Operation Manual
56
Uitgebreide handleiding: De Tool Chest
Analog Gain
De bedieningsfuncties in het Analog Gain (analoge versterking)
palet worden gebruikt om de kleuren aan te passen door de
belichting voor elk van de gekleurde elementen in de lichtbron
van de scanner te wijzigen. De versterking wordt gemeten in
Exposure Values (EV’s, lichtwaarden), dezelfde eenheid die ge-
bruikt wordt voor belichtingscorrectie op camera’s. De instel-
ling voor analoge versterking telt vier schuifbalken: een hoofd-
schuifbalk die de belichting voor alle elementen in de lichtbron
van de scanner aanpast, en afzonderlijke rode, groene en blauwe
schuifbalken voor onafhankelijke aanpassingen van de rode,
groene en blauwe LED’s.
Belichtingswaarde
Exposure Values (lichtwaarden) dienen voor het meten van de licht-
hoeveelheid op het scanelement (Charge-Coupled Device, CCD). Bij
+1 EV, is de CCD blootgesteld aan twee keer de normale licht-
hoeveelheid, terwijl bij –1 EV de lichthoeveelheid gehalveerd wordt. In
plaats van EV’s, LW’s of lichtwaarden spreekt men ook wel van stops.
Om de effecten van de analoge versterking op het beeld in het
preview-veld te bekijken klikt u op de Update knop. Om de
belichtingswaarde voor alle LED’s terug te stellen naar ±0 klikt
u op Reset.
De actuele status van de analoge versterking wordt getoond in
de informatieweergave in het scanvenster. Wordt de analoge
versterking gewijzigd zonder dat het preview-beeld opnieuw
wordt gecreëerd, dan verschijnt een waarschuwingsicoon in de
informatieweergave.
Een te hoge belichtingswaarde kan leiden tot “uitlopen” (“smear”)
van het gescande beeld of tot andere afwijkingen.