratie begint.
Interpolation Method (alleen LS-2000/COOLSCAN III)
Uw scanner kan scannen op 2700 ppi en elke lagere resolutie
die geproduceerd kan worden door 2700 door een heel getal
te delen (1350 ppi, 900 ppi, 675 dpi, enz.). Voor andere resoluties
moeten de pixels berekend worden via computeralgoritmen om
het gespecificeerde aantal pixels per inch te maken. Deze extra
pixels worden door interpolatie berekend.
De volgende interpolatiemethodes zijn beschikbaar:
Methode Beschrijving
None
Er vindt geen interpolatie plaats. Houd er re-
kening mee dat dit kan resulteren in een
uitvoergrootte voor het gescande beeld die
groter is dan in het uitsnede-palet gespecifi-
ceerd is.
Bilinear
Extra pixels worden geproduceerd met een
bilineair algoritme.
Neighbor
Extra pixels worden geproduceerd met een
“nearest neighbor” algoritme.