DIGITALE CAMERA Menugids Deze handleiding geeft een gedetailleerde beschrijving van de menuopties en verschaft informatie over accessoires en het aansluiten van de camera op andere apparaten.
Inhoudsopgave Menugids 9 Standaardinstellingen ....................................................................... 9 D Het weergavemenu: Beelden beheren ................................... 19 Wissen .................................................................................................... 20 Weergavemap..................................................................................... 20 Beeld verbergen .................................................................................
Witbalans............................................................................................... 50 Picture Control instellen .................................................................. 52 Picture Control beheren................................................................... 53 Kleurruimte........................................................................................... 56 Actieve D-Lighting .............................................................................
Flikkerreductie .................................................................................... 87 Microfoongevoeligheid ................................................................... 88 Demper.................................................................................................. 88 Frequentiebereik................................................................................ 89 Onderdrukking windruis .................................................................
c: Timers/AE-vergrendeling ............................................................. 118 c1: AE-vergrend. ontspanknop................................................... 118 c2: Stand-by-timer........................................................................... 118 c3: Zelfontspanner .......................................................................... 119 c4: Monitor uit .................................................................................. 119 d: Opnemen/weergeven................
f5: Multi-selector.............................................................................. 147 f6: Knop loslaten voor instelsch................................................. 147 f7: Aanduidingen omkeren.......................................................... 148 f8: Opties voor livebeeldknop .................................................... 148 f9: Schakelaar D............................................................................... 148 f10: Knoppen MB-D18 toewijzen .....................
Vliegtuigmodus................................................................................ 181 Verbinden met smartapparaat ................................................... 182 Verzenden n. smartapp. (autom.).............................................. 183 Wi-Fi...................................................................................................... 183 Bluetooth............................................................................................ 184 Netwerk......................
Optionele flitsers 219 Flitserregelingsopties.................................................................... 219 Op de camera-bevestigde flitsers ..................................................... 219 Secundaire flitserfotografie................................................................. 219 Optische AWL .................................................................................. 221 SB-5000/SB-500 .......................................................................................
Menugids Standaardinstellingen De standaardinstellingen voor de opties in de cameramenu’s worden hieronder vermeld. ❚❚ Standaardinstellingen weergavemenu Optie Weergavemap (0 20) Controlebeeld (0 27) Na wissen (0 27) Na serieopname toon (0 28) Automatische beeldrotatie (0 28) Draai portret (0 29) Diashow (0 29) Beeldtype Beeldinterval Standaard Alle Uit Toon volgende Laatste beeld in serieopname Aan Aan Foto’s en films 2 sec.
Optie Flitserregeling (0 40) Flitserregelingsstand Opties voor draadloos flitsen Regeling secundaire flitser Beeldveld (0 45) Kies beeldveld Automatische DX-uitsnede Maskerweergave in zoeker Beeldkwaliteit (0 46) Beeldformaat (0 47) JPEG/TIFF NEF (RAW) NEF (RAW)-opname (0 48) NEF (RAW)-compressie NEF (RAW)-bitdiepte ISO-gevoeligheid instellen (0 49) ISO-gevoeligheid Autom inst ISO-gevoeligheid Witbalans (0 50) Fijnafstelling Kies kleurtemperatuur Handmatige voorinstelling Picture Control instellen (0 52) Kl
Optie Autom. vertekeningscorrectie (0 59) Flikkerreductie (0 60) Flikkerreductie-instelling Aanduiding voor flikkerreductie Inst. voor autom. bracketing (0 61) Meervoudige belichting (0 62) * Stand voor meerv. belichting Aantal opnamen Beeld-op-beeld Alle belichtingen bewaren HDR (hoog dynam.
❚❚ Standaardinstellingen filmopnamemenu Optie Naamgeving bestanden (0 83) Bestemming (0 83) Beeldveld (0 83) Kies beeldveld Automatische DX-uitsnede Beeldformaat/beeldsnelheid (0 84) Filmkwaliteit (0 85) Bestandstype voor film (0 85) ISO-gevoeligheid instellen (0 85) Maximale gevoeligheid Auto ISO-gevoeligh. (st. M) ISO-gevoeligheid (stand M) Witbalans (0 86) Fijnafstelling Kies kleurtemperatuur Handmatige voorinstelling Picture Control instellen (0 86) Actieve D-Lighting (0 86) Hoge ISO-ruisonderdrukk.
Optie Time-lapse-film (0 90) Interval Opnameduur Gelijkmatige belichting Stil fotograferen Beeldveld Kies beeldveld Automatische DX-uitsnede Beeldformaat/beeldsnelheid Intervalprioriteit Standaard Uit 5 sec. 25 minuten Aan Uit FX Aan 1920×1080; 60p Uit ❚❚ Standaardinstellingen menu Persoonlijke instellingen Optie a1 Selectie AF-C-prioriteit (0 105) a2 Selectie AF-S-prioriteit (0 106) a3 Focus-tracking met Lock-On (0 107) AF-reactie bij geblokk. onderw.
b1 b2 b3 b4 b5 b6 b7 c1 c2 c3 c4 d1 d2 d3 d4 d5 Optie Stapgrootte ISO-gevoeligh. (0 115) Stapgrootte inst. belichting (0 115) Stap belichtings-/flitscorr. (0 115) Eenv. belichtingscorrectie (0 116) Matrixmeting (0 117) Centrumgericht meetveld (0 117) Fijnafst. voor opt. belichting (0 117) Matrixmeting Centrumgerichte meting Spotmeting Op hoge lichten gerichte lichtm. AE-vergrend.
d6 d7 d8 d9 d10 d11 d12 e1 e2 e3 e4 e5 e6 e7 f1 Optie Elektr. eerste-gordijnsluiter (0 121) Opeenvolgende nummering (0 122) Markeringskleur voor peaking (0 123) Rasterweergave in zoeker (0 123) Lcd-verlichting (0 124) Livebeeld in continustand (0 125) Optische VR (0 125) Flitssynchronisatiesnelheid (0 126) Langste sluitertijd bij flits (0 127) Belichtingscorr.
Optie f2 Centrale knop multi-selector (0 142) Opnamestand Weergavestand Zoom aan/uit Livebeeld f3 Sltertijd en diafragma vergr. (0 144) Sluitertijdvergrendeling Diafragmavergrendeling f4 Functie instelschijven inst. (0 144) Rotatie omkeren Verwissel hoofd/secundair f5 f6 f7 f8 f9 f10 Instellen diafragma Menu’s en weergave Door beelden met sec. inst.sch. Multi-selector (0 147) Knop loslaten voor instelsch.
Optie g1 Aangepaste knoptoewijzing (0 152) Voorbeeldknop Voorbeeldknop + y Fn1-knop Fn1-knop + y Fn2-knop Midden secundaire selector Midden secundaire selector + y Ontspanknop g2 Helderheid hoge lichten (0 156) Standaard Indexmarkering Geen Indexmarkering Geen Geen AE/AF-vergrendeling Geen Foto’s maken 248 ❚❚ Standaardinstellingen setup-menu Optie Tijdzone en datum (0 159) Synchroniseren m.
Optie Aanraakbediening (0 178) Aanraakbediening in-/uitschak. Vegen in schermvull. weergave HDMI (0 178) Uitvoerresolutie Besturing externe opname Geavanceerd Uitvoerbereik Uitvoerformaat Schermweergave bij livebld Twee monitoren Locatiegegevens (0 179) Downloaden van smartapparaat Opties extern GPS-apparaat Stand-by-timer Klok instellen via satelliet Opties draadl. afstandsbed. (WR) (0 180) LED-lamp Verbindingsmethode Fn-knop afstandsb. (WR) toew. (0 181) Vliegtuigmodus (0 181) Verzenden n. smartapp.
D Het weergavemenu: Beelden beheren Druk op G en selecteer de (weergavemenu)-tab K om het weergavemenu weer te geven. G-knop Optie Wissen Weergavemap Beeld verbergen Weergaveopties Beeld(en) kopiëren Controlebeeld 0 20 20 21 22 23 27 0 Optie Na wissen Na serieopname toon Automatische beeldrotatie Draai portret Diashow Sel. v. verzending n. smartappar. 27 28 28 29 29 31 A Zie ook Voor standaard menu-instellingen, zie “Standaardinstellingen weergavemenu” (0 9).
Wissen G-knop ➜ D weergavemenu Wis meerdere beelden. Optie Q R Selectie Alle Beschrijving Wis geselecteerde foto’s. Wis alle foto’s in de map die momenteel is geselecteerd voor weergave. Als er twee kaarten zijn geplaatst, kunt u de kaart selecteren waarvan foto’s worden gewist. Weergavemap G-knop ➜ D weergavemenu Kies een map voor weergave. Optie (Mapnaam) Alle Huidige 20 Menugids Beschrijving Foto’s in alle mappen aangemaakt met de D850 zijn zichtbaar tijdens weergave.
Beeld verbergen G-knop ➜ D weergavemenu Verberg of toon geselecteerde foto’s, zoals hieronder beschreven. Verborgen foto’s zijn alleen zichtbaar in het menu Beeld verbergen en kunnen alleen worden gewist door de geheugenkaart te formatteren. D Beveiligde en verborgen beelden Bij het tonen van een beveiligd beeld wordt tevens de beveiliging van het beeld verwijderd. 1 Kies Selecteren/instellen.
3 Druk op J. Druk op J om de bewerking te voltooien. J -knop Weergaveopties G-knop ➜ D weergavemenu Kies de informatie beschikbaar in het scherm voor weergave van foto-informatie. Druk op 1 of 3 om een optie te markeren, druk vervolgens op 2 om de optie voor het foto-informatiescherm te selecteren. Een L verschijnt naast geselecteerde items; markeer een item en druk op 2 om de selectie ongedaan te maken. Druk op J om naar het weergavemenu terug te keren.
Beeld(en) kopiëren G-knop ➜ D weergavemenu Kopieer foto’s van de ene naar de andere geheugenkaart. Deze optie is alleen beschikbaar wanneer twee geheugenkaarten in de camera zijn geplaatst. Optie Bron selecteren Beeld(en) selecteren Doelmap selecteren Beeld(en) kopiëren? Beschrijving Kies de kaart waarvan foto’s worden gekopieerd. Selecteer te kopiëren foto’s. Selecteer doelmap op overgebleven kaart. Kopieer geselecteerde foto’s naar gespecificeerde bestemming. 1 Kies Bron selecteren.
3 Kies Beeld(en) selecteren. Markeer Beeld(en) selecteren en druk op 2. 4 Selecteer de bronmap. Markeer de map met de beelden die gekopieerd moeten worden en druk op 2. 5 Maak de beginselectie. Voordat verder wordt gegaan met het selecteren of deselecteren van afzonderlijke beelden, kunt u alle beelden of alle beveiligde beelden in de map voor kopiëren markeren door Alle beelden selecteren of Beveiligde beelden select. te kiezen.
7 Kies Doelmap selecteren. Markeer Doelmap selecteren en druk op 2. 8 Selecteer een doelmap. Kies, om een mapnummer in te voeren, Map selecteren op nummer, voer het nummer (0 36) in en druk op J. Als de map met het geselecteerde nummer nog niet bestaat, wordt een nieuwe map aangemaakt. Kies, om uit een lijst met bestaande mappen te kiezen, Map selecteren in lijst, markeer een map en druk op J. 9 Kopieer de beelden. Markeer Beeld(en) kopiëren? en druk op J.
D Beelden kopiëren Beelden worden niet gekopieerd als er onvoldoende ruimte beschikbaar is op de doelkaart. Zorg ervoor dat de accu volledig opgeladen is alvorens films te kopiëren. Als de doelmap een beeld bevat met dezelfde naam als één van de te kopiëren beelden, wordt er een bevestigingsvenster weergegeven.
Controlebeeld G-knop ➜ D weergavemenu Kies of foto’s direct na de opname automatisch in de monitor worden weergegeven. Als Uit is geselecteerd, kunnen foto’s alleen worden weergegeven door op de K-knop te drukken. Na wissen G-knop ➜ D weergavemenu Kies de foto weergegeven nadat een beeld is gewist. S T U Optie Toon volgende Beschrijving Geef de volgende foto weer. Als de gewiste foto het laatste beeld was, wordt de vorige foto weergegeven. Geef de vorige foto weer.
Na serieopname toon G-knop ➜ D weergavemenu Kies of de foto die onmiddellijk wordt weergegeven nadat een serie opnamen is gemaakt in continue ontspanstand, de eerste of de laatste opname in de serie is. Deze optie treedt alleen in werking wanneer Controlebeeld (0 27) uit is. Meest recente opname (serieopname) DSC_0001.jpg DSC_0002.jpg DSC_0003.jpg DSC_0004.jpg DSC_0014.jpg Wordt weergegeven als Eerste beeld in serieopname is geselecteerd DSC_0015.
Draai portret G-knop ➜ D weergavemenu Als Aan is geselecteerd, worden foto’s die “staand” (portretstand) zijn gemaakt met Aan geselecteerd voor Automatische beeldrotatie automatisch gedraaid voor weergave in de monitor. Foto’s gemaakt met Uit geselecteerd voor Automatische beeldrotatie worden “liggend” (landschapstand) weergegeven. Omdat de camera zich al in de juiste richting bevindt tijdens het fotograferen, worden beelden niet automatisch gedraaid tijdens controlebeeld.
Markeer Starten en druk op J om de diashow te starten. De volgende bewerkingen kunnen tijdens de diashow worden uitgevoerd: Functie Naar vorig/volgend beeld bladeren Extra foto-informatie bekijken Pauzeren Volume aanpassen Terug naar weergavemenu Terug naar weergavestand Terug naar opnamestand Beschrijving Druk op 4 om naar het vorige beeld terug te keren, op 2 om naar het volgende beeld te gaan. Druk op 1 of 3 om de weergegeven foto-informatie te wijzigen of te verbergen (alleen foto’s).
Sel. v. verzending n. smartappar. G-knop ➜ D weergavemenu Selecteer foto’s voor uploaden naar het smartapparaat. Films kunnen niet worden geselecteerd voor uploaden; foto’s worden bij een grootte van 2 megapixels geüpload. Optie Beschrijving Beeld(en) Markeer foto’s voor uploaden naar het smartapparaat. selecteren Alles deselecteren Verwijder de uploadmarkeringen van alle foto’s.
C Het foto-opnamemenu: Opnameopties Druk op G en selecteer de tab C (foto-opnamemenu) om het foto-opnamemenu weer te geven. G-knop Optie Geh.
Geh.bank foto-opnamemenu G-knop ➜ C foto-opnamemenu De opties van het foto-opnamemenu worden opgeslagen in één van de vier geheugenbanken. Met uitzondering van Uitgebreide fotomenubanken, Meervoudige belichting, Intervalopname en Opname met focus-shift, zijn wijzigingen in de instellingen in de ene bank niet van invloed op de andere banken. Om een combinatie van veelgebruikte instellingen op te slaan, selecteer één van de vier banken en stel de camera in op deze instellingen.
❚❚ Standaardinstellingen herstellen Markeer, om standaardinstellingen te herstellen, een geheugenbank in het menu Geh.bank foto-opnamemenu en druk op O (Q). Er wordt een bevestigingsvenster weergegeven; markeer Ja en druk op J om de standaardinstellingen voor de geselecteerde geheugenbank te herstellen. O (Q)-knop Standaardinstellingen vindt u in “Standaardinstellingen fotoopnamemenu” (0 9). A Geh.
Uitgebreide fotomenubanken G-knop ➜ C foto-opnamemenu Selecteer Aan om belichtings- en flitsstanden, sluitertijd (alleen standen S en M) en diafragma (alleen standen A en M) toe te voegen aan de informatie die is opgenomen in elk van de vier geheugenbank foto-opnamemenu’s, welke kunnen worden opgeroepen wanneer de geheugenbank is geselecteerd. Door Uit te selecteren, worden de van kracht zijnde waarden hersteld voordat Aan werd geselecteerd.
❚❚ Map selecteren op nummer Om mappen op nummer te selecteren of om een nieuwe map te creëren met de huidige mapnaam en een nieuw mapnummer: 1 Kies Map selecteren op nummer. Markeer Map selecteren op nummer en druk op 2. Er wordt een dialoogvenster weergegeven, met de huidige eerste sleuf onderstreept. 2 Kies een mapnummer. Druk op 4 of 2 om een getal te markeren, druk op 1 of 3 om te wijzigen.
❚❚ Map selecteren in lijst Om uit een lijst met bestaande mappen te kiezen: 1 Kies Map selecteren in lijst. Markeer Map selecteren in lijst en druk op 2. 2 Markeer een map. Druk op 1 of 3 om een map te markeren. 3 Selecteer de gemarkeerde map. Druk op J om de gemarkeerde map te selecteren en terug te keren naar het hoofdmenu. De erop volgende foto’s worden in de geselecteerde map opgeslagen.
Naamgeving bestanden G-knop ➜ C foto-opnamemenu Foto’s worden opgeslagen met een bestandsnaam die bestaat uit “DSC_” of, in het geval van afbeeldingen die Adobe RGB kleurruimte gebruiken (0 56), “_DSC”, gevolgd door een getal van vier cijfers en een extensie van drie letters (bijv. “DSC_0001.JPG”). De optie Naamgeving bestanden wordt gebruikt om drie letters te selecteren die het gedeelte “DSC” van de bestandsnaam vervangen zoals beschreven in “Tekstinvoer” (0 38).
A Extensies De volgende extensies worden gebruikt: “.NEF” voor NEF (RAW)afbeeldingen, “.TIF” voor TIFF (RGB)-afbeeldingen, “.JPG” voor JPEGafbeeldingen, “.MOV” voor MOV-films en “.MP4” voor MP4-films en “.NDF” voor stofreferentiegegevens. De NEF- en JPEG-afbeeldingen van elk paar foto’s gemaakt met de beeldkwaliteitsinstelling NEF (RAW) + JPEG hebben dezelfde bestandsnamen maar andere extensies. Eerste sleuf selecteren G-knop ➜ C foto-opnamemenu Kies de eerste sleuf voor opname en weergave.
Flitserregeling G-knop ➜ C foto-opnamemenu Kies de flitserregelingsstand voor optionele flitsers die op de accessoireschoen van de camera zijn gemonteerd en pas de instellingen aan voor fotografie met de flitser los van de camera. Zie “Optionele flitsers” (0 219) voor informatie over flitserfotografie met behulp van meerdere flitsers.
• DDL: i-DDL-stand. In het geval van de SB-500, SB-400 en SB-300 kan flitscorrectie worden aangepast met behulp van de knop W (M). • Automatische externe flitser: In deze stand wordt de sterkte automatisch aangepast aan de hoeveelheid licht die wordt gereflecteerd door het onderwerp; flitscorrectie is ook beschikbaar.
❚❚ Opties voor draadloos flitsen Pas instellingen aan voor gelijktijdige draadloze bediening van meerdere secundaire flitsers. Deze optie is alleen beschikbaar wanneer een SB-5000- of SB-500-flitser, of een WR-R10 draadloze afstandsbediening op de camera is bevestigd. Optie Y Y/Z Z Beschrijving De secundaire flitsers worden geregeld met behulp van flitsen met lage intensiteit die worden afgegeven Optische AWL door de hoofdflitser.
❚❚ Regeling secundaire flitser Kies uit de volgende opties voor secundaire flitserfotografie. Optie Beschrijving Kies een afzonderlijke flitserregelingsstand en flitssterkte voor elke groep secundaire flitsers. Als Optische AWL of Groepsflitsen Optische/radio-AWL is geselecteerd voor Opties voor draadloos flitsen (0 42), kunt u het kanaal kiezen dat wordt gebruikt door de hoofdflitser om met secundaire flitsers te communiceren. Kies voor regeling van algehele flitssterkte. Gebruik Opties snelle draadl.
❚❚ Info secundaire flitsers via radio Bekijk de flitsers die momenteel worden geregeld met behulp van radio-AWL.
Beeldveld G-knop ➜ C foto-opnamemenu Kies het beeldveld en schakel de maskerweergave in de zoeker in of uit. ❚❚ Kies beeldveld De camera biedt keuze uit de volgende beeldvelden: Optie c FX (36×24) l 1,2× (30×20) a DX (24×16) b 5 : 4 (30×24) m 1 : 1 (24×24) Beschrijving Beelden worden vastgelegd in FX-formaat met een beeldhoek die equivalent is aan een NIKKOR-objectief op een 35 mm-formaat camera.
Beeldkwaliteit G-knop ➜ C foto-opnamemenu Kies een bestandsformaat en compressieverhouding (beeldkwaliteit). Optie Bestandstype NEF (RAW) NEF NEF (RAW)+ JPEG Fijn★/ NEF (RAW)+ JPEG Fijn NEF (RAW) + JPEG Normaal★/ NEF (RAW) + JPEG Normaal NEF (RAW)+ JPEG Basis★/ NEF (RAW)+ JPEG Basis JPEG Fijn★/ JPEG Fijn JPEG Normaal★/ JPEG Normaal JPEG Basis★/ JPEG Basis TIFF (RGB) 46 Menugids Beschrijving RAW-gegevens van de beeldsensor worden zonder extra bewerking opgeslagen.
A JPEG-compressie Beeldkwaliteitsopties met een sterretje (“★”) gebruiken compressie die is bedoeld om maximale kwaliteit te waarborgen; de grootte van de bestanden verschilt per scène. Opties zonder een sterretje gebruiken een type compressie die is ontworpen om kleinere bestanden te produceren; bestanden hebben ruwweg dezelfde grootte, ongeacht de opgenomen scène. Beeldformaat G-knop ➜ C foto-opnamemenu Kies de grootte, in pixels, van foto’s opgenomen met de camera.
NEF (RAW)-opname G-knop ➜ C foto-opnamemenu Kies een compressietype en bitdiepte voor NEF (RAW)-foto’s. ❚❚ NEF (RAW)-compressie Optie N O Beschrijving NEF-afbeeldingen worden gecomprimeerd met Compressie zonder behulp van een omkeerbaar algoritme, waarbij de verlies bestandsgrootte ongeveer 20–40% wordt verkleind zonder dat dit invloed heeft op de beeldkwaliteit.
ISO-gevoeligheid instellen G-knop ➜ C foto-opnamemenu Pas instellingen voor ISO-gevoeligheid aan voor foto’s. Optie ISO-gevoeligheid Autom inst ISOgevoeligheid Beschrijving Pas ISO-gevoeligheid aan. Selecteer uit waarden tussen ISO 64 en 25600. Instellingen van ongeveer 0,3 tot 1 LW onder ISO 64 en 0,3 tot 2 LW boven ISO 25600 zijn ook beschikbaar voor speciale omstandigheden.
Witbalans G-knop ➜ C foto-opnamemenu Kies een witbalans die bij de lichtbron past. Optie v Automatisch Wit behouden (minder warme kl.) Normaal Kleur warm licht behouden D J I Automatisch daglicht Beschrijving Witbalans wordt automatisch aangepast voor optimale resultaten met de meeste lichtbronnen. Gebruik type G-, E- of Dobjectieven voor de beste resultaten. Als een optionele flitser flitst, worden resultaten overeenkomstig aangepast.
Optie M Schaduw K Kies kleurtemperatuur L Handmatige voorinstelling Beschrijving Gebruik bij daglicht met onderwerpen in de schaduw. Kies kleurtemperatuur uit de lijst met waarden. Gebruik een onderwerp, lichtbron of bestaande foto als referentie voor witbalans.
Picture Control instellen G-knop ➜ C foto-opnamemenu Kies hoe nieuwe foto’s worden verwerkt. Selecteer overeenkomstig het scènetype of uw eigen creatieve wensen. Optie n Automatisch Q Standaard R Neutraal S Levendig T Monochroom o Portret p Landschap q Gelijkmatig 52 Menugids Beschrijving De camera past automatisch tinten en kleurtonen aan op basis van de Standaard Picture Control.
Picture Control beheren G-knop ➜ C foto-opnamemenu Eigen Picture Control creëren. Optie Beschrijving Creëer een nieuwe eigen Picture Control op basis van een Opslaan/ bestaande voorinstelling of eigen Picture Control, of bewerk bewerken bestaande eigen Picture Control (0 54). Naam wijzigen Wijzig de naam van een geselecteerde Picture Control. Wissen Wis een geselecteerde Picture Control.
❚❚ Eigen Picture Control creëren De Picture Control meegeleverd met de camera kunnen worden aangepast en opgeslagen als eigen Picture Control. 1 Selecteer Opslaan/bewerken. Markeer Opslaan/bewerken en druk op 2. 2 Selecteer een Picture Control. Markeer een bestaande Picture Control en druk op 2 of druk op J om verder te gaan met Stap 4 om een kopie van de gemarkeerde Picture Control op te slaan zonder verdere aanpassing. 3 Bewerk de geselecteerde Picture Control.
5 Geef de Picture Control een naam. Een tekstinvoervenster wordt weergegeven. Standaard wordt voor nieuwe Picture Control een tweecijferig nummer (automatisch toegewezen) aan de naam van de bestaande Picture Control toegevoegd; geef, om een andere naam te geven, de Picture Control een andere naam zoals beschreven in “Tekstinvoer” (0 38). Tik op de toetsenbordselectieknop om door hoofdletter, kleine letter en symbolen op het toetsenbord te scrollen.
Kleurruimte G-knop ➜ C foto-opnamemenu De kleurruimte bepaalt het kleurengamma beschikbaar voor kleurreproductie. sRGB wordt aanbevolen voor algemene afdruken weergavedoeleinden, Adobe RGB, met een breder kleurbereik, voor professionele publicaties en commercieel drukwerk. A Adobe RGB Voor nauwkeurige kleurreproductie vereisen Adobe RGB-beelden, toepassingen, schermen en printers die kleurmanagement ondersteunen.
Ruisonderdr. lange tijdopname (Ruisonderdrukking lange tijdopname) G-knop ➜ C foto-opnamemenu Als Aan is geselecteerd, worden foto’s die zijn gemaakt bij sluitertijden van langer dan 1 sec. verwerkt om ruis te verminderen (heldere vlekken of waas).
Vignetteringscorrectie G-knop ➜ C foto-opnamemenu “Vignettering” is verminderde helderheid aan de randen van een foto. Vignetteringscorrectie vermindert vignettering voor type G-, E- en D-objectieven (pc-objectieven uitgezonderd). De effecten variëren van objectief tot objectief en zijn het meest zichtbaar bij maximaal diafragma. Kies uit Hoog, Normaal, Laag en Uit.
Autom. vertekeningscorrectie G-knop ➜ C foto-opnamemenu Selecteer Aan om tonvormige vertekening in foto’s gemaakt met groothoekobjectieven en kussenvormige vervorming in foto’s gemaakt met lange objectieven te verminderen (merk op dat de randen van het zichtbare gedeelte in de zoeker mogelijk uit de definitieve foto worden gesneden en dat de benodigde tijd voor het verwerken van foto’s voordat het opnemen begint, kan toenemen).
Flikkerreductie G-knop ➜ C foto-opnamemenu Verminder strepen of (in foto’s gemaakt in continue ontspanstanden) ongelijkmatige belichting of verkleuring veroorzaakt door flikkering van lichtbronnen zoals tl-licht of kwikdamplampen tijdens zoekerfotografie. Optie Beschrijving Wanneer Inschakelen is geselecteerd, zal de camera foto’s Flikkerreductie- timen om de effecten van flikkering te verminderen. Merk instelling op dat de beeldsnelheid kan afnemen terwijl flikkerreductie in werking is.
A Flikkerreductie in het foto-opnamemenu Maak een testopname en bekijk de resultaten alvorens extra foto’s te maken. Flikkerreductie kan flikkering detecteren bij 100 en 120 Hz (respectievelijk behorend bij lichtnetvoedingen van 50 en 60 Hz). Flikkering wordt mogelijk niet gedetecteerd of de gewenste resultaten worden mogelijk niet verkregen met donkere achtergronden, felle lichtbronnen of decoratieve verlichtingsdisplays en andere niet-standaard verlichting.
Meervoudige belichting G-knop ➜ C foto-opnamemenu Maak van twee tot tien NEF (RAW)-opnamen één enkele foto. Optie Beschrijving • 0 Aan (reeks): Maak een serie meervoudige belichtingen. Selecteer Uit om normaal fotograferen te hervatten. Stand voor • Aan (één foto): Maak één meervoudige belichting. meerv. belichting • Uit: Sluit af zonder extra meervoudige belichtingen te creëren. Kies het aantal belichtingen dat zal worden gecombineerd Aantal opnamen om een enkele foto te vormen.
❚❚ Een meervoudige belichting creëren Meervoudige belichtingen kunnen niet in livebeeld worden vastgelegd. Sluit livebeeld af alvorens verder te gaan. A Verlengde opnametijden Als de monitor uitschakelt tijdens weergave of menubewerkingen en er geen handelingen worden uitgevoerd gedurende 30 sec., zal de opname stoppen en een meervoudige belichting worden gecreëerd van de opnamen die tot op dat punt zijn gemaakt.
3 Kies het aantal opnamen. Markeer Aantal opnamen en druk op 2. Druk op 1 of 3 om het aantal belichtingen te kiezen dat wordt gecombineerd om één enkele foto te vormen en druk op J.
4 Kies het beeld-op-beeld. Markeer Beeld-op-beeld en druk op 2, druk vervolgens op 1 of 3 om de gewenste stand te kiezen en druk op J om te selecteren. 5 Kies of individuele belichtingen behouden moeten blijven. Kies of de individuele opnamen die de meervoudige belichting vormen, worden behouden of gewist, markeer Alle belichtingen bewaren en druk op 2, druk vervolgens op 1 of 3 om de gewenste optie te kiezen en druk op J om te selecteren. 6 Kies de eerste belichting.
7 Kadreer een foto, stel scherp en maak de foto. In continue ontspanstanden legt de camera alle belichtingen vast in een enkele serieopname. Als Aan (reeks) is geselecteerd, blijft de camera meerdere belichtingen vastleggen terwijl de ontspanknop wordt ingedrukt; als Aan (één foto) is geselecteerd, wordt het vastleggen van een meervoudige belichting na de eerste foto beëindigd.
❚❚ De i-knop gebruiken De hieronder vermelde opties zijn toegankelijk door op de K-knop te drukken tijdens een meervoudige belichting en vervolgens op de i-knop te drukken. Gebruik het aanraakscherm of navigeer door het menu met behulp van de multi-selector en druk daarbij op 1 of 3 i-knop om items te markeren en op J om te selecteren. • Voortgang weergeven: Bekijk een voorbeeld gecreëerd van belichtingen die bij het huidige punt zijn vastgelegd.
❚❚ Meervoudige belichtingen beëindigen Selecteer, om een meervoudige belichting te beëindigen voordat het gespecificeerde aantal belichtingen is gemaakt, Uit voor meervoudige belichtingsstand of druk op de K-knop gevolgd door de i-knop en selecteer Opslaan en afsluiten of Verwijderen en afsluiten.
A Intervalfotografie Als intervalfotografie is geactiveerd voordat de eerste opname wordt gemaakt, legt de camera belichtingen vast bij het geselecteerde interval totdat het aantal belichtingen gespecificeerd in het meervoudige belichtingsmenu is gemaakt (het aantal opnamen weergegeven in het intervalopnamemenu wordt genegeerd).
Intervalopname G-knop ➜ C foto-opnamemenu Maak foto’s bij het geselecteerde interval totdat het gespecificeerde aantal opnamen is vastgelegd. Selecteer een andere ontspanstand dan zelfontspanner (E) bij het gebruik van de intervaltimer. Optie Beschrijving Start intervalopname na 3 sec. (Nu geselecteerd voor Startdatum/-tijd kiezen) of bij een geselecteerde Starten datum en tijd (Datum/tijd kiezen). De opname wordt voortgezet bij het geselecteerde interval tot alle opnamen zijn gemaakt.
Optie Beschrijving Kies of de camera prioriteit geeft aan belichtingstijd of intervaltiming in belichtingsstanden P en A. Selecteer Aan om ervoor te zorgen dat foto’s bij het gekozen interval worden gemaakt, Uit om ervoor te zorgen dat foto’s juist worden belicht. Als Aan is geselecteerd, zorg er dan voor dat de Langste sluitertijd gekozen voor ISO-gevoeligheid instellen (0 49) > Autom Intervalprioriteit inst ISO-gevoeligheid in het foto-opnamemenu korter is dan het interval.
❚❚ Intervalfotografie D Vóór het opnemen Maak een testopname bij de huidige instellingen en bekijk de resultaten in de monitor voordat intervalfotografie wordt gestart. Zodra instellingen naar uw tevredenheid zijn aangepast, sluit de sluiter van het zoekeroculair om te voorkomen dat licht dat via de zoeker binnendringt de foto’s en belichting aantast.
2 Pas intervalinstellingen aan. Kies een startdag en -tijd, interval, aantal opnamen per interval en gelijkmatige belichting, stil fotograferen, intervalprioriteit en opties voor de startmap. • Om een startdag en -tijd te kiezen: Markeer Startdatum/-tijd kiezen en druk op 2. Markeer een optie en druk op J. Selecteer Nu om de opname onmiddellijk te starten. Selecteer Datum/tijd kiezen om het fotograferen bij een gekozen datum en tijd te starten, kies vervolgens de datum en tijd en druk op J.
• Om het aantal opnamen per interval te kiezen: Markeer Intervallen×opnamen/ interval en druk op 2. Kies het aantal intervallen en het aantal opnamen per interval en druk op J. In stand S (enkel beeld) worden de foto’s voor elke interval gemaakt bij de snelheid die is gekozen voor Persoonlijke instelling d1 (Opnamesnelheid CL-stand; 0 120). • Om gelijkmatige belichting in of uit te schakelen: Markeer Gelijkmatige belichting en druk op 2. Markeer een optie en druk op J.
• Een optie voor intervalprioriteit kiezen: Markeer Intervalprioriteit en druk op 2. Markeer een optie en druk op J. Als Aan is geselecteerd, wordt intervalfotografie beëindigd wanneer de camera niet kan scherpstellen, anders wordt de ontspanknop uitgeschakeld. • Opties voor de startmap kiezen: Markeer Opslagmap voor nieuwe opname en druk op 2. Markeer opties en druk op 2 om te selecteren of de selectie ongedaan te maken. Druk op J om verder te gaan.
3 Start de opname. Markeer Starten en druk op J. De eerste serie opnamen wordt bij de gespecificeerde starttijd gemaakt, of na circa 3 sec. als Nu werd geselecteerd voor Startdatum/-tijd kiezen in Stap 2. De opname wordt voortgezet bij het geselecteerde interval tot alle opnamen zijn gemaakt. A Tijdens opname Tijdens intervalfotografie knippert het Qpictogram in het bedieningspaneel.
❚❚ Intervalfotografie pauzeren Intervalfotografie kan worden gepauzeerd tussen intervallen door op J te drukken of door Pauze te selecteren in het intervalmenu. ❚❚ Intervalopname hervatten Selecteer Herstarten om de opname onmiddellijk te hervatten. Markeer Herstarten en druk op J. Om de opname bij een gespecificeerde tijd te hervatten: Voor Startdatum/-tijd kiezen, markeer Datum/tijd kiezen en druk op 2. Kies een startdatum en tijd en druk op J. Markeer Herstarten en druk op J.
❚❚ Geen foto Er worden geen foto’s gemaakt bij het geselecteerde interval als het huidige interval eindigt voordat de foto of foto’s voor het vorige interval zijn gemaakt, de geheugenkaart vol is of AF-S is geselecteerd en de camera niet kan scherpstellen (merk op dat de camera scherpstelt voorafgaand aan elke opname).
A Intervalfotografie Kies een interval langer dan de tijd die nodig is voor het maken van het geselecteerde aantal opnamen en, als u een flitser gebruikt, de tijd die nodig is om de flitser te laden. Als het interval te kort is, kan het aantal vastgelegde foto’s minder zijn dan het totaal dat is vermeld in Stap 2 (het aantal intervallen vermenigvuldigd met het aantal opnamen per interval) of de flitser kan flitsen met minder vermogen dan nodig voor volledige belichting.
Opname met focus-shift G-knop ➜ C foto-opnamemenu Tijdens focus-shift wisselt de camera de scherpstelling automatisch af voor een serie foto’s. Deze functie kan worden gebruikt om foto’s te maken die later worden gecombineerd met behulp van focusstacking. Draai, voorafgaand aan het gebruik van focus-shift, de scherpstelstandkiezer naar AF en kies een andere ontspanstand dan E. Optie Starten Aantal opn.
Stille livebeeldfotografie G-knop ➜ C foto-opnamemenu Elimineer sluitergeluiden tijdens livebeeldfotografie. Optie Aan (stand 1) Aan (stand 2) Uit Beschrijving Verminder trillingen veroorzaakt door de sluiter bij het fotograferen van landschappen en andere statische onderwerpen. Gebruik van een statief wordt aanbevolen. De maximale beeldsnelheid voor de ontspanstand CH is circa 6 bps.
1 Het filmopnamemenu: Filmopnameopties Druk op G en selecteer de tab 1 (filmopnamemenu) om het filmopnamemenu weer te geven. G-knop Optie Filmopnamemenu terugzetten Naamgeving bestanden Bestemming Beeldveld Beeldformaat/beeldsnelheid Filmkwaliteit Bestandstype voor film ISO-gevoeligheid instellen Witbalans Picture Control instellen 0 83 83 83 83 84 85 85 85 86 86 Optie Picture Control beheren Actieve D-Lighting Hoge ISO-ruisonderdrukk.
Filmopnamemenu terugzetten G-knop ➜ 1 filmopnamemenu Markeer Ja en druk op J om de filmopnamemenu-opties terug te zetten naar haar standaardwaarden (0 12). Naamgeving bestanden G-knop ➜ 1 filmopnamemenu Kies het drieletterige voorvoegsel gebruikt voor benaming van de beeldbestanden waarin films worden opgeslagen. Het standaardvoorvoegsel is “DSC” (0 38). Bestemming G-knop ➜ 1 filmopnamemenu Kies de sleuf waarin films worden opgenomen.
Beeldformaat/beeldsnelheid G-knop ➜ 1 filmopnamemenu Kies het filmbeeldformaat (in pixels) en de beeldsnelheid.
Filmkwaliteit G-knop ➜ 1 filmopnamemenu Kies uit Hoge kwaliteit en Normaal. Bestandstype voor film G-knop ➜ 1 filmopnamemenu Kies de bestandsindeling voor films uit MOV en MP4. ISO-gevoeligheid instellen G-knop ➜ 1 filmopnamemenu Pas de volgende ISOgevoeligheidsinstellingen aan. • Maximale gevoeligheid: Kies de bovengrens voor automatische instelling ISOgevoeligheid uit waarden tussen ISO 200 en Hi 2.
Witbalans G-knop ➜ 1 filmopnamemenu Kies een witbalans voor films (0 50). Selecteer Zelfde als foto-instellingen om de momenteel geselecteerde optie voor foto’s te gebruiken. Picture Control instellen G-knop ➜ 1 filmopnamemenu Kies een Picture Control voor films (0 52). Selecteer Zelfde als foto-instellingen om de momenteel geselecteerde optie voor foto’s te gebruiken. Picture Control beheren G-knop ➜ 1 filmopnamemenu Creëer eigen Picture Control (0 53).
Hoge ISO-ruisonderdrukk. G-knop ➜ 1 filmopnamemenu Verminder “ruis” (willekeurige heldere pixels), in films opgenomen bij hoge ISO-gevoeligheden (0 57). Flikkerreductie G-knop ➜ 1 filmopnamemenu Verminder flikkeringen en bandvorming bij het maken van opnamen onder tl-verlichting en kwikdamplampen tijdens livebeeld of filmopnamen. Kies Automatisch om de camera automatisch de juiste frequentie te laten kiezen, of zoek handmatig naar de frequentie van het lokale lichtnet.
Microfoongevoeligheid G-knop ➜ 1 filmopnamemenu Schakel de ingebouwde of externe microfoons (0 266) in of uit of pas de microfoongevoeligheid aan. Kies Automatische gevoeligheid om gevoeligheid automatisch aan te passen, Microfoon uit om geluidsopname uit te schakelen; om microfoongevoeligheid handmatig te selecteren, selecteer Handmatige gevoeligheid en kies een gevoeligheid. A Het pictogram 2 2 wordt schermvullend weergegeven en filmweergave als de film zonder geluid werd opgenomen.
Frequentiebereik G-knop ➜ 1 filmopnamemenu Als S Groot bereik is geselecteerd, reageren de ingebouwde en externe microfoons (0 260) op een breed scala aan frequenties, van muziek tot de drukke zoemgeluiden van een straat in de stad. Kies T Stembereik om stemmen van mensen duidelijk naar voren te brengen.
Time-lapse-film G-knop ➜ 1 filmopnamemenu De camera maakt automatisch foto’s bij geselecteerde intervallen om een stille time-lapse-film te creëren. Optie Beschrijving Start time-lapse-opname. De opname start na ongeveer Starten 3 seconden en duurt voort bij het geselecteerde interval voor de geselecteerde opnameduur. Interval Kies het interval tussen opnamen in minuten en seconden. Opnameduur Kies de opnameduur (uren en minuten).
Optie Beschrijving Kies of de camera prioriteit geeft aan belichtingstijd of intervaltiming in belichtingsstanden P en A. Selecteer Aan om ervoor te zorgen dat beelden bij het gekozen interval worden gemaakt, Uit om ervoor te zorgen dat beelden juist worden belicht. Als Aan is geselecteerd, zorg er dan voor dat de Langste sluitertijd gekozen voor ISO-gevoeligheid Intervalprioriteit instellen (0 49) > Autom inst ISO-gevoeligheid in het foto-opnamemenu korter is dan het interval.
❚❚ Time-lapse-films opnemen A Vóór het opnemen Maak een testopname bij de huidige instellingen en bekijk de resultaten in de monitor voordat een time-lapse-film wordt opgenomen. Time-lapsefilms worden opgenomen met behulp van de filmuitsnede; druk, om de compositie te controleren, op de W (M)-knop in de Time-lapse-filmweergave (om naar de Time-lapse-film-weergave terug te keren, druk opnieuw op de W/M-knop).
2 Pas time-lapse-filminstellingen aan. Pas time-lapse-filminstellingen aan zoals hieronder beschreven. • Om het interval tussen beelden te kiezen: Markeer Interval en druk op 2. Kies een interval dat langer is dan de langst geanticipeerde sluitertijd (minuten en seconden) en druk op J. • Om de totale opnameduur te kiezen: Markeer Opnameduur en druk op 2. Kies opnameduur (maximaal 7 uur en 59 minuten) en druk op J.
• Om gelijkmatige belichting in of uit te schakelen: Markeer Gelijkmatige belichting en druk op 2. Markeer een optie en druk op J. • Om stil fotograferen in of uit te schakelen: Markeer Stil fotograferen en druk op 2. Markeer een optie en druk op J. Als Aan is geselecteerd, is het geluid van de sluiter of spiegel alleen hoorbaar wanneer de spiegel wordt op- of neergeklapt bij de start en het einde van de opname. • Om het beeldveld te kiezen: Markeer Beeldveld en druk op 2.
• Om het beeldformaat en de -snelheid te kiezen: Markeer Beeldformaat/ beeldsnelheid en druk op 2. Markeer een optie en druk op J. • Om een optie voor intervalprioriteit te kiezen: Markeer Intervalprioriteit en druk op 2. Markeer een optie en druk op J. Als Aan is geselecteerd, wordt time-lapse-opname beëindigd wanneer de camera niet kan scherpstellen, anders wordt de ontspanknop uitgeschakeld. 3 Start de opname. Markeer Starten en druk op J. De opname start na ongeveer 3 sec.
D Stil fotograferen Het selecteren van Aan voor Stil fotograferen schakelt sommige camerafuncties uit, inclusief: • ISO-gevoeligheden van Hi 0,3 tot en met Hi 2 (0 85) • Flitserfotografie (0 219) • Belichtingsvertragingsstand (0 121) • Ruisonderdrukking lange tijdopname (0 57) • Flikkerreductie (0 60) A De lengte van de definitieve film berekenen Het totaal aantal beelden in de definitieve film kan worden berekend door de opnameduur door het interval te delen en naar boven af te ronden.
❚❚ Opname beëindigen Markeer, om de opname te beëindigen voordat alle foto’s zijn gemaakt, markeer Uit in het time-lapse-filmmenu en druk op J of druk op J tussen beelden. Een film wordt gemaakt van de beelden die werden vastgelegd op het punt waar de opname eindigde. Merk op dat de opname zal eindigen en dat er geen film wordt opgenomen als de voedingsbron wordt verwijderd of losgekoppeld, of de geheugenkaart wordt uitgeworpen.
A Tijdens opname Tijdens het vastleggen knippert Q en de time-lapse-opnameaanduiding wordt in het bedieningspaneel weergegeven. De resterende tijd (in uren en minuten) verschijnt in de sluitertijdweergave, onmiddellijk voordat elk beeld wordt vastgelegd. Op andere momenten kan de resterende tijd worden bekeken door de ontspanknop half in te drukken. Ongeacht de optie geselecteerd voor Persoonlijke instelling c2 (Stand-by-timer, 0 118) zal de stand-by-timer niet aflopen tijdens opname.
A Persoonlijke instellingen: Fijnafstelling camera-instellingen Druk op G en selecteer de tab A (menu Persoonlijke instellingen) om het menu Persoonlijke instellingen weer te geven. G-knop Gebruik Persoonlijke instellingen om de camera-instellingen aan individuele voorkeuren aan te passen. Groepen Persoonlijke instellingen Hoofdmenu Geheugenbank pers. inst.
De volgende Persoonlijke instellingen zijn beschikbaar: a a1 a2 a3 a4 a5 a6 a7 a8 a9 a10 a11 a12 a13 b b1 b2 b3 b4 b5 b6 b7 Persoonlijke instelling Geheugenbank pers. inst. Autofocus Selectie AF-C-prioriteit Selectie AF-S-prioriteit Focus-tracking met Lock-On 3D-tracking met gezichtsherken. Detectiegebied voor 3D-tracking Aantal scherpstelpunten Opslaan per stand AF-activering Selectie AF-veldst. beperken Autofocusstand beperken Doorloop scherpstelpunt Opties voor scherpstelpunt Handm.
Persoonlijke instelling c c1 c2 c3 c4 d d1 d2 d3 d4 d5 d6 d7 d8 d9 d10 d11 d12 e e1 e2 e3 e4 e5 e6 e7 Timers/AE-vergrendeling AE-vergrend. ontspanknop Stand-by-timer Zelfontspanner Monitor uit Opnemen/weergeven Opnamesnelheid CL-stand Max. aant. continu-opn. ISO tonen Opties synchroon ontspannen Belichtingsvertragingsstand Elektr.
Persoonlijke instelling f f1 f2 f3 f4 f5 f6 f7 f8 f9 f10 g g1 g2 Bediening Aangepaste knoptoewijzing Centrale knop multi-selector Sltertijd en diafragma vergr. Functie instelschijven inst. Multi-selector Knop loslaten voor instelsch. Aanduidingen omkeren Opties voor livebeeldknop Schakelaar D Knoppen MB-D18 toewijzen Film Aangepaste knoptoewijzing Helderheid hoge lichten * Alleen beschikbaar voor objectieven die dit item ondersteunen.
Geheugenbank pers. inst. G-knop ➜ A menu Persoonlijke instellingen Persoonlijke instellingen worden opgeslagen in één van de vier geheugenbanken. Wijzigingen aan de instellingen in één geheugenbank zijn niet van invloed op de andere geheugenbanken. Om een combinatie van veelgebruikte instellingen op te slaan, selecteer één van de vier banken en stel de camera in op deze instellingen.
❚❚ Standaardinstellingen herstellen Markeer, om standaardinstellingen te herstellen, een bank in het menu Geheugenbank pers. inst. en druk op O (Q). Er wordt een bevestigingsvenster weergegeven; markeer Ja en druk op J om de standaardinstellingen voor de geselecteerde geheugenbank te herstellen O (Q)-knop (0 13). A Zie ook Zie, voor standaard menu-instellingen, “Standaardinstellingen menu Persoonlijke instellingen” (0 13).
a: Autofocus a1: Selectie AF-C-prioriteit G-knop ➜ A menu Persoonlijke instellingen Wanneer AF-C is geselecteerd voor zoekerfotografie, regelt deze optie of foto’s kunnen worden vastgelegd wanneer de ontspanknop wordt ingedrukt (ontspanprioriteit) of alleen zodra de camera is scherpgesteld (focusprioriteit). Optie G B E F Beschrijving Bij elke druk op de ontspanknop kunnen foto’s Ontspannen worden gemaakt. Zelfs als de camera niet heeft scherpgesteld, kunnen er foto’s worden gemaakt.
a2: Selectie AF-S-prioriteit G-knop ➜ A menu Persoonlijke instellingen Wanneer AF-S is geselecteerd voor zoekerfotografie, regelt deze optie of foto’s alleen kunnen worden gemaakt wanneer de camera heeft scherpgesteld (scherpstelprioriteit) of wanneer de ontspanknop wordt ingedrukt (ontspanprioriteit). Optie G F Beschrijving Bij elke druk op de ontspanknop kunnen foto’s worden gemaakt. Er kunnen alleen foto’s worden gemaakt wanneer de Scherpstelling scherpstelaanduiding (I) wordt weergegeven.
a3: Focus-tracking met Lock-On G-knop ➜ A menu Persoonlijke instellingen Deze optie bepaalt hoe autofocus aanpassingen maakt bij veranderingen in de afstand tot het onderwerp wanneer AF-C is geselecteerd tijdens zoekerfotografie. ❚❚ AF-reactie bij geblokk. onderw. Kies hoe snel scherpstelling reageert zodra iets voorbijkomt tussen het onderwerp en de camera. Kies uit waarden tussen 5 (Vertraagd) en 1 (Snel).
a4: 3D-tracking met gezichtsherken. G-knop ➜ A menu Persoonlijke instellingen Kies of de camera gezichten detecteert en op gezichten scherpstelt zodra 3D-tracking is geselecteerd voor AF-veldstand. a5: Detectiegebied voor 3D-tracking G-knop ➜ A menu Persoonlijke instellingen In 3D-tracking volgt de camera onderwerpen die het geselecteerde scherpstelpunt verlaten en selecteert nieuwe scherpstelpunten zoals vereist terwijl de ontspanknop half wordt ingedrukt.
a7: Opslaan per stand G-knop ➜ A menu Persoonlijke instellingen Kies of afzonderlijke scherpstelpunten worden geselecteerd voor de stand landschap (liggend), de portretstand (staand) met de camera 90° rechtsom gedraaid en voor de portretstand met de camera 90° linksom gedraaid. Selecteer Uit om dezelfde scherpstelpunten en AF-veldstand te gebruiken, ongeacht de cameraoriëntatie.
Kies Scherpstelpunt om afzonderlijke selectie van het scherpstelpunt in te schakelen, of Scherpstelpunt en AF-veldst. om afzonderlijke selectie van zowel het scherpstelpunt als de AF-veldstand in te schakelen.
a9: Selectie AF-veldst. beperken G-knop ➜ A menu Persoonlijke instellingen Kies de AF-veldstanden die kunnen worden geselecteerd met behulp van de AF-standknop en secundaire instelschijf in zoekerfotografie (livebeeld wordt niet beïnvloed). Markeer de gewenste standen en druk op 2 om te selecteren of de selectie ongedaan te maken. Druk op J om de wijzigingen op te slaan zodra de instellingen zijn voltooid.
a11: Doorloop scherpstelpunt G-knop ➜ A menu Persoonlijke instellingen Kies of selectie van het scherpstelpunt “doorloopt” van de ene rand van de zoeker naar de andere. Optie Beschrijving De selectie van het scherpstelpunt loopt van boven w q naar beneden en weer naar boven, en van links naar rechts Doorloop en weer naar links.
a12: Opties voor scherpstelpunt G-knop ➜ A menu Persoonlijke instellingen Kies uit de volgende opties voor scherpstelpuntweergave. Optie Beschrijving Kies of de actieve scherpstelpunten rood worden gemarkeerd in de zoeker. • Automatisch: Het geselecteerde scherpstelpunt wordt indien nodig automatisch gemarkeerd zodat het contrasteert met de achtergrond. Verlichting • Aan: Het geselecteerde scherpstelpunt wordt altijd scherpstelpunt gemarkeerd, ongeacht de helderheid van de achtergrond.
a13: Handm. scherpstelring in AF-st. G-knop ➜ A menu Persoonlijke instellingen Dit item wordt alleen weergegeven voor objectieven die dit ondersteunen. Door Inschakelen te selecteren, kan de scherpstelring van het objectief worden gebruikt voor handmatige scherpstelling wanneer de camera zich in autofocusstand bevindt. Houd, na het half indrukken van de ontspanknop om scherp te stellen, de knop half ingedrukt en pas de scherpstelling aan met behulp van de scherpstelring.
b: Lichtmeting/belichting b1: Stapgrootte ISO-gevoeligh. G-knop ➜ A menu Persoonlijke instellingen Selecteer de stappen gebruikt bij het maken van aanpassingen aan ISO-gevoeligheid. Indien mogelijk wordt de instelling voor de huidige ISO-gevoeligheid behouden wanneer de stapgrootte wordt gewijzigd. Als de huidige instelling voor ISO-gevoeligheid niet beschikbaar is bij de nieuwe stapgrootte, dan wordt ISOgevoeligheid afgerond op de eerstkomende beschikbare instelling. b2: Stapgrootte inst.
b4: Eenv. Belichtingscorrectie G-knop ➜ A menu Persoonlijke instellingen Deze optie regelt of de E-knop nodig is om belichtingscorrectie in te stellen. Indien Aan (automat. herstellen) of Aan is geselecteerd, zal de 0 in het midden van de belichtingsweergave knipperen, ook al is de belichtingscorrectie ingesteld op ±0. Optie Beschrijving Belichtingscorrectie wordt ingesteld door aan één van de instelschijven te draaien (zie onderstaande opmerking).
b5: Matrixmeting G-knop ➜ A menu Persoonlijke instellingen Kies U Gezichtsherkenning aan om gezichtsherkenning in te schakelen bij het vastleggen van portretten met matrixmeting tijdens zoekerfotografie. b6: Centrumgericht meetveld G-knop ➜ A menu Persoonlijke instellingen Kies de grootte van het gebied waaraan het meeste gewicht wordt toegewezen in centrumgerichte meting. Als een objectief zonder CPU of AF-S Fisheye NIKKOR 8–15mm f/3.5–4.
c: Timers/AE-vergrendeling c1: AE-vergrend. ontspanknop G-knop ➜ A menu Persoonlijke instellingen Kies of de belichting vergrendelt zodra de ontspanknop wordt ingedrukt. O P Optie Aan (half indrukken) Aan (serieopname) Uit Beschrijving Het half indrukken van de ontspanknop vergrendelt de belichting. De belichting vergrendelt alleen terwijl de ontspanknop volledig wordt ingedrukt. Het indrukken van de ontspanknop vergrendelt niet de belichting.
c3: Zelfontspanner G-knop ➜ A menu Persoonlijke instellingen Kies de lengte van de ontspanknopvertraging, het aantal gemaakte opnamen en het interval tussen opnamen in de zelfontspannerstand. • Vertraging zelfontspanner: Kies de lengte van de ontspanknopvertraging. • Aantal opnamen: Druk op 1 en 3 om het aantal opnamen te kiezen, gemaakt telkens wanneer de ontspanknop wordt ingedrukt. • Interval tussen opnamen: Kies het interval tussen opnamen wanneer het Aantal opnamen meer dan 1 is.
d: Opnemen/weergeven d1: Opnamesnelheid CL-stand G-knop ➜ A menu Persoonlijke instellingen Kies de maximale beeldsnelheid in CL-stand. d2: Max. aant. continu-opn. G-knop ➜ A menu Persoonlijke instellingen Het maximum aantal opnamen dat achter elkaar kan worden gemaakt in één serieopname in de continue stand kan worden ingesteld op een waarde tussen 1 en 200.
d4: Opties synchroon ontspannen G-knop ➜ A menu Persoonlijke instellingen Kies of de sluiters op de secundaire camera’s worden gesynchroniseerd met de sluiter op de hoofdcamera bij het gebruik van een optionele draadloze afstandsbediening in gesynchroniseerde ontspanstand.
d7: Opeenvolgende nummering G-knop ➜ A menu Persoonlijke instellingen Wanneer u een foto maakt, geeft de camera het bestand een naam door het laatst gebruikte bestandsnummer met één te verhogen. Deze optie regelt of de bestandsnummering doorgaat vanaf het laatst gebruikte nummer wanneer een nieuwe map wordt aangemaakt, de geheugenkaart wordt geformatteerd of een nieuwe geheugenkaart in de camera wordt geplaatst.
D Opeenvolgende nummering Als de huidige map nummer 999 heeft en 5.000 foto’s of een foto met het nummer 9999 bevat, dan wordt de ontspanknop uitgeschakeld en kunnen er geen foto’s meer worden gemaakt (bovendien bestaat de mogelijkheid dat filmopname wordt uitgeschakeld als de camera berekent dat het aantal bestanden dat nodig is om een film met maximale lengte op te nemen zou leiden tot een map die meer dan 5.000 bestanden of een bestand met een nummer hoger dan 9999 bevat).
d10: Lcd-verlichting G-knop ➜ A menu Persoonlijke instellingen Als Uit is geselecteerd, branden het bedieningspaneel en de knopverlichting (lampjes) alleen als de hoofdschakelaar naar D is gedraaid. Als Aan is geselecteerd, blijft de achtergrondverlichting branden terwijl de stand-by-timer aan is. Ongeacht de geselecteerde optie, schakelt de achtergrondverlichting uit wanneer de ontspanknop wordt ingedrukt; als Aan is geselecteerd, gaat ze weer aan wanneer u uw vinger van de ontspanknop tilt.
d11: Livebeeld in continustand G-knop ➜ A menu Persoonlijke instellingen Kies of controlebeeld beschikbaar is voor serieopname (ontspanstand CL, CH en QC) in livebeeld. Als Uit is geselecteerd, wordt niet alleen de monitor maar ook de achtergrondverlichting van de monitor uitgeschakeld tijdens belichtingen. d12: Optische VR G-knop ➜ A menu Persoonlijke instellingen Dit item wordt alleen weergegeven voor objectieven die dit ondersteunen.
e: Bracketing/flits e1: Flitssynchronisatiesnelheid G-knop ➜ A menu Persoonlijke instellingen Deze optie regelt flitssynchronisatiesnelheid. Optie Beschrijving Automatische snelle FP-synchronisatie wordt gebruikt wanneer een compatibele flitser bevestigd is. Als andere flitsers worden gebruikt, wordt sluitertijd ingesteld op 1 /250 sec. Wanneer de camera een sluitertijd van 1/250 sec. toont in belichtingsstand P of A, wordt automatische 1/250 sec.
e2: Langste sluitertijd bij flits G-knop ➜ A menu Persoonlijke instellingen Deze optie bepaalt de langst mogelijke sluitertijd bij synchronisatie op het eerste of tweede gordijn of rode-ogenreductie in de belichtingsstanden automatisch programma en diafragmavoorkeuze (ongeacht de gekozen instelling kunnen sluitertijden op een waarde van maximaal 30 sec.
e4: Autom inst ISO-gevoeligheid M G-knop ➜ A menu Persoonlijke instellingen Kies de referentie die wordt gebruikt om de belichting in te stellen wanneer een flitser met automatische instelling voor ISOgevoeligheid wordt gebruikt. Optie e Onderwerp en achtergrond f Alleen onderwerp Beschrijving De camera houdt zowel rekening met het hoofdonderwerp als de achtergrondverlichting bij het aanpassen van de ISO-gevoeligheid.
e6: Auto bracketing (stand M) G-knop ➜ A menu Persoonlijke instellingen Deze optie bepaalt welke instellingen worden beïnvloed wanneer AE- en flitsbracketing of AE-bracketing is geselecteerd voor de optie Inst. voor autom. bracketing in het foto-opnamemenu in handmatige belichtingsstand. Optie F G H I Beschrijving De camera varieert sluitertijd (AE-bracketing) of sluitertijd en flitssterkte (AE- en flitsbracketing).
f: Bediening f1: Aangepaste knoptoewijzing G-knop ➜ A menu Persoonlijke instellingen Kies de functies toegewezen aan camerabedieningen, afzonderlijk gebruikt of in combinatie met de instelschijven.
A “Indrukken” en “Indrukken + instelschijven” Bepaalde functies kunnen niet gelijktijdig worden toegewezen aan zowel de functies “indrukken” en “indrukken + commando” voor sommige bedieningen.
0 v x V 8 S Matrixmeting ✔ ✔ — — ✔ — Centrumgerichte meting ✔ ✔ — — ✔ — Spotmeting ✔ ✔ — — ✔ — Op hoge lichten gerichte lichtm. ✔ ✔ — — ✔ — Rasterweergave in zoeker ✔ ✔ — — ✔ — Virtuele horizon in zoeker ✔ ✔ — — ✔ — Selectie synchroon ontspannen ✔ ✔ — — ✔ ✔ MIJN MENU ✔ ✔ ✔ — ✔ — Bovenste optie in MIJN MENU ✔ ✔ ✔ — ✔ — Weergave ✔ ✔ — — ✔ — Score — — ✔ — — — Middelste scherpstelp. select.
De volgende opties zijn beschikbaar: Optie A Vooringest. scherpstelpunt K AF-veldstand q AF-veldstand + AF-ON q Voorbeeld r Flitswaardevergrendeling Beschrijving Het indrukken van de bediening selecteert een vooringesteld scherpstelpunt. Om het punt te kiezen, selecteer het en druk op de bediening terwijl op de AF-standknop wordt gedrukt totdat het scherpstelpunt knippert.
B Optie AE/ AF-vergrendeling C AE-vergrendeling D AE-vergr. (herstel na ontspan.) E AE-vergrendeling (vast) F AF-vergrendeling A AF-ON h IUitschakelen/ inschakelen 1 Bracketingserie 134 Menugids Beschrijving Scherpstelling en belichting vergrendelen terwijl de bedieningsknop wordt ingedrukt. De belichting vergrendelt terwijl de bedieningsknop wordt ingedrukt.
Optie 4 L M N t b ! Beschrijving Als momenteel een JPEG-optie is geselecteerd voor beeldkwaliteit, wordt “RAW” weergegeven in het bedieningspaneel en wordt een NEF (RAW)-kopie opgenomen bij de eerstvolgende foto gemaakt nadat op de bedieningsknop is gedrukt (de oorspronkelijke beeldinstelling wordt hersteld + NEF (RAW) wanneer u uw vinger van de ontspanknop haalt).
Optie c % 3 K c J K Beschrijving Wanneer een optionele draadloze afstandsbediening is aangesloten, kan de bedieningsknop worden gebruikt om tussen extern ontspannen en hoofdcamera of gesynchroniseerd ontspannen te schakelen.
A Virtuele horizon Het indrukken van een bedieningsknop waaraan Virtuele horizon in zoeker is toegewezen, geeft kantelen- en rollenaanduidingen in de zoeker weer. Druk de bedieningsknop nogmaals in om de aanduidingen uit de weergave te wissen.
❚❚ Indrukken + instelschijven Markeer, om de functies uitgevoerd door de volgende bedieningsknoppen in combinatie met de instelschijven te kiezen, de gewenste optie en druk op het midden van de multi-selector: 1 w 9 Pv-knop + y n Q BKT-knop + y Fn1-knop + y Midden secundaire selector + y Filmopnameknop + y * * Kies de functie uitgevoerd door de filmopnameknop in combinatie met de instelschijven wanneer de livebeeldselector naar C wordt gedraaid.
De volgende functies kunnen aan deze bedieningsknoppen worden toegewezen: Optie J $ v w y z n v m t $ 2 1 w 9 n Q Kies beeldveld ✔ ✔ ✔ — Sltertijd en diafragma vergr. ✔ ✔ ✔ — ✔ ✔ 1 stap sluitertijd/diafragma ✔ ✔ — — — Nr. object. zonder CPU kiezen ✔ ✔ ✔ — — Actieve D-Lighting ✔ ✔ — — — Belichtingsvertragingsstand ✔ ✔ — — — Geh.
Optie v 1 stap sluitertijd/ diafragma w Nr. object. zonder CPU kiezen y Actieve D-Lighting z Belichtingsvertragingsstand n Geh.bank fotoopnamemenu v Belichtingsstand m Witbalans t Automatische bracketing $ Meervoudige belichting 2 HDR (hoog dynam.
❚❚ Secundaire selector Markeer, om de functie uitgevoerd door de secundaire selector te kiezen, 7 Secundaire selector en druk op het midden van de multiselector. De secundaire selector kan worden gebruikt voor scherpstelpuntselectie (x Scherpstelpunt selecteren) of om de functie uitgevoerd door de multi-selector (Y Zelfde als multiselector) te dupliceren.
f2: Centrale knop multi-selector G-knop ➜ A menu Persoonlijke instellingen Deze optie bepaalt de functie toegewezen aan het midden van de multi-selector tijdens zoekerfotografie, weergave en livebeeld (door op het midden van de multi-selector te drukken, wordt ongeacht het selecteren van deze optie, een film beeldvullend weergegeven als filmweergave wordt gestart). ❚❚ Opnamestand J A K Optie Functie toegewezen aan midden van multi-selector Middelste Selecteer het middelste scherpstelpunt. scherpstelp.
❚❚ Weergavestand Optie n o p u Functie toegewezen aan midden van multi-selector Schakel tussen schermvullende en Miniatuur aan/uit miniatuurweergave. In zowel schermvullende weergave als Histogrammen miniatuurweergave wordt een histogram weergeven weergegeven terwijl het midden van de multiselector wordt ingedrukt. Schakel tussen schermvullende of miniatuurweergave en zoomweergave. Kies de begininstelling voor zoom uit Lage zoom (50%), Zoom aan/uit 1 : 1 (100%) en Hoge zoom (200%).
f3: Sltertijd en diafragma vergr. G-knop ➜ A menu Persoonlijke instellingen Het selecteren van Aan voor Sluitertijdvergrendeling vergrendelt sluitertijd bij de waarde die momenteel is geselecteerd in stand S of M. Het selecteren van Aan voor Diafragmavergrendeling vergrendelt diafragma bij de waarde die momenteel is geselecteerd in stand A of M. Sluitertijd- en diafragmavergrendeling zijn niet beschikbaar in stand P. f4: Functie instelschijven inst.
Optie Verwissel hoofd/ secundair Instellen diafragma Beschrijving • Belichtingsinstelling: Als Uit is geselecteerd, regelt de hoofdinstelschijf sluitertijd en de secundaire instelschijf diafragma. Als Aan is geselecteerd, regelt de hoofdinstelschijf diafragma en de secundaire instelschijf sluitertijd. Als Aan (A-stand) is geselecteerd, wordt de hoofdinstelschijf gebruikt om diafragma alleen in belichtingsstand A in te stellen.
Optie Beschrijving Als Uit is geselecteerd, wordt de multi-selector gebruikt om de foto te kiezen die wordt weergegeven tijdens schermvullende weergave, om miniaturen te markeren en om in menu’s te navigeren.
f5: Multi-selector G-knop ➜ A menu Persoonlijke instellingen Als Stand-by-timer herstarten is geselecteerd, worden bij het bedienen van de multi-selector wanneer de stand-by-timer afloopt de meters geactiveerd en wordt de stand-by-timer gestart. Als Niets doen is geselecteerd, wordt de timer niet gestart wanneer u op de multi-selector drukt. f6: Knop loslaten voor instelsch.
f7: Aanduidingen omkeren G-knop ➜ A menu Persoonlijke instellingen Als (W) is geselecteerd, worden de belichtingsaanduidingen in het bedieningspaneel, de zoeker en het informatiescherm weergegeven met negatieve waarden links en positieve waarden rechts. Selecteer (V) om positieve waarden links en negatieve waarden rechts weer te geven.
f10: Knoppen MB-D18 toewijzen G-knop ➜ A menu Persoonlijke instellingen Deze optie is beschikbaar wanneer een optioneel MB-D18 multifunctionele battery pack is bevestigd. Kies de functies toegewezen aan bedieningen van de MB-D18, afzonderlijk gebruikt of in combinatie met de instelschijven. MB-D18 AF-ON-knop LOCK MB-D18 Fn-knop Multi-selector MB-D18 ❚❚ Fn-knop Kies de functie die wordt uitgevoerd door het indrukken van de Fnknop op het battery pack.
❚❚ Fn-knop+ y Kies de functie die wordt uitgevoerd door het indrukken van de Fnknop op het battery pack en draaien aan de instelschijf. Zie de sectie “Indrukken + instelschijven” voor Persoonlijke instelling f1 (Aangepaste knoptoewijzing, 0 138) voor meer informatie. J $ v w y z 1 2 3 4 Kies beeldveld Sltertijd en diafragma vergr. 1 stap sluitertijd/diafragma Nr. object. zonder CPU kiezen Actieve D-Lighting n 9 v E w Belichtingsvertragingsstand Geh.
❚❚ Multi-selector De multi-selector op de battery pack kan worden gebruikt voor scherpstelpuntselectie (x Scherpstelpunt selecteren) of om de functie uitgevoerd door de multi-selector van de camera te dupliceren (Y Zelfde als multi-select.
g: Film g1: Aangepaste knoptoewijzing G-knop ➜ A menu Persoonlijke instellingen Kies de functies toegewezen aan camerabedieningen, individueel gebruikt of in combinatie met de instelschijven, wanneer de livebeeldselector naar 1 wordt gedraaid in livebeeld.
De volgende functies kunnen aan deze bedieningsknoppen worden toegewezen: 0 v x 8 G Motorges. diafragma (openen) ✔ — — — — Motorges.
Optie i h r s B C E F C Beschrijving Belichtingscorrectie neemt toe terwijl de Pv-knop wordt ingedrukt. Gebruik in combinatie met Belichtingscorrectie Persoonlijke instelling g1 (Aangepaste + knoptoewijzing) > Fn1-knop > Belichtingscorrectie – voor knop-gestuurde diafragma-aanpassing. Belichtingscorrectie neemt af terwijl de Fn1-knop wordt ingedrukt.
Optie 1 Films opnemen Geen Beschrijving Druk de ontspanknop half in om livebeeld te starten. U kunt vervolgens de ontspanknop half indrukken om scherp te stellen (enkel autofocusstand) en druk deze volledig in om de opname te starten of te eindigen. De ontspanknop kan niet voor andere doeleinden worden gebruikt terwijl de livebeeldselector naar 1 is gedraaid. Om filmlivebeeld te beëindigen, druk op de a-knop.
❚❚ Indrukken + instelschijven Markeer, om de functies uitgevoerd door de volgende bedieningsknoppen in combinatie met de instelschijven te kiezen, een optie en druk op het midden van de multi-selector: 1 w 9 Pv-knop + y Fn1-knop + y Midden secundaire selector + y Door op deze bedieningsknoppen te drukken en aan de instelschijf te draaien kunnen de volgende functies worden uitgevoerd: Optie J Kies beeldveld Geen Beschrijving Druk op de bedieningsknop en draai aan een instelschijf om het beeldveld te s
B Het setup-menu: Camera-instellingen Om het setup-menu weer te geven, druk op G en selecteer de tab B (setup-menu).
Geheugenkaart formatteren G-knop ➜ B setup-menu Om met formatteren te beginnen, kies een geheugenkaartsleuf en selecteer Ja. Merk op dat bij het formatteren alle foto’s en andere gegevens op de geheugenkaart in de geselecteerde sleuf permanent worden verwijderd. Maak indien nodig van tevoren back-upkopieën alvorens te formatteren. D Tijdens het formatteren Schakel de camera niet uit of verwijder geen geheugenkaarten tijdens het formatteren.
Tijdzone en datum G-knop ➜ B setup-menu Wijzig tijdzones, stel de cameraklok in, synchroniseer de klok met de klok op een smartapparaat, kies de weergavevolgorde voor de datum en schakel zomertijd in of uit. Optie Beschrijving Kies een tijdzone. De cameraklok wordt automatisch Tijdzone ingesteld op de tijd in de nieuwe tijdzone. Datum en tijd Stel de cameraklok in.
Monitorhelderheid G-knop ➜ B setup-menu Druk op 1 of 3 om de helderheid van de monitor aan te passen. Kies hogere waarden om de helderheid te verhogen en lagere waarden om de helderheid te verlagen. De helderheid kan afzonderlijk worden aangepast voor: • Menu’s/weergave: Pas de helderheid van de menu-, informatie en weergaveschermen aan. • Livebeeld: Pas de helderheid van het livebeeldscherm aan.
Kleurbalans monitor G-knop ➜ B setup-menu Gebruik de multi-selector zoals hieronder afgebeeld om de kleurbalans van de monitor aan te passen met verwijzing naar een voorbeeldfoto. De voorbeeldfoto is de laatst gemaakte foto of, in weergavestand, de laatst weergegeven foto; om een ander beeld te kiezen, druk op de W (M)-knop en selecteer een beeld uit een miniaturenlijst (houd X ingedrukt om het gemarkeerde beeld in volledig scherm te bekijken).
Virtuele horizon G-knop ➜ B setup-menu Geef informatie voor rollen en kantelen weer op basis van de kantelsensor van de camera. Als de camera noch naar links noch naar rechts is gekanteld, kleurt de referentielijn voor rollen groen; als de camera noch naar voren noch naar achteren is gekanteld, kleurt de stip in het midden van de weergave groen. Elke schaalverdeling is gelijk aan 5°.
Informatiescherm G-knop ➜ B setup-menu Als Automatisch (AUTO) is geselecteerd, verandert de kleur van de letters in het informatiescherm automatisch van zwart in wit of van wit in zwart zodat voldoende contrast wordt behouden met de achtergrond. Selecteer, om altijd dezelfde kleur letters te gebruiken, Handmatig en kies Donker op licht (B; zwarte letters) of Licht op donker (W; witte letters).
AF-fijnafstelling G-knop ➜ B setup-menu Verfijn de scherpstelling voor maximaal 20 objectieftypen. Gebruik alleen indien vereist; AF-fijnafstelling wordt in de meeste situaties afgeraden en kan hinderen bij normale scherpstelling. Automatische fijnafstelling is beschikbaar in livebeeld (0 166).
Optie Opgeslagen waarden tonen Beschrijving Geef de eerder opgeslagen waarden voor AF-afstelling weer. Om een objectief uit de lijst te wissen, markeer het gewenste objectief en druk op O (Q).
❚❚ Automatisch AF-fijnafstelling Automatisch AF-fijnafstelling wordt volgens onderstaande beschrijving uitgevoerd. 1 Maak de camera gereed. Bevestig de camera op een statief en richt de camera op een egaal, contrastrijk onderwerp parallel aan het brandpuntsvlak van de camera. Houd er rekening mee dat automatisch AF-fijnafstelling het best werkt bij maximaal diafragma en mogelijkerwijs niet functioneert in een donkere omgeving. 2 Start livebeeld. Draai de livebeeld-selector naar C en druk op de a-knop.
3 Pas scherpstelinstellingen aan. Draai de selectieknop voor de scherpstelstand naar AF en gebruik de AF-standknop en instelschijven om het volgende te selecteren: • Autofocusstand: AF-S • AF-veldstand: 5 (breed), 6 (normaal) of 3 (exact) 4 Selecteer het middelste scherpstelpunt. Druk op het midden van de multiselector om het middelste scherpstelpunt te selecteren. 5 Stel scherp.
6 Voer automatisch AF-fijnafstelling uit. Druk tegelijkertijd op de AF-stand- en filmopnameknop en houd ze ingedrukt totdat het venster in Stap 7 wordt weergegeven (dit duurt iets meer dan twee seconden). AF-standknop Filmopnameknop 7 Sla de nieuwe waarde op. Markeer Ja en druk op J om de AF-fijnafstellingswaarde voor het huidige objectief aan de opgeslagen waardenlijst (alleen (CPU-objectieven) toe te voegen. Merk op dat voor elk type objectief slechts één waarde kan worden opgeslagen.
Objectief zonder CPU G-knop ➜ B setup-menu Registreer de brandpuntsafstand en het maximaal diafragma van objectieven zonder CPU, zodat ze kunnen worden gebruikt voor functies die normaliter zijn voorbehouden voor CPU-objectieven. Optie Objectiefnummer Brandpuntsafstand (mm) Maximaal diafragma Beschrijving Kies een nummer voor identificatie van het objectief. Voer de brandpuntsafstand in. Voer het maximale diafragma in.
Spiegel omhoog voor reiniging G-knop ➜ B setup-menu Gebruik deze optie om de opgeklapte spiegel te vergrendelen zodat stof dat niet kan worden verwijderd met behulp van Beeldsensor reinigen handmatig kan worden verwijderd. Merk echter op dat de sensor uitermate kwetsbaar is en gemakkelijk beschadigd raakt. Daarom verdient het aanbeveling om reiniging handmatig uit te laten voeren door een door Nikon geautoriseerde servicevertegenwoordiger.
4 Druk op J. Een bericht wordt in de monitor weergegeven en een rij streepjes verschijnt in het bedieningspaneel en de zoeker. Schakel de camera uit om normale werking te herstellen zonder de beeldsensor te inspecteren. 5 Klap de spiegel omhoog. Druk de ontspanknop volledig in. De spiegel wordt opgeklapt en het sluitergordijn opent, waardoor de beeldsensor zichtbaar wordt. De weergave in de zoeker schakelt uit en de rij met streepjes in het bedieningspaneel knippert. 6 Inspecteer de beeldsensor.
7 Reinig de sensor. Verwijder stof en pluisjes van de sensor met een blaasbalgje. Gebruik geen blaaskwastje, aangezien de haartjes de sensor kunnen beschadigen. Vuil dat niet kan worden verwijderd met een blaasbalgje kan alleen door Nikon geautoriseerd personeel worden verwijderd. Onder geen enkel beding mag u de sensor aanraken of schoonvegen. 8 Schakel de camera uit. De spiegel keert terug naar de omlaag-positie en het sluitergordijn sluit. Plaats het objectief of de bodydop terug.
Stof-referentiefoto G-knop ➜ B setup-menu Verzamel referentiegegevens voor de stofverwijderingsoptie in Capture NX-D (voor meer informatie, raadpleeg online help van Capture NX-D). Stofverwijdering kan niet worden gebruikt voor kleine of middelgrote NEF (RAW)-afbeeldingen. Stof-referentiefoto is alleen beschikbaar als er een CPU-objectief op de camera is bevestigd. Een objectief zonder DX met een brandpuntsafstand van minimaal 50 mm wordt aanbevolen.
2 Kadreer een egaal wit voorwerp in de zoeker. Houd het objectief op circa tien cm afstand van een goed verlicht, egaal wit voorwerp, neem het voorwerp zo in beeld dat het de zoeker vult en druk vervolgens de ontspanknop half in. In autofocusstand wordt automatisch scherpgesteld op oneindig; in handmatige scherpstelstand moet de scherpstelling handmatig op oneindig worden ingesteld. 3 Verzamel referentiegegevens voor stofverwijdering.
D Reiniging beeldsensor Referentiegegevens voor stofverwijdering opgenomen vóórdat beeldsensorreiniging wordt uitgevoerd, kunnen niet worden gebruikt voor foto’s gemaakt nadat reiniging van de beeldsensor is uitgevoerd. Selecteer Sensor reinigen en dan starten alleen als de referentiegegevens voor stofverwijdering niet worden gebruikt op bestaande foto’s.
Copyrightinformatie G-knop ➜ B setup-menu Voeg copyrightinformatie toe aan nieuwe foto’s op het moment dat ze worden gemaakt. Copyrightinformatie wordt vermeld in de opnamegegevens aangeduid in het foto-informatiescherm en kan als metadata in ViewNX-i of in Capture NX-D worden bekeken. De volgende opties zijn beschikbaar: • Fotograaf: Voer de naam van een fotograaf in, zoals beschreven in “Tekstinvoer” (0 38). De naam van de fotograaf kan maximaal 36 tekens lang zijn.
Signaalopties G-knop ➜ B setup-menu Kies de toonhoogte en het volume van het signaal dat klinkt wanneer de camera scherpstelt met behulp van enkelvoudige servo-AF (AF-S), wanneer scherpstelling vergrendelt tijdens livebeeldfotografie terwijl de ontspantimer aftelt in de zelfontspannerstand, als de ontspanknop wordt ingedrukt wanneer een tegen schrijven beveiligde geheugenkaart is geplaatst, wanneer de ontspanknop nogmaals wordt ingedrukt tijdens fotografie met opgeklapte spiegel, wanneer time-lapse-fotogra
Aanraakbediening G-knop ➜ B setup-menu Pas de aanraakbedieningsinstellingen voor de monitor aan. ❚❚ Aanraakbediening in-/uitschak. Selecteer Uitschakelen om per ongeluk gebruik van de aanraakbediening te voorkomen of Alleen weergave om alleen aanraakbediening in weergavemodus in te schakelen. ❚❚ Vegen in schermvull. weergave Kies het gebaar dat wordt gebruikt om het volgende beeld in schermvullende weergave weer te geven: een veegbeweging van rechts naar links of een veegbeweging van links naar rechts.
Locatiegegevens G-knop ➜ B setup-menu Pas de gebruiksinstellingen voor locatiegegevens aan wanneer de camera met een GPS- of smartapparaat is verbonden. Optie Beschrijving Selecteer Ja om locatiegegevens van het smartapparaat te downloaden en voeg ze toe aan foto’s gemaakt in de komende twee uur (let op dat de locatiegegevensfunctie Downloaden moet zijn ingeschakeld in de SnapBridge-app.
Opties draadl. afstandsbed. (WR) G-knop ➜ B setup-menu Pas instellingen aan voor optionele WR-R10 draadloze afstandsbedieningen en voor optionele radio-gestuurde flitsers die Geavanceerde draadloze flitssturing ondersteunen. ❚❚ LED-lamp Schakel de statuslampjes op een op de camera bevestigde WR-R10 draadloze afstandsbediening in of uit. Zie voor meer informatie de documentatie die is meegeleverd met de draadloze afstandsbediening.
A De WR-R10 draadloze afstandsbediening De WR-R10 verbindt de camera met behulp van een WR-A10-adapter. Controleer of de firmware voor de WR-R10 is bijgewerkt naar de nieuwste versie. Voor informatie over firmware-updates, zie de Nikon-website voor uw regio. Fn-knop afstandsb. (WR) toew. G-knop ➜ B setup-menu Kies de functie uitgevoerd door de Fn-knop op optionele draadloze afstandsbedieningen die zijn uitgerust met een Fn-knop.
Verbinden met smartapparaat G-knop ➜ B setup-menu Pas instellingen aan voor verbinding met smartapparaten. Optie Starten Beschrijving Volg de instructies op het scherm om verbinding te maken met het smartapparaat. Kies een wachtwoord voor smartapparaatverbindingen en schakel Wachtwoordbeveiliging wachtwoordbeveiliging in of uit. Zie pagina “Tekstinvoer” (0 38) voor informatie over het invoeren van wachtwoorden.
Verzenden n. smartapp. (autom.) G-knop ➜ B setup-menu Als Aan is geselecteerd, worden nieuwe foto’s automatisch naar het smartapparaat geüpload (als de camera op dit moment niet is verbonden met het smartapparaat, worden de foto’s gemarkeerd voor uploaden en geüpload zodra de eerstvolgende keer een draadloze verbinding tot stand wordt gebracht). Films worden niet geüpload; foto’s worden bij een grootte van 2 megapixels geüpload.
Bluetooth G-knop ➜ B setup-menu Vermeld gekoppelde apparaten en pas instellingen aan voor verbinding met smartapparaten. De camera kan met maximaal vijf smartapparaten worden gekoppeld, maar kan slechts met één apparaat per keer worden verbonden. Optie Beschrijving Netwerkverbinding Schakel Bluetooth in of uit. Gekoppelde Bekijk gekoppelde apparaten.
Uploaden via Eye-Fi G-knop ➜ B setup-menu Deze optie wordt alleen weergegeven wanneer een Eye-Figeheugenkaart (apart verkrijgbaar bij uw winkelier) in de camera is geplaatst. Kies Inschakelen om foto’s naar een vooraf geselecteerde bestemming te uploaden. Merk op dat er geen foto’s worden geüpload als de signaalsterkte ontoereikend is. Selecteer, alvorens foto’s via Eye-Fi worden geüpload, Uitschakelen voor Vliegtuigmodus (0 181) en Bluetooth > Netwerkverbinding (0 184).
Wanneer een Eye-Fi-kaart is geplaatst, wordt de status aangeduid door een pictogram in het informatiescherm: • j: Uploaden via Eye-Fi uitgeschakeld. • k: Uploaden via Eye-Fi ingeschakeld maar geen foto’s beschikbaar voor uploaden. • l (statisch): Uploaden via Eye-Fi ingeschakeld; bezig met wachten tot uploaden begint. • l (animatie): Uploaden via Eye-Fi ingeschakeld; bezig met uploaden gegevens. • m: Fout — camera kan Eye-Fi-kaart niet bedienen.
MB-D18 batterijen G-knop ➜ B setup-menu Om ervoor te zorgen dat de camera naar verwachting functioneert wanneer het optionele MB-D18 multifunctionele battery pack met AA-accu’s/batterijen wordt gebruikt, moet de optie geselecteerd in dit menu overeenkomen met het type accu’s/batterijen dat in het battery pack is geplaatst. Optie s LR6 (AA alkaline) t HR6 (AA Ni-MH) u FR6 (AA lithium) Beschrijving Selecteer bij het gebruik van LR6 alkaline AAbatterijen.
Batterijvolgorde G-knop ➜ B setup-menu Kies of eerst de accu in de camera of de accu’s/batterijen in het battery pack worden gebruikt wanneer een optioneel MB-D18 multifunctionele battery pack is bevestigd. Merk op dat als de MB-D18 wordt gevoed door een optionele lichtnetadapter en stroomaansluiting, de lichtnetadapter zal worden gebruikt, ongeacht de geselecteerde optie. Een w-pictogram wordt in het bedieningspaneel van de camera weergegeven wanneer de accu’s/batterijen in de MB-D18 in gebruik zijn.
Batterij-informatie G-knop ➜ B setup-menu Bekijk informatie over de accu die momenteel in de camera is geplaatst. Item Lading Beschrijving Het huidige accuniveau wordt uitgedrukt in percentages. Het aantal keren dat de sluiter werd ontspannen met de huidige accu sinds de accu voor het laatst werd opgeladen. Aantal opn. Merk op dat de camera de sluiter soms ontspant zonder een opname te maken, bijvoorbeeld bij het meten van de witbalansvoorinstelling.
A Het MB-D18 multifunctionele battery pack De weergave voor de MB-D18 wordt in de illustratie aangeduid. In het geval van EN-EL18b-accu’s toont de weergave of kalibratie is vereist. Als AA-accu’s/batterijen worden gebruikt, wordt het accu/ batterijniveau aangeduid door een accu/ batterijniveaupictogram; andere items worden niet weergegeven.
Instellingen opslaan/laden G-knop ➜ B setup-menu Selecteer Instellingen opslaan om de volgende instellingen op de geheugenkaart of op de geheugenkaart in de eerste kaartsleuf op te slaan als er twee geheugenkaarten zijn geplaatst (indien de geheugenkaart vol is, wordt een fout weergegeven). Gebruik deze optie om instellingen met andere D850-camera’s te delen.
Menu Filmopname Optie Naamgeving bestanden Beeldveld Beeldformaat/beeldsnelheid Filmkwaliteit Bestandstype voor film ISO-gevoeligheid instellen Witbalans (met fijnafstelling en voorinstellingen d-1–d-6) Picture Control instellen (Eigen Picture Control worden als Automatisch opgeslagen) Actieve D-Lighting Hoge ISO-ruisonderdrukk.
Menu Setup Mijn menu/ Recente instellingen Optie Opties draadl. afstandsbed. (WR) Fn-knop afstandsb. (WR) toew. Uploaden via Eye-Fi Ontspannen bij geen kaart Alle items in Mijn menu Alle recente instellingen Tab kiezen Instellingen opgeslagen met behulp van de D850 kunnen worden hersteld door Instellingen laden te selecteren.
N Het retoucheermenu: Geretoucheerde kopieën maken Druk op G en selecteer de tab N (retoucheermenu) om het retoucheermenu weer te geven. G-knop De opties in het retoucheermenu worden gebruikt om bijgesneden of geretoucheerde kopieën van bestaande foto’s te maken. Het retoucheermenu wordt alleen weergegeven wanneer een geheugenkaart met foto’s in de camera is geplaatst.
Geretoucheerde kopieën maken Om een geretoucheerde kopie te maken: 1 Selecteer een item in het retoucheermenu. Druk op 1 of 3 om een item te markeren, op 2 om te selecteren. 2 Selecteer een foto. Markeer een foto en druk op J. Houd de X-knop ingedrukt om de gemarkeerde foto schermvullend te bekijken. Druk op W (M) en selecteer de gewenste kaart en map om afbeeldingen op andere locaties te bekijken.
3 Selecteer retoucheeropties. Raadpleeg voor meer informatie het deel voor het geselecteerde item. Druk op G om af te sluiten zonder een geretoucheerde kopie te maken. A Tijd waarna de monitor wordt uitgeschakeld De monitor schakelt uit en de bewerking wordt geannuleerd als er voor een korte periode geen acties worden uitgevoerd. Alle niet opgeslagen wijzigingen zullen verloren gaan.
NEF (RAW)-verwerking G-knop ➜ N retoucheermenu Maak JPEG-kopieën van NEF (RAW)-foto’s. Als u het retoucheermenu hebt weergegeven door op de G-knop te drukken, dan kunt u deze optie gebruiken om meerdere beelden te kopiëren. 1 Selecteer NEF (RAW)-verwerking. Markeer NEF (RAW)-verwerking in het retoucheermenu en druk op 2. 2 Kies een bestemming.
3 Kies hoe beelden worden geselecteerd. Kies uit de volgende opties: • Beeld(en) selecteren: Selecteer handmatig één of meer beelden (ga verder naar Stap 5). • Datum selecteren: Maak JPEG-kopieën van alle NEF (RAW)-afbeeldingen gemaakt op geselecteerde datums (ga verder naar Stap 4). • Alle beelden selecteren: Maak JPEG-kopieën van alle NEF (RAW)afbeeldingen op de geheugenkaart (ga verder naar Stap 4). 4 Selecteer de bronsleuf.
5 Selecteer foto’s. Als u Beeld(en) selecteren kiest in Stap 3, wordt een fotoselectievenster weergegeven met alleen NEF (RAW)afbeeldingen die met deze camera zijn gemaakt. Markeer beelden met behulp van de multi-selector en druk op het midden van de multi-selector om te selecteren of de selectie ongedaan te maken; geselecteerde beelden worden aangeduid door een L-pictogram. Houd de Xknop ingedrukt om het gemarkeerde beeld schermvullend te bekijken.
6 Kies instellingen voor de JPEG-kopieën. Pas de hieronder vermelde instellingen aan, of selecteer Origineel om de actieve instelling te gebruiken op het moment dat de foto werd gemaakt (de originele instellingen worden onder het voorbeeld vermeld). Merk op dat witbalans en vignetteringscorrectie niet beschikbaar zijn voor meervoudige belichting of foto’s die zijn gemaakt met beeld-op-beeld en dat de belichtingscorrectie alleen kan worden ingesteld op waarden tussen –2 en +2 LW.
Bijsnijden G-knop ➜ N retoucheermenu Maak een uitgesneden kopie van de geselecteerde foto. De geselecteerde foto wordt weergegeven met de geselecteerde uitsnede geel weergegeven; maak een uitgesneden kopie zoals hieronder beschreven. Functie Formaat van uitsnede verkleinen Formaat van uitsnede vergroten Beeldverhouding van uitsnede wijzigen Beschrijving Druk op W (M) om het formaat van de uitsnede te verkleinen. Druk op X om het formaat van de uitsnede te vergroten.
Formaat wijzigen G-knop ➜ N retoucheermenu Maak kleine kopieën van geselecteerde foto’s. 1 Selecteer Formaat wijzigen. Markeer Formaat wijzigen in het retoucheermenu en druk op 2 om het formaat van geselecteerde beelden te wijzigen. 2 Kies een bestemming. Als er twee geheugenkaarten zijn geplaatst, kunt u een bestemming voor de kopieën met gewijzigd formaat kiezen door Kies bestemming te markeren en op 2 te drukken (ga verder naar Stap 3 als er slechts één geheugenkaart is geplaatst).
3 Kies een formaat. Markeer Kies formaat en druk op 2. Markeer een optie en druk op J wanneer daarom wordt gevraagd. 4 Kies foto’s. Markeer Beeld(en) selecteren en druk op 2. Markeer foto’s en druk op het midden van de multi-selector om te selecteren of de selectie ongedaan te maken (houd de X-knop ingedrukt om de gemarkeerde foto schermvullend te bekijken; druk op W/M om foto’s op andere locaties te bekijken). Geselecteerde foto’s worden gemarkeerd door een 8pictogram.
5 Sla de kopieën met gewijzigd formaat op. Er wordt een bevestigingsvenster weergegeven. Markeer Ja en druk op J om de kopieën met gewijzigd formaat op te slaan. A Kopieën met gewijzigd formaat bekijken Zoomweergave is mogelijk niet beschikbaar wanneer kopieën met gewijzigd formaat worden weergegeven.
Rode-ogencorrectie G-knop ➜ N retoucheermenu Deze optie wordt gebruikt om “rode ogen” te corrigeren die worden veroorzaakt door de flitser en is alleen beschikbaar voor foto’s die met de flitser zijn gemaakt. De foto geselecteerd voor rodeogencorrectie kan vooraf in het bewerkingsvenster worden bekeken. Controleer de effecten van rode-ogencorrectie en druk op J om een kopie te maken.
Vertekeningscorrectie G-knop ➜ N retoucheermenu Maak kopieën met minder perifere vertekening. Selecteer Automatisch om de camera automatisch vertekening te laten corrigeren en maak vervolgens fijnafstellingen met behulp van de multiselector, of selecteer Handmatig om vertekening handmatig te verminderen. Merk op dat Automatisch niet beschikbaar is voor foto’s gemaakt met behulp van automatische vertekeningscorrectie; zie “Autom. vertekeningscorrectie” (0 59).
Perspectiefcorrectie G-knop ➜ N retoucheermenu Maak kopieën die de perspectiefeffecten vanaf de basis van een hoog object verminderen. Gebruik de multi-selector om het perspectief aan te passen (merk op dat hoe groter de mate van perspectiefcorrectie, hoe meer er van de randen van de foto uitgesneden wordt). De resultaten kunnen vooraf in het bewerkingsvenster worden bekeken. Druk op J om de geretoucheerde kopie op te slaan.
Filtereffecten G-knop ➜ N retoucheermenu Kies uit de volgende kleurfiltereffecten. Druk na het aanpassen van filtereffecten zoals hieronder beschreven, op J om de foto te kopiëren. Optie Skylight Warm filter Beschrijving Creëert het effect van een skylightfilter, waarbij de foto minder blauw wordt. Het effect kan vooraf in de monitor worden bekeken. Maakt een kopie met het filtereffect van warme tinten, waardoor de kopie een “warme” rode kleurzweem krijgt.
Beeld-op-beeld G-knop ➜ N retoucheermenu Beeld-op-beeld combineert twee bestaande NEF (RAW)-foto’s om er een enkele foto van te maken die apart van de originelen wordt opgeslagen. De resultaten, die gebaseerd zijn op RAW-gegevens van de beeldsensor van de camera, zijn aanmerkelijk beter dan foto’s gecombineerd in een beeldbewerkingsprogramma.
2 Selecteer het eerste beeld. Gebruik de multi-selector om de eerste foto voor beeld-op-beeld te markeren. Houd de X-knop ingedrukt om de gemarkeerde foto schermvullend te bekijken. Druk op W (M) en selecteer de gewenste kaart en map om afbeeldingen op andere locaties te bekijken. Druk op J om de gemarkeerde foto te selecteren en terug te keren naar de voorbeeldweergave. 3 Selecteer het tweede beeld. Het geselecteerde beeld verschijnt als Beeld 1.
5 Bekijk een voorbeeld van het beeldop-beeld. Druk, om een voorbeeld van de compositie te bekijken, op 4 of 2 om de cursor in de kolom Voorbld te plaatsen, druk vervolgens op 1 of 3 om Bld>bld te markeren en druk op J (merk op dat kleuren en helderheid in het voorbeeld kunnen verschillen van het uiteindelijke beeld). Selecteer Opslaan om de over elkaar geplaatste beelden op te slaan zonder een voorbeeld weer te geven.
Film bijsnijden G-knop ➜ N retoucheermenu Maak een kopie waarvan ongewenste filmopnamen zijn verwijderd. Vergelijken Vergelijk geretoucheerde kopieën met de originele foto’s. Deze optie is alleen beschikbaar als het retoucheermenu wordt weergegeven door een kopie of origineel schermvullend weer te geven en vervolgens (a) J ingedrukt te houden en op 2 te drukken of (b) opi te drukken en Retoucheren te selecteren. 1 Selecteer een foto.
4 Vergelijk de kopie met het origineel. Het bronbeeld wordt links weergegeven en de geretoucheerde kopie rechts, waarbij de opties gebruikt om de kopie te maken bovenaan de weergave worden vermeld. Druk op 4 of 2 om tussen het bronbeeld en de geretoucheerde kopie te schakelen. Houd de X-knop ingedrukt om de gemarkeerde foto schermvullend te bekijken.
O Mijn Menu/m Recente Instellingen Druk, om Mijn Menu weer te geven, op G en selecteer de tab O (Mijn Menu). G-knop De optie MIJN MENU kan worden gebruikt om een aangepaste lijst met opties uit de menu’s voor weergave, foto-opname, filmopname, Persoonlijke instellingen, setup en retoucheren te maken en te bewerken voor snelle toegang (maximaal 20 opties). Indien gewenst kunnen recente instellingen worden weergegeven in plaats van Mijn menu (0 218).
3 Selecteer een item. Markeer het gewenste menu-item en druk op J. 4 Bepaal de positie van het nieuwe item. Druk op 1 of 3 om het nieuwe item omhoog of omlaag te verplaatsen in Mijn Menu. Druk op J om het nieuwe item toe te voegen. 5 Voeg meer items toe. De momenteel in Mijn Menu weergegeven items worden aangeduid met een vinkje. Items aangeduid met een V-pictogram kunnen niet worden geselecteerd. Herhaal stappen 1–4 als u meer items wilt selecteren.
❚❚ Opties uit Mijn Menu verwijderen 1 Selecteer Opties verwijderen. Markeer, in Mijn Menu (O), Opties verwijderen en druk op 2. 2 Selecteer items. Markeer items en druk op 2 om te selecteren of de selectie ongedaan te maken. Geselecteerde items worden aangeduid met een vinkje. 3 Verwijder de geselecteerde items. Druk op J. Er wordt een bevestigingsvenster weergegeven; druk opnieuw op J om de geselecteerde items te verwijderen.
❚❚ Items in Mijn Menu opnieuw sorteren 1 Selecteer Opties sorteren. Markeer, in Mijn Menu (O), Opties sorteren en druk op 2. 2 Selecteer een item. Markeer het item dat u wilt verplaatsen en druk op J. 3 Positioneer het item. Druk op 1 of 3 om het item omhoog of omlaag te verplaatsen in Mijn Menu en druk op J. Herhaal stappen 2–3 als u meer items wilt verplaatsen. 4 Keer terug naar Mijn Menu. Druk op de G-knop om naar Mijn Menu terug te keren.
Recente instellingen Selecteer, om de twintig meest recent gebruikte instellingen weer te geven, m RECENTE INSTELLINGEN voor O MIJN MENU > Tab kiezen. 1 Selecteer Tab kiezen. Markeer, in Mijn Menu (O), Tab kiezen en druk op 2. 2 Selecteer m RECENTE INSTELLINGEN. Markeer m RECENTE INSTELLINGEN en druk op J. De naam van het menu wijzigt van “MIJN MENU” naar “RECENTE INSTELLINGEN”. Menu-items worden bovenaan het menu Recente instellingen toegevoegd zodra ze worden gebruikt.
Optionele flitsers De camera kan met optionele externe flitsers worden gebruikt. In dit hoofdstuk worden bewerkingen die betrekking hebben op een accessoire aangesloten op de camera aangeduid door C, bewerkingen die betrekking hebben op secundaire flitsers door f. Zie voor meer informatie over f de handleiding die is meegeleverd met de flitser. Flitserregelingsopties U kunt foto’s maken met behulp van een flitser die op de accessoireschoen van de camera is bevestigd of van één of meer secundaire flitsers.
• Radio-AWL (0 230) • Radio-AWL met extra verlichting die wordt geleverd door een schoen-bevestigde flitser (0 240) • Radio-AWL, met optische AWL die wordt geleverd door een schoen-bevestigde flitser (0 242) Radioflitserregeling is alleen beschikbaar wanneer de camera met behulp van een WR-A10-adapter met een WR-R10 is verbonden.
Optische AWL Secundaire flitsers kunnen worden bestuurd via optische signalen van een optionele flitser die is bevestigd op de accessoireschoen van de camera en functioneert als hoofdflitser (optische AWL). Als het een SB-5000- of SB-500-flitser betreft, kunnen instellingen worden aangepast vanaf de camera (zie “SB-5000/SB-500”, 0 221); anders moeten instellingen worden aangepast met de behulp van de flitserbediening, zoals beschreven in de documentatie die is meegeleverd met het apparaat.
❚❚ Groepsflitsen Selecteer deze optie om instellingen afzonderlijk voor elke groep aan te passen. 1 C: Selecteer Groepsflitsen voor Flitserregeling > Regeling secundaire flitser in het foto-opnamemenu. 2 C: Selecteer Opties voor groepsflitsen. Markeer Opties voor groepsflitsen in de flitserregelingsweergave en druk op 2. 3 C: Kies de flitserregelingsstand. Kies de flitserregelingsstand en de flitssterkte voor de hoofdflitser en de flitsers in elke groep: • TTL (DDL): i-DDL-flitserregeling.
4 f: Stel de secundaire flitsers in op hetzelfde kanaal als de hoofdflitser. Stel de secundaire flitsers in op het kanaal geselecteerd in Stap 3. 5 f: Groepeer de secundaire flitsers. Kies een groep (A, B of C, of als u hoofdflitser SB-500 gebruikt, A of B) voor elke secundaire flitser. Hoewel er geen limiet bestaat voor het aantal secundaire flitsers dat kan worden gebruikt, is praktisch gezien drie per groep het maximum.
❚❚ Snelle draadloze bediening (alleen SB-5000) Selecteer deze optie om de algehele flitscorrectie voor en de relatieve balans tussen groep A en B te regelen, terwijl voor groep C de sterkte handmatig wordt ingesteld. 1 C: Selecteer Snelle draadloze bediening voor Flitserregeling > Regeling secundaire flitser in het foto-opnamemenu. 2 C: Selecteer Opties snelle draadl. bediening. Markeer Opties snelle draadl. bediening in de flitserregelingsweergave en druk op 2. 3 C: Pas flitserinstellingen aan.
Kies een flitserregelingsstand en flitssterkte voor de eenheden in groep C: • M: Kies de flitssterkte handmatig. • – –: De eenheden in groep C flitsen niet. Kies een kanaal voor de hoofdflitser. Als één van de secundaire flitsers een SB-500 betreft, moet u kanaal 3 kiezen, anders kunt u een kanaal tussen 1 en 4 kiezen. 4 f: Stel de secundaire flitsers in op hetzelfde kanaal als de hoofdflitser. Stel de secundaire flitsers in op het kanaal geselecteerd in Stap 3. 5 f: Groepeer de secundaire flitsers.
6 C/f: Stel de opname samen. Stel de opname samen en stel de flitsers op. Zie de documentatie meegeleverd met de flitsers voor meer informatie. Druk, na het opstellen van de eenheden, op de testknoppen van de flitsers om de flitser te laten testflitsen en controleer of de eenheden normaal functioneren. Voor flitsers kan een testflits ook worden uitgevoerd door op de i-knop te drukken in de flitserinformatieweergave (0 243) en M Testflits te selecteren. 7 C/f: Kadreer de foto, stel scherp en maak de foto.
❚❚ Gelijktijdig stroboscopisch flitsen (alleen SB-5000) Wanneer deze optie is geselecteerd, zullen de flitsers herhaaldelijk flitsen terwijl de sluiter open is, waardoor het effect van een meervoudige belichting ontstaat. 1 C: Selecteer Gelijktijdig stroboscopisch flitsen voor Flitserregeling > Regeling secundaire flitser in het foto-opnamemenu. 2 C: Selecteer Opties gelijktijdig strobos. flitsen. Markeer Opties gelijktijdig strobos. flitsen in flitserregelingsweergavemenu en druk op 2.
Kies een kanaal voor de hoofdflitser. Als één van de secundaire flitsers een SB-500 betreft, moet u kanaal 3 kiezen, anders kunt u een kanaal tussen 1 en 4 kiezen. 4 f: Stel de secundaire flitsers in op hetzelfde kanaal als de hoofdflitser. Stel de secundaire flitsers in op het kanaal geselecteerd in Stap 3. 5 f: Groepeer de secundaire flitsers. Kies een groep (A, B of C) voor elke secundaire flitser.
A Optische AWL Positioneer de sensorvensters op de secundaire flitsers om het licht van de hoofdflitser over te nemen (wees extra voorzichtig als de camera niet op een statief is bevestigd). Zorg ervoor dat direct licht of sterke reflecties van de secundaire flitsers niet het objectief van de camera (in DDL-stand) of de fotocellen van de secundaire flitsers (qA-stand) binnendringen, omdat dit de belichting kan aantasten.
Radio-AWL Bevestig, om radio-AWL met compatibele flitsers te gebruiken, een WR-R10 draadloze afstandsbediening op de camera en breng een draadloze verbinding tot stand tussen de flitsers en de WR-R10. Een draadloze verbinding tot stand brengen Breng, voorafgaand aan het gebruik van radio-AWL, een draadloze verbinding tot stand tussen de WR-R10 en de secundaire flitsers. 1 C: Sluit de WR-R10 aan. Sluit de WR-R10 op de camera aan. Raadpleeg voor meer informatie de documentatie meegeleverd met de WR-R10.
3 C: Kies een kanaal. Stel de kanaalselectieknop van de WR-R10 in op het gewenste kanaal. 4 C: Kies een verbindingsmethode. Selecteer Opties draadl. afstandsbed. (WR) > Verbindingsmethode in het setup-menu (0 180) en kies uit de volgende opties: • Koppelen: De camera maakt alleen verbinding met apparaten die al eerder zijn gekoppeld, zodat signaalinterferentie van andere apparaten in de buurt wordt voorkomen.
5 f: Breng een draadloze verbinding tot stand. Stel de externe flitsers in op de secundaire flitserstand voor radio-AWL en stel de apparaten in op het kanaal dat u selecteerde in Stap 3, koppel vervolgens elke secundaire flitser met de WR-R10 overeenkomstig de optie geselecteerd in Stap 4: • Koppelen: Start het koppelen op de externe eenheid en druk op de samenvoegknop van de WR-R10.
A Opnieuw verbinding maken Zolang het kanaal, de verbindingsmethode en andere instellingen hetzelfde blijven, zal de WR-R10 automatisch verbinding maken met eerder gekoppelde flitsers wanneer u secundaire flitserstand selecteert, en Stap 3–5 kan worden overgeslagen. Het LINK-lampje van de flitser kleurt groen wanneer een verbinding tot stand is gebracht.
Flitserinstellingen aanpassen Selecteer, na het selecteren van RadioAWL voor Flitserregeling > Opties voor draadloos flitsen in het fotoopnamemenu, Groepsflitsen, Snelle draadloze bediening en Gelijktijdig stroboscopisch flitsen voor Regeling secundaire flitser en pas de instellingen aan zoals hieronder beschreven. ❚❚ Groepsflitsen Selecteer deze optie om instellingen afzonderlijk voor elke groep aan te passen.
3 C: Kies de flitserregelingsstand. Kies de flitserregelingsstand en de flitssterkte voor de hoofdflitser en de flitsers in elke groep: • TTL (DDL): i-DDL-flitserregeling. • qA: Automatisch diafragma (alleen beschikbaar voor compatibele flitsers). • M: Kies de flitssterkte handmatig. • – – (uit): De eenheden flitsen niet en de flitssterkte kan niet worden aangepast. 4 f: Groepeer de secundaire flitsers. Kies een groep (A–F) voor elke secundaire flitser.
❚❚ Snelle draadloze bediening Selecteer deze optie om de algehele flitscorrectie voor en de relatieve balans tussen groep A en B te regelen, terwijl voor groep C de sterkte handmatig wordt ingesteld. 1 C: Selecteer Snelle draadloze bediening voor Flitserregeling > Regeling secundaire flitser in het foto-opnamemenu. 2 C: Selecteer Opties snelle draadl. bediening. Markeer Opties snelle draadl. bediening in de flitserregelingsweergave en druk op 2. 3 C: Pas flitserinstellingen aan.
Kies een flitserregelingsstand en flitssterkte voor de eenheden in groep C: • M: Kies de flitssterkte handmatig. • – –: De eenheden in groep C flitsen niet. 4 f: Groepeer de secundaire flitsers. Kies een groep (A, B of C). De hoofdflitser kan maximaal 18 flitsers in elke gewenste combinatie regelen. 5 C/f: Stel de opname samen. Stel de opname samen en stel de flitsers op. Zie de documentatie meegeleverd met de flitsers voor meer informatie.
❚❚ Gelijktijdig stroboscopisch flitsen Wanneer deze optie is geselecteerd, zullen de flitsers herhaaldelijk flitsen terwijl de sluiter open is, waardoor het effect van een meervoudige belichting ontstaat. 1 C: Selecteer Gelijktijdig stroboscopisch flitsen voor Flitserregeling > Regeling secundaire flitser in het foto-opnamemenu. 2 C: Selecteer Opties gelijktijdig strobos. flitsen. Markeer Opties gelijktijdig strobos. flitsen in flitserregelingsweergavemenu en druk op 2. 3 C: Pas flitserinstellingen aan.
4 f: Groepeer de secundaire flitsers. Kies een groep (A–F) voor elke secundaire flitser. De hoofdflitser kan maximaal 18 flitsers in elke gewenste combinatie regelen. 5 C/f: Stel de opname samen. Stel de opname samen en stel de flitsers op. Zie de documentatie meegeleverd met de flitsers voor meer informatie. Druk, na het opstellen van de eenheden, op de i-knop in de flitserinformatieweergave (0 243) en selecteer M Testflits om de eenheden te testflitsen en controleer of ze normaal functioneren.
Een schoen-bevestigde flitser toevoegen Radiogestuurde flitsers kunnen met elk van de volgende flitsers, die op de accessoireschoen van de camera zijn bevestigd, worden gecombineerd: • SB-5000: Alvorens de flitser te bevestigen, stel deze in op radiogestuurde hoofdflitsersstand (een d-pictogram verschijnt in de linkerbovenhoek van de weergave) en kies groepsflitserregeling of gelijktijdige stroboscopische flitserregeling.
Flitscorrectie Flitscorrectie kan worden gebruikt om de sterkte van de hoofdflitser en externe flitsers aan te passen met –3 tot +1 LW in stappen van 1/3 LW. Druk, om een waarde voor flitscorrectie te kiezen, op de W (M)-knop en W (M)-knop draai aan de secundaire instelschijf totdat de gewenste waarde in het bedieningspaneel wordt weergegeven.
Optische/radio-AWL Optische en radio-AWL kunnen samen worden gebruikt. Radioflitserregeling wordt geleverd door een WR-R10 die is verbonden met de camera (vereist WR-A10 WR-adapter), optische regeling door een SU-800 flitserbediening of een SB-910-, SB-900-, SB-800-, SB-700- of SB-500flitser bevestigd op de accessoireschoen van de camera. Breng, alvorens u verder gaat, een draadloze verbinding tot stand tussen de radiogestuurde flitsers en de WR-R10.
Flitserinformatie bekijken De camera kan flitserinformatie weergeven voor SB-5000- en SB-500-flitsers die op de accessoireschoen van de camera zijn bevestigd en als hoofdflitser voor optische AWL zijn geconfigureerd, evenals voor externe flitsers bestuurd via radioAWL met behulp van een WR-R10. Druk, om flitserinformatie te bekijken tijdens zoekerfotografie, op de R-knop om opnameinformatie weer te geven en druk vervolgens nogmaals op de Rknop.
❚❚ Groepsflitsen 1 2 3 5 6 1 Flitsgereedaanduiding 1 2 Regeling secundaire flitser..............43 FP-aanduiding................................. 126 3 Stand regeling secundaire 4 flitser 2...................................... 222, 234 4 Regelingsstand groepsflitsen 3 .......42 Stand groepsflitsen............... 222, 234 Flitsniveau (sterkte)/ flitscorrectie........................... 222, 234 5 Kanaal 2 ..................................... 222, 230 6 Verbindingsmethode ....................
❚❚ Gelijktijdig stroboscopisch flitsen 1 4 5 6 2 3 7 8 1 Flitsgereedaanduiding 1 2 Regeling secundaire flitser..............43 3 Flitsniveau (sterkte)............... 227, 238 4 Stand regeling secundaire flitser 2 ..................................................42 5 Aantal afgegeven (keren) .... 227, 238 Frequentie ............................... 227, 238 6 Groepsstatus (ingeschakeld/ uitgeschakeld)....................... 227, 238 7 Kanaal 2 .....................................
Technische opmerkingen Lees dit hoofdstuk voor informatie over het belichtingsprogramma van de camera, over verbinding maken met andere apparaten en over compatibele accessoires. Belichtingsprogramma Het belichtingsprogramma voor automatisch programma wordt aangeduid in de volgende grafiek: 12 14 f/1 16 15 f/1.4 1 /3 16 17 18 19 f/5.6 f/8 20 f/2.8 f/1.
Verbindingen ViewNX-i installeren Om foto’s te verfijnen en foto’s te uploaden en bekijken, download de nieuwste versie van het ViewNX-i-installatieprogramma van de volgende website en volg de instructies op het scherm om de installatie te voltooien. Een internetverbinding is vereist. Voor systeemvereisten en andere informatie, zie de Nikon-website voor uw regio. http://downloadcenter.nikonimglib.
Foto’s naar de computer kopiëren Controleer, alvorens door te gaan, of u ViewNX-i hebt geïnstalleerd (0 247). 1 Sluit de USB-kabel aan. Na het uitschakelen van de camera en gecontroleerd te hebben of een geheugenkaart is geplaatst, sluit de meegeleverde USBkabel zoals aangeduid aan en schakel de camera in. D USB-hubs Sluit de camera rechtstreeks op de computer aan; sluit de kabel niet aan via een USB-hub of toetsenbord.
2 Start Nikon Transfer 2-component van ViewNX-i. Als een bericht wordt weergegeven met de melding dat u een programma moet kiezen, selecteer Nikon Transfer 2. D Tijdens overdracht Schakel de camera niet uit en ontkoppel niet de USB-kabel terwijl de overdracht aan de gang is. A Windows 7 Als het volgende venster wordt weergegeven, selecteer Nikon Transfer 2 zoals hieronder beschreven. 1 Onder Afbeeldingen en video’s importeren, klik op Ander programma.
3 Klik op Overspelen starten. Foto’s op de geheugenkaart worden naar de computer gekopieerd. Overspelen starten 4 Beëindig de verbinding. Zodra de overdracht is voltooid, schakel de camera uit en ontkoppel de USB-kabel. A Voor meer informatie Raadpleeg de online helpfunctie voor meer informatie over het gebruik van ViewNX-i.
Ethernet en draadloze netwerken Indien verbonden met de camera via de meegeleverde USB-kabel, kan de optionele WT-7 draadloze zender (0 261) worden gebruikt voor verbinding met computer of ftp-servers via draadloze of ethernetnetwerken.
D Tijdens overdracht Functies die niet beschikbaar zijn tijdens de overdracht (wanneer er beelden worden overgebracht via ethernet of draadloze netwerken of wanneer beelden nog moeten worden verzonden) zijn: • Filmopname en weergave • Stille livebeeldfotografie > Aan (stand 2) in het foto-opnamemenu (0 81) A Films Films kunnen worden geüpload in overdrachtstand als de camera met een ethernetnetwerk of draadloos netwerk is verbonden en Automatisch verzenden of Verzend map niet is geselecteerd voor Netwerk >
Foto’s afdrukken Geselecteerde JPEG-afbeeldingen kunnen worden afgedrukt op een PictBridge-printer die rechtstreeks is aangesloten op de camera. ❚❚ De printer aansluiten Sluit de camera aan met behulp van de meegeleverde USB-kabel. Gebruik geen kracht en probeer de stekkers niet onder een hoek in te steken. Wanneer de camera en printer zijn ingeschakeld, wordt een welkomstscherm weergegeven in de monitor, gevolgd door een PictBrige-weergavescherm.
❚❚ Foto’s één voor één afdrukken 1 Geef de gewenste foto weer. Druk op 4 of 2 om extra foto’s te bekijken. Druk op de X-knop om in te zoomen op het huidige beeld (druk op K om zoom af te sluiten). Om zes foto’s tegelijk te bekijken, druk op de W (M)knop. Gebruik de multi-selector om foto’s te markeren, of druk op de X-knop om de gemarkeerde foto schermvullend weer te geven. Om beelden op andere locaties te bekijken, druk op W (M) wanneer miniaturen worden weergegeven en selecteer de gewenste kaart en map.
3 Start het afdrukken. Selecteer Afdrukken starten en druk op J om het afdrukken te starten. Om te annuleren voordat alle kopieën zijn afgedrukt, druk op J. ❚❚ Meerdere foto’s afdrukken 1 Geef het PictBridge-menu weer. Druk op de G-knop in het PictBridge-weergavescherm. 2 Kies een optie. Markeer een van de volgende opties en druk op 2. • Selectie afdrukken: Selecteer foto’s voor afdrukken.
Foto’s op tv bekijken De optionele High-Definition Multimedia Interface (HDMI)-kabel (0 264) of een type C HDMI-kabel (apart verkrijgbaar bij uw winkelier) kan worden gebruikt om de camera met high-definition video-apparaten te verbinden. Schakel de camera altijd uit alvorens en HDMI-kabel aan te sluiten of te ontkoppelen.
❚❚ HDMI-opties De optie HDMI in het setup-menu (0 178) regelt uitvoerresolutie en andere geavanceerde HDMI-opties. Uitvoerresolutie Kies het formaat voor beelduitvoer naar het HDMI-apparaat. Als Automatisch is geselecteerd, selecteert de camera automatisch het juiste formaat.
Geavanceerd Optie Beschrijving Automatisch wordt aanbevolen voor de meeste situaties. Als de camera niet het juiste uitvoerbereik van het RGBvideosignaal voor het HDMI-apparaat kan bepalen, dan kunt u uit de volgende opties kiezen: • Beperkt bereik: Voor apparaten met een RGB-videosignaal Uitvoerbereik invoerbereik van 16 tot 235. Kies deze optie als u detailverlies in schaduwen waarneemt. • Volledig bereik: Voor apparaten met een RGB-videosignaal invoerbereik van 0 tot 255.
A Televisieweergave Gebruik van een lichtnetadapter en stroomaansluiting (apart verkrijgbaar) wordt aanbevolen voor langdurige weergave. Als de randen van foto’s niet zichtbaar zijn in de televisieweergave, selecteer dan 95% voor HDMI > Geavanceerd > Uitvoerformaat (0 258). A Diashows De optie Diashow in het weergavemenu kan worden gebruikt voor automatische weergave (0 29).
Overige accessoires Op het moment van schrijven waren de volgende accessoires beschikbaar voor de D850. Voedingsbronnen • EN-EL15a oplaadbare Li-ionbatterij (0 189): Extra EN-EL15aaccu’s zijn verkrijgbaar bij lokale winkeliers en servicevertegenwoordigers van Nikon. EN-EL15-accu’s kunnen ook worden gebruikt. • MH-25a-batterijlader: De MH-25a kan worden gebruikt om EN-EL15a-accu’s op te laden. MH-25-batterijladers kunnen ook worden gebruikt.
Voedingsbronnen • EP-5B-stroomaansluiting, EH-5c- en EH-5b-lichtnetadapters: Deze accessoires kunnen worden gebruikt om de camera gedurende langere tijd van stroom te voorzien. De EP-5B is vereist om de camera op de EH-5c/EH-5b aan te sluiten; zie “Een stroomaansluiting en lichtnetadapter aansluiten” (0 271) voor meer informatie. Let op: wanneer de camera met een MB-D18 wordt gebruikt, moet de EP-5B in de MB-D18 worden geplaatst en niet in de camera.
Draadloze zenders (0 251) • USB-kabelafdichtingen en aansluitingendeksels: Gebruik een UF-4aansluitingendeksel voor USB-kabels en UF3-RU14 USBkabelafdichting om onbedoelde loskoppelingen te helpen voorkomen. Bevestig, alvorens de kabel aan te sluiten, de UF-4 aan de camerakant en de UF3-RU14 aan de kant die aansluit op de draadloze zender.
Draadloze • WR-R10 Draadloze afstandsbediening/WR-T10 Draadloze afstandsbedien afstandsbediening: Wanneer een WR-R10 draadloze ingen (0 180, afstandsbediening op een tien-pins 181) afstandsbedieningsaansluiting wordt bevestigd met behulp van een WR-A10-adapter, kan de camera draadloos worden bediend met behulp van een WR-T10 draadloze afstandsbediening. De WR-R10 kan ook worden gebruikt om de radiogestuurde flitsers te bedienen.
Accessoires voor zoekeroculair HDMI-kabels (0 256) Software • DK-18-oculairadapter: De DK-18 wordt gebruikt bij het bevestigen van de DG-2-vergroter of DR-3 hoekzoeker op de D850. • DK-14 Anti-condens zoekeroculair/DK-17A Anti-condens zoekeroculair: Deze zoekeroculairs voorkomen beeldschaduwen in vochtige of koude omstandigheden. • DK-17F Fluorine-gecoat zoekeroculair : Het beschermglas beschikt over een eenvoudig te reinigen fluorcoating op beide oppervlakken.
BF-1B-bodydop/BF-1A-bodydop: De bodydop houdt de spiegel, het zoekerscherm en beeldsensor vrij van stof wanneer een objectief niet op zijn plaats zit. Accessoires De D850 is uitgerust met een tien-pins voor afstands- afstandsbedieningsaansluiting voor bediening op afstand en bedieningsaan- automatische fotografie. De aansluiting is voorzien van een sluitingen kapje dat de contacten beschermt wanneer de aansluiting niet in gebruik is.
Accessoires • WR-A10 WR-adapter: Een adapter gebruikt om WR-R10 voor afstandsdraadloze afstandsbedieningen met tien-pins bedieningsaan- afstandsbedieningsaansluitingen te verbinden. sluiting • GP-1 GPS-apparaat/GP-1A GPS-apparaat (0 179): Registreert lengtegraad, breedtegraad, hoogte en UTC-tijd met foto’s. • ML-3 Modulite afstandsbedieningsset: Verzorgt infraroodbediening op afstand met een bereik van maximaal 8 m.
A De HDMI/USB--kabelklem Bevestig, om onbedoeld loskoppelen te voorkomen, de meegeleverde klem op HDMI-kabels of op de meegeleverde USB-kabel zoals aangeduid (de illustratie toont de USB-kabel; merk op dat de klem mogelijk niet op alle HDMI-kabels van andere merken past). Houd de monitor in gesloten positie bij het gebruik van de kabelklem.
A Het afdekkapje van de accessoireschoen bevestigen en verwijderen Het afdekkapje van de accessoireschoen (apart verkrijgbaar) schuift zoals aangeduid in de accessoireschoen. Houd, om het kapje te verwijderen, de camera stevig vast, druk het deksel met uw duim omlaag en schuif het in de aangegeven richting.
Buffercapaciteit De buffercapaciteit verandert wanneer een EN-EL18b-accu, geplaatst in een optionele MB-D18 multifunctionele battery pack, wordt vervangen voor een EN-EL15a.
Beeldkwaliteit Beeldformaat JPEG Basis Groot Middel Klein Voedingsbron EN-EL15a EN-EL18b 200 108 200 102 200 59 * Bevat beelden gemaakt met objectieven zonder DX wanneer Aan is geselecteerd voor Automatische DX-uitsnede.
Een stroomaansluiting en lichtnetadapter bevestigen Schakel de camera uit alvorens een optionele stroomaansluiting en lichtnetadapter te bevestigen. 1 Maak de camera gereed. Open het deksel van het batterijvak (q) en de stroomaansluiting (w). 2 Plaats de EP-5B stroomaansluiting. Zorg ervoor dat de aansluiting in de getoonde richting wordt geplaatst en gebruik daarbij de aansluiting om de oranje batterijvergrendeling naar één zijde ingedrukt te houden.
4 Sluit de EH-5c/EH-5b lichtnetadapter aan. Sluit het netsnoer van de lichtnetadapter aan op de wisselstroomaansluiting op lichtnetadapter (e) en het netsnoer op de gelijkstroomaansluiting (r). Een P-pictogram wordt in de monitor weergegeven zodra de camera door de lichtnetadapter en stroomaansluiting wordt gevoed.
Deze handleiding mag op geen enkele manier volledig of gedeeltelijk (behalve voor korte citaten in kritische artikelen of besprekingen) worden gereproduceerd zonder de schriftelijke toestemming van NIKON CORPORATION.