Nikon D7500 DIGITALE CAMERA Gebruikshandleiding (met garantie) Deze handleiding mag op geen enkele manier volledig of gedeeltelijk (behalve voor korte citaten in kritische artikelen of besprekingen) worden gereproduceerd zonder de schriftelijke toestemming van NIKON CORPORATION. AMA16698 Gedrukt in Europa Nl SB7C01(1F) 6MB3861F-01 • Lees deze handleiding grondig door voordat u de camera gebruikt.
Neem nu SnapBridge! Gebruik SnapBridge om de camera vanaf uw smartphone of tablet (smartapparaat) op afstand te bedienen en foto’s vanaf de camera te downloaden. Vandaag gratis te downloaden! SnapBridge is gratis beschikbaar in de Apple App Store®, via Google Play™ en de volgende website: http://snapbridge.nikon.com Bezoek de Nikon-website voor het laatste SnapBridge-nieuws.
Verbeter uw beeldervaring met SnapBridge. Download foto’s vanaf uw camera naar uw smartapparaat via een “altijd aan”-verbinding, zodat online delen van foto’s eenvoudiger en minder stressvol is dan ooit. Upload foto’s en miniaturen naar de cloudopslagservice van NIKON IMAGE SPACE.
Lees alle aanwijzingen grondig door om uw camera optimaal te benutten en bewaar de handleiding op een plaats waar iedereen die het product gebruikt deze kan lezen. Symbolen en conventies Om u te helpen de gewenste informatie gemakkelijker te vinden, worden de volgende symbolen en conventies gebruikt: D Dit pictogram staat bij waarschuwingen; lees deze informatie vóór gebruik om beschadiging van de camera te voorkomen.
Nikon gebruikersondersteuning Bezoek de volgende website om uw camera te registreren en op de hoogte te blijven van de meest recente productinformatie. U vindt hier antwoorden op veelgestelde vragen (FAQ's) en u kunt contact met ons opnemen voor technische bijstand. http://www.europe-nikon.
Inhoud verpakking Controleer of alle hier genoemde items met uw camera zijn meegeleverd.
Inhoudsopgave Inhoud verpakking ............................................................................ iv Voor uw veiligheid............................................................................ xii Kennisgevingen................................................................................ xvi Inleiding 1 Kennismaking met de camera .......................................................... 1 De camerabody.......................................................................................
Tutorial 41 Cameramenu’s: een overzicht........................................................ 41 Cameramenu’s gebruiken ...................................................................... 42 Het accuniveau en het aantal resterende opnamen ................. 46 Basisfotografie en weergave 48 “Richten-en-maken”-fotografie (standen i en j).................... 48 Tips voor livebeeld .................................................................................... 56 Basisweergave ....................
Ontspanstand 86 Een ontspanstand kiezen ............................................................... 86 Zelfontspannerstand (E)................................................................ 89 Stand spiegel omhoog (MUP)........................................................... 91 Opties voor beeldopname 93 Beeldveld ........................................................................................... 93 Beeldkwaliteit ..........................................................................
Witbalans 130 Witbalansopties .............................................................................. 130 Fijnafstelling witbalans ................................................................. 134 Een kleurtemperatuur kiezen ...................................................... 137 Handmatige voorinstelling .......................................................... 139 Zoekerfotografie .....................................................................................
Films opnemen en bekijken 179 Films opnemen ............................................................................... 179 De i-knop gebruiken............................................................................. 183 De livebeeldweergave: Films .............................................................. 185 Aanduidingen bekijken en verbergen............................................. 187 Beeldformaat, beeldsnelheid en filmkwaliteit.............................. 188 Indices ...............
Foto’s tegen wissen beveiligen ................................................... 242 Foto’s waarderen............................................................................ 243 Individuele foto’s waarderen.............................................................. 243 Meerdere foto’s waarderen................................................................. 244 Foto’s voor uploaden selecteren................................................. 245 Individuele foto’s selecteren........................
Behandeling van uw camera........................................................ 288 Opslag ......................................................................................................... 288 Reinigen...................................................................................................... 288 Reiniging beeldsensor........................................................................... 289 Onderhoud van camera en accu: Waarschuwingen................ 296 Problemen oplossen..........
Voor uw veiligheid Om schade aan eigendommen of letsel aan uzelf of anderen te voorkomen, lees “Voor uw veiligheid” in zijn geheel door alvorens dit product te gebruiken. Bewaar deze veiligheidsinstructies daar waar iedere gebruiker van dit product ze kan lezen. GEVAAR: Het niet in acht nemen van deze voorzorgsmaatregelen, gemarkeerd met dit pictogram, zorgt voor groot gevaar voor de dood of ernstig letsel.
• Kijk niet rechtstreeks in de zon of andere felle lichtbronnen door middel van het objectief of camera. Het niet in acht nemen van deze voorzorgsmaatregel kan beperkt gezichtsvermogen tot gevolg hebben. • Richt de flitser of AF-hulpverlichting niet op de bestuurder van een motorvoertuig. Het niet in acht nemen van deze voorzorgsmaatregel kan ongelukken tot gevolg hebben. • Houd dit product uit de buurt van kinderen.
• Schakel dit product uit wanneer het gebruik ervan verboden is. Schakel draadloze functies uit wanneer het gebruik van draadloze apparatuur verboden is. De radiofrequentie-emissies geproduceerd door dit product kunnen interfereren met apparatuur aan boord van vliegtuigen of in ziekenhuizen of andere medische faciliteiten. • Verwijder de accu en ontkoppel de lichtnetadapter als voor langere tijd geen gebruik wordt gemaakt van dit product.
WAARSCHUWING (Accu’s) • Houd accu’s buiten bereik van kinderen. Mocht een kind een accu inslikken, zoek dan onmiddellijk medische hulp. • Dompel accu’s niet onder in water en stel ze niet bloot aan regen. Het niet in acht nemen van deze voorzorgsmaatregel kan brand of een defect aan het product tot gevolg hebben. Droog het product onmiddellijk met een handdoek of gelijkwaardig voorwerp, mocht deze nat worden.
Kennisgevingen • Niets uit de handleidingen die bij dit • Nikon is niet aansprakelijk voor enige product horen, mag in enigerlei vorm schade die voortkomt uit het gebruik of op enigerlei wijze worden van dit product.
Kennisgevingen voor klanten in Europa WAARSCHUWING: GEVAAR VOOR EXPLOSIE ALS ACCU WORDT VERVANGEN VOOR EEN ONJUIST TYPE. VOER ACCU’S AF VOLGENS DE INSTRUCTIES. Dit pictogram geeft aan dat elektrische en elektronische apparaten via gescheiden inzameling moeten worden afgevoerd. Het volgende is alleen van toepassing op gebruikers in Europese landen: • Dit product moet gescheiden van het overige afval worden ingeleverd bij een daarvoor bestemd inzamelingspunt. Gooi niet samen met het huishoudelijk afval weg.
Mededeling betreffende het verbod op kopiëren en reproduceren Let erop dat alleen al het bezit van materiaal dat digitaal is gekopieerd of gereproduceerd door middel van een scanner, digitale camera of ander apparaat wettelijk strafbaar kan zijn.
Wegwerpen van opslagmedia Houd er rekening mee dat de oorspronkelijke beeldgegevens niet volledig worden verwijderd als u beelden wist of geheugenkaarten of andere opslagmedia formatteert. Met behulp van in de handel verkrijgbare software is het soms mogelijk verwijderde bestanden op weggeworpen opslagmedia alsnog te herstellen, wat misbruik van persoonlijke beeldgegevens tot gevolg kan hebben. De gebruiker is zelf verantwoordelijk voor de privacybescherming van dergelijke gegevens.
AVC Patent Portfolio License DIT PRODUCT IS GELICENTIEERD ONDER DE AVC PATENT PORTFOLIO LICENSE VOOR HET PERSOONLIJK EN NIET-COMMERCIEEL GEBRUIK DOOR EEN CONSUMENT OM (i) VIDEO TE CODEREN IN OVEREENSTEMMING MET DE AVC-STANDAARD (“AVC-VIDEO”) EN/OF (ii) AVC-VIDEO TE DECODEREN DIE DOOR EEN CONSUMENT WERD GECODEERD IN HET KADER VAN EEN PERSOONLIJKE EN NIET-COMMERCIËLE ACTIVITEIT EN/OF WERD VERKREGEN VAN EEN VIDEOLEVERANCIER DIE OVER EEN LICENTIE BESCHIKT OM AVC-VIDEO AAN TE BIEDEN.
D Gebruik uitsluitend accessoires van Nikon Alleen originele Nikon-accessoires die specifiek zijn bedoeld voor gebruik met uw Nikon digitale camera, zijn ontworpen en getest om te voldoen aan de geldende veiligheids- en functioneringsvoorschriften. HET GEBRUIK VAN NIET-ORIGINELE ACCESSOIRES KAN SCHADE AAN UW CAMERA TOT GEVOLG HEBBEN EN KAN UW GARANTIE DOEN VERVALLEN.
❚❚ Bluetooth en Wi-Fi (Draadloos LAN) Dit product valt onder de United States Export Administration Regulations (EAR). Toestemming van de regering van de Verenigde Staten is niet vereist voor export naar andere landen dan de hier vermelde landen waarvoor op het moment van schrijven een embargo of speciale controles gelden: Cuba, Iran, Noord-Korea, Soedan en Syrië (lijst onderhevig aan veranderingen). Het gebruik van draadloze apparaten kan verboden zijn in sommige landen of regio’s.
Kennisgevingen voor klanten in Europa Hierbij verklaart Nikon Corporation dat het radioapparatuurtype D7500 overeenkomt met Richtlijn 2014/53/EU. De volledige tekst van de EU-conformiteitsverklaring is beschikbaar op het volgende internetadres: http://imaging.nikon.com/support/pdf/DoC_D7500.pdf.
Beveiliging Hoewel één van de voordelen van dit product is dat anderen vrijelijk verbinding kunnen maken om overal draadloze gegevens uit te wisselen binnen het betreffende bereik, kan het volgende zich voordoen als de beveiliging niet is ingeschakeld: • Gegevensdiefstal: Kwaadwillige personen kunnen draadloze transmissies onderscheppen om gebruiker-id’s, wachtwoorden en ander persoonlijke informatie te stelen.
Inleiding Kennismaking met de camera Neem even de tijd om vertrouwd te raken met de camerabedieningen en schermen van de camera. Leg eventueel een bladwijzer in dit hoofdstuk zodat u het gemakkelijk kunt terugvinden terwijl u de rest van de handleiding leest. De camerabody 1 Keuzeknop ontspanstand............... 86 7 Filmopnameknop ........................... 179 2 Standknop .............................................6 8 Hoofdschakelaar ........................... 5, 26 3 Oogje voor camerariem .....
De camerabody (vervolg) 1 Ingebouwde flitser ...................55, 159 10 Deksel voor accessoire-aansluiting 2 Stereomicrofoon.................... 183, 259 3 AF-hulpverlichting ...................52, 261 4 5 6 7 8 9 Zelfontspannerlampje......................89 Lampje rode-ogenreductie .................................................. 160, 162 Spiegel.........................................91, 292 Objectiefbevestigingsmarkering ..............................................................24 M/Y-knop .
1 Secundaire instelschijf................... 266 6 Afdekking van de stroomaansluiting 2 Fn1-knop .................................. 266, 267 7 Statiefaansluiting 3 Fn2-knop .................................. 266, 267 8 CPU-contacten 4 Deksel van het batterijvak ........21, 23 5 Ontgrendeling deksel batterijvak 9 Objectiefvatting ........................24, 116 10 AF-koppeling ........................................................21, 23 11 Bodydop................................
De camerabody (vervolg) 1 O/Q-knop........................60, 247, 268 14 Hoofdinstelschijf............................. 266 2 K-knop.......................................59, 225 15 Luidspreker .................................. 5, 194 3 Kantelmonitor ....................12, 14, 269 16 a-knop ......................................49, 179 4 G-knop...................................41, 250 17 Multi-selector .............................. 18, 42 5 L/U-knop ..................42, 130, 242 18 J-knop ...........
A Lcd-verlichting Als de hoofdschakelaar naar D wordt gedraaid, worden de stand-by-timer en de verlichting van het bedieningspaneel (lcd-verlichting) geactiveerd, zodat de weergave in het donker kan worden afgelezen. Nadat de hoofdschakelaar wordt losgelaten, zal de verlichting gedurende enkele seconden blijven branden terwijl de stand-by-timer actief is of totdat de sluiter wordt ontspannen of de hoofdschakelaar opnieuw naar D wordt gedraaid.
De standknop De camera beschikt over de hieronder vermelde standen. Druk op de ontgrendelingsknop van de standknop en draai aan de standknop om een stand te kiezen. Standknop Ontgrendelingsknop van standknop 1 Standen P, S, A en M: 2 3 4 5 P—Automatisch programma ... 73 S—Sluitertijdvoorkeuze .......... 74 A—Diafragmavoorkeuze......... 75 M— Handmatig......................... 76 Automatische standen: i Automatisch .......................... 48 j Automatisch (flitser uit) ......
A Geluidssignalen tijdens livebeeld Een geluidssignaal kan klinken als u tijdens livebeeld aan de standknop draait. Dit duidt niet op een fout of defect.
Het bedieningspaneel Het bedieningspaneel toont een verscheidenheid aan camerainstellingen wanneer de camera aan is. De hier getoonde items verschijnen zodra de camera voor het eerst wordt ingeschakeld; informatie over andere instellingen is te vinden in de desbetreffende delen van deze handleiding. 1 Sluitertijd ......................................74, 76 6 Lichtmeting...................................... 123 2 Diafragma (f-waarde) ................75, 76 7 Aanduiding ISO-gevoeligheid.....
De zoeker 1 Aanduiding stand speciale effecten 2 3 4 5 6 .............................................................. 64 Monochroomaanduiding ...... 64, 148 AF-veldhaakjes ............................11, 51 Aanduiding “Geen geheugenkaart” .............................................................. 21 1,3× DX-uitsnede........................93, 94 Raster (weergegeven wanneer Aan is geselecteerd voor Persoonlijke instelling d6, Rasterweergave in zoeker) ...........................................
15 Sluitertijd ......................................74, 76 24 Aanduiding flitssynchronisatie ... 265 16 Diafragma (f-waarde) ................75, 76 25 Belichtingsaanduiding .....................77 17 HDR-aanduiding ............................. 156 18 Aanduiding belichtings-/ Weergave belichtingscorrectie ... 127 26 Aanduiding flitscorrectie .............. 167 flitsbracketing ................................ 210 27 Aanduiding belichtingscorrectie Aanduiding witbalansbracketing ...........................
De dioptrieregelaar Draai aan de dioptrieregelaar totdat de AF-veldhaakjes scherp in beeld zijn. Let op dat u bij het bedienen van de regelaar met uw oog tegen de zoeker niet per ongeluk uw vingers of nagels in uw oog steekt.
De kantelmonitor gebruiken De monitor kan worden gekanteld, zoals hieronder aangeduid. Normaal gebruik: De monitor wordt doorgaans in opgeborgen positie gebruikt. Low-angle-opnamen: Kantel de monitor omhoog om in livebeeld foto’s te maken terwijl de camera omlaag wordt gehouden. High-angle-opnamen: Kantel de monitor omlaag om in livebeeld foto’s te maken terwijl de camera omhoog wordt gehouden.
D De monitor gebruiken Draai de monitor voorzichtig en stop wanneer u weerstand voelt. Oefen geen kracht uit. Het niet in acht nemen van deze voorzorgsmaatregelen kan de camera of monitor beschadigen. Als de camera op een statief is gemonteerd, moet voorzichtigheid worden geboden om er zeker van te zijn dat de monitor niet in aanraking komt met het statief. Til of draag de camera niet met behulp van de monitor. Het niet in acht nemen van deze voorzorgsmaatregel kan de camera beschadigen.
Het aanraakscherm gebruiken De aanraakgevoelige monitor ondersteunt de volgende bewerkingen: Vegen Veeg met een vinger een kort stukje naar links of rechts over het scherm. Schuiven Schuif een vinger over de monitor. Spreiden/samenknijpen Plaats twee vingers op de monitor en beweeg ze uit elkaar of knijp ze samen.
❚❚ Het aanraakscherm gebruiken Tijdens weergave (0 228) kan het aanraakscherm voor de volgende taken worden gebruikt: • Andere beelden bekijken • In- of uitzoomen • Miniaturen bekijken • Films bekijken Tijdens livebeeld kan het aanraakscherm worden gebruikt om foto's te maken (aanraaksluiter; 0 16) of om een waarde voor spotwitbalans te meten (0 143). Het aanraakscherm kan ook worden gebruikt om te typen (0 270) of om door menu’s te navigeren (0 45).
❚❚ Aanraakfotografie (aanraaksluiter) Raak de monitor aan om scherp te stellen en til uw vinger op om de foto te maken. Tik op het pictogram in de afbeelding om de bewerking te kiezen die wordt uitgevoerd door het tikken op de monitor in opnamestand.
D Foto’s maken met behulp van aanraakopname-opties De ontspanknop kan worden gebruikt om scherp te stellen en foto’s te maken, zelfs wanneer het pictogram 8 wordt weergegeven om aan te duiden dat de aanraakopnameopties actief zijn. Gebruik de ontspanknop om foto’s te maken in continue opnamestand (0 86) en tijdens filmopnamen. Aanraakopnameopties kunnen uitsluitend worden gebruikt om één voor één foto’s te maken in continue opnamestand en kan niet worden gebruikt om foto’s te maken tijdens filmopnamen.
De multi-selector In deze handleiding worden bedieningen, die gebruik maken van de multi-selector, vertegenwoordigd door de pictogrammen 1, 3, 4 en 2.
Eerste stappen Bevestig de camerariem Bevestig de riem stevig aan de oogjes van de camera. Laad de accu op Plaats de accu en steek de lader in het stopcontact (afhankelijk van het land of de regio wordt de lader met een stekkeradapter of netsnoer geleverd). Een lege accu wordt in ongeveer twee uur en 35 minuten volledig opgeladen. • Stekkeradapter: Plaats de stekkeradapter in de voedingsingang van de lader (q).
• Netsnoer: Plaats de accu en steek de kabel in, nadat het netsnoer is aangesloten met de stekker in de getoonde richting. Het CHARGE (LADEN)-lampje knippert terwijl de accu oplaadt.
Plaats de accu en een geheugenkaart Controleer eerst of de hoofdschakelaar in de OFF (UIT)-positie staat alvorens de accu of geheugenkaarten te plaatsen of te verwijderen. Plaats de accu in de getoonde richting door met de accu de oranje batterijvergrendeling naar één zijde ingedrukt te houden. De vergrendeling vergrendelt de accu op zijn plaats zodra de accu volledig is geplaatst.
D Geheugenkaarten • Geheugenkaarten kunnen na gebruik zeer warm zijn. Ga daarom voorzichtig te werk bij het verwijderen van geheugenkaarten uit de camera. • Zet de camera uit voordat geheugenkaarten worden geplaatst of verwijderd. Verwijder geen geheugenkaarten uit de camera, zet de camera niet uit en verwijder of ontkoppel niet de voedingsbron tijdens het formatteren of op het moment dat gegevens worden opgeslagen, gewist of naar een computer worden gekopieerd.
❚❚ De accu en geheugenkaarten verwijderen Geheugenkaarten verwijderen Zet, na controle of het toegangslampje van de geheugenkaart uit is, de camera uit, open het deksel van de geheugenkaartsleuf en druk op de kaart om deze uit te werpen (q). De kaart kan vervolgens handmatig worden verwijderd (w). 16GB De accu verwijderen Schakel, om de accu te verwijderen, de camera uit en open het deksel van het batterijvak.
Bevestig een objectief Let goed op dat er geen stof in de camera komt wanneer het objectief of de bodydop wordt verwijderd. Het objectief dat in het algemeen in deze handleiding wordt gebruikt voor illustratieve doeleinden is een AF-S DX NIKKOR 18–140mm f/3.5–5.6G ED VR.
A Het objectief losmaken Vergeet niet de camera uit te zetten bij het verwijderen of verwisselen van objectieven. Houd, om het objectief te verwijderen, de knop van de objectiefontgrendeling (q) ingedrukt terwijl het objectief naar rechts wordt gedraaid (w). Plaats, na het verwijderen van het objectief, de objectiefdoppen en de bodydop van de camera terug.
Schakel de camera in Wanneer u de camera voor het eerst inschakelt, wordt u verzocht een taal te kiezen met behulp van de multi-selector en J-knop. Er wordt een verbindingswizard weergegeven; om de camera en het smartapparaat te koppelen, ga naar “Verbinding maken met behulp van SnapBridge” (0 28). Druk, om door te gaan zonder gebruik te maken van SnapBridge om de camera met het smartapparaat te koppelen, op G en gebruik de multi-selector en J-knop om de cameraklok in te stellen.
q w Selectie tijdzone e Selecteer datumnotatie r Selecteer zomertijdoptie Stel tijd en datum in (merk op dat de camera een 24-uurs klok gebruikt) D Koppelen op een later moment herstarten Als u het koppelen niet voltooid wanneer u de camera voor het eerst inschakelt, dan kunt u het koppelen op elk gewenst moment starten door Verbinden met smartapparaat te selecteren in het setup-menu van de camera (0 272).
Verbinding maken met behulp van SnapBridge Gebruik SnapBridge om de camera vanaf uw smartapparaat op afstand te bedienen en foto’s vanaf de camera te downloaden. Deze paragraaf beschrijft hoe u de SnapBridge-app gebruikt voor draadloze verbindingen tussen uw camera en het smartapparaat. De instructies die volgen, verwijzen naar versie 2.
Wat SnapBridge voor u kan betekenen Gebruik de SnapBridge-app voor het volgende: • Foto’s downloaden op het moment dat ze worden gemaakt of eerdere foto’s selecteren om te downloaden • Op afstand foto’s maken met behulp van de bedieningen in de SnapBridge-app; de foto’s worden naar het smartapparaat gedownload op het moment dat ze worden gemaakt • Locatiegegevens van het smartapparaat uploaden naar de camera • De cameraklok synchroniseren met de tijd geregistreerd door het smartapparaat • Foto’s afdrukken m
Wat heeft u nodig Camera Smartapparaat Geheugenkaart Accu 30
Het smartapparaat gereedmaken Maak, alvorens u verbinding maakt, eerst uw smartapparaat gereed door de SnapBridge-app te installeren en Bluetooth en Wi-Fi in te schakelen. 1 Zoek naar “snapbridge” in de Apple App Store® (iOS) of Google Play™ (Android™) en installeer de SnapBridge-app. Informatie over ondersteunde besturingssystemen is beschikbaar via de downloadsite. Deze camera is niet compatibel met de app SnapBridge 360/170. 2 Schakel Bluetooth en Wi-Fi in op het smartapparaat.
Koppelen en verbinding maken Controleer, alvorens te koppelen, of er voldoende ruimte beschikbaar is op de geheugenkaart van de camera. Om onverwachte onderbrekingen te voorkomen, dient u ook te controleren of de accu van de camera volledig is opgeladen. In de instructies die volgen, wordt voor illustratieve doeleinden een Android-smartapparaat gebruikt. 1 Camera: Druk op de G-knop en selecteer het pictogram B om het setup-menu weer te geven.
3 Camera: Druk op J wanneer het volgende bericht wordt weergegeven. 4 Camera: Controleer of de camera het rechts getoonde bericht weergeeft en maak het smartapparaat gereed. 5 Smartapparaat: Start de SnapBridge-app en tik op Met camera koppelen. Wordt u gevraagd een camera te kiezen, tik dan op de cameranaam.
6 Smartapparaat: Tik op de cameranaam in het venster “Met camera koppelen”. Gebruikers die voor het eerst een camera met een iOS-apparaat koppelen, krijgen eerst de instructies voor het koppelen te zien; blader, na het lezen van de instructies, naar de onderkant van het scherm en tik op Begrepen. Wordt u vervolgens gevraagd een accessoire te kiezen, tik dan opnieuw op de cameranaam (er kan enige vertraging optreden voordat de cameranaam wordt weergegeven).
8 Camera/smartapparaat: Druk op J op de camera en tik op KOPPELEN op het smartapparaat (de weergave verschilt afhankelijk van het apparaat en het besturingssysteem). 9 Camera/smartapparaat: Voltooi het koppelen. • Camera: Druk op J wanneer het rechts getoonde bericht wordt weergegeven. • Smartapparaat: Tik op OK wanneer het rechts getoonde bericht wordt weergegeven.
10 Camera: Volg de instructies op het scherm om de setup te voltooien. • Om de camera de gelegenheid te geven locatiegegevens aan foto’s toe te voegen, selecteer Ja in reactie op “Locatiegegevens downloaden van smartapparaat?” en schakel vervolgens locatieservices in op het smartapparaat en schakel Auto koppelingsopties > Locatiegegevens synchroniseren in de SnapBridge-app tab.
Verbindingstips Lees deze paragraaf voor hulp bij het verbinden met of downloaden van foto’s van de camera. De Wi-Fi-prompt (alleen iOS) SnapBridge vertrouwt meestal op Bluetooth voor verbinding tussen de camera en het smartapparaat, maar schakelt over naar Wi-Fi voor op afstand bediende fotografie en dergelijke. In sommige versies van iOS vraagt SnapBridge u handmatig over te schakelen, waarbij u de onderstaande stappen dient uit te voeren.
3 Wanneer u voor het eerst via Wi-Fi verbinding maakt, wordt u gevraagd het wachtwoord van de camera in te voeren. Voer het wachtwoord in dat u hebt genoteerd in Stap 1 (merk op dat wachtwoorden hoofdlettergevoelig zijn). Zodra een verbinding tot stand is gebracht, verschijnt er een ✔ naast de SSID van de camera zoals rechts aangeduid; ga terug naar de SnapBridge-app. U hoeft geen wachtwoord in te voeren wanneer u daarna verbinding maakt met de camera.
Meer over koppelen en verbinden Deze paragraaf beschrijft een aantal situaties die u tegen kunt komen tijdens het gebruik van de SnapBridge-app. “Kan geen verbinding maken.” Als de camera een bericht weergeeft met daarin de melding dat verbinding maken niet mogelijk is, druk dan op J en ga terug naar Stap 3 (0 33) van “Koppelen en verbinden”. Druk op de G-knop om het koppelen te annuleren.
Foto's downloaden Als het downloaden traag verloopt of u ondervindt andere problemen met het downloaden van foto’s naar het smartapparaat, beëindig dan het koppelen en probeer de apparaten opnieuw te koppelen. 1 Smartapparaat: Open in de SnapBridge-app de tab , tik op > Camera vergeten > D7500 en tik op Ja om het koppelen te beëindigen wanneer daarom wordt gevraagd. Gebruikers van iOS moeten vervolgens iOS verzoeken de camera te “vergeten”, zoals hieronder aangeduid.
Tutorial Cameramenu’s: een overzicht De meeste opname-, weergave- en instellingenopties zijn toegankelijk via de cameramenu’s. Om menu’s te bekijken, druk op de G-knop. G-knop Tabbladen Kies uit de volgende menu’s: • D: Weergave (0 250) • C: Fotograferen (0 252) • 1: Filmen (0 257) • A: Persoonlijke instellingen (0 260) • B: Instellingen (0 268) • N: Retoucheren (0 275) • O/m: MIJN MENU of RECENTE INSTELLINGEN (standaard op MIJN MENU; 0 278) Schuifbalk toont positie in huidig menu.
Cameramenu’s gebruiken ❚❚ Menubediening U kunt via het aanraakscherm door de menu’s navigeren of met behulp van de multi-selector en J-knop.
❚❚ Door de menu’s navigeren Volg de onderstaande stappen om door de menu’s te navigeren. 1 Geef de menu’s weer. Druk op de G-knop om de menu’s weer te geven. G-knop 2 Markeer het pictogram voor het huidige menu. Druk op 4 om het pictogram voor het huidige menu te markeren. 3 Selecteer een menu. Druk op 1 of 3 om het gewenste menu te selecteren. 4 Plaats de cursor in het geselecteerde menu. Druk op 2 om de cursor in het geselecteerde menu te plaatsen.
5 Markeer een menu-item. Druk op 1 of 3 om een menu-item te markeren. 6 Geef opties weer. Druk op 2 om opties voor het geselecteerde menuitem weer te geven. 7 Markeer een optie. Druk op 1 of 3 om een optie te markeren. 8 Selecteer het gemarkeerde item. Druk op J om het gemarkeerde item te selecteren. Druk op de G-knop om af te sluiten zonder een selectie te maken. Let op het volgende: • Menu-items die grijs worden weergegeven, zijn momenteel niet beschikbaar.
❚❚ Het aanraakscherm gebruiken U kunt ook door de menu’s navigeren met behulp van de volgende aanraakschermbedieningen. Bladeren Schuif omhoog of omlaag om te bladeren. Kies een menu Tik op een menupictogram om een menu te kiezen. Selecteer opties/pas instellingen aan Tik op menu-items om opties weer te geven en tik op pictogrammen of schuifbalken om te wijzigen. Tik op 6 om af te sluiten zonder instellingen te wijzigen.
Het accuniveau en het aantal resterende opnamen ❚❚ Accuniveau Het accuniveau is zichtbaar in het bedieningspaneel en de zoeker. Bedieningspaneel Bedieningspaneel L K J I H 46 Zoeker — Zoeker Beschrijving Accu volledig opgeladen. — — Accu gedeeltelijk leeg. — d H d (knippert) (knippert) Accu bijna leeg. Laad de accu op of leg een reserve-accu klaar. Ontspanknop uitgeschakeld. Laad de accu op of vervang de accu.
❚❚ Aantal resterende opnamen Het bedieningspaneel en de zoeker tonen het aantal foto’s dat kan worden gemaakt bij de huidige instellingen (waarden boven 1.000 worden naar beneden afgerond naar het dichtstbijzijnde honderdtal, bijv. waarden tussen 2.100 en 2.199 worden aangeduid als 2,1 k).
Basisfotografie en weergave “Richten-en-maken”-fotografie (standen i en j) Dit hoofdstuk beschrijft hoe u foto’s kunt maken in de standen i en j. i en j zijn automatische “richten-en-maken”-standen waarin de meeste instellingen door de camera worden geregeld in reactie op de opname-omstandigheden; het verschil tussen de twee is dat de flitser niet flitst in de stand j. 1 Schakel de camera in. Het informatiescherm en bedieningspaneel gaan branden.
2 Draai, terwijl de Standknop ontgrendelingsknop van de standknop bovenop de camera wordt ingedrukt, de standknop naar i of j. Ontgrendelingsknop van standknop Foto’s kunnen in de zoeker of in de monitor (livebeeld) worden gekadreerd. Draai, om livebeeld te starten, de livebeeld-selector naar C en druk op de a-knop.
3 Maak de camera gereed. Zoekerfotografie: Houd, bij het kadreren van foto’s in de zoeker, de handgreep in uw rechterhand en ondersteun de camerabody of het objectief met uw linkerhand. Plaats uw ellebogen tegen de zijkanten van uw borst. Livebeeld: Houd, bij het kadreren van foto’s in de monitor, de handgreep in uw rechterhand en ondersteun het objectief met uw linkerhand.
4 Kadreer de foto. Zoekerfotografie: Kadreer een foto in de zoeker met het hoofdonderwerp in de AF-veldhaakjes. AF-veldhaakjes Livebeeld: Bij standaardinstellingen detecteert de camera automatisch gezichten en selecteert het scherpstelpunt. Als er geen gezicht is gedetecteerd, gebruik dan de multiselector om het scherpstelpunt boven het hoofdonderwerp te plaatsen.
5 Druk de ontspanknop half in. Zoekerfotografie: Druk de ontspanknop half in om scherp te stellen (de AF-hulpverlichting gaat mogelijk branden als het onderwerp slecht belicht is). Zodra de scherpstelbewerking is voltooid, verschijnen het actieve scherpstelpunt en de scherpstelaanduiding (I) in de zoeker. Scherpstelpunt Scherpstelaanduiding Scherpstelaanduiding Beschrijving I Onderwerp scherp in beeld. Scherpstelpunt bevindt zich tussen camera en F onderwerp.
6 Maak de foto. Druk de ontspanknop gelijkmatig en volledig in om de sluiter te ontspannen en de foto te maken. Het toegangslampje van de geheugenkaart gaat branden en de foto wordt Toegangslampje gedurende enkele seconden geheugenkaart in de monitor weergegeven. Werp de geheugenkaart niet uit en verwijder of ontkoppel niet de voedingsbron voordat het lampje uit is en de opname is voltooid. Om livebeeld te beëindigen, druk op de a-knop.
A De stand-by-timer (zoekerfotografie) De zoeker en sommige bedieningspaneelschermen schakelen uit als er gedurende ongeveer zes seconden geen handelingen worden uitgevoerd, waardoor de accu minder snel leeg raakt. Druk de ontspanknop half in om de weergave opnieuw te activeren. De tijdsduur voordat de stand-by-timer automatisch afloopt kan worden geselecteerd met behulp van Persoonlijke instelling c2 (Stand-by-timer, 0 263).
A De ingebouwde flitser Als er extra verlichting is vereist voor de juiste belichting in de i-stand, dan klapt de ingebouwde flitser automatisch op zodra de ontspanknop half wordt ingedrukt. Als de flitser is opgeklapt, kunnen alleen foto’s worden gemaakt wanneer de flitsgereedaanduiding (M) wordt weergegeven. Als de flitsgereedaanduiding niet wordt weergegeven, is de flitser aan het laden; verwijder uw vinger kort van de ontspanknop en probeer opnieuw.
Tips voor livebeeld ❚❚ Aanduidingen bekijken en verbergen Door de R-knop in te drukken, kan door de volgende schermen worden gebladerd.
❚❚ Voorbeeld livebeeldzoom Druk op de X (T)-knop om het beeld in de monitor tot een maximum van ongeveer 17× te vergroten. Er verschijnt een navigatievenster in een grijs kader in de rechterbenedenhoek van de weergave. Gebruik de multi-selector om naar delen van het beeld te scrollen die niet op de monitor te zien zijn, of druk op W (Z) om uit te zoomen. X (T)-knop Navigatievenster D De tellerweergave Gedurende 30 sec.
D Fotograferen in livebeeld Om te voorkomen dat licht dat via de zoeker van invloed is op foto’s en de belichting, kan voor aanvang van het fotograferen de rubberen oogschelp worden verwijderd en de zoeker worden afgedekt met het meegeleverde oculairkapje (0 90).
Basisweergave 1 Druk op de K-knop. Er wordt een foto weergegeven in de monitor. K-knop 2 Bekijk meer foto’s. Meer foto’s kunnen worden weergegeven door op 4 of 2 te drukken of door een vinger naar links of rechts over de weergave te vegen. Druk, om extra informatie over de huidige foto te bekijken, op 1 en 3 (0 231). Druk de ontspanknop half in om de weergave te beëindigen en terug te keren naar de opnamestand.
Ongewenste foto’s wissen Druk op de O (Q)-knop om de foto te wissen die momenteel wordt weergegeven in de monitor. Merk op dat eenmaal gewiste foto’s niet kunnen worden hersteld. 1 Geef de foto weer. Geef de foto weer die u wilt wissen, zoals beschreven in “Basisweergave” (0 59). K-knop 2 Wis de foto. Druk op de O (Q)-knop. Er wordt een bevestigingsvenster weergegeven; druk nogmaals op O (Q)-knop om de afbeelding te wissen en naar weergave terug te keren.
Instellingen aanpassen aan het onderwerp of de situatie (onderwerpstand) De camera beschikt over verschillende “onderwerp”standen. Bij het kiezen van een onderwerpstand worden de instellingen automatisch aan de geselecteerde scène aangepast, waardoor creatieve fotografie net zo eenvoudig wordt als het selecteren van een stand, het kadreren van een foto en het maken van een foto, zoals beschreven in “‘Richten-en-maken’-fotografie (standen i en j)” (0 48).
❚❚ Scènes Optie 62 k Portret l Landschap p Kinderen m Sport n Close-up o Nachtportret r Nachtlandschap s Party/binnen t Strand/sneeuw Beschrijving Gebruik voor portretten met zachte, natuurlijke huidtinten. Als het onderwerp zich te ver van de achtergrond bevindt of als een teleobjectief wordt gebruikt, worden de achtergronddetails verzacht om de compositie een gevoel van diepte te geven. Gebruik voor levendige landschapsopnamen bij daglicht. 1, 2 Gebruik voor snapshots van kinderen.
u Zonsondergang Optie v Schemering w x Dierenportret Beschrijving Behoudt de diepe tinten in zonsondergangen en zonsopgangen. 1, 2 Behoudt de kleuren in het waterige natuurlijke licht vóór zonsopgang of na zonsondergang. 1, 2 Gebruik voor portretten van actieve huisdieren. 2 Kaarslicht Voor foto’s gemaakt bij kaarslicht. 1 y Bloesem z Herfstkleuren 0 Voedsel Gebruik voor bloemenvelden, bloeiende boomgaarden en andere landschappen met uitgestrekte bloesemlandschappen.
Speciale effecten Speciale effecten kunnen worden gebruikt bij het maken van foto’s en opnemen van films. Speciale effecten kiezen De volgende effecten kunnen worden geselecteerd door de standknop naar EFFECTS te draaien en aan de hoofdinstelschijf te draaien totdat de gewenste optie in de monitor verschijnt. Standknop Hoofdinstelschijf Monitor Merk op dat het effect niet kan worden gewijzigd tijdens filmopnamen.
Optie i Miniatuureffect u Selectieve kleur 1 Silhouet 2 High-key 3 Low-key Beschrijving Maak foto’s die op afbeeldingen van diorama’s lijken. Werkt het best bij het fotograferen vanaf een hoog zichtpunt. Films met miniatuureffecten spelen op hoge snelheid af, waarbij circa 45 minuten aan filmopnamen, opgenomen bij 1.920 × 1.080/30p, worden gecomprimeerd naar een geluidloze film die in circa drie minuten wordt afgespeeld. Het effect kan worden aangepast in livebeeld (0 68).
Beschikbare opties in livebeeld Instellingen voor het geselecteerde effect worden aangepast in de livebeeldweergave. ❚❚ e Foto-illustratie 1 Selecteer livebeeld. Druk op de a-knop. Het beeld door het objectief wordt in de monitor weergegeven. a-knop 2 Pas de dikte van de omtreklijnen aan. Druk op J om opties weer te geven. Druk op 4 of 2 om omtreklijnen dikker of dunner te maken. 3 Druk op J. Druk op J om af te sluiten zodra de instellingen zijn voltooid.
❚❚ ' Speelgoedcamera-effect 1 Selecteer livebeeld. Druk op de a-knop. Het beeld door het objectief wordt in de monitor weergegeven. a-knop 2 Pas opties aan. Druk op J om opties weer te geven. Druk op 1 of 3 om Levendigheid of Vignettering te markeren en druk op 4 of 2 om te wijzigen. Pas levendigheid aan om kleuren meer of minder verzadigd te maken, vignettering om de hoeveelheid vignettering te regelen. 3 Druk op J. Druk op J om af te sluiten zodra de instellingen zijn voltooid.
❚❚ i Miniatuureffect 1 Selecteer livebeeld. Druk op de a-knop. Het beeld door het objectief wordt in de monitor weergegeven. a-knop 2 Positioneer het scherpstelpunt. Gebruik de multi-selector om het scherpstelpunt in het scherp te stellen gebied te plaatsen en druk vervolgens de ontspanknop half in om de scherpstelling te controleren. Druk op X (T) om de opties voor miniatuureffect tijdelijk uit het scherm te wissen en het beeld in de monitor te vergroten om nauwkeurig te kunnen scherpstellen.
4 Pas opties aan. Druk op 4 of 2 om de richting te kiezen van het scherp te stellen gebied en druk op 1 of 3 om de breedte van het gebied aan te passen. 5 Druk op J. Druk op J om af te sluiten zodra de instellingen zijn voltooid.
❚❚ u Selectieve kleur 1 Selecteer livebeeld. Druk op de a-knop. Het beeld door het objectief wordt in de monitor weergegeven. a-knop 2 Geef opties weer. Druk op J om opties voor selectieve kleur weer te geven. 3 Selecteer een kleur.
4 Kies het kleurbereik. Kleurbereik Druk op 1 of 3 om het bereik van gelijkwaardige tinten, die in het definitieve beeld worden vastgelegd, te verhogen of te verlagen. Kies uit waarden tussen 1 en 7; merk op dat hogere waarden tinten van andere kleuren kunnen bevatten. 5 Selecteer meer kleuren. Draai, om nog meer kleuren te selecteren, aan de hoofdinstelschijf om één van de drie kleurvakken bovenaan het scherm te markeren en herhaal Stap 3 en 4 om een andere kleur te selecteren.
Standen P, S, A en M Standen P, S, A en M bieden verschillende regelniveaus voor sluitertijd en diafragma. Een stand kiezen Stand P S A M Beschrijving Automatisch programma (0 73): De camera stelt sluitertijd en diafragma in voor optimale belichting. Aanbevolen voor snapshots en in andere situaties met weinig tijd voor het aanpassen van de camera-instellingen. Sluitertijdvoorkeuze (0 74): Gebruiker kiest sluitertijd; camera selecteert diafragma voor de beste resultaten.
P: Automatisch programma In deze stand past de camera sluitertijd en diafragma automatisch aan volgens een ingebouwd programma voor een optimale belichting in de meeste situaties. A Flexibel programma In stand P kunnen verschillende combinaties van sluitertijd en diafragma worden geselecteerd door aan de hoofdinstelschijf te draaien terwijl de belichtingsmeters ingeschakeld zijn (“flexibel programma”).
S: Sluitertijdvoorkeuze In de stand sluitertijdvoorkeuze kunt u zelf de sluitertijd kiezen terwijl de camera automatisch het diafragma selecteert dat de optimale belichting oplevert. Draai aan de hoofdinstelschijf terwijl de belichtingsmeters aan zijn om een sluitertijd te kiezen. Sluitertijd kan worden ingesteld op “v” of op waarden tussen 30 sec. en 1/8.000 sec.
A: Diafragmavoorkeuze In diafragmavoorkeuze kiest u het diafragma terwijl de camera automatisch de sluitertijd selecteert die de optimale belichting oplevert. Draai, om een diafragma te kiezen uit de minimale en maximale waarden van het objectief, aan de secundaire instelschijf terwijl de belichtingsmeters ingeschakeld zijn.
M: Handmatig In handmatige belichtingsstand regelt u zowel sluitertijd als diafragma. Draai, terwijl de belichtingsmeters ingeschakeld zijn, aan de hoofdinstelschijf om een sluitertijd te kiezen en aan de secundaire instelschijf om diafragma in te stellen. Sluitertijd kan worden ingesteld op “v” of op waarden tussen 30 sec. en 1/8.000 sec., of de sluiter kan voor onbepaalde tijd worden opengehouden voor een lange tijdopname (A of %, 0 79).
A AF Micro NIKKOR-objectieven Onder voorwaarde dat een externe belichtingsmeter wordt gebruikt, hoeft u alleen rekening te houden met de belichtingsverhouding wanneer de diafragmaring wordt gebruikt voor het instellen van het diafragma. A De belichtingsaanduidingen Als er een andere sluitertijd dan “bulb” of “tijd” is geselecteerd, tonen de belichtingsaanduidingen of de foto wel of niet onder- of overbelicht zal zijn bij de huidige instellingen.
A Geluidssignalen tijdens livebeeld Een geluidssignaal kan klinken als u diafragma aanpast, de livebeeldselector gebruikt of tijdens livebeeld aan de standknop draait. Dit duidt niet op een fout of defect.
Lange tijdopnamen (alleen stand M) Selecteer de volgende sluitertijden voor lange tijdopnamen van bewegende lichten, de sterren, nachtlandschappen of vuurwerk. • Bulb (A): De sluiter blijft open terwijl de ontspanknop ingedrukt wordt Sluitertijd: A gehouden. Gebruik een statief of een (belichting van optionele draadloze afstandsbediening 35 seconden) Diafragma: f/25 (0 287) of afstandsbedieningskabel (0 287) om onscherpte te voorkomen.
❚❚ Bulb 1 Draai de standknop naar M. Standknop 2 Kies de sluitertijd. Draai, terwijl de belichtingsmeters ingeschakeld zijn, aan de hoofdinstelschijf om sluitertijd “Bulb” (A) te kiezen. Hoofdinstelschijf Bedieningspaneel Monitor 3 Maak de foto. Druk, na het scherpstellen, de ontspanknop op de camera of op de optionele draadloze afstandsbediening of afstandsbedieningskabel volledig in. Verwijder uw vinger van de ontspanknop zodra de opname is voltooid.
❚❚ Tijd 1 Draai de standknop naar M. Standknop 2 Kies de sluitertijd. Draai, terwijl de belichtingsmeters ingeschakeld zijn, aan de hoofdinstelschijf om sluitertijd “Tijd” (%) te kiezen. Hoofdinstelschijf Bedieningspaneel Monitor 3 Open de sluiter. Druk, na het scherpstellen, de ontspanknop op de camera of optionele afstandsbediening, afstandsbedieningskabel of draadloze afstandsbediening volledig in. 4 Sluit de sluiter. Herhaal de bewerking uitgevoerd in Stap 3.
A ML-L3 afstandsbedieningen Als u een ML-L3 afstandsbediening gaat gebruiken, selecteer dan de afstandsbedieningsstand (Vertraagd op afstand, Direct op afstand of Spiegel omhoog op afstand) met behulp van de optie Afstandsbedieningsstand (ML-L3) in het foto-opnamemenu (0 175). Mocht u een ML-L3 afstandsbediening gebruiken, merk dan op dat foto’s in stand “Tijd” worden gemaakt, ook al is “Bulb”/A geselecteerd voor sluitertijd.
Gebruikersinstellingen: Standen U1 en U2 Wijs veelgebruikte instellingen toe aan de posities U1 en U2 op de standknop. Gebruikersinstellingen opslaan 1 Selecteer een stand. Standknop Draai de standknop naar de gewenste stand. 2 Pas instellingen aan.
3 Selecteer Gebruikersinstellingen opslaan. Druk op de G-knop om de menu’s weer te geven. Markeer Gebruikersinstellingen opslaan in het setup-menu en druk op 2. G-knop 4 Selecteer Opslaan in U1 of Opslaan in U2. Markeer Opslaan in U1 of Opslaan in U2 en druk op 2. 5 Sla de gebruikersinstellingen op. Markeer Instellingen opslaan en druk op J om de instellingen, geselecteerd in Stap 1 en 2, toe te wijzen aan de standknoppositie geselecteerd in Stap 4.
Gebruikersinstellingen terugzetten Voer het volgende uit om instellingen voor U1 of U2 terug te zetten naar standaardwaarden: 1 Selecteer Gebruikersinstell. terugzetten. Druk op de G-knop om de menu’s weer te geven. Markeer Gebruikersinstell. terugzetten in het setup-menu en druk op 2. G-knop 2 Selecteer U1 terugzetten of U2 terugzetten. Markeer U1 terugzetten of U2 terugzetten en druk op 2. 3 Zet de gebruikersinstellingen terug. Markeer Terugzetten en druk op J.
Ontspanstand Een ontspanstand kiezen Druk op de ontgrendelingsknop van de keuzeknop voor de ontspanstand en draai de keuzeknop voor de ontspanstand zodanig dat de aanwijzer op een lijn ligt met de gewenste instelling. Aanwijzer Stand S CL CH Q QC E MUP 86 Beschrijving Enkel beeld: De camera maakt één foto telkens wanneer de ontspanknop wordt ingedrukt. Continu lage snelheid: Zolang de ontspanknop ingedrukt wordt gehouden, maakt de camera foto’s met een snelheid van 1–7 beelden per seconde.
* Gemiddelde beeldsnelheid met een EN-EL15a-accu, continue servo-AF, handmatig of sluitertijdvoorkeuze belichting, een sluitertijd van 1/250 sec. of korter, overige instellingen (of in het geval van CL, resterende instellingen anders dan Persoonlijke instelling d1) bij standaardwaarden en resterend geheugen in het buffergeheugen. De vermelde snelheden zijn mogelijk niet beschikbaar onder bepaalde omstandigheden.
A Livebeeld Als een continue ontspanstand wordt gebruikt tijdens livebeeld, zullen foto’s worden weergegeven in plaats van het beeld door het objectief terwijl de ontspanknop wordt ingedrukt. A Zie ook Voor meer informatie over: • Kiezen van het maximaal aantal foto’s in een enkele serieopname kunnen worden gemaakt, zie A > Persoonlijke instelling d2 (Max. aant. continuopn., 0 263). • Het aantal foto’s dat in een enkele serieopname kan worden gemaakt, zie “Geheugenkaartcapaciteit” (0 347).
Zelfontspannerstand (E) De zelfontspanner kan worden gebruikt voor zelfportretten of om cameratrilling te verminderen. 1 Selecteer de zelfontspannerstand. Druk op de ontgrendelingsknop van de keuzeknop voor de ontspanstand en draai de keuzeknop voor de ontspanstand naar E. Keuzeknop ontspanstand 2 Kadreer de foto en stel scherp.
A De zoeker afdekken Verwijder, bij het fotograferen zonder uw oog tegen de zoeker, de rubberen oogschelp (q) en plaats het meegeleverde oculairkapje zoals aangeduid (w). Dit voorkomt dat licht dat via de zoeker binnenvalt in foto’s verschijnt of de belichting verstoort. Houd de camera stevig vast bij het verwijderen van de rubberen oogschelp.
Stand spiegel omhoog (MUP) Kies deze stand om onscherpte veroorzaakt door beweging van de camera bij een opgeklapte spiegel te minimaliseren. Druk, om de stand voor spiegel omhoog te gebruiken, op de ontgrendelingsknop van de ontspanknop en draai de keuzeknop voor de ontspanstand naar MUP (spiegel omhoog).
A Stand spiegel omhoog Er wordt automatisch een foto gemaakt als er gedurende ongeveer 30 sec. met de spiegel opgeklapt geen bewerkingen worden uitgevoerd. A Onscherpte voorkomen Druk, om onscherpte veroorzaakt door camerabeweging te voorkomen, de ontspanknop soepel in, of gebruik een optionele afstandsbediening, draadloze afstandsbediening of afstandsbedieningskabel (0 287).
Opties voor beeldopname Beeldveld Kies een beeldveld uit DX (24×16) en 1,3× (18×12). Optie a DX (24×16) Z 1,3× (18×12) Beschrijving Foto’s worden vastgelegd bij 23,5 × 15,7 mm beeldveld (DX-formaat). Foto’s worden vastgelegd bij een 18,0 × 12,0 mm beeldveld, waardoor een tele-effect wordt geproduceerd zonder dat er objectieven moeten worden verwisseld.
A Beeldveld De geselecteerde optie wordt in de weergave getoond. Informatiescherm Opnameweergave A De zoekerweergave Er wordt een s-pictogram weergegeven in de zoeker wanneer de 1,3× DX-uitsnede is geselecteerd. 1,3× DX-uitsnede A Zie ook Voor meer informatie over: • De uitsneden die beschikbaar zijn voor filmopname, zie “De filmuitsnede” (0 190). • Het aantal foto’s dat kan worden opgeslagen bij verschillende beeldveldinstellingen, zie “Geheugenkaartcapaciteit” (0 347).
Het beeldveld kan worden geselecteerd met behulp van de optie Kies beeldveld in de foto-opnamemenu’s of door op een bediening te drukken en aan een instelschijf te draaien. ❚❚ Het Kies beeldveld-menu 1 Selecteer Kies beeldveld. Markeer Kies beeldveld in het fotoopnamemenu en druk op 2. 2 Pas instellingen aan. Kies een optie en druk op J. De geselecteerde uitsnede wordt in de zoeker (0 94) weergegeven. A Beeldformaat Het beeldformaat varieert met de optie geselecteerd voor beeldveld (0 99).
❚❚ Camerabedieningen 1 Wijs beeldveldselectie toe aan een camerabediening. Gebruik Persoonlijke instelling f1 (Aangepaste knoptoewijzing, 0 266) om Kies beeldveld aan een bediening toe te wijzen. 2 Gebruik de geselecteerde bediening om een beeldveld te kiezen. Het beeldveld kan worden geselecteerd door op de geselecteerde bediening te drukken en aan de hoofd- of secundaire instelschijf te draaien totdat de gewenste uitsnede in de zoeker wordt weergegeven (0 94).
Beeldkwaliteit De D7500 ondersteunt de volgende beeldkwaliteitsopties: Optie Bestandstype NEF (RAW) NEF NEF (RAW) + JPEG Fijn★/ NEF (RAW) + JPEG Fijn NEF (RAW) + JPEG Normaal★/ NEF (RAW) + JPEG Normaal NEF (RAW) + JPEG Basis★/ NEF (RAW) + JPEG Basis Twee beelden worden vastgelegd, één NEF (RAW)-afbeelding en één JPEG Fijnafbeelding. NEF/JPEG JPEG Basis★/ JPEG Basis Twee beelden worden vastgelegd, één NEF (RAW)-afbeelding en één JPEG Normaalafbeelding.
Beeldkwaliteit kan worden ingesteld door de X (T)-knop in te drukken en aan de hoofdinstelschijf te draaien totdat de gewenste instelling in het informatiescherm wordt weergegeven. X (T)-knop Hoofdinstelschijf A JPEG-compressie Beeldkwaliteitsopties met een sterretje (“★”) gebruiken compressie, bedoeld om maximale kwaliteit te garanderen; het formaat van de bestanden varieert met de scène.
Beeldformaat Beeldformaat wordt gemeten in pixels.
Scherpstelling Scherpstelling kan automatisch (0 100) of handmatig (0 115) worden aangepast. De gebruiker kan ook het scherpstelpunt voor automatische of handmatige scherpstelling (0 107) selecteren of scherpstelvergrendeling gebruiken om scherp te stellen en foto’s opnieuw samen te stellen na het scherpstellen (0 111). Autofocus Draai de selectieknop voor de scherpstelstand naar AF om autofocus te gebruiken.
De volgende autofocusstanden kunnen worden geselecteerd tijdens livebeeld: Stand AF-S AF-F Beschrijving Enkelvoudige servo-AF: Voor stilstaande onderwerpen. Scherpstelling vergrendelt wanneer ontspanknop half wordt ingedrukt. U kunt ook scherpstellen door uw onderwerp in de monitor aan te raken, waardoor de scherpstelling vergrendelt totdat u uw vinger van het scherm haalt om de foto te maken. Fulltime-servo-AF: Voor bewegende onderwerpen. Camera stelt continu scherp totdat ontspanknop wordt ingedrukt.
A Anticiperende scherpstelling (Zoekerfotografie) In AF-C-stand of wanneer continue servo-autofocus is geselecteerd in de AF-A-stand zal de camera anticiperende scherpstelling in werking stellen als het onderwerp in of uit de richting van de camera beweegt terwijl de ontspanknop half wordt ingedrukt. Hierdoor kan de camera de scherpstelling volgen terwijl deze probeert in te schatten waar het onderwerp zich zal bevinden wanneer de sluiter wordt ontspannen.
AF-veldstand AF-veldstand regelt hoe de camera het scherpstelpunt voor autofocus selecteert. De volgende opties zijn beschikbaar tijdens zoekerfotografie: • Enkelpunts AF: Selecteer het scherpstelpunt; de camera stelt alleen scherp op het onderwerp in het geselecteerde scherpstelpunt. Gebruik voor stilstaande onderwerpen. • Dynamisch veld-AF: Selecteer het scherpstelpunt.
• 3D-tracking: Selecteer het scherpstelpunt. In de scherpstelstanden AF-A en AF-C volgt de camera onderwerpen die het geselecteerde scherpstelpunt verlaten en selecteert zo nodig nieuwe scherpstelpunten. Gebruik deze optie om snel de compositie van foto’s samen te stellen met onderwerpen die onregelmatig van de ene naar de andere kant bewegen (bijv. tennisspelers).
A 3D-tracking Wanneer de ontspanknop half wordt ingedrukt, worden de kleuren in het gebied rond het scherpstelpunt opgeslagen in de camera. Hierdoor levert 3D-tracking mogelijk niet de gewenste resultaten op bij onderwerpen die dezelfde kleur hebben als de achtergrond of die een zeer klein deel van het beeld beslaan.
De volgende AF-veldstanden kunnen worden geselecteerd tijdens livebeeld: • ! Gezichtprioriteit-AF: Gebruik voor portretten. De camera detecteert en stelt automatisch scherp op personen; het geselecteerde onderwerp wordt aangeduid door een dubbele gele rand (bij het detecteren van meerdere gezichten stelt de camera scherp op de dichtstbijzijnde persoon; gebruik de multi-selector om een ander persoon te kiezen).
• & AF met meevolgende scherpst.: Gebruik de multi-selector om het scherpstelpunt op uw onderwerp te plaatsen en druk op J om het volgen te starten. Het scherpstelpunt volgt het geselecteerde onderwerp terwijl het door het beeld beweegt. Druk nogmaals op J om het volgen te beëindigen. Anderzijds kunt u meevolgen starten door uw onderwerp aan te raken in de monitor; til, om het meevolgen te beëindigen en een foto te maken, uw vinger van het scherm.
AF-veldstand kan worden geselecteerd door op de AF-standknop te drukken en aan de secundaire instelschijf te draaien totdat de gewenste instelling wordt weergegeven.
A AF-veldstand (Zoekerfotografie) AF-veldstand wordt in het bedieningspaneel en in de zoeker getoond. AF-veldstand Bedieningspaneel Zoeker Zoekerbeeldscherptepuntweergave Enkelpunts AF 9-punten dynamisch veld-AF * 21-punten dynamisch veld-AF * 51-punten dynamisch veld-AF * 3D-tracking Groep-veld-AF Automatisch veldAF * Alleen het actieve scherpstelpunt wordt in de zoeker weergegeven. De overige scherpstelpunten verschaffen informatie ter ondersteuning van de scherpstelbediening.
D Autofocus gebruiken in livebeeld Gebruik een AF-S- of AF-P-objectief. De gewenste resultaten worden mogelijk niet verkregen met andere objectieven of teleconverters. Merk op dat in livebeeld autofocus trager is en de monitor helderder of donkerder kan worden terwijl de camera scherpstelt. Het scherpstelpunt wordt soms groen weergegeven wanneer de camera niet kan scherpstellen.
Scherpstelvergrendeling Scherpstelvergrendeling kan worden gebruikt om na het scherpstellen de compositie te wijzigen, zodat op een onderwerp kan worden scherpgesteld dat in de uiteindelijke compositie niet scherp in beeld zal zijn. Als de camera niet kan scherpstellen met behulp van autofocus (0 114), kan scherpstelvergrendeling tevens worden gebruikt voor het opnieuw samenstellen van de foto na het scherpstellen op een ander voorwerp op dezelfde afstand als uw oorspronkelijke onderwerp.
2 Vergrendel de scherpstelling. Scherpstelstanden AF-A en AF-C (zoekerfotografie): Druk, met de ontspanknop half ingedrukt (q), op de A AE-L/AF-L-knop (w) om zowel scherpstelling als belichting te vergrendelen (in de zoeker wordt een AE-L-pictogram weergegeven). Scherpstelling blijft vergrendeld terwijl de A AE-L/AF-L-knop wordt ingedrukt, ook al verwijdert u uw vinger van de ontspanknop.
3 Stel de compositie van de foto opnieuw samen en maak de foto. Scherpstelling blijft vergrendeld tussen opnamen als u de ontspanknop half ingedrukt houdt (AF-S en livebeeld) of A AE-L/AF-L-knop ingedrukt houdt, zodat verschillende opeenvolgende foto’s bij dezelfde scherpstelinstelling kunnen worden gemaakt. Zoekerfotografie Livebeeld Verander niet de afstand tussen de camera en het onderwerp terwijl scherpstelvergrendeling in werking is.
A Goede resultaten verkrijgen met autofocus Autofocus werkt niet goed in de onderstaande omstandigheden. De ontspanknop wordt mogelijk uitgeschakeld als de camera onder deze omstandigheden niet kan scherpstellen, of de scherpstelaanduiding (I) wordt mogelijk weergegeven en de camera laat een signaal horen, waardoor de sluiter wordt ontspannen zelfs wanneer het onderwerp niet scherp in beeld is.
Handmatige scherpstelling Handmatige scherpstelling is beschikbaar voor objectieven die geen autofocus ondersteunen (niet-AF NIKKOR-objectieven) of wanneer autofocus niet het gewenste resultaat oplevert (0 114). • AF-objectieven: Stel de Selectieknop voor scherpstelstand scherpstelstandschakelaar van het objectief (indien aanwezig) en de selectieknop voor de scherpstelstand van de camera in op M.
❚❚ De elektronische afstandsmeter (Zoekerfotografie) De aanduiding van de zoekerbeeldscherpte kan worden gebruikt om te controleren of het onderwerp in het geselecteerde scherpstelpunt scherp in beeld is (het scherpstelpunt kan uit 51 scherpstelpunten worden geselecteerd). Druk de ontspanknop half in nadat het onderwerp in het geselecteerde scherpstelpunt is geplaatst en draai aan de scherpstelring van het objectief totdat de scherpstelaanduiding (I) wordt weergegeven.
A Livebeeld Druk op de X (T)-knop om in te zoomen voor nauwkeurige scherpstelling in livebeeld (0 57).
ISO-gevoeligheid De gevoeligheid van de camera voor licht kan worden aangepast aan de hoeveelheid licht die beschikbaar is. ISO-gevoeligheid instellen Kies uit instellingen die variëren van ISO 100 tot ISO 51200 in stappen die gelijk zijn aan 1/3 LW. Instellingen van ongeveer 0,3 tot 1 LW onder ISO 100 en 0,3 tot 5 LW boven ISO 51200 zijn bovendien beschikbaar voor speciale situaties.
A Het foto-opnamemenu ISO-gevoeligheid kan eveneens worden aangepast vanuit het fotoopnamemenu. Kies ISO-gevoeligheid instellen in het foto-opnamemenu om instellingen voor foto’s aan te passen (0 253). A Livebeeld In livebeeld wordt de geselecteerde waarde in de monitor weergegeven.
Autom inst ISO-gevoeligheid (alleen standen P, S, A en M) Als Aan is geselecteerd voor ISO-gevoeligheid instellen > Autom inst ISO-gevoeligheid in het foto-opnamemenu, wordt de ISOgevoeligheid automatisch aangepast als er geen optimale belichting kan worden verkregen bij de waarde geselecteerd door de gebruiker (ISO-gevoeligheid wordt op juiste wijze aangepast zodra de flitser wordt gebruikt). 1 Selecteer Autom inst ISOgevoeligheid.
3 Pas instellingen aan. De maximale waarde voor automatische ISO-gevoeligheid kan worden geselecteerd met behulp van Maximale gevoeligheid (de minimale waarde voor automatische ISO-gevoeligheid is automatisch ingesteld op ISO 100; wanneer de ISO-gevoeligheid die is geselecteerd door de gebruiker hoger is dan de waarde gekozen voor Maximale gevoeligheid, wordt de waarde die is geselecteerd door de gebruiker ervoor in de plaats gebruikt).
A Livebeeld In livebeeld wordt de aanduiding van de automatische instelling voor ISOgevoeligheid in de monitor weergegeven. A Langste sluitertijd Automatische sluitertijdselectie kan worden verfijnd door Automatisch te markeren en op 2 te drukken: bijvoorbeeld waarden korter dan de waarden die doorgaans automatisch worden geselecteerd, kunnen worden gebruikt met teleobjectieven om onscherpte te verminderen. Merk echter op dat Automatisch alleen functioneert met CPU-objectieven.
Belichting Lichtmeting (alleen standen P, S, A en M) Kies hoe de camera de belichting instelt in de standen P, S, A en M (in andere standen selecteert de camera de lichtmeetmethode automatisch). Optie a Z b 4 Beschrijving Matrix: Produceert natuurlijke resultaten in de meeste situaties.
Druk, om een lichtmeetoptie te kiezen, op de W (Z)-knop en draai aan de hoofdinstelschijf totdat de gewenste instelling wordt weergegeven. W (Z)-knop Hoofdinstelschijf Bedieningspaneel A Livebeeld In livebeeld wordt de geselecteerde optie in de monitor weergegeven.
Vergrendeling automatische belichting Gebruik vergrendeling voor automatische belichting om foto’s opnieuw samen te stellen na het gebruik van centrumgerichte meting en spotmeting (0 123) voor het meten van de belichting. 1 Vergrendel de belichting. Plaats het onderwerp in het geselecteerde scherpstelpunt en druk de ontspanknop half in.
2 Stel de foto opnieuw samen. Pas de compositie van de foto aan, houd daarbij de A AE-L/AF-L-knop ingedrukt en maak de foto. A Spotmeting In spotmeting wordt de belichting vergrendeld bij de waarde gemeten bij het geselecteerde scherpstelpunt.
Belichtingscorrectie (alleen standen P, S, A, M, SCENE en EFFECTS) Belichtingscorrectie wordt gebruikt om de belichting aan te passen van de waarde die is voorgesteld door de camera, zodat foto’s lichter of donkerder worden. Deze functie werkt het best in combinatie met centrumgerichte meting of spotmeting (0 123). Kies uit waarden tussen –5 LW (onderbelichting) en +5 LW (overbelichting) in stappen van 1/3 LW.
Bij andere waarden dan ±0,0 knippert de 0 in het midden van de belichtingsaanduidingen (behalve in stand M) en wordt een E-pictogram in het bedieningspaneel en de zoeker weergegeven nadat u de E-knop ontspant. De huidige waarde voor belichtingscorrectie kan worden bevestigd in de belichtingsaanduiding door op de E-knop te drukken. Normale belichting kan worden hersteld door belichtingscorrectie in te stellen op ±0.
A Zie ook Voor meer informatie over: • Het kiezen van de beschikbare stapgroottes voor belichtingscorrectie, zie A > Persoonlijke instelling b2 (Stapgrootte inst. belichting, 0 262). • Het maken van aanpassingen aan belichtingscorrectie zonder op de E-knop te drukken, zie A > Persoonlijke instelling b3 (Eenv. belichtingscorrectie, 0 262). • Het automatisch variëren van belichting, flitssterkte, witbalans of Actieve D-Lighting, zie “Bracketing” (0 209).
Witbalans (alleen standen P, S, A en M) Witbalans zorgt ervoor dat kleuren niet worden beïnvloed door de kleur van de lichtbron. Witbalansopties In andere standen dan P, S, A en M wordt witbalans automatisch ingesteld door de camera. Automatische witbalans wordt voor de meeste lichtbronnen aanbevolen in de standen P, S, A en M, maar, indien nodig, kunnen andere waarden worden geselecteerd overeenkomstig het type bron: Optie (Kleurtemp. *) v Automatisch Normaal (3.500–8.
Optie (Kleurtemp. *) H Direct zonlicht (5.200 K) N Flitslicht (5.400 K) Beschrijving Gebruik voor onderwerpen verlicht door direct zonlicht. Voor flitserfotografie. Gebruik bij daglicht onder bewolkte hemel. Gebruik bij daglicht met onderwerpen M Schaduw (8.000 K) in de schaduw. Kies kleurtemperatuur Kies kleurtemperatuur uit lijst met K (2.500–10.000 K) waarden (0 137). Gebruik een voorwerp, lichtbron of bestaande foto als referentie voor L Handmatige voorinstelling witbalans (0 139).
A De opnamemenu’s Witbalans kan tevens worden aangepast met behulp van de optie Witbalans in het foto- of filmopnamemenu (0 254, 258), welke ook kan worden gebruikt om witbalans fijn af te stellen (0 134) of witbalansvoorinstellingen te beheren (0 139).
A Kleurtemperatuur De waargenomen kleur van een lichtbron varieert per beeld en andere omstandigheden. Kleurtemperatuur is een objectieve maateenheid voor de kleur van een lichtbron, die wordt gedefinieerd met betrekking tot de temperatuur waarop een voorwerp zou moeten worden verhit om licht met dezelfde golflengte uit te stralen. Terwijl lichtbronnen met een kleurtemperatuur in de buurt van 5.000–5.
Fijnafstelling witbalans Bij andere instellingen dan K (Kies kleurtemperatuur) kan witbalans verder worden “verfijnd” om kleurverschillen van de lichtbron te compenseren of om een foto opzettelijk van een kleurzweem te voorzien. ❚❚ Het witbalansmenu Selecteer, om witbalans fijn af te stellen vanuit het fotoopnamemenu, Witbalans en volg de onderstaande stappen. 1 Geef de opties voor fijnafstelling weer.
3 Druk op J. Druk op J om instellingen op te slaan en terug te keren naar het foto-opnamemenu. ❚❚ De L (U)-knop Bij andere instellingen dan K (Kies kleurtemperatuur) en L (Handmatige voorinstelling), kan de L (U)-knop worden gebruikt voor fijnafstelling van witbalans op de amber (A)–blauw (B) as (0 134; gebruik de L (U)-knop Secundaire opnamemenu’s voor de instelschijf fijnafstelling van witbalans wanneer L is geselecteerd, zoals beschreven in “Fijnafstelling handmatige voorinstelling witbalans”, 0 147).
A Fijnafstelling witbalans Zodra witbalans is fijnafgesteld, zal er een sterretje (“E”) naast de witbalansinstelling worden weergegeven. Merk op dat de kleuren op de assen voor fijnafstelling relatief zijn, niet absoluut. Als de cursor bijvoorbeeld in de richting van B (blauw) beweegt wanneer een “warme” instelling zoals J (Gloeilamplicht) is geselecteerd voor witbalans, worden foto’s enigszins “kouder” maar niet echt blauw.
Een kleurtemperatuur kiezen Volg de onderstaande stappen om een kleurtemperatuur te kiezen wanneer K (Kies kleurtemperatuur) is geselecteerd voor witbalans. D Kies kleurtemperatuur Merk op dat de gewenste resultaten niet worden verkregen met flitslicht of tl-verlichting. Kies N (Flitslicht) of I (Tl-licht) voor deze bronnen. Maak bij andere lichtbronnen een testopname om te bepalen of de geselecteerde waarde geschikt is.
3 Druk op J. Druk op J om de wijzigingen op te slaan en terug te keren naar de opnamemenu’s. Als een andere waarde dan 0 is geselecteerd voor de as groen (G)–magenta (M), dan wordt een sterretje (“E”) weergegeven naast het K-pictogram. ❚❚ De L (U)-knop Wanneer K (Kies kleurtemperatuur) is geselecteerd, kan de L (U)knop worden gebruikt om de kleurtemperatuur te selecteren, hoewel dit alleen geldt voor de as amber (A)–blauw (B).
Handmatige voorinstelling Handmatige voorinstelling wordt gebruikt om aangepaste witbalansinstellingen op te slaan en op te roepen om opnamen bij verschillende soorten licht te maken of om lichtbronnen met een duidelijke kleurzweem te corrigeren. De camera kan maximaal zes waarden opslaan voor handmatige voorinstelling witbalans in voorinstellingen d-1 tot en met d-6.
2 Stel witbalans in op L (Handmatige voorinstelling). Druk op de L (U)-knop en draai aan de hoofdinstelschijf totdat L wordt weergegeven in het informatiescherm. L (U)-knop Hoofdinstelschijf 3 Selecteer een voorinstelling. Druk op de L (U)-knop en draai aan de secundaire instelschijf totdat de gewenste witbalansvoorinstelling (d-1 tot d-6) wordt weergegeven in het informatiescherm.
4 Selecteer stand voor direct meten. Ontspan kort de L (U)-knop en druk vervolgens op de knop totdat D begint te knipperen in het bedieningspaneel en de zoeker. 5 Meet witbalans. Kadreer, net voordat de aanduidingen stoppen met knipperen, het referentievoorwerp zodat het de zoeker vult en druk de ontspanknop volledig in. De camera zal een waarde voor witbalans meten en de voorinstelling opslaan in de voorinstelling geselecteerd in Stap 3.
6 Controleer de resultaten. Als de camera een waarde voor witbalans heeft kunnen meten, knippert C in het bedieningspaneel terwijl de zoeker een knipperende a toont. Druk de ontspanknop half in om terug te keren naar de opnamestand. Als de verlichting te donker of te helder is, kan de camera witbalans mogelijk niet meten. Een knipperende b a verschijnt in het bedieningspaneel en de zoeker. Druk de ontspanknop half in om terug te keren naar Stap 5 en de witbalans opnieuw te meten.
Livebeeld (Spot-witbalans) Tijdens livebeeld kan witbalans in een geselecteerd gebied van het beeld worden gemeten, waardoor de noodzaak om een referentievoorwerp voor te bereiden of objectieven te verwisselen tijdens telefotografie niet meer nodig is. 1 Druk op de a-knop. De spiegel wordt opgeklapt en het beeld door het objectief wordt weergegeven in de cameramonitor. 2 Stel witbalans in op L (Handmatige voorinstelling).
3 Selecteer een voorinstelling. Druk op de L (U)-knop en draai aan de secundaire instelschijf totdat de gewenste witbalansvoorinstelling (d-1 tot d-6) wordt weergegeven in de monitor. L (U)-knop Secundaire instelschijf 4 Selecteer stand voor direct meten. Ontspan kort de L (U)-knop en druk vervolgens op de knop totdat het Lpictogram in de monitor begint te knipperen. Er wordt een spotwitbalansdoel (r) weergegeven bij het geselecteerde scherpstelpunt. 5 Plaats het doel boven een wit of grijs veld.
6 Meet witbalans. Druk op J of druk de ontspanknop volledig in om de witbalans te meten. De tijd beschikbaar om witbalans te meten is de tijd geselecteerd voor Persoonlijke instelling c4 (Monitor uit) > Livebeeld (0 263). Als de camera niet in staat is de witbalans te meten, wordt het rechts getoonde bericht weergegeven. Kies een nieuw witbalansdoel en herhaal het proces vanaf Stap 5. 7 Sluit stand voor direct meten af. Druk op de L (U)-knop om stand voor direct meten af te sluiten.
Voorinstellingen beheren ❚❚ Witbalans van een foto kopiëren Voer de onderstaande stappen uit om een waarde voor witbalans vanaf een bestaande foto naar een geselecteerde voorinstelling te kopiëren. 1 Selecteer Handmatige voorinstelling. Selecteer Witbalans in het fotoopnamemenu, markeer vervolgens Handmatige voorinstelling en druk op 2. 2 Selecteer een bestemming. Markeer de bestemmingsvoorinstelling (d-1 tot d-6) en druk op W (Z). 3 Kies Foto selecteren. Markeer Foto selecteren en druk op 2.
5 Kopieer witbalans. Druk op J om de witbalanswaarde voor de gemarkeerde foto naar de geselecteerde voorinstelling te kopiëren. Als de gemarkeerde foto commentaar bevat (0 270), wordt het commentaar naar het commentaar voor de geselecteerde voorinstelling gekopieerd. A Handmatige voorinstelling witbalans fijn afstellen De geselecteerde voorinstelling kan verder worden verfijnd door Fijnafstelling te selecteren en witbalans aan te passen zoals beschreven in “Fijnafstelling witbalans” (0 134).
Beeldverbetering Picture Controls (alleen standen P, S, A en M) In de standen P, S, A en M bepaalt de door u gekozen Picture Control hoe foto’s worden verwerkt (in andere standen selecteert de camera automatisch een Picture Control). Een Picture Control selecteren Kies een Picture Control die past bij het onderwerp of scènetype.
1 Selecteer Picture Control instellen. Markeer Picture Control instellen in het foto-opnamemenu en druk op 2. 2 Selecteer een Picture Control. Markeer een Picture Control en druk op J. A Eigen Picture Controls Eigen Picture Controls worden aangemaakt door middel van aanpassingen aan bestaande Picture Controls met behulp van de optie Picture Control beheren in het foto- of filmopnamemenu (0 254, 258).
Picture Controls aanpassen Een bestaande voorinstelling of eigen Picture Controls (0 149) kunnen worden aangepast aan het onderwerp of de creatieve wensen van de gebruiker. Kies een evenwichtige combinatie van instellingen met behulp van Snel aanpassen of pas de individuele instellingen handmatig aan. 1 Selecteer een Picture Control. Markeer de gewenste Picture Control in de Picture Control-lijst (0 148) en druk op 2. 2 Pas instellingen aan.
❚❚ Picture Control-instellingen Optie Handmatige aanpassingen Beschrijving Verlaag of verhoog het effect van de geselecteerde Picture Control (merk op dat hierdoor alle handmatige Snel aanpassen aanpassingen ongedaan worden gemaakt). Niet beschikbaar voor eigen Picture Controls (0 149). Bepaal de scherpte van omtreklijnen. Selecteer A om Verscherping verscherping automatisch aan te passen aan het scènetype.
A Schakelen tussen handmatig en automatisch Druk op de X (T)-knop om heen en weer te schakelen tussen handmatige en automatische (A) instellingen voor verscherping, lokaal contrast, contrast en verzadiging. A Vorige instellingen De j-aanduiding onder de waarde-aanduiding in het Picture Control-instellingenmenu geeft de vorige waarde voor de instelling aan. Gebruik dit als referentie bij het aanpassen van instellingen.
Details in hoge lichten en schaduwen behouden (alleen standen P, S, A en M) Actieve D-Lighting Met Actieve D-Lighting blijven details in hoge lichten en schaduwen behouden voor foto’s met een natuurlijk contrast. Gebruik deze functie voor onderwerpen met een hoog contrast, bijvoorbeeld wanneer u vanuit een deur of raam een helder verlicht buitentafereel fotografeert of wanneer u op een zonnige dag foto’s maakt van onderwerpen in de schaduw. Deze functie werkt het best in combinatie met matrixmeting (0 123).
Voer het volgende uit om Actieve D-Lighting te gebruiken: 1 Selecteer Actieve D-Lighting. Markeer Actieve D-Lighting in het fotoopnamemenu en druk op 2. 2 Kies een optie. Markeer de gewenste optie en druk op J. Als Y Automatisch is geselecteerd, past de camera automatisch Actieve D-Lighting aan de opnameomstandigheden aan (in stand M is Y Automatisch echter gelijk aan Q Normaal).
Hoog dynamisch bereik (HDR) Gebruikt met contrastrijke onderwerpen, behoudt High Dynamic Range (HDR) details in hoge lichten en schaduwen door twee opnamen te combineren die bij verschillende belichtingen zijn vastgelegd. HDR is het meest effectief bij gebruik met matrixmeting (0 123; met spotmeting of centrumgerichte meting en een objectief zonder CPU is de sterkte van Automatisch gelijk aan Normaal). Het kan niet worden gebruikt voor het vastleggen van NEF (RAW)-afbeeldingen.
2 Selecteer een stand. Markeer HDR-stand en druk op 2. Markeer een van de volgende opties en druk op J. • Om een reeks HDR-foto’s te maken, selecteer 6 Aan (reeks). HDR-opname wordt voortgezet totdat u Uit selecteert voor HDR-stand. • Om één HDR-foto te maken, selecteer Aan (één foto). Normaal fotograferen wordt automatisch hervat nadat u één HDR-foto hebt gemaakt. • Om af te sluiten zonder nog meer HDR-foto’s te maken, selecteer Uit.
4 Kadreer een foto, stel scherp en maak de foto. De camera maakt twee opnamen wanneer de ontspanknop volledig wordt ingedrukt. l j knippert in het bedieningspaneel en l l in de zoeker terwijl de afbeeldingen worden gecombineerd; er kunnen geen foto’s worden gemaakt totdat het vastleggen is voltooid. Ongeacht de momenteel geselecteerde optie voor de ontspanstand, wordt er slechts één foto gemaakt telkens wanneer de ontspanknop wordt ingedrukt.
A De BKT-knop Als HDR (hoog dynamisch bereik) is geselecteerd voor Persoonlijke instelling f1 (Aangepaste knoptoewijzing) > BKT-knop + y (0 266), dan kunt u de HDR-stand selecteren door op de BKT-knop te drukken en aan de hoofdinstelschijf te draaien, en de sterkte door op de BKT-knop te drukken en aan de secundaire instelschijf te draaien.
Flitserfotografie De ingebouwde flitser gebruiken De ingebouwde flitser kan niet alleen worden gebruikt bij onvoldoende natuurlijk licht, maar ook om schaduwen en onderwerpen met tegenlicht in te vullen of om een lichtreflectie toe te voegen aan de ogen van het onderwerp. Automatische pop-up-standen In de standen i, k, p, n, o, s, w, f, d, e en ' klapt de ingebouwde flitser automatisch op en flitst indien nodig. 1 Kies een flitsstand.
2 Maak foto’s. Indien nodig klapt de flitser op wanneer de ontspanknop half wordt ingedrukt en flitst wanneer er een foto wordt gemaakt. Als de flitser niet automatisch opklapt, probeer deze dan NIET met de hand op te klappen. Het niet in acht nemen van deze voorzorgsmaatregel kan de flitser beschadigen.
Handmatige pop-up-standen In de standen P, S, A, M en 0 moet de flitser handmatig worden opgeklapt. De flitser flitst niet als deze niet is opgeklapt. 1 Klap de flitser op. Druk op de M (Y)-knop om de flitser op te klappen. Merk op dat als de flitser uit is of als er een optionele externe flitser wordt bevestigd, de ingebouwde flitser niet zal opklappen; ga verder naar Stap 2. M (Y)-knop 2 Kies een flitsstand (alleen standen P, S, A en M).
❚❚ Flitsstanden De volgende flitsstanden zijn beschikbaar: Invulflits: De flitser flitst bij elke opname. Rode-ogenreductie: Gebruik voor portretten. De flitser flitst bij elke opname, maar voordat deze flitst gaat het lampje van de rodeogenreductie branden om het effect van “rode ogen” te verminderen. Niet beschikbaar in de 0-stand.
A De ingebouwde flitser neerklappen Om stroom te besparen wanneer de flitser niet in gebruik is, moet deze voorzichtig naar beneden worden geklapt totdat de vergrendeling op zijn plaats klikt. D De ingebouwde flitser Verwijder zonnekappen om schaduwen te voorkomen. De flitser heeft een minimumbereik van circa 0,6 m en kan niet worden gebruikt in het macrobereik van zoomobjectieven met een macrofunctie.
Flitserregelingsstand In de standen P, S, A en M kan de flitserregelingsstand voor de ingebouwde flitser worden geselecteerd met behulp van de optie Flitserregeling > Flitserregelingsstand (ingebouwd) in het foto-opnamemenu. De beschikbare opties variëren afhankelijk van het geselecteerde item. Optie Beschrijving De flitssterkte wordt automatisch aangepast in reactie op DDL opnameomstandigheden. Flitssterkte wordt geselecteerd met behulp van Handmatige Handmatig flitssterkte.
A Flitserregeling voor optionele flitsers Wanneer een optionele flitser wordt aangesloten, verandert de optie Flitserregeling > Flitserregelingsstand (ingebouwd) in het fotoopnamemenu in Flitserregelingsstand (extern). A Flitserregelingsstand In i-DDL-flitserregeling stelt de camera de flitssterkte in op basis van licht dat wordt gereflecteerd door een reeks bijna onzichtbare voorafgaande flitsen (voorafgaande monitorflitsen), onmiddellijk afgegeven voordat de hoofdflitser flitst.
A Diafragma, gevoeligheid en flitsbereik Flitsbereik varieert afhankelijk van gevoeligheid (ISO-equivalent) en diafragma. 100 1.4 2 2.8 4 5.6 8 11 16 200 2 2.8 4 5.6 8 11 16 22 Diafragma bij ISO-equivalent van 400 800 1600 3200 2.8 4 5.6 8 4 5.6 8 11 5.
Flitscorrectie (alleen standen P, S, A, M en SCENE) Flitscorrectie wordt gebruikt om de flitssterkte aan te passen met –3 LW tot +1 LW in stappen van 1/3 LW, waarbij de helderheid van het hoofdonderwerp wordt gewijzigd ten opzichte van de achtergrond. Flitssterkte kan worden verhoogd om het hoofdonderwerp helderder te laten lijken, of verlaagd om ongewenste hoge lichten of reflecties te voorkomen. Druk op de M (Y)-knop en draai aan de secundaire instelschijf totdat de gewenste waarde wordt weergegeven.
Bij andere waarden dan ±0,0 wordt een Y-pictogram weergegeven nadat u de M (Y)-knop ontspant. De huidige waarde voor flitscorrectie kan worden bevestigd door op de M (Y)-knop te drukken. Normale flitssterkte kan worden hersteld door flitscorrectie in te stellen op ±0,0. Behalve in de stand SCENE wordt belichtingscorrectie niet teruggezet wanneer de camera wordt uitgeschakeld (in de stand SCENE wordt belichtingscorrectie teruggezet wanneer een andere stand is geselecteerd of de camera uitgeschakeld is).
Flitswaardevergrendeling Deze functie wordt gebruikt om de flitssterkte te vergrendelen, waardoor de compositie van foto’s opnieuw kan worden samengesteld zonder de flitssterkte te wijzigen en wordt gezorgd dat de flitssterkte geschikt is voor het onderwerp, zelfs wanneer het onderwerp niet in het midden van het beeld is geplaatst. Flitssterkte wordt automatisch aangepast voor wijzigingen aan ISOgevoeligheid en diafragma.
4 Stel scherp. Plaats het onderwerp in het midden van het beeld en druk de ontspanknop half in om scherp te stellen. 5 Vergrendel de flitssterkte. Druk, na te hebben gecontroleerd of de flitsgereedaanduiding (M) wordt weergegeven, op de bediening geselecteerd in Stap 1. De flitser geeft vooraf een monitorflits af om de juiste flitssterkte te bepalen. De flitssterkte wordt op deze waarde vergrendeld en er verschijnt een flitswaardevergrendelingspictogram (e) in de weergave. 6 Stel de foto opnieuw samen.
A Lichtmeting Wanneer de ingebouwde flitser zonder een externe flitser wordt gebruikt, wordt het meetgebied voor flitswaardevergrendeling begrenst tot een cirkel van 4 mm in het midden van het beeld. Als de ingebouwde flitser als hoofdflitser voor het bedienen van secundaire flitsers wordt gebruikt, dan meet de camera het gehele beeld.
Informatie over de ingebouwde flitser bekijken In de standen P, S, A en M kunt u op de R-knop drukken om flitserinformatie in het informatiescherm te bekijken (0 201) wanneer de ingebouwde flitser wordt opgeklapt. Het informatiescherm wisselt afhankelijk van de flitserregelingsstand. ❚❚ DDL 1 Flitsgereedaanduiding.....................55 2 Flitserregelingsstand......................164 3 Flitsstand ...........................................162 4 Flitscorrectie .....................................
A Flitserinformatie en camera-instellingen Het flitserinformatiescherm toont geselecteerde camera-instellingen, inclusief opnamestand, sluitertijd, diafragma en ISOgevoeligheid.
Optionele flitsers U kunt: • Een optionele flitser op de accessoireschoen bevestigen (zie de handleiding meegeleverd met de flitser) • Secundaire flitsers bedienen met optische signalen van de ingebouwde flitser (zie de Menugids) • Secundaire flitsers bedienen met optische signalen van een optionele flitser die op de accessoireschoen is bevestigd (zie de Menugids).
Fotograferen met de afstandsbediening Een optionele afstandsbediening ML-L3 gebruiken De optionele afstandsbediening ML-L3 (0 287) kan worden gebruikt om cameratrilling te verminderen of voor zelfportretten. 1 Selecteer Afstandsbedieningsstand (ML-L3). Markeer Afstandsbedieningsstand (ML-L3) in het foto-opnamemenu en druk op 2. 2 Kies een afstandsbedieningsstand. Markeer één van de volgende opties en druk op J. % $ & 7 Optie Vertraagd op afstand Beschrijving Sluiter wordt 2 sec.
4 Maak de foto. Richt, op een afstand van 5 m of minder, de zender op de ML-L3 op de infraroodontvanger op de camera en druk op de ontspanknop van de ML-L3. In de stand vertraagd op afstand brandt het zelfontspannerlampje circa twee seconden voordat de sluiter wordt ontspannen. In de stand direct ontspannen op afstand knippert het zelfontspannerlampje nadat de sluiter is ontspannen.
A De ingebouwde flitser gebruiken Druk, voordat er wordt gefotografeerd met de flitser in handmatige popupstanden (0 161), op de M (Y)-knop om de flitser op te klappen en wacht totdat de flitsgereedaanduiding (M) wordt weergegeven (0 55). Het fotograferen wordt onderbroken als de flitser wordt opgeklapt terwijl de afstandsbedieningsstand in werking is. Als de flitser is vereist, zal de camera pas reageren op de ontspanknop van de ML-L3 zodra de flitser is geladen.
A De afstandsbedieningsstand afsluiten Op afstand bedienen wordt automatisch geannuleerd als er geen foto wordt gemaakt vóór de tijd geselecteerd voor Persoonlijke instelling c5 (Wachttijd afst.bed. (ML-L3), 0 263), Uit is geselecteerd voor Afstandsbedieningsstand (ML-L3), een reset met twee knoppen wordt uitgevoerd (0 206) of opnameopties worden teruggezet met behulp van Zet foto-opnamemenu terug. (0 252).
Films opnemen en bekijken Films opnemen Films kunnen worden opgenomen in livebeeld. 1 Draai de livebeeld-selector naar 1 (filmlivebeeld). Livebeeld-selector 2 Druk op de a-knop. De spiegel wordt opgeklapt en het beeld dat zichtbaar is door het objectief wordt weergegeven in de cameramonitor, aangepast voor de effecten van belichting. Het onderwerp zal niet langer zichtbaar zijn in de zoeker. a-knop A Het 0-pictogram Een 0-pictogram (0 185) geeft aan dat er geen films kunnen worden opgenomen.
3 Stel scherp. Kadreer de beginopname en druk de ontspanknop half in om scherp te stellen; om in te zoomen voor nauwkeurige scherpstelling zoals beschreven in “Zoomvoorbeeld livebeeld” (0 57), druk op de X (T)-knop. Merk op dat het aantal onderwerpen dat kan worden gedetecteerd in gezichtprioriteit-AF afneemt tijdens filmopnamen.
4 Start de opname. Druk op de filmopnameknop om de opname te starten. In de monitor wordt een opnameaanduiding en de beschikbare tijd weergegeven. Belichting kan worden vergrendeld door op de A AE-L/AF-L-knop te drukken Filmopnameknop (0 125) of worden aangepast met maximaal ± 3 LW in stappen van 1/3 LW Opnameaanduiding met behulp van belichtingscorrectie (0 127); spotmeting is niet beschikbaar.
5 Beëindig de opname. Druk nogmaals op de filmopnameknop om de opname te beëindigen. De opname wordt automatisch beëindigd wanneer de maximale lengte is bereikt of wanneer de geheugenkaart vol is (merk op dat afhankelijk van de schrijfsnelheid van de geheugenkaart, de opname mogelijk wordt beëindigd voordat de maximale lengte is bereikt). 6 Sluit livebeeld af. Druk op de a-knop om livebeeld af te sluiten.
De i-knop gebruiken De hieronder vermelde opties zijn toegankelijk door op de i-knop te drukken in filmstand. Gebruik het aanraakscherm of navigeer door het menu met behulp van de multi-selector en J-knop, waarbij de multiselector wordt gebruikt om items te markeren, op 2 wordt gedrukt om opties te bekijken en op J wordt gedrukt om de gemarkeerde optie te selecteren en naar het i-knopmenu terug te keren. Druk opnieuw op de i-knop om de opnameweergave af te sluiten.
Optie Picture Control instellen Beschrijving Kies een Picture Control gebruikt voor films (0 148). Druk op 1 of 3 om de monitorhelderheid aan te passen (merk op dat dit enkel van invloed is op Monitorhelderheid livebeeld en geen effect heeft op foto’s of films of op de helderheid van de monitor voor menu’s of weergave; 0 269). Selecteer Inschakelen om motorgestuurd diafragma Motorgest. diafr. in te schakelen. Druk op 1 om het diafragma te multi-selector vergroten, op 3 om het diafragma te verkleinen.
De livebeeldweergave: Films Item q Pictogram “Geen film” w Volume hoofdtelefoon e Microfoongevoeligheid r Geluidsniveau t Resterende tijd y Filmbeeldformaat u Weergave hoge lichten Aanduiding “Geen i motorgestuurd diafragma” Elektronische VRo aanduiding !0 Onderdrukking windruis !1 Frequentiebereik Beschrijving Geeft aan dat er geen films kunnen worden opgenomen. Volume van geluidsuitvoer naar hoofdtelefoon. Weergegeven wanneer een hoofdtelefoon van een ander merk is aangesloten (0 184).
D De tellerweergave Gedurende 30 sec. wordt een teller weergegeven voordat livebeeld automatisch eindigt (de timer wordt rood als livebeeld op het punt staat te eindigen om de interne circuits te beschermen of, als er een andere optie dan Geen limiet is geselecteerd voor Persoonlijke instelling c4—Monitor uit > Livebeeld; 0 263—5 sec. voordat de monitor op het punt staat automatisch uit te schakelen).
Aanduidingen bekijken en verbergen Druk op de R-knop om aanduidingen in de monitor te verbergen of weer te geven.
Beeldformaat, beeldsnelheid en filmkwaliteit De optie Beeldformaat/beeldsnelheid in het filmopnamemenu wordt gebruikt om het filmbeeldformaat (in pixels) en beeldsnelheid te kiezen. U kunt ook kiezen uit twee opties voor Filmkwaliteit: hoog en normaal. Gezamenlijk bepalen deze opties de maximale bitsnelheid, zoals aangeduid in de onderstaande tabel.
Indices Als Indexmarkering is toegewezen aan een bediening die Persoonlijke instelling g1 (Aangepaste knoptoewijzing, 0 267) gebruikt, dan kunt u tijdens het fotograferen op de geselecteerde bediening drukken om indices toe te voegen die kunnen worden gebruikt om de Index positie van beelden te bepalen tijdens bewerken en weergave (0 195; merk op dat indices niet kunnen worden toegevoegd in stand i). Aan iedere film kunnen maximaal 20 indices worden toegevoegd.
De filmuitsnede Films hebben een beeldverhouding van 16:9 en worden opgenomen met behulp van een uitsnede die verschilt per beeldformaat en de optie geselecteerd voor Kies beeldveld in het filmopnamemenu (0 188, 257). 1.920 × 1.080 en 1.280 × 720 (DX) 1.920 × 1.080 en 1.280 × 720 (1,3×) 3.840 × 2.160 Filmuitsnedeformaten worden hieronder aangeduid: • Bij een beeldformaat van 3.840 × 2.160 bedraagt de filmuitsnede circa 16,2 × 9,1 mm, ongeacht de optie geselecteerd voor Kies beeldveld.
Foto’s maken in filmstand Selecteer, om foto’s in filmstand te maken (of in livebeeld of tijdens filmopnamen) Foto’s maken voor Persoonlijke instelling g1 (Aangepaste knoptoewijzing) > Ontspanknop (0 267). Foto's met een beeldverhouding van 16:9 kunnen op elk gewenst moment worden gemaakt door de ontspanknop volledig in te drukken. Als de filmopname bezig is, zal de opname eindigen en zullen de tot op dat punt opgenomen filmopnamen worden opgeslagen. Behalve bij een beeldformaat van 3.840 × 2.
❚❚ Beeldformaat Het formaat van foto’s gemaakt in filmstand varieert afhankelijk van het filmbeeldformaat (0 188) en, in het geval van foto’s gemaakt bij beeldformaten van 1.920 × 1.080 en 1.280 × 720, met het beeldveld en de optie geselecteerd voor Beeldformaat in het fotoopnamemenu (0 99). Beeldformaat 3.840 × 2.160 Beeldveld Beeldformaat — DX 1.920 × 1.080 1.280 × 720 1,3× Groot Middel Klein Groot Middel Klein Formaat (pixels) 3.840 × 2.160 5.568 × 3.128 4.176 × 2.344 2.784 × 1.560 4.272 × 2.400 3.
D Films opnemen Films worden opgenomen in de sRGB-kleurruimte. In de monitor en in de uiteindelijke film kunnen flikkeringen, banden of vertekeningen zichtbaar zijn onder tl-licht of kwikdamp- of natriumlampen, of met onderwerpen die in beweging zijn, vooral als de camera horizontaal wordt gepand of als een voorwerp horizontaal met hoge snelheid door het beeld beweegt (voor informatie over het verminderen van flikkeringen en banden, zie Flikkerreductie, 0 259).
Films bekijken Films worden aangeduid door een 1-pictogram in schermvullende weergave (0 225). Tik op het a-pictogram in de monitor of druk op J om afspelen te starten; uw huidige positie wordt aangeduid door de filmvoortgangsbalk. 1-pictogram Lengte a-pictogram Huidige positie/totale lengte Filmvoortgangsbalk Volume Gids De volgende bewerkingen kunnen worden uitgevoerd: Functie Pauze Afspelen Achteruit/vooruit Slow motionweergave starten 194 Beschrijving Druk op 3 om weergave te pauzeren.
Functie Sla 10 sec. over Vooruit/achteruit gaan Volume aanpassen Film bijsnijden Beschrijving Draai aan de hoofdinstelschijf om één stop 10 sec. vooruit of achteruit te gaan. Draai aan de secundaire instelschijf om naar de volgende of vorige index te gaan, of ga naar het laatste of eerste beeld als de film geen indices bevat. Druk op X (T) om het volume te verhogen en op W (Z) om te verlagen. Druk op de knop i om filmbewerkingsopties weer te geven (0 196).
Films bewerken Snijd filmopnamen bij om bewerkte filmkopieën te maken of sla de geselecteerde beelden op als JPEG-foto’s. Optie 9 Kies begin-/eindpunt 4 Bewaar geselecteerd beeld Beschrijving Maak een kopie waarvan de ongewenste filmopnamen zijn verwijderd. Sla een geselecteerd beeld als een JPEG-foto op. Films bijsnijden Voer het volgende uit om bijgesneden kopieën van films te maken: 1 Geef een film schermvullend weer (0 225). 2 Pauzeer de film op het nieuwe beginbeeld.
3 Selecteer Kies begin-/eindpunt. Druk op de i-knop, markeer vervolgens Kies begin-/eindpunt en druk op J. 4 Selecteer Beginpunt. Markeer, om een kopie te maken die bij het huidige beeld begint, Beginpunt en druk op J. De beelden voor het huidige beeld zullen worden verwijderd zodra u in Stap 9 de kopie opslaat. Beginpunt 5 Controleer het nieuwe beginpunt. Druk op 4 of 2 om vooruit of achteruit te gaan als het gewenste beeld momenteel niet wordt weergegeven (draai de hoofdinstelschijf één stop om 10 sec.
6 Kies het eindpunt. Druk op L (U) om van de selectietool voor het beginpunt (w) naar de selectietool voor het eindpunt (x) over te schakelen en selecteer vervolgens het afsluitende beeld zoals beschreven in Stap 5. De beelden na het geselecteerde L (U)-knop beeld zullen worden verwijderd zodra u in Stap 9 de kopie opslaat. Eindpunt 7 Maak de kopie. Druk op 1 zodra het gewenste afsluitende beeld wordt weergegeven. 8 Bekijk een voorbeeld van de film.
9 Sla de kopie op. Markeer Opslaan als nieuw bestand en druk op J om de kopie in een nieuw bestand op te slaan. Om het oorspronkelijke filmbestand te vervangen voor de bewerkte kopie, markeer Bestaand bestand vervangen en druk op J. A Films bijsnijden Films moeten ten minste twee seconden lang zijn. De kopie wordt niet opgeslagen als er onvoldoende ruimte beschikbaar is op de geheugenkaart. Kopieën hebben dezelfde aanmaaktijd en -datum als het origineel.
Geselecteerde beelden opslaan Voer het volgende uit om een geselecteerd beeld als JPEG-foto op te slaan: 1 Pauzeer de film op het gewenste beeld. Speel de film af zoals beschreven in “Films bekijken” (0 194), waarbij op J wordt gedrukt om het afspelen te starten of te hervatten en op 3 om te pauzeren. Pauzeer de film bij het beeld dat u wilt kopiëren. 2 Kies Bewaar geselecteerd beeld.
Andere opnameopties De R-knop (Zoekerfotografie) Tijdens zoekerfotografie kunt u op de Rknop drukken om in de monitor een informatiescherm te bekijken met gegevens zoals sluitertijd, diafragma, aantal resterende opnamen en AF-veldstand. R-knop 1 Opnamestand .......................................6 8 Picture Control-aanduiding ......... 148 2 Aanduiding flexibel programma 3 4 5 6 7 9 Aanduiding beeldveld......................93 ..............................................................
12 Belichtingsaanduiding .....................77 18 Autofocusstand............................... 100 13 14 15 16 17 Weergave belichtingscorrectie ... 127 Aanduiding voortgang bracketing Belichtings- en flitsbracketing .................................................. 210 Witbalansbracketing ............... 215 Witbalans.......................................... 130 Aanduiding fijnafstelling witbalans ........................................................... 134 Aanduiding beeldcommentaar...
23 Aanduiding Bluetooth-verbinding 24 25 26 27 28 29 30 31 32 ............................................................ 273 Vliegtuigmodus............................... 272 Aanduiding Wi-Fi-verbinding ................................................... 272, 273 Aanduiding Eye-Fi-verbinding .... 273 Aanduiding satellietsignaal ......... 224 Aanduiding ruisonderdrukking lange sluitertijd .............................. 255 Aanduiding vignetteringscorrectie ...............................................
A Zie ook Voor informatie over het veranderen van de letterkleur in het informatiescherm, zie B > Informatiescherm (0 269). A Het pictogram Y (“Klok niet ingesteld”) De cameraklok wordt gevoed door een onafhankelijke, oplaadbare voedingsbron die indien nodig wordt opgeladen wanneer de hoofdaccu is geplaatst of wanneer de camera door een optionele stroomaansluiting en lichtnetadapter wordt gevoed (0 287). Twee dagen opladen voorziet de klok gedurende ongeveer drie maanden van stroom.
De i-knop Voor toegang tot onderstaande opties, druk op de i-knop tijdens zoeker- en livebeeldfotografie. Gebruik het aanraakscherm of navigeer door het menu met behulp van de multi-selector en Jknop, waarbij de multi-selector wordt gebruikt om items te markeren en op J i-knop wordt gedrukt om opties te bekijken. Druk de ontspanknop half in om naar de opnamestand terug te keren. ❚❚ Zoekerfotografie Optie Aangepaste knoptoewijzing Kies beeldveld Picture Control instellen Actieve D-Lighting Ruisonderdr.
Reset met twee knoppen: Standaardinstellingen herstellen De hieronder vermelde camerainstellingen kunnen naar de standaardwaarden worden teruggezet door de knoppen W (Z) en E langer dan twee seconden tegelijk ingedrukt te houden (deze knoppen zijn gemarkeerd met een groene stip). Het bedieningspaneel schakelt kort uit terwijl de instellingen worden teruggezet.
1 Alleen huidige Picture Control. 2 HDR-sterkte is niet teruggezet. 3 Als meervoudige belichting momenteel bezig is, zal de opname eindigen en wordt meervoudige belichting gecreëerd van opnamen die tot op dat moment zijn vastgelegd. Versterking en aantal opnamen worden niet teruggezet. 4 Als intervalopname momenteel bezig is, zal de opname stoppen. Startdatum, tijd, opname-interval, aantal intervallen en opnamen, en gelijkmatige belichting worden niet teruggezet.
Optie Scherpstelpunt 1 Belichtingsvoorbeeld Motorgest. diafr.
Bracketing (alleen standen P, S, A en M) Bracketing varieert automatisch met belichting, flitssterkte, Actieve D-Lighting (ADL) of enigszins met witbalans voor elke opname door de huidige waarde te “bracketen”. Kies in situaties waarin het moeilijk is om de juiste instellingen te verkrijgen en er geen tijd is de resultaten van iedere foto te controleren of de instellingen van iedere foto aan te passen of te experimenteren met verschillende instellingen voor hetzelfde onderwerp.
❚❚ Belichtings- en flitsbracketing Varieer met belichting en/of flitssterkte voor een reeks foto’s. Belichting aangepast met: 0 LW Belichting aangepast met: –1 LW Belichting aangepast met: +1 LW 1 Kies het aantal opnamen. Houd de BKT-knop ingedrukt en draai aan de hoofdinstelschijf om het aantal opnamen in de bracketingreeks te kiezen.
2 Selecteer een belichtingsstapgrootte. Druk op de BKT-knop en draai aan de secundaire instelschijf om de belichtingsstapgrootte te kiezen. Belichtingsstapgrootte BKT-knop Secundaire instelschijf Bij standaardinstellingen kan de stapgrootte worden gekozen uit 0,3 (1/3), 0,7 (2/3), 1, 2 en 3 LW. De bracketingprogramma’s met een stapgrootte van 0,3 (1/3) LW staan hieronder vermeld. Informatiescherm Aantal opn.
3 Kadreer een foto, stel scherp en maak de foto. De camera varieert de belichting en/of flitssterkte beeld voor beeld, overeenkomstig het geselecteerde bracketingprogramma. Wijzigingen aan de belichting worden toegevoegd aan de wijzigingen gemaakt met belichtingscorrectie (0 127). De aanduiding voortgang bracketing wordt weergegeven terwijl bracketing actief is. Na elke opname verdwijnt een deel van de aanduiding. Aantal opn.
❚❚ Bracketing annuleren Druk, om bracketing te annuleren, op de BKT-knop en draai aan de hoofdinstelschijf totdat er geen opnamen resteren in de bracketingreeks en de bracketingaanduidingen in het bedieningspaneel en de zoeker zijn uitgeschakeld. Het programma dat het laatst actief was, wordt hersteld wanneer bracketing de volgende keer wordt geactiveerd.
A Belichtingsbracketing De camera past de belichting aan door sluitertijd en diafragma (stand P), diafragma (stand S) of sluitertijd (standen A en M) af te wisselen.
❚❚ Witbalansbracketing De camera maakt meerdere kopieën van elke foto, elk met een andere witbalans. 1 Kies het aantal opnamen. Houd de BKT-knop ingedrukt en draai aan de hoofdinstelschijf om het aantal opnamen in de bracketingreeks te kiezen.
2 Selecteer een witbalansstapgrootte. Druk op de BKT-knop en draai aan de secundaire instelschijf om de witbalansaanpassing te kiezen. Elke stapgrootte is grofweg gelijk aan 5 mired. Witbalansstapgrootte BKT-knop Secundaire instelschijf Kies uit stappen van 1 (5 mired), 2 (10 mired) of 3 (15 mired). Hogere B-waarden komen overeen met verhoogde hoeveelheden blauw, hogere A-waarden met verhoogde hoeveelheden amber (0 134). De bracketingprogramma’s met een stapgrootte van 1 staan hieronder vermeld.
3 Kadreer een foto, stel scherp en maak de foto. Elke opname wordt verwerkt om het aantal kopieën te creëren dat is gespecificeerd in het bracketingprogramma, en elke kopie heeft een andere witbalans. Wijzigingen aan witbalans worden toegevoegd aan de witbalansaanpassing gemaakt met fijnafstelling voor witbalans.
❚❚ Bracketing annuleren Druk, om bracketing te annuleren, op de BKT-knop en draai aan de hoofdinstelschijf totdat er geen opnamen resteren in de bracketingreeks en de bracketingaanduidingen in het bedieningspaneel en de zoeker zijn uitgeschakeld. Het programma dat het laatst actief was, wordt hersteld wanneer bracketing de volgende keer wordt geactiveerd.
❚❚ ADL-bracketing De camera varieert Actieve D-Lighting voor een serie belichtingen. 1 Kies het aantal opnamen. Houd de BKT-knop ingedrukt en draai aan de hoofdinstelschijf om het aantal opnamen in de bracketingreeks te kiezen. Hoeveelheid ADL-bracketing BKT-knop Aantal opnamen Hoofdinstelschijf Bij andere instellingen dan nul worden respectievelijk M en D weergegeven in het bedieningspaneel en de zoeker; een z-pictogram en de bracketinghoeveelheid verschijnen in het informatiescherm.
Kies twee opnamen om één foto met uitgeschakelde Actieve D-Lighting te maken en een andere bij een geselecteerde waarde. Kies drie tot vijf opnamen om een serie foto’s te maken met Actieve D-Lighting ingesteld op Uit, Laag en Normaal (drie opnamen), Uit, Laag, Normaal en Hoog (vier opnamen), of Uit, Laag, Normaal, Hoog en Extra hoog (vijf opnamen). Ga naar Stap 3 als u meer dan twee opnamen kiest. 2 Selecteer Actieve D-Lighting.
3 Kadreer een foto, stel scherp en maak de foto. De camera varieert Actieve D-Lighting beeld voor beeld, overeenkomstig het geselecteerde bracketingprogramma. De aanduiding voortgang bracketing wordt weergegeven terwijl bracketing actief is. Na elke opname verdwijnt een deel van de aanduiding. Aantal opn.: 3 Weergave na eerste opname A Livebeeld In livebeeld worden de bracketinginstellingen in de monitor weergegeven.
❚❚ Bracketing annuleren Druk, om bracketing te annuleren, op de BKT-knop en draai aan de hoofdinstelschijf totdat er geen opnamen resteren in de bracketingreeks en de bracketingaanduidingen in het bedieningspaneel en de zoeker zijn uitgeschakeld. Het programma dat het laatst actief was, wordt hersteld wanneer bracketing de volgende keer wordt geactiveerd.
Locatiegegevens Het GP-1/GP-1A GPS-apparaat (apart verkrijgbaar) kan op de accessoire-aansluiting van de camera (0 1) worden aangesloten met behulp van de kabel die is meegeleverd met de GP-1/GP-1A, zodat informatie over de huidige positie van de camera kan worden vastgelegd terwijl de foto’s worden gemaakt. Schakel de camera uit alvorens de GP-1/GP-1A aan te sluiten; zie de handleiding van de GP-1/GP-1A voor meer informatie.
A Smartapparaten Breng, om locatiegegevens van een smartapparaat te downloaden en ze aan erop volgende foto’s toe te voegen, een draadloze verbinding tot stand en selecteer Ja voor Locatiegegevens > Downloaden van smartapparaat in het setup-menu (0 271). A Coordinated Universal Time (UTC) UTC-gegevens zijn afkomstig van het GPS-apparaat en staan los van de cameraklok. A Het o-pictogram De verbindingsstatus wordt getoond door het o-pictogram: • o (statisch): Locatiegegevens verkregen.
Meer over weergave Beelden bekijken W (Z) W (Z) X (T) X (T) Schermvullende weergave Miniatuurweergave Kalenderweergave Schermvullende weergave Druk op de K-knop om foto’s af te spelen. De laatst gemaakte foto wordt in de monitor weergegeven. Extra foto’s kunnen worden weergegeven door naar links of rechts te vegen of op 4 of 2 te drukken; om extra informatie over de huidige foto te bekijken, druk op 1 of 3 (0 231).
Kalenderweergave Druk, om beelden te bekijken die op een geselecteerde datum zijn gemaakt, op de W (Z)-knop wanneer er 72 foto’s worden weergegeven. W (Z)-knop Gebruik het aanraakscherm of de multiKalender selector om datums in de kalender te markeren; de foto’s gemaakt op de geselecteerde datum verschijnen in de miniaturenlijst.
A Draai portret Om “staande” foto’s (portretstand) staand weer te geven, selecteer Aan voor de optie Draai portret in het weergavemenu (0 251). A Controlebeeld Wanneer Aan is geselecteerd voor Controlebeeld in het weergavemenu (0 250) worden foto’s na opname automatisch in de monitor weergegeven (omdat de camera al in de juiste richting staat, worden beelden niet automatisch gedraaid tijdens controlebeeld).
Het aanraakscherm gebruiken Tijdens weergave kan het aanraakgevoelige scherm worden gebruikt om: Veeg naar links of rechts om andere beelden te bekijken. Andere beelden te bekijken In schermvullende weergave kunt u de onderkant van het scherm aanraken om een beeldvoortgangsbalk weer te geven, schuif vervolgens uw vinger naar links of rechts om Snel door andere snel door andere beelden te bladeren.
Gebruik, om naar miniatuurweergave “uit te zoomen” (0 225), een samenknijpbeweging in MIniaturen te schermvullende weergave. bekijken Gebruik samenknijpen en spreiden om het aantal weergegeven beelden uit 4, 9 of 72 beelden te kiezen. Tik op de gids op het scherm om filmweergave te starten (films worden aangeduid door een 1-pictogram).
De i-knop Het indrukken van de i-knop tijdens schermvullende of miniatuurweergave geeft de hieronder vermelde opties weer. Selecteer opties met behulp van het aanraakscherm of de multi-selector en Jknop. • Score: Waardeer de huidige foto (0 243). i-knop • Sel. v. verzend. n. smartapp./desel. (alleen foto’s): Selecteer foto’s voor uploaden naar een smartapparaat. • Retoucheren (alleen foto’s): Gebruik de opties in het retoucheermenu (0 275) om een geretoucheerde kopie van de huidige foto te creëren.
Foto-informatie Foto-informatie wordt van de ene afbeelding op de andere gelegd en weergegeven in schermvullende weergave. Druk op 1 of 3 om door de foto-informatie te bladeren. Merk op dat “alleen beeld”, opnamegegevens, RGB-histogrammen, hoge lichten en overzichtsgegevens alleen worden weergegeven als de overeenkomstige optie is geselecteerd voor Weergaveopties (0 250). Locatiegegevens worden alleen weergegeven als deze zijn toegevoegd aan de foto (0 223).
❚❚ Bestandsinformatie 1 Beveiligingsstatus........................... 242 8 Beeldformaat......................................99 2 Retouche-aanduiding.................... 275 9 Beeldveld.............................................93 3 Uploadsymbool............................... 245 10 Opnametijd...................................... 268 4 Scherpstelpunt * .............................. 107 11 Opnamedatum................................ 268 5 AF-veldhaakjes * .................................
❚❚ Hoge lichten 1 Hoge lichten beeld * 3 Huidig kanaal * 2 Mapnummer—beeldnummer .... 252 * Knipperende velden duiden hoge lichten (velden die mogelijk overbelicht worden) voor het huidige kanaal aan.
❚❚ RGB-histogram 1 Hoge lichten beeld * 5 Histogram (RGB-kanaal). In alle 2 Mapnummer—beeldnummer .... 252 histogrammen staat de horizontale as voor de helderheid van de pixels en de verticale as voor het aantal pixels. 6 Histogram (rood kanaal) 7 Histogram (groen kanaal) 8 Histogram (blauw kanaal) 3 Witbalans.......................................... 130 Kleurtemperatuur .................... 137 Fijnafstelling witbalans........... 134 Handmatige voorinstelling....
A Zoomweergave Druk op X (T) om in te zoomen op de foto wanneer het histogram wordt weergegeven. Gebruik de knoppen X (T) en W (Z) om in en uit te zoomen en blader met de multiselector door het beeld. Het histogram wordt bijgewerkt om alleen de gegevens te tonen voor het gedeelte van het beeld dat zichtbaar is in de monitor. A Histogrammen Camerahistogrammen zijn uitsluitend bedoeld als richtlijn en kunnen verschillen van de histogrammen in beeldbewerkingsprogramma’s.
❚❚ Opnamegegevens 1 Lichtmeting...................................... 123 2 3 4 5 6 7 Witbalans.......................................... 130 Sluitertijd ......................................74, 76 Kleurtemperatuur .................... 137 Diafragma.....................................75, 76 Fijnafstelling witbalans .......... 134 Handmatige voorinstelling ... 139 Opnamestand.......................................6 ISO-gevoeligheid 1 .......................... 118 8 Kleurruimte .........................
16 Picture Control 4 .............................. 148 17 Hoge ISO-ruisonderdrukking....... 255 20 Vignetteringscorrectie................... 255 Aanduiding ruisonderdrukking 21 Retouche-geschiedenis................. 275 lange sluitertijd .............................. 255 22 Beeldcommentaar.......................... 270 18 Actieve D-Lighting.......................... 153 19 HDR-sterkte ......................................
23 Naam van fotograaf 5 ..................... 271 24 Copyrighthouder 5 .......................... 271 1 Wordt rood weergegeven als de foto werd gemaakt met automatische instelling voor ISOgevoeligheid ingeschakeld. 2 Wordt weergegeven als Persoonlijke instelling b6 (Fijnafst. voor opt. belichting, 0 262) op een andere waarde dan nul werd ingesteld voor een willekeurige lichtmeetmethode. 3 Wordt alleen weergegeven als een VR-objectief is bevestigd.
❚❚ Overzichtsgegevens 1 Beeldnummer/totaal aantal beelden 17 Lichtmeting...................................... 123 2 Uploadsymbool............................... 245 18 Opnamestand.......................................6 3 Beveiligingsstatus........................... 242 19 Sluitertijd ......................................74, 76 4 Retouche-aanduiding.................... 275 20 Diafragma.....................................75, 76 5 Cameranaam 21 ISO-gevoeligheid * ..........................
Van dichtbij bekijken: Zoomweergave Druk, om in te zoomen op een beeld dat is weergegeven in schermvullende weergave, op de X (T)-knop of tik twee keer snel op het scherm. De volgende bewerkingen kunnen worden uitgevoerd terwijl zoom in werking is: X (T)-knop Functie Beschrijving Druk op X (T) of gebruik spreidbewegingen om op een maximum van circa 34× (grote beelden in 24 × 16/DX-formaat), 26× (middelgrote beelden) of 17× (kleine beelden) in te zoomen.
Functie Beveiligingsstatus wijzigen Beschrijving Druk, om het beeld uit te snijden naar het deel dat momenteel zichtbaar is in de monitor, op i, markeer Snel uitsnijden en druk op J. Merk op dat Snel uitsnijden niet beschikbaar is wanneer het RGBhistogram wordt weergegeven (0 235). Gezichten gedetecteerd Gids op het scherm tijdens het zoomen worden in het navigatievenster aangeduid met witte randen. Draai aan de secundaire instelschijf of tik op de gids op het scherm om andere gezichten te bekijken.
Foto’s tegen wissen beveiligen In schermvullende, zoom-, miniatuur- en kalenderweergave kan de L (U)-knop worden gebruikt om foto’s tegen ongewild wissen te beveiligen. Beveiligde bestanden kunnen niet worden gewist met behulp van de O (Q) -knop of de optie Wissen in het weergavemenu. Merk op dat beveiligde beelden wel worden gewist wanneer de geheugenkaart wordt geformatteerd (0 268). Om een foto te beveiligen: 1 Selecteer een beeld.
Foto’s waarderen Geef foto’s een score of markeer ze als kandidaten voor later wissen. Scores kunnen ook worden bekeken in ViewNX-i en Capture NX-D. Score is niet beschikbaar voor beveiligde beelden. Individuele foto’s waarderen 1 Selecteer een beeld. Toon of markeer het beeld. 2 Geef weergaveopties weer. Druk op de i-knop om weergaveopties weer te geven. i-knop 3 Selecteer Score. Markeer Score en druk op J. 4 Kies een score.
Meerdere foto’s waarderen Gebruik de optie Score in het weergavemenu om meerdere foto’s te waarderen. 1 Selecteer Score. Markeer Score in het weergavemenu en druk op 2. 2 Waardeer foto’s. Gebruik de multi-selector om foto’s te markeren (om de gemarkeerde foto schermvullend te bekijken, houd de X/ T-knop ingedrukt) en houd vervolgens de W (Z)-knop ingedrukt terwijl 1 of 3 wordt ingedrukt om een score van nul tot vijf sterren te kiezen, of selecteer ) om de foto als kandidaat voor later wissen te markeren.
Foto’s voor uploaden selecteren Volg de onderstaande stappen om foto’s te selecteren voor uploaden naar het smartapparaat. Er kunnen geen films worden geselecteerd voor uploaden. Individuele foto’s selecteren 1 Selecteer een foto. Geef de afbeelding weer of markeer de afbeelding in de miniaturenlijst in miniatuurweergave. 2 Geef weergaveopties weer. Druk op de i-knop om weergaveopties weer te geven. i-knop 3 Kies Sel. v. verzend. n. smartapp./ desel.. Markeer Sel. v. verzend. n. smart-app./ desel.
Meerdere foto’s selecteren Volg de onderstaande stappen om de uploadstatus van meerdere foto’s te veranderen. 1 Kies Beeld(en) selecteren. Selecteer in het weergavemenu Sel. v. verzending n. smartappar., markeer vervolgens Beeld(en) selecteren en druk op 2. 2 Selecteer foto’s. Gebruik de multi-selector om foto’s te markeren en druk op de W (Z)-knop om te selecteren of deselecteren (houd de X/T-knop ingedrukt om de gemarkeerde foto in volledig scherm te bekijken).
Foto’s wissen Druk op de O (Q)-knop om de huidige foto te wissen. Gebruik de optie Wissen in het weergavemenu om meerdere geselecteerde foto’s, alle foto’s gemaakt op een geselecteerde datum of alle foto’s in de huidige weergavemap te wissen. Eenmaal gewist, kunnen foto’s niet meer worden hersteld. Merk op dat foto’s die beveiligd of verborgen zijn, niet kunnen worden gewist. Tijdens weergave Druk op de O (Q)-knop om de huidige foto te wissen. 1 Druk op de O (Q)-knop.
Het weergavemenu De optie Wissen in het weergavemenu bevat de volgende opties. Merk op dat afhankelijk van het aantal beelden het enige tijd kan duren voordat ze zijn gewist. Optie Q n Selectie Datum selecteren R Alle Beschrijving Wis geselecteerde foto’s (0 248). Wis alle foto’s die zijn gemaakt op een geselecteerde datum (0 249). Wis alle foto’s in de map die momenteel is geselecteerd voor weergave (0 250). ❚❚ Selectie: Geselecteerde foto’s wissen 1 Selecteer foto’s.
❚❚ Datum selecteren: Foto’s wissen gemaakt op een geselecteerde datum 1 Selecteer datums. Markeer een datum en druk op 2 om alle foto’s te selecteren die op de gemarkeerde datum zijn gemaakt. Geselecteerde datums zijn gemarkeerd met een M-pictogram. Herhaal naar wens om nog meer datums te selecteren; markeer een datum en druk op 2 om selectie van een datum ongedaan te maken. 2 Druk op J om de bewerking te voltooien. Er wordt een bevestigingsvenster weergegeven; markeer Ja en druk op J.
Menulijst Dit hoofdstuk geeft een overzicht van de beschikbare opties in de cameramenu's. Voor meer informatie, zie de Menugids.
Na wissen Toon volgende Toon vorige Doorgaan als tevoren Automatische beeldrotatie Aan Uit Draai portret Aan Uit Diashow Starten Beeldtype Beeldinterval Score (standaard ingesteld op Toon volgende) Kies de foto weergegeven nadat een beeld is gewist. (standaard ingesteld op Aan) Kies of de camerarichting wordt vastgelegd bij het maken van foto’s. (standaard ingesteld op Aan) Kies of “staande” foto’s (portretstand) worden gedraaid tijdens weergave tijdens het afspelen (0 227).
C Het foto-opnamemenu: Foto-opnameopties Zet foto-opnamemenu terug. Ja Nee Opslagmap Naam wijzigen Map selecteren op nummer Map selecteren in lijst Naamgeving bestanden Naamgeving bestanden Flitserregeling Flitserregelingsstand (ingebouwd) Flitserregelingsstand (extern) Opties voor draadloos flitsen Opties voor groepsflitsen Info secundaire flitsers via radio Kies beeldveld DX (24×16) 1,3× (18×12) 252 Selecteer Ja om opties voor het fotoopnamemenu terug te zetten naar hun standaardwaarden.
Beeldkwaliteit NEF (RAW) + JPEG Fijn★ NEF (RAW) + JPEG Fijn NEF (RAW) + JPEG Normaal★ NEF (RAW) + JPEG Normaal NEF (RAW) + JPEG Basis★ NEF (RAW) + JPEG Basis NEF (RAW) JPEG Fijn★ JPEG Fijn JPEG Normaal★ JPEG Normaal JPEG Basis★ JPEG Basis Beeldformaat Groot Middel Klein NEF (RAW)-opname NEF (RAW)-compressie NEF (RAW)-bitdiepte ISO-gevoeligheid instellen ISO-gevoeligheid Autom inst ISO-gevoeligheid (standaard ingesteld op JPEG Normaal) Kies een bestandsformaat en compressieverhouding (beeldkwaliteit, 0 97).
Witbalans Automatisch Gloeilamplicht Tl-licht Direct zonlicht Flitslicht Bewolkt Schaduw Kies kleurtemperatuur Handmatige voorinstelling Picture Control instellen Automatisch Standaard Neutraal Levendig Monochroom Portret Landschap Gelijkmatig Picture Control beheren Opslaan/bewerken Naam wijzigen Wissen Laden/opslaan Kleurruimte sRGB Adobe RGB Actieve D-Lighting Automatisch Extra hoog Hoog Normaal Laag Uit 254 (standaard ingesteld op Automatisch) Pas witbalans aan de lichtbron aan (0 130).
Ruisonderdr. lange tijdopname Aan Uit Hoge ISO-ruisonderdrukk. Hoog Normaal Laag Uit Vignetteringscorrectie Hoog Normaal Laag Uit Autom. vertekeningscorrectie Aan Uit Flikkerreductie Flikkerreductie-instelling Aanduiding voor flikkerreductie (standaard ingesteld op Uit) Verminder “ruis” (heldere vlekken of waas) in foto’s gemaakt bij lange sluitertijden. (standaard ingesteld op Normaal) Verminder “ruis” (willekeurige heldere pixels) in foto’s gemaakt bij hoge ISOgevoeligheden.
Afstandsbedieningsstand (ML-L3) Vertraagd op afstand Direct op afstand Spiegel omhoog op afstand Uit Inst. voor autom. bracketing AE- en flitsbracketing AE-bracketing Flitsbracketing Witbalansbracketing ADL-bracketing Meervoudige belichting Stand voor meerv. belichting Aantal opnamen Beeld-op-beeld Alle belichtingen bewaren HDR (hoog dynam.
1 Het filmopnamemenu: Filmopnameopties Filmopnamemenu terugzetten Ja Nee Selecteer Ja om opties voor het filmopnamemenu terug te zetten naar hun standaardwaarden.
Witbalans Zelfde als foto-instellingen Automatisch Gloeilamplicht Tl-licht Direct zonlicht Bewolkt Schaduw Kies kleurtemperatuur Handmatige voorinstelling Picture Control instellen Zelfde als foto-instellingen Automatisch Standaard Neutraal Levendig Monochroom Portret Landschap Gelijkmatig Picture Control beheren Opslaan/bewerken Naam wijzigen Wissen Laden/opslaan Actieve D-Lighting Zelfde als foto-instellingen Extra hoog Hoog Normaal Laag Uit 258 (standaard ingesteld op Zelfde als foto-instellingen) Kies
Hoge ISO-ruisonderdrukk. Hoog Normaal Laag Uit Flikkerreductie Automatisch 50 Hz 60 Hz Microfoongevoeligheid Automatische gevoeligheid Handmatige gevoeligheid Microfoon uit Frequentiebereik Groot bereik Stembereik Onderdrukking windruis Aan Uit Elektronische VR Aan Uit Time-lapse-film Starten Interval Opnameduur Gelijkmatige belichting (standaard ingesteld op Normaal) Verminder “ruis” (willekeurige heldere pixels) in films opgenomen bij hoge ISOgevoeligheden.
A Persoonlijke instellingen: Fijnafstelling camera-instellingen Herstel pers. instellingen Ja Nee a Autofocus a1 Selectie AF-C-prioriteit Ontspannen Scherpstelling a2 Selectie AF-S-prioriteit Ontspannen Scherpstellen a3 Focus-tracking met Lock-On 5 (Lang)–1 (Kort), Uit a4 Aantal scherpstelpunten 51 punten 11 punten 260 Selecteer Ja om Persoonlijke instellingen terug te zetten naar hun standaardwaarden.
a5 Punten opslaan per stand Ja Uit a6 AF-activering Ontspanknop/AF-ON Alleen AF-ON a7 Doorloop scherpstelpunt Doorloop Geen doorloop a8 Opties voor scherpstelpunt Verlichting scherpstelpunt Handmatige scherpstelstand a9 Ingebouwde AF-hulpverlichting Aan Uit a10 Handm. scherpstelring in AF-st. Inschakelen Uitschakelen b Lichtmeting/belichting b1 Stapgrootte ISO-gevoeligh.
b2 Stapgrootte inst. belichting 1/3 stap 1/2 stap b3 Eenv. belichtingscorrectie Aan (automat. herstellen) Aan Uit b4 Matrixmeting Gezichtsherkenning aan Gezichtsherkenning uit b5 Centrumgericht meetveld 6 mm– 13 mm, Gemiddeld b6 Fijnafst. voor opt. belichting Ja Nee c Timers/AE-vergrendeling c1 AE-vergrend.
c2 Stand-by-timer 4 sec.–30 min., Geen limiet c3 Zelfontspanner Vertraging zelfontspanner Aantal opnamen Interval tussen opnamen c4 Monitor uit Weergave Menu's Informatiescherm Controlebeeld Livebeeld c5 Wachttijd afst.bed. (ML-L3) 1 min.–15 min. d Opnemen/weergeven d1 Opnamesnelheid CL-stand 7 bps–1 bps d2 Max. aant. continu-opn. 1–100 (standaard ingesteld op 6 sec.) Kies hoe lang de camera de belichting blijft meten wanneer er geen handelingen worden uitgevoerd (0 54).
d3 Belichtingsvertragingsstand 3 sec.–1 sec., Uit d4 Elektr. eerste-gordijnsluiter Inschakelen Uitschakelen d5 Opeenvolgende nummering Aan Uit Terugzetten d6 Rasterweergave in zoeker Aan Uit d7 ISO tonen ISO-gevoeligheid Beeldteller d8 Lcd-verlichting Aan Uit (standaard ingesteld op Uit) Selecteer, in situaties waarin de geringste camerabeweging foto’s onscherp kan maken, 1 sec., 2 sec. of 3 sec. om de ontspanknop één, twee of drie seconden te vertragen nadat de spiegel is opgeklapt.
d9 Optische VR Aan Uit e Bracketing/flits e1 Flitssynchronisatiesnelheid 1/320 sec. (automatische FP), 1/250 sec. (automat. FP), 1/250 sec.–1/60 sec. e2 Langste sluitertijd bij flits 1/60 sec.–30 sec. e3 Belichtingscorr. voor flitser Heel beeld Alleen achtergrond (standaard ingesteld op Aan) Schakel vibratieregeling in of uit. Dit item is alleen beschikbaar voor objectieven die dit ondersteunen. (standaard ingesteld op 1/250 sec.) Kies een flitssynchronisatiesnelheid. (standaard ingesteld op 1/60 sec.
e4 Autom inst ISO-gevoeligheid M Onderwerp en achtergrond Alleen onderwerp e5 Bracketingvolgorde MTR > onder > over Onder > MTR > over f Bediening f1 Aangepaste knoptoewijzing Fn1-knop Fn1-knop + y Fn2-knop Fn2-knop + y AE-L/AF-L-knop AE-L/AF-L-knop + y BKT-knop + y Filmopnameknop + y f2 OK-knop Opnamestand Weergavestand Livebeeld f3 Functie instelschijven inst. Rotatie omkeren Verwissel hoofd/secundair Menu's en weergave Door beelden met sec. inst.sch.
f4 Knop loslaten voor instelsch. Ja Nee f5 Aanduidingen omkeren g Film g1 Aangepaste knoptoewijzing Fn1-knop Fn2-knop AE-L/AF-L-knop Ontspanknop (standaard ingesteld op Nee) Het selecteren van Ja maakt aanpassingen mogelijk die normaliter worden gedaan door het ingedrukt houden van een knop en het draaien aan een instelschijf, uit te voeren door aan de instelschijf te draaien nadat de knop is losgelaten.
B Het setup-menu: Camera-instellingen Geheugenkaart formatteren Selecteer Ja om formatteren te starten. Merk op dat bij het formatteren alle foto’s en andere gegevens op de kaart permanent worden verwijderd. Maak, indien nodig, eerst back-upkopieën alvorens te formatteren. Gebruikersinstellingen opslaan Opslaan in U1 Opslaan in U2 Gebruikersinstell. terugzetten U1 terugzetten U2 terugzetten Taal (Language) Zie pagina 323. Tijdzone en datum Tijdzone Datum en tijd Synchroniseren m.
Monitorhelderheid Menu's/weergave Livebeeld Kleurbalans monitor Pas de helderheid van het menu, de weergave en livebeeldschermen aan. Pas kleurbalans van de monitor aan. Virtuele horizon Informatiescherm Automatisch Handmatig Automatisch informatiescherm Aan Uit Informatiescherm automat.
Stof-referentiefoto Starten Sensor reinigen en dan starten Verkrijg referentiegegevens voor de stofverwijderingsoptie in Capture NX-D (0 iv). Beeldcommentaar Commentaar toevoegen Commentaar invoeren Voeg commentaar toe aan nieuwe foto’s op het moment dat ze worden gemaakt. Commentaar kan als metadata worden bekeken in ViewNX-i of Capture NX-D (0 iv). A Tekstinvoer Een toetsenbord wordt weergegeven wanneer tekstinvoer is vereist.
Copyrightinformatie Copyrightinfo toevoegen Fotograaf Copyright Signaalopties Signaal aan/uit Volume Toonhoogte Aanraakbediening Aanraakbediening in-/uitschak. Vegen in schermvull. weergave Flitswaarschuwing Aan Uit HDMI Uitvoerresolutie Geavanceerd Locatiegegevens Downloaden van smartapparaat Positie Opties extern GPS-apparaat Opties draadl. afstandsbed. (WR) LED-lamp Verbindingsmethode Voeg copyrightinformatie toe aan nieuwe foto’s op het moment dat ze worden gemaakt.
Fn-knop afstandsb. (WR) toew. Flitswaardevergrendeling AE/AF-vergrendeling AE-vergrendeling AE-vergr. (herstel na ontspan.) AF-vergrendeling AF-ON Testflits Flitser uit + NEF (RAW) Livebeeld Zelfde als Fn1-knop op camera Zelfde als Fn2-knop op camera Zelfde als 4 op camera Geen Vliegtuigmodus Inschakelen Uitschakelen Verbinden met smartapparaat Starten Wachtwoordbeveiliging 272 (standaard ingesteld op Geen) Kies de functie uitgevoerd door de Fn-knop op optionele draadloze afstandsbedieningen.
Verzenden n. smartapp. (autom.) Aan Uit Wi-Fi Netwerkinstellingen Huidige instellingen Verbindingsinstellingen herstellen Bluetooth Netwerkverbinding Gekoppelde apparaten Verzenden indien uitgeschakeld Uploaden via Eye-Fi Inschakelen Uitschakelen (standaard ingesteld op Uit) Selecteer Aan om foto’s naar een smartapparaat te uploaden terwijl ze worden gemaakt. Pas Wi-Fi (draadloos LAN)-instellingen aan voor verbinding met smartapparaten. Pas instellingen aan voor Bluetoothverbindingen met smartapparaten.
Instellingen opslaan/laden Instellingen opslaan Instellingen laden Alle instellingen terugzetten Terugzetten Niet terugzetten Bewaar camera-instellingen op of laad camera-instellingen van een geheugenkaart. Instellingsbestanden kunnen worden gedeeld met andere D7500-camera’s. Zet alle instellingen terug afzonderlijk van de opties geselecteerd voor Taal (Language) en Tijdzone en datum in het setup-menu. Firmwareversie Bekijk de huidige firmwareversie van de camera.
N Het retoucheermenu: Geretoucheerde kopieën maken NEF (RAW)-verwerking Beeld(en) selecteren Datum selecteren Alle beelden selecteren Bijsnijden Maak JPEG-kopieën van NEF (RAW)-foto’s. Maak een uitgesneden kopie van de geselecteerde foto. Formaat wijzigen Beeld(en) selecteren Kies formaat D-Lighting Maak kleine kopieën van geselecteerde foto’s. Maak schaduwen lichter. Kies voor donkere foto’s of foto’s met tegenlicht. Snel retoucheren Maak kopieën met verbeterd contrast en verzadiging.
Perspectiefcorrectie Maak kopieën die de perspectiefeffecten gemaakt vanaf de basis van een hoog object verminderen. Fisheye Maak kopieën die lijken alsof ze met een fisheye-objectief zijn gemaakt.
Miniatuureffect Maak een kopie die lijkt op een foto van een diorama. Gebruik de multi-selector om de positie en oriëntatie te kiezen van het gebied dat scherp in beeld is. Werkt het best voor foto’s gemaakt vanaf een hoog standpunt. Selectieve kleur Maak een kopie waarin alleen geselecteerde tinten in kleur verschijnen. Plaats de cursor op voorwerpen met gewenste kleuren en druk op de A AE-L/AF-L-knop.
O Mijn menu/m Recente instellingen Opties toevoegen WEERGAVEMENU FOTO-OPNAMEMENU FILMOPNAMEMENU MENU PERSOONLIJKE INST. SETUP-MENU RETOUCHEERMENU Opties verwijderen Maak een eigen menu van maximaal 20 items geselecteerd in de weergave-, fotoopname-, filmopname-, Persoonlijke instellingen-, setup- en retoucheermenu’s. Wis items uit Mijn menu. Opties sorteren Tab kiezen MIJN MENU RECENTE INSTELLINGEN 278 Sorteer items in Mijn menu.
Technische opmerkingen Lees dit hoofdstuk voor informatie over compatibele accessoires, het reinigen en opbergen van de camera en wat u moet doen als een foutmelding verschijnt of als u tijdens het gebruik van de camera op problemen stuit. Compatibele objectieven Compatibele CPU-objectieven Nikon adviseert CPU-objectieven (IX NIKKOR-objectieven uitgezonderd) en met name type G-, E- en D-objectieven die alle door de camera aangeboden functies ondersteunen.
6 Vibratiereductie (VR) wordt ondersteund voor VR-objectieven. 7 De shiftknop voor de PC-E NIKKOR 24mm f/3.5D ED kan in aanraking komen met de camerabody wanneer het objectief wordt rondgedraaid. Bovendien zijn sommige combinaties van verschuiven en draaien mogelijk niet beschikbaar als gevolg van het objectief dat in aanraking komt met de camerabody. 8 Verschuiven en/of kantelen van het objectief hindert de belichting. 9 Kan niet worden gebruikt bij verschuiven of kantelen.
A AF-S/AF-I-teleconverters Als het gecombineerde diafragma, wanneer de camera met een AF-S/AF-I teleconverter wordt gebruikt, kleiner is dan f/5.6 maar gelijk of groter is dan f/8, zullen autofocus en elektronische afstandsmeting alleen beschikbaar zijn voor het middelste scherpstelpunt en is de camera mogelijk niet in staat scherp te stellen op donkere onderwerpen of onderwerpen met een laag contrast.
A VR-objectieven De hieronder vermelde objectieven worden niet aanbevolen voor lange belichtingen of foto’s gemaakt bij hoge ISO-gevoeligheden, omdat door het ontwerp van het vibratiereductiebesturingssysteem (VR) de gemaakte foto’s ontsierd kunnen zijn door waas. Het is raadzaam vibratiereductie uit te schakelen wanneer andere VR-objectieven worden gebruikt. • AF-S VR Zoom-Nikkor 24–120mm f/3.5–5.6G • AF-S NIKKOR 400mm f/2.8G ED VR IF-ED • AF-S NIKKOR 500mm f/4G ED VR • AF-S VR Zoom-Nikkor 70–200mm f/2.
A De ingebouwde flitser De ingebouwde flitser heeft een minimumbereik van 0,6 m en kan niet worden gebruikt in het macrobereik van macrozoomobjectieven. De ingebouwde flitser kan worden gebruikt met CPU-objectieven met brandpuntsafstanden van 16–300 mm, hoewel in sommige gevallen de flitser bij sommige bereiken of brandpuntsafstanden niet in staat is het onderwerp volledig te belichten door schaduwen opgeworpen door het objectief.
A De beeldhoek berekenen De grootte van het gebied belicht door een 35mm-camera is 36 × 24 mm. De grootte van het gebied belicht door de D7500 wanneer DX (24×16) is geselecteerd voor Kies beeldveld in het foto-opnamemenu, is in tegenstelling 23,5 × 15,7 mm, wat betekent dat de beeldhoek van een 35 mm-camera circa 1,5 keer dat van de D7500 betreft (wanneer 1,3× (18×12) is geselecteerd, neemt de grootte van het belichte gebied af, waardoor de beeldhoek verder verkleint met circa 1,3×).
Compatibele objectieven zonder CPU Objectieven zonder CPU mogen alleen worden gebruikt wanneer de camera zich in de stand M bevindt. Het selecteren van een andere stand schakelt de ontspanstand uit. Diafragma moet handmatig worden aangepast via de diafragmaring van het objectief en het cameralichtmeetsysteem, i-DDL-flitserregeling en andere functies die een CPU-objectief vereisen, kunnen niet worden gebruikt.
D Niet-compatibele accessoires en objectieven zonder CPU Het volgende kan NIET worden gebruikt met de D7500: • TC-16A AF teleconverter • Niet-AI-objectieven • Objectieven die de AU-1 scherpsteleenheid vereisen (400mm f/4.5, 600mm f/5.6, 800mm f/8, 1.200mm f/11) • Fisheye (6mm f/5.6, 7,5mm f/5.6, 8mm f/8, OP 10mm f/5.6) • 2,1 cm f/4 • Tussenring K2 • 180–600mm f/8 ED (serienummers 174041–174180) • 360-1.200mm f/11 ED (serienummers 174031–174127) • 200–600mm f/9.
Overige accessoires Op het moment van schrijven waren voor de D7500 de volgende accessoires beschikbaar. • EN-EL15a oplaadbare Li-ionbatterij/EN-EL15 oplaadbare Li-ionbatterij (0 19, 21); merk op dat met een opgeladen EN-EL15a-batterij minder foto’s kunnen worden gemaakt dan met een Voedingsbronnen EN-EL15.
Behandeling van uw camera Opslag Wanneer de camera voor langere tijd niet wordt gebruikt, verwijder de accu en bewaar in een koele, droge ruimte met het afdekkapje op zijn plaats. Om schimmelvorming te voorkomen, bewaar de camera in een droge, goed geventileerde ruimte.
Reiniging beeldsensor Als u vermoedt dat vuil of stof op de beeldsensor zichtbaar is in foto’s, dan kunt u de sensor reinigen via de optie Beeldsensor reinigen in het setup-menu. De sensor kan op elk gewenst moment worden gereinigd met behulp van de optie Nu reinigen, of reiniging kan automatisch worden uitgevoerd wanneer de camera wordt in- of uitgeschakeld.
❚❚ “Reinigen bij aan-/uitzetten” Kies uit de volgende opties: 5 6 7 Optie Reinigen bij aanzetten Reinigen bij uitzetten Reinig bij aan- en uitzetten Reiniging uit Beschrijving De beeldsensor wordt automatisch gereinigd telkens wanneer de camera wordt aangezet. De beeldsensor wordt automatisch gereinigd telkens wanneer de camera wordt uitgezet. De beeldsensor wordt automatisch gereinigd wanneer de camera wordt aan- en uitgezet. Automatische beeldsensorreiniging uit.
D Reiniging beeldsensor Het gebruik van de camerabedieningen tijdens het opstarten onderbreekt reiniging van de beeldsensor. Als de flitser wordt geladen, kan het reinigen van de beeldsensor bij het aanzetten niet worden uitgevoerd. Reinig de beeldsensor handmatig (0 292) als stof niet volledig kan worden verwijderd met behulp van de opties in het menu Beeldsensor reinigen of neem contact op met een door Nikon geautoriseerde servicevertegenwoordiger.
❚❚ Handmatig reinigen Als stof of vuil niet van de beeldsensor kan worden verwijderd met behulp van de optie Beeldsensor reinigen in het setup-menu (0 289), dan kan de sensor handmatig worden gereinigd zoals hieronder beschreven. Denk er echter aan dat de sensor uitermate kwetsbaar is en gemakkelijk beschadigd kan raken. Nikon raadt aan het reinigen van de sensor alleen over te laten aan Nikon geautoriseerd servicepersoneel. 1 Laad de accu op of gebruik een lichtnetadapter.
4 Druk op J. Er wordt een bericht in de monitor weergegeven en een rij streepjes verschijnt in het bedieningspaneel en de zoeker. Schakel de camera uit om de normale werking te herstellen zonder de beeldsensor te inspecteren. 5 Klap de spiegel omhoog. Druk de ontspanknop volledig in. De spiegel wordt opgeklapt en het sluitergordijn zal openen, zodat de beeldsensor zichtbaar wordt. De weergave in de zoeker schakelt uit en de rij met streepjes in het bedieningspaneel begint te knipperen.
7 Reinig de sensor. Verwijder stof en pluisjes met een blaasbalgje van de sensor. Gebruik geen blaaskwastje, aangezien de haartjes de sensor kunnen beschadigen. Alleen door Nikon geautoriseerd servicepersoneel kan vuil verwijderen dat niet kan verwijderd worden met een blaasbalgje. Raak onder geen beding de sensor aan en veeg niet schoon. 8 Schakel de camera uit. De spiegel wordt weer neergeklapt en het sluitergordijn gaat dicht. Plaats het objectief of de bodydop terug.
D Vuil op de beeldsensor Vuil dat de camera binnendringt wanneer objectieven of bodydoppen worden verwijderd of verwisseld (of in zeldzame omstandigheden smeermiddel of fijne deeltjes van de camera zelf) kan aan de beeldsensor hechten, waardoor dit in foto’s kan verschijnen die onder bepaalde omstandigheden zijn gemaakt.
Onderhoud van camera en accu: Waarschuwingen Laat niet vallen: Het product kan defect raken bij blootstelling aan sterke schokken of trillingen. Houd droog: Dit product is niet waterbestendig en kan defect raken bij onderdompeling in water of blootstelling aan een hoge luchtvochtigheid. Roesten van het interne mechanisme kan tot onherstelbare schade leiden.
Reiniging: Gebruik, bij het reinigen van de camerabody, een blaasbalgje om stof en pluisjes voorzichtig te verwijderen en veeg vervolgens schoon met een zachte, droge doek. Veeg, na gebruik van de camera op het strand of aan zee, eventueel zand en zout weg met behulp van een doek die licht bevochtigd is met schoon water en droog de camera vervolgens grondig af. In uitzonderlijke gevallen kunnen lcd-schermen oplichten of donker worden door statische elektriciteit.
Opmerkingen over de monitor: De monitor is met extreem hoge precisie gefabriceerd; ten minste 99,99% pixels zijn effectief, met niet meer dan 0,01% ontbrekende of defecte pixels. Hierdoor kunnen deze schermen pixels bevatten die altijd branden (wit, rood, blauw of groen) of altijd uit (zwart) zijn. Dit is geen defect en heeft geen gevolgen voor beelden die zijn vastgelegd met dit apparaat. Bij helder licht kunnen beelden op de monitor moeilijk te zien zijn.
• De interne temperatuur van de accu kan stijgen terwijl de accu in gebruik is. Het opladen van de accu bij een hoge interne temperatuur heeft een negatieve invloed op de prestaties van de accu, en de accu wordt mogelijk niet of slechts gedeeltelijk opgeladen. Wacht met opladen totdat de accu is afgekoeld. • Laad de accu binnenshuis op bij omgevingstemperaturen van 5 °C–35 °C.
• Een aanmerkelijke daling van de tijd waarin een volledig opgeladen accu zijn lading dient te behouden wanneer deze bij kamertemperatuur wordt gebruikt, duidt aan dat de accu vervanging vereist. Koop een nieuwe EN-EL15a-accu. • Het meegeleverde netsnoer en de stekkeradapter zijn uitsluitend voor gebruik met de MH-25a. Haal de lader uit het stopcontact wanneer deze niet in gebruik is. Laad de accu voor gebruik op. • U mag de ladercontacten niet kortsluiten.
Problemen oplossen Functioneert de camera niet naar verwachting, kijk dan in de onderstaande lijst met veelvoorkomende problemen voordat u uw leverancier of een door Nikon geautoriseerde servicevertegenwoordiger raadpleegt. Accu/Weergave De camera is aan maar reageert niet: Wacht totdat de opname is beëindigd. Zet de camera uit als het probleem zich blijft voordoen.
Opname (Alle standen) Het aanzetten van de camera duurt lang: Wis bestanden of mappen. Ontspanknop uitgeschakeld: • Geheugenkaart is vergrendeld, vol of niet geplaatst (0 21, 22). • Sluiter vergrendeld is geselecteerd voor Ontspannen bij geen kaart in het setup-menu (0 273) en er is geen geheugenkaart geplaatst (0 21). • Ingebouwde flitser wordt geladen (0 55). • Diafragmaring voor CPU-objectief niet vergrendeld op de hoogste f-waarde (niet van toepassing voor type G- en E-objectieven).
Scherpstelling vergrendelt niet wanneer de ontspanknop half wordt ingedrukt: Gebruik de A AE-L/AF-L-knop om scherpstelling te vergrendelen wanneer AF-C is geselecteerd voor de scherpstelstand of tijdens het fotograferen van bewegende onderwerpen in AF-A-stand. Kan scherpstelpunt niet selecteren: • Ontgrendel de vergrendeling van de scherpstelselectieknop (0 107). • Automatisch veld-AF geselecteerd, of gezichtprioriteit-AF geselecteerd in livebeeld; kies een andere stand (0 103).
Er verschijnt ruis (willekeurige heldere pixels, waas of lijnen) op foto’s: • Heldere vlekken, willekeurige heldere pixels, waas en lijnen kunnen worden verminderd door ISO-gevoeligheid te verlagen. • Gebruik de optie Ruisonderdr. lange tijdopname in het fotoopnamemenu om het optreden van heldere vlekken of waas te beperken in foto’s gemaakt bij sluitertijden langer dan 1 sec. (0 255).
Livebeeld wordt onverwachts beëindigd of start niet: Livebeeld kan automatisch worden beëindigd om schade aan de interne schakelingen van de camera te voorkomen, als: • de omgevingstemperatuur hoog is • de camera voor langere tijd in livebeeld of voor het opnemen van films is gebruikt • de camera langdurig in continue ontspanstanden is gebruikt Als livebeeld niet start wanneer u op de a-knop drukt, wacht dan totdat de interne schakelingen zijn afgekoeld en probeer het vervolgens opnieuw.
Witbalansbracketing niet beschikbaar: • De beeldkwaliteitsoptie NEF (RAW) of NEF+JPEG is geselecteerd voor beeldkwaliteit (0 97). • Stand voor meervoudige belichting is actief (0 256). Effecten van Picture Control verschillen van beeld tot beeld: Automatisch is geselecteerd voor Picture Control instellen, een Picture Control op basis van Automatisch is geselecteerd, of A (automatisch) is geselecteerd voor verscherping, lokaal contrast of verzadiging.
Kan foto niet retoucheren: Foto kan niet verder worden bewerkt met deze camera. Kan geen foto selecteren voor afdrukken: Foto bevindt zich in NEF (RAW)-formaat. Zet de foto’s over naar een computer en druk af met behulp van Capture NX-D (0 iv). NEF (RAW)-foto’s kunnen worden opgeslagen in JPEGformaat met behulp van NEF (RAW)-verwerking (0 275). Foto wordt niet weergegeven op high-definition videoapparaat: Controleer of de HDMI-kabel (apart verkrijgbaar) aangesloten is.
Bluetooth en Wi-Fi (Draadloze netwerken) Smartapparaten geven niet de SSID van de camera weer (netwerknaam): • Controleer of Uitschakelen is geselecteerd voor Vliegtuigmodus in het setup-menu van de camera (0 272). • Controleer of Inschakelen is geselecteerd voor Bluetooth > Netwerkverbinding in het setup-menu van de camera. • Probeer Wi-Fi van het smartapparaat uit te schakelen en schakel weer in.
Foutmeldingen Dit gedeelte geeft een overzicht van de aanduidingen en foutmeldingen in de zoeker, het bedieningspaneel en de monitor. Aanduiding Bedieningspaneel Zoeker Oplossing Stel de ring in op minimaal diafragma (hoogste fwaarde; 0 72). Houd een volledig H d Accu bijna leeg. opgeladen reserve-accu bij de hand (0 19). • Accu is leeg. • Laad de accu op of vervang de accu (0 19, 21, 287). • Accu kan niet worden • Neem contact op met een gebruikt. door Nikon geautoriseerde servicevertegenwoordiger.
Aanduiding Bedieningspaneel Zoeker Oplossing • Gebruik een lagere ISOgevoeligheid (0 118). • In opnamestand: P Gebruik een ND-filter van een ander merk Onderwerp te helder; foto S Kies kortere sluitertijd wordt overbelicht. (0 74) A Kies een kleiner diafragma (hogere f(Belichtingsaanduidingen waarde; 0 75) en sluitertijd- of % Kies een andere diafragmaweergave opnamestand (0 6) knipperen) • Gebruik een hogere ISOgevoeligheid (0 118).
Aanduiding Bedieningspaneel Zoeker Probleem Oplossing Controleer de foto in de Als de aanduiding na de monitor; pas de instellingen M flits 3 sec. knippert, is de — aan als de foto onderbelicht (knippert) foto mogelijk is en probeer opnieuw onderbelicht. (0 225). • Verminder kwaliteit of formaat (0 97, 99).
Aanduiding Monitor Geen geheugenkaart. Geen toegang tot deze geheugenkaart. Plaats een andere kaart. g Geheugenkaart is vergrendeld. Zet de vergrendeling in de schrijfstand. Niet beschikbaar als Eye-Fi- kaart is vergrendeld. 312 Bedieningspaneel Probleem Oplossing Zet de camera uit en Camera kan geen controleer of de S geheugenkaart geheugenkaart correct is vinden. geplaatst (0 21). • Fout bij • Gebruik een door Nikon toegang tot goedgekeurde kaart geheugenkaart. (0 346).
Aanduiding Monitor Bedieningspaneel Probleem Geheugenkaart is Deze kaart is niet niet [C] geformatteerd. geformatteerd (knippert) Formatteer de kaart. voor gebruik in de camera. De klok is niet Cameraklok is — ingesteld. niet ingesteld. De interne Kan livebeeld niet temperatuur van starten. Even — de camera is geduld. hoog. Geen beelden op geheugenkaart of Map bevat geen — in map(pen) beelden. geselecteerd voor weergave. Alle beelden zijn verborgen. — Kan dit bestand niet weergeven.
Aanduiding Monitor Kan dit bestand niet selecteren. Bedieningspaneel — Deze film kan niet worden bewerkt. — Controleer de printer. — Controleer het papier. — Het papier zit vast. — Het papier is op. — Controleer de inkt. — De inkt is op. — Probleem Het geselecteerde beeld kan niet worden geretoucheerd. Beelden die met andere apparaten zijn gemaakt, kunnen niet worden geretoucheerd. • Films gemaakt met andere apparaten kunnen niet De geselecteerde worden bewerkt.
Specificaties ❚❚ Nikon D7500 digitale camera Type Type Objectiefvatting Effectieve beeldhoek Effectieve pixels Effectieve pixels Beeldsensor Beeldsensor Totaal aantal pixels Stofreductiesysteem Opslag Beeldformaat (pixels) Digitale spiegelreflexcamera Nikon F-vatting (met AF-koppeling en AF-contacten) Nikon DX-formaat; brandpuntsafstand in 35 mm [135]-formaat gelijk aan ca.
Opslag Beeldformaat (pixels) Bestandsindeling Picture Control-systeem Media Bestandssysteem Zoeker Zoeker Beelddekking Vergroting Oogafstand Dioptrieregelaar Scherpstelscherm 316 • Foto's met beeldveld van 1,3× gemaakt tijdens filmopname 4.272 × 2.400 (Groot) 3.200 × 1.800 (Middel) 2.128 × 1.192 (Klein) • Foto’s gemaakt tijdens filmopname bij een beeldformaat van 3.840 × 2.160: 3.840 × 2.
Zoeker Reflexspiegel Objectiefdiafragma Objectief Compatibele objectieven Direct terugkerend Direct terugkerend, elektronisch gestuurd Compatibel met AF NIKKOR-objectieven, inclusief type G-, E- en D-objectieven (enkele restricties zijn van toepassing op pc-objectieven) en AI-P NIKKOR-objectieven en AI-objectieven zonder CPU (alleen stand M). IX NIKKOR-objectieven, objectieven voor de F3AF en objectieven zonder AI kunnen niet worden gebruikt.
Ontspannen Zelfontspanner 2 sec., 5 sec., 10 sec., 20 sec.; 1–9 opnamen bij intervallen van 0,5, 1, 2 of 3 sec. Afstandsbedieningsstanden Vertraagd op afstand, direct op afstand, spiegel (ML-L3) omhoog op afstand Belichting Lichtmeetsysteem Lichtmetingstand Bereik (ISO 100, f/1.4 objectief, 20 °C) Lichtmeterkoppeling Stand 318 DDL-belichtingsmeting met behulp van RGBsensor met circa 180K (180.
Belichting Belichtingscorrectie Belichtingsvergrendeling ISO-gevoeligheid (aanbevolen belichtingsindex) Actieve D-Lighting Scherpstelling Autofocus Detectiebereik Objectiefscherpstelling Scherpstelpunt AF-veldstand Scherpstelvergrendeling Kan worden aangepast met –5–+5 LW in stappen van 1/3 of 1/2 LW in standen P, S, A, M, SCENE en EFFECTS Lichtwaarde vergrendeld bij gedetecteerde waarde ISO 100–51200 in stappen van 1/3 of 1/2 LW. Kan ook worden ingesteld op ca.
Flitser Ingebouwde flitser i, k, p, n, o, s, w, f, d, e, ': Automatische flitser met automatische pop-up P, S, A, M, 0: Handmatige pop-up met knop ontspannen Richtgetal Ca. 12, 12 met handmatige flitser (m, ISO 100, 20 °C) Flitserregeling DDL: i- DDL-flitserregeling met behulp van RGBsensor met ongeveer 180K (180.
Witbalans Witbalans Bracketing Bracketingtypes Livebeeld Standen Objectiefscherpstelling AF-veldstand Autofocus Film Lichtmeetsysteem Lichtmetingstand Beeldformaat (pixels) en beeldsnelheid Bestandsindeling Videocompressie Automatisch (2 types), gloeilamplicht, tl-licht (7 types), direct zonlicht, flitslicht, bewolkt, schaduw, handmatige voorinstelling (er kunnen maximaal 6 waarden worden opgeslagen, spotwitbalansmeting beschikbaar tijdens livebeeld), kies kleurtemperatuur (2.500 K–10.
Film Geluidsindeling Geluidsrecorder ISO-gevoeligheid (aanbevolen belichtingsindex) Actieve D-Lighting Overige opties Monitor Monitor Weergave Weergave 322 Linear PCM, AAC Ingebouwde of externe microfoon; gevoeligheid aanpasbaar • Stand M: Autom inst ISO-gevoeligheid (ISO 100 tot Hi 5) beschikbaar voor selecteerbare bovenlimiet; handmatige selectie (ISO 100 tot 51200 in stappen van 1/3 of 1/2 LW) met extra opties beschikbaar gelijk aan circa 0,3, 0,5, 0,7, 1, 2, 3, 4, of 5 LW (ISO 1640000 equivalent) b
Interface USB HDMI-uitgang Accessoire-aansluiting Audio-ingang Geluidsuitvoer Draadloos/Bluetooth Draadloos Bluetooth Bereik (zichtlijn) Ondersteunde talen Ondersteunde talen Hi-Speed USB met Micro-B-connector; aansluiting op ingebouwde USB-poort wordt aanbevolen Type C HDMI-aansluiting • Draadloze afstandsbedieningen: WR-1, WR-R10 (apart verkrijgbaar) • Afstandsbedieningskabel: MC-DC2 (apart verkrijgbaar) • GPS-apparaat: GP-1/GP-1A (apart verkrijgbaar) Stereo mini-stekkeraansluiting (3,5mm diameter; p
Voedingsbron Accu Lichtnetadapter Statiefaansluiting Statiefaansluiting Afmetingen/gewicht Afmetingen (B × H × D) Gewicht Eén EN-EL15a oplaadbare Li-ion-batterij; EN-EL15batterijen kunnen ook worden gebruikt, maar merk op dat met een opgeladen batterij minder foto’s kunnen worden gemaakt dan met een EN-EL15a Lichtnetadapter EH-5b/EH-5c; vereist stroomaansluiting EP-5B (apart verkrijgbaar) / in. (ISO 1222) 14 Ca. 135,5 × 104 × 72,5 mm Ca. 720 g met accu en geheugenkaart maar zonder bodydop; ca.
❚❚ MH-25a batterijlader Nominale invoer Nominale uitvoer Ondersteunde batterijen Oplaadtijd Gebruikstemperatuur Afmetingen (B × H × D) Lengte van het netsnoer (indien meegeleverd) Gewicht AC 100–240 V, 50/60 Hz, 0,23–0,12 A DC 8,4 V/1,2 A Nikon EN-EL15a en EN-EL15 oplaadbare Li-ionbatterijen Ca. 2 uur en 35 minuten bij een omgevingstemperatuur van 25 °C wanneer de accu leeg is 0 °C–40 °C Ca. 95 × 33,5 × 71 mm, exclusief uitstekende delen Ca. 1,5 m Ca.
A Ondersteunde normen • DCF-versie 2.0: De Design Rule for Camera File Systems (DCF) (ontwerpnormen voor camerabestandssystemen) is een algemeen erkende norm voor digitale camera’s waarmee de compatibiliteit tussen de verschillende cameramerken wordt gewaarborgd. • Exif-versie 2.31: De camera ondersteunt Exif (Exchangeable Image File Format for Digital Still Cameras (uitwisselbare beeldbestandsindeling voor digitale fotocamera’s) versie 2.
A Handelsmerkinformatie IOS is in de Verenigde Staten en/of andere landen een handelsmerk of geregistreerd handelsmerk van Cisco Systems, Inc. en wordt onder licentie gebruikt. Windows is een geregistreerd handelsmerk of een handelsmerk van Microsoft Corporation in de Verenigde Staten en/of andere landen. Mac, macOS, OS X, Apple®, App Store®, de Apple-logo’s, iPhone®, iPad® en iPod touch® zijn handelsmerken van Apple Inc., geregistreerd in de V.S. en/ of in andere landen.
A Certificaten 328
AF-S DX NIKKOR 18–140mm f/3.5–5.6G ED VR-objectieven Lees deze paragraaf als u de camera hebt gekocht met de AF-S DX NIKKOR 18–140mm f/3.5–5.6G ED VR-objectiefset, alleen verkrijgbaar in bepaalde landen en regio’s. De onderdelen van het objectief worden hieronder vermeld. 1 Zonnekap * ........................................334 8 Scherpstelring..................................115 2 Vergrendelmarkering op zonnekap 9 Objectiefbevestigingsmarkering ........................................................
❚❚ Scherpstelling De scherpstelstand wordt bepaald door de scherpstelstand van de camera en de positie van de schakelaar voor de A-M-stand. Zie de camerahandleiding voor informatie over de scherpstelstandselectie van de camera. Scherpstelstand camera AF MF Scherpstelstand objectief A M Autofocus met Handmatige scherpstelling handcorrectie * met elektronische afstandsmeter — * Handcorrectie alleen beschikbaar wanneer enkelvoudige servo-AF (AF-S) is geselecteerd voor de camera.
❚❚ Diafragma Diafragma wordt met behulp van de camerabediening aangepast. Zoom en maximaal diafragma Veranderingen aan zoom kunnen het maximaal diafragma aanpassen met maximaal 1 1/3 LW. De camera houdt hier echter automatisch rekening mee bij het instellen van de belichting en er zijn geen aanpassingen aan de camera nodig bij het opvolgen van aanpassingen aan zoom.
❚❚ Vibratiereductie (VR) Vibratiereductie (VR) vermindert onscherpte veroorzaakt door cameratrillingen, waardoor sluitertijden tot maximaal 4 stops langer zijn dan anders het geval zou zijn (gemeten bij 140 mm met een D300s-camera overeenkomstig de normen van de Camera and Imaging Products Association [CIPA]; effecten variëren afhankelijk van fotograaf en opnameomstandigheden).
D Vibratiereductie gebruiken: opmerkingen • Druk, bij het gebruik van vibratiereductie, de ontspanknop half in en wacht tot het beeld in de zoeker is gestabiliseerd alvorens de ontspanknop volledig in te drukken. • Wanneer vibratiereductie actief is, kan het beeld in de zoeker schudden na het ontspannen van de sluiter. Dit duidt niet op een defect.
❚❚ De zonnekap De zonnekap beschermt het objectief en blokkeert dwaallicht dat anders lichtvlekken of beeldschaduwen veroorzaakt. De kap bevestigen Leg de bevestigingsmarkering voor de zonnekap (●) op één lijn met de uitlijnmarkering op de zonnekap ( ) en draai vervolgens aan de kap (w) totdat de ●-markering op één lijn ligt met de vergrendelmarkering op de zonnekap (—). Pak de kap, bij het bevestigen of verwijderen, dichtbij het symbool aan de basis vast en houd niet te stevig vast.
❚❚ Specificaties Type Brandpuntsafstand Maximaal diafragma Objectiefconstructie Beeldhoek Schaal brandpuntsafstand Afstandsinformatie Zoom Scherpstellen Vibratiereductie Kortste scherpstelafstand Diafragmalamellen Diafragma Diafragmabereik Lichtmeting Maat voor filters/ voorzetlenzen Afmetingen Gewicht Type G AF-S DX-objectief met ingebouwde CPU en F-vatting 18–140 mm f/3.5–5.
AF-S DX NIKKOR 18–200mm f/3.5–5.6G ED VR II-objectieven Lees deze paragraaf als u de camera hebt gekocht met de AF-S DX NIKKOR 18–200mm f/3.5–5.6G ED VR II-objectiefset, alleen verkrijgbaar in bepaalde landen en regio’s. De onderdelen van het objectief worden hieronder vermeld. 1 Zonnekap ..........................................342 10 Scherpstelring..................................115 2 Zonnekapbevestigingsmarkering 11 Bevestigingsmarkering.................... 24 .......................................
❚❚ Scherpstelling De scherpstelstand wordt bepaald door de scherpstelstand van de camera en de positie van de schakelaar van de A-M-stand. Zie de camerahandleiding voor informatie over de scherpstelstandselectie van de camera.
❚❚ Zoom en scherptediepte Draai, alvorens scherp te stellen, aan de zoomring om de brandpuntsafstand aan te passen en de foto te kadreren. Als de camera over scherptedieptevoorbeeld (stop down) beschikt, kan scherptediepte vooraf in de zoeker worden bekeken. Opmerking: Het objectief gebruikt Nikon’s Internal Focusing (IF)systeem. In tegenstelling tot andere objectieven neemt de brandpuntsafstand af naarmate de scherpstelafstand wordt verkort.
❚❚ De ingebouwde flitser gebruiken Zorg ervoor dat bij het gebruik van de ingebouwde flitser het onderwerp zich op een afstand van minimaal 0,6 m bevindt en verwijder zonnekappen om vignettering te voorkomen (schaduwen die ontstaan daar waar het uiteinde van het objectief de ingebouwde flitser in de schaduw stelt).
❚❚ Vibratiereductie (VR) De AAN/UIT-schakelaar voor vibratiereductie gebruiken • Selecteer ON om vibratiereductie in te schakelen. Vibratiereductie wordt geactiveerd wanneer de ontspanknop half wordt ingedrukt, waardoor de effecten van cameratrilling worden verminderd voor verbeterde kadrering en scherpstelling. • Selecteer OFF om vibratiereductie uit te schakelen.
D Vibratiereductie gebruiken: opmerkingen • Druk, bij het gebruik van vibratiereductie, de ontspanknop half in en wacht tot het beeld in de zoeker is gestabiliseerd alvorens de ontspanknop volledig in te drukken. • Wanneer vibratiereductie actief is, kan het beeld in de zoeker schudden na het ontspannen van de sluiter. Dit duidt niet op een defect. • Schuif de schakelaar van de vibratiereductiestand naar NORMAL voor het pannen van opnamen.
❚❚ De zonnekap De zonnekap beschermt het objectief en blokkeert dwaallicht dat anders lichtvlekken of beeldschaduwen veroorzaakt. De kap bevestigen Leg de bevestigingsmarkering voor de zonnekap (●) op één lijn met de uitlijnmarkering op de zonnekap ( ) en draai vervolgens aan de kap (w) totdat de ●-markering op één lijn ligt met de vergrendelmarkering op de zonnekap (—). Pak de kap, bij het bevestigen of verwijderen, dichtbij het symbool aan de basis vast en houd niet te stevig vast.
❚❚ Specificaties Type Brandpuntsafstand Maximaal diafragma Objectiefconstructie Beeldhoek Schaal brandpuntsafstand Afstandsinformatie Zoom Scherpstellen Vibratiereductie Aanduiding voor scherpstelafstand Kortste scherpstelafstand Diafragmalamellen Diafragma Diafragmabereik Lichtmeting Maat voor filters/ voorzetlenzen Afmetingen Type G AF-S DX Zoom-NIKKOR-objectief met ingebouwde CPU en F-vatting, ontworpen voor gebruik met Nikon DX-formaat digitale SLRcamera’s. 18–200 mm f/3.5–5.
D Onderhoud objectief • Houd de CPU-contacten schoon. • Mocht de rubberen afdichting voor de objectiefbevestiging beschadigd zijn, stop dan onmiddellijk het gebruik en breng het objectief naar een door Nikon geautoriseerd servicecenter voor reparatie. • Gebruik een blaasbalgje om stof en pluisjes van de objectiefoppervlakken te verwijderen.
A Een opmerking over groothoek- en supergroothoekobjectieven Autofocus levert mogelijk niet de gewenste resultaten in omstandigheden zoals hieronder getoond.
Goedgekeurde geheugenkaarten De camera ondersteunt SD-, SDHC- en SDXCgeheugenkaarten, inclusief SDHC- en SDXC-kaarten compatibel met UHS-I. Kaarten met UHS Snelheidsklasse 3 of hoger worden aanbevolen voor filmopnamen; het gebruik van tragere kaarten kan ervoor zorgen dat de opname wordt onderbroken. Zorg ervoor dat de kaarten die in kaartlezers worden gebruikt, compatibel zijn met het apparaat. Neem contact op met de fabrikant voor informatie over functies, werking en beperkingen aangaande het gebruik.
Capaciteit geheugenkaart De volgende tabel toont het geschatte aantal foto’s dat kan worden opgeslagen op een 16 GB SanDisk Extreme Pro 95 MB/sec. UHS-I SDHC-kaart bij verschillende instellingen voor beeldkwaliteit (0 97), beeldformaat (0 99) en beeldveld (0 93).
❚❚ 1,3× (18×12) beeldveld Beeldkwaliteit NEF (RAW), compressie zonder verlies, 12-bits NEF (RAW), compressie zonder verlies, 14-bits NEF (RAW), gecomprimeerd, 12-bits NEF (RAW), gecomprimeerd, 14-bits Beeldformaat Bestandsgrootte 1 Aant. beelden 1 Buffercapaciteit 2 — 13,1 MB 713 100 — 15,6 MB 559 100 — 11,0 MB 949 100 — 13,4 MB 803 100 Groot 6,6 MB 1.700 100 Middel 4,2 MB 2.700 100 JPEG Fijn 3 Klein 2,4 MB 4.600 100 Groot 3,4 MB 3.300 100 Middel 2,2 MB 5.
Gebruiksduur van de batterij Het aantal filmopnamen of gewone opnamen dat kan worden vastgelegd met een volledig opgeladen accu, varieert afhankelijk van de staat van de accu, de temperatuur, het interval tussen opnamen en de tijdsduur dat menu’s worden weergegeven. Voorbeeldgetallen voor EN-EL15a (1.900 mAh)-accu’s worden hieronder weergegeven 1. • Foto’s, enkel beeld ontspanstand (CIPA-norm 2): Circa 950 opnamen • Foto’s, continue ontspanstand (Nikon-standaard 3): Circa 3.
Het volgende kan de gebruiksduur van de accu verkorten: • De monitor gebruiken • Half ingedrukt houden van de ontspanknop • Herhaaldelijk bedienen van autofocus • Het maken van NEF (RAW)-foto’s • Lange sluitertijden • Gebruik van camera-Wi-Fi (draadloos LAN) en Bluetooth-functies • Gebruik van de camera met verbonden optionele accessoires • Gebruik van VR-stand (vibratiereductie) met VR-objectieven • Herhaaldelijk in- en uitzoomen met een AF-P-objectief.
Index Symbolen i (Automatische stand)...................48 j (Automatische stand (flitser uit)) .. 48 SCENE (Onderwerpstand) ...................61 EFFECTS (Speciale effecten)................64 k (Portret)..............................................62 l (Landschap)......................................62 p (Kinderen) .........................................62 m (Sport).................................................62 n (Close-up)..........................................62 o (Nachtportret) .............
A Aanduidingen omkeren ................ 267 Aangepaste knoptoewijzing....... 266, 267 Aanraakbediening ...........14, 228, 271 Aanraakscherm....................14, 16, 228 Aanraaksluiter ......................................16 Aansluiting voor externe microfoon. 2 Aantal opnamen............................... 349 Aantal scherpstelpunten............... 260 Accessoires......................................... 287 Accu ..................................19, 21, 46, 273 Achtergrondverlichting...................
Bewolkt (Witbalans) ........................ 131 Bijsnijden............................................. 275 BKT-knop .....................................158, 266 Bluetooth ....................................xxii, 273 Bodydop..........................................3, 287 Bracketing..................................209, 256 Brandpuntsafstand.......................... 283 Breedveld-AF ..................................... 106 Buffergeheugen...................................87 Bulb .......................
Flitsstand.................................... 160, 162 Flitssynchronisatiesnelheid. 265, 317 Flitswaardevergrendeling............. 169 Flitswaarschuwing........................... 271 Fn1-knop ..................................... 266, 267 Fn2-knop ..................................... 266, 267 Fn-knop afstandsb. (WR) toew.... 272 Focus-tracking..........................102, 260 Formaat ........................................ 99, 192 Formaat wijzigen ............................. 275 Foto’s beveiligen....
Kies kleurtemperatuur (Witbalans) .... 131, 137 Kleinste diafragma.......................25, 72 Kleurbalans monitor ....................... 269 Kleurenschets .................................... 276 Kleurruimte......................................... 254 Kleurtemperatuur ......... 131, 133, 137 Kleurtoon ...................................151, 152 Klok........................................................ 268 Klok instellen via satelliet .............. 223 Klokbatterij ...................................
Opties extern GPS-apparaat......... 223 Optische VR........................................ 265 Overzichtsgegevens ....................... 239 P Persoonlijke instellingen............... 260 Perspectiefcorrectie ........................ 276 PictBridge............................................ 326 Picture Control beheren....... 254, 258 Picture Control instellen...... 148, 254, 258 Picture Controls ....................... 148, 150 Pop ...........................................................
Superlevendig ......................................64 Synchronisatie met lange sluitertijd . 160, 162 Synchronisatie op het eerste gordijn 162 Synchronisatie op het tweede gordijn................................................ 162 T Taal (Language) .......................268, 323 Tekstinvoer......................................... 270 Terugzetten...............................206, 274 Tijd........................................... 79, 81, 268 Tijd waarna de monitor wordt uitgeschakeld .................
358
Garantievoorwaarden - Nikon Europees garantiebewijs Beste Nikon-klant, Hartelijk bedankt voor uw aanschaf van dit Nikon-product. In het geval dat uw Nikon-product onder garantie moet worden gerepareerd, dient u contact op te nemen met de leverancier waar u het product hebt gekocht of een lid van ons servicenetwerk binnen de verkoopregio van Nikon Europe B.V. (bijv. Europa/Rusland/ overige). Ga voor meer informatie naar: http://www.europe-nikon.
2.
4. Dit garantiebewijs heeft geen betrekking op de wettelijke rechten van de consument volgens de toepasselijke nationale wetten die van kracht zijn, noch op het wettelijk recht van de consument tegenover de verkoper voortkomend uit zijn/haar koop/aanschaf-contract. Mededeling: Een overzicht van alle erkende Nikon onderhoudsdiensten vindt u online via deze koppeling (URL = http://www.europe-nikon.com/service/ ).
E L P Nikon D7500 M SA DIGITALE CAMERA Gebruikshandleiding (met garantie) Deze handleiding mag op geen enkele manier volledig of gedeeltelijk (behalve voor korte citaten in kritische artikelen of besprekingen) worden gereproduceerd zonder de schriftelijke toestemming van NIKON CORPORATION. AMA16698 Gedrukt in Europa Nl SB7K04(1F) 6MB3861F-04 • Lees deze handleiding grondig door voordat u de camera gebruikt.