Operation Manual

34
Stap 11—Kies de uitvoergrootte
Voordat met het scannen wordt begonnen, moet de uitvoer-
grootte worden ingesteld om de grootte van de afbeelding te
bepalen. U kunt kiezen voor de fysieke grootte van de afbeel-
ding (bijvoorbeeld voor een print), of u kunt de bestandsgroote
bepalen, dus de benodigde opslagruimte op bijvoorbeeld de hard
disk. Het uitsnede-palet bevat drie mogelijkheden om de grootte
vast te stellen: Keep this crop (handhaaf deze uitsnede), Keep
this output size (handhaaf deze grootte), en Keep this file
size (handhaaf deze bestandsgrootte).
Pag. voor meer informatie over:
46 Het uitsnede-palet
Beknopte handleiding: Maken van een scan
Stap 10—Kies de uitvoerresolutie
Klik op de driehoek naast Crop in de Tool Chest om het uit-
snede-palet te openen. Voer een waarde in voor Resolution
(resolutie) die overeenkomt met de effectieve resolutie van de
printer of de monitor. De resolutie kan ook ingesteld worden
door een uitvoerapparaat te selecteren in het popup-menu van
de uitvoerresolutie.
Een uitvoerresolutie kiezen
Gaat u scannen voor uitvoer via een gewone inkjet printer, dan moet
u eraan denken dat “pixels per inch” (gebruikt op monitors en in
software voor bewerking van beelden) en “dots per inch” die ge-
bruikt wordt bij inkjet printers, verschillende criteria zijn. Een uitvoer-
resolutie van ongeveer 240 ppi is gewoonlijk voldoende voor printers
die werken met 360. 720 of 1.440 dpi. Computer monitors hebben
doorgaans een resolutie van 96 ppi (Windows) of 72 ppi (Macintosh).
Menu uitvoerresolutie
Uitvoerresolutie
Menu
eenheden
uitvoer
Uitvoer-
grootte
Bestands-
grootte