DIGITALE CAMERA Menugids Deze handleiding geeft een gedetailleerde beschrijving van de menuopties en verschaft informatie over accessoires en het aansluiten van de camera op andere apparaten. Voor informatie over de beginselen van de camerabedieningen, zie de Gebruikshandleiding meegeleverd met de camera.
Inhoudsopgave Menugids 9 Standaardinstellingen........................................................................ 9 D Het weergavemenu: Beelden beheren .......................................... 17 Opties weergavemenu............................................................................. 17 Wissen..................................................................................................... 18 Weergavemap ....................................................................................
Picture Control beheren................................................................... 41 Kleurruimte........................................................................................... 41 Actieve D-Lighting ............................................................................. 42 HDR (hoog dynamisch bereik)....................................................... 42 Vignetteringscorrectie...................................................................... 43 Autom. vertekeningscorrectie..
A Persoonlijke instellingen: Fijnafstelling camera-instellingen.......... 58 Persoonlijke instellingen......................................................................... 59 Herstel pers. instellingen................................................................. 62 a: Autofocus ............................................................................................. 62 a1: Selectie AF-C-prioriteit .............................................................. 62 a2: Selectie AF-S-prioriteit.....
d4: Belichtingsvertragingsstand ................................................... 75 d5: Flitswaarschuwing ...................................................................... 75 d6: Opeenvolgende nummering.................................................. 76 d7: Rasterweergave in zoeker ........................................................ 77 d8: Eenvoudige ISO............................................................................ 77 d9: Informatiescherm.........................................
g: Film .......................................................................................................107 g1: Fn-knop toewijzen................................................................... 107 g2: Voorbeeldknop toewijzen .................................................... 108 g3: AE-L/AF-L-knop toewijzen.................................................... 108 g4: Ontspanknop toewijzen........................................................ 109 B Het setup-menu: Camera-instellingen ..........
NFC ....................................................................................................... 134 Netwerk............................................................................................... 134 Uploaden via Eye-Fi ........................................................................ 135 Conformiteitsmarkering ............................................................... 137 Firmwareversie.................................................................................
Technische opmerkingen 169 Aansluitingen .................................................................................. 169 ViewNX-i installeren............................................................................... 169 Foto’s naar de computer kopiëren ................................................... 170 Ethernet en draadloze netwerken .................................................... 173 Foto’s afdrukken....................................................................................
Menugids Standaardinstellingen In de onderstaande lijst worden de standaardinstellingen voor de opties van de cameramenu’s getoond. ❚❚ Standaardinstellingen weergavemenu Optie Weergavemap (0 18) Controlebeeld (0 26) Na wissen (0 26) Draai portret (0 27) Diashow (0 27) Beeldtype Beeldinterval Standaard D7200 Uit Toon volgende Aan Foto's en films 2 sec.
Optie Witbalans (0 39) Fijnafstelling Kies kleurtemperatuur Handmatige voorinstelling Picture Control instellen (0 40) Kleurruimte (0 41) Actieve D-Lighting (0 42) P, S, A, M, %, g, i, u, 1, 2, 3 Overige standen HDR (hoog dynamisch bereik) (0 42) HDR-stand HDR-sterkte Vignetteringscorrectie (0 43) Autom. vertekeningscorrectie (0 44) Ruisonderdr.
Optie Intervalopname (0 49) Startopties Interval Aantal intervallen×opnamen/interval Gelijkmatige belichting Standaard Nu 1 min. 0001×1 Uit 1 Standaardinstellingen hersteld met Foto-opnamemenu terugzetten (0 31). 2 Foto-opnamemenu terugzetten kan niet worden geselecteerd tijdens de opname.
Optie Time-lapse-fotografie (0 57) Interval Opnameduur Gelijkmatige belichting Standaard 5 sec. 25 minuten Aan * Standaardinstellingen hersteld met Filmopnamemenu terugzetten (0 51).
Optie c1 AE-vergrend. ontspanknop (0 72) c2 Stand-by-timer (0 72) c3 Zelfontspanner (0 72) Vertraging zelfontspanner Aantal opnamen Interval tussen opnamen c4 Monitor uit (0 73) Weergave Menu's Informatiescherm Controlebeeld Livebeeld c5 Wachttijd afstandsb. (ML-L3) (0 73) d1 Signaal (0 74) Volume Toonhoogte d2 Continu lage snelheid (0 75) d3 Max. aant.
Optie e1 Flitssynchronisatiesnelheid (0 81) e2 Langste sluitertijd bij flits (0 82) e3 Flitserregeling ingeb. flitser/Optionele flitser (0 83) e4 Belichtingscorr. voor flitser (0 89) e5 Testflits (0 89) e6 Inst. voor autom.
f6 f7 f8 f9 f10 f11 g1 g2 g3 g4 Optie Knop loslaten voor instelsch. (0 101) Ontspannen bij geen kaart (0 102) Aanduidingen omkeren (0 102) Filmopnameknop toewijzen (0 103) Indrukken + instelschijven Knop 4 MB-D15 toewijzen (0 104) Fn-knop afstandsb. (WR) toew.
❚❚ Standaardinstellingen setup-menu Optie Gebruikersinstellingen opslaan (0 111) Opslaan in U1 Opslaan in U2 Monitorhelderheid (0 114) Kleurbalans monitor (0 115) Beeldsensor reinigen (0 116) Reinigen bij aan-/uitzetten Flikkerreductie (0 119) Tijdzone en datum (0 120) Zomertijd Automatische beeldrotatie (0 121) HDMI (0 182) Uitvoerresolutie (0 182) Apparaatbesturing (0 182) Geavanceerd (0 183) Uitvoerbereik Uitvoerformaat Schermweergave bij livebld Twee monitoren Locatiegegevens (0 132) Stand-by-timer Klok
D Het weergavemenu: Beelden beheren Druk op G en selecteer de tab D (weergavemenu) om het weergavemenu weer te geven. G-knop Opties weergavemenu Het weergavemenu bevat de volgende opties: Optie Wissen Weergavemap Beeld verbergen Weergaveopties Beeld(en) kopiëren 0 18 18 19 21 21 Optie Controlebeeld Na wissen Draai portret Diashow DPOF-afdrukopdracht 0 26 26 27 27 179 A Zie ook Standaardinstellingen van het menu staan vermeld op pagina 9.
Wissen G-knop ➜ D weergavemenu Wis meerdere beelden. Optie Q Selectie Datum selecteren n R Alle Beschrijving Wis geselecteerde foto’s. Wis alle foto’s gemaakt op een geselecteerde datum. Wis alle foto’s in de map momenteel geselecteerd voor weergave. Als er twee kaarten zijn geplaatst, kunt u de kaart selecteren waarvan foto’s worden gewist.
Beeld verbergen G-knop ➜ D weergavemenu Verberg of toon foto’s. Verborgen foto’s zijn alleen zichtbaar in het menu Beeld verbergen en kunnen alleen worden verwijderd door de geheugenkaart te formatteren. Optie Selecteren/ instellen Beschrijving Verberg of toon geselecteerde foto’s. Datum selecteren Het selecteren van deze optie geeft een lijst met datums weer. Markeer de datum en druk op 2 om alle foto’s gemaakt op een bepaalde datum te verbergen.
Volg de onderstaande stappen om geselecteerde foto’s te verbergen of te tonen. 1 Kies Selecteren/instellen. Markeer Selecteren/instellen en druk op 2. 2 Selecteer foto’s. Gebruik de multi-selector om door de foto’s op de geheugenkaart te bladeren (om de gemarkeerde foto schermvullend te bekijken, houd de X/T)-knop ingedrukt en druk op W (S) om de huidige foto te W (S)-knop selecteren.
Weergaveopties G-knop ➜ D weergavemenu Kies de informatie beschikbaar in de weergave van het fotoinformatiescherm. Druk op 1 of 3 om een optie te markeren, druk vervolgens op 2 om de optie voor het foto-informatiescherm te selecteren. Er verschijnt een L naast geselecteerde items; om de selectie van een item ongedaan te maken, markeer een item en druk op 2. Druk op J om naar het weergavemenu terug te keren. Beeld(en) kopiëren G-knop ➜ D weergavemenu Kopieer foto’s van de ene naar de andere geheugenkaart.
2 Selecteer de bronkaart. Markeer de sleuf voor de kaart met de beelden die gekopieerd moeten worden en druk op J. 3 Kies Beeld(en) selecteren. Markeer Beeld(en) selecteren en druk op 2. 4 Selecteer de bronmap. Markeer de map met de beelden die gekopieerd moeten worden en druk op 2. 5 Maak de beginselectie.
6 Selecteer meer beelden. Markeer foto’s en druk op W (S) om te selecteren of te deselecteren (houd de X/T-knop ingedrukt om de gemarkeerde foto in volledig scherm te bekijken). Geselecteerde beelden zijn gemarkeerd met een L. Druk op J om W (S)-knop verder te gaan naar Stap 7 zodra uw selectie is voltooid. 7 Kies Doelmap selecteren. Markeer Doelmap selecteren en druk op 2.
8 Selecteer een doelmap. Om een mapnaam in te voeren, kies Map selecteren op nummer, voer het nummer in (0 31) en druk op J. Als de map met het geselecteerde nummer nog niet bestaat, zal een nieuwe map worden aangemaakt. Om uit een lijst met bestaande mappen te kiezen, kies Map selecteren in lijst, markeer een map en druk op J. 9 Kopieer de beelden. Markeer Beeld(en) kopiëren? en druk op J. Er wordt een bevestigingsvenster weergegeven; markeer Ja en druk op J.
D Beelden kopiëren Beelden worden niet gekopieerd als er onvoldoende ruimte beschikbaar is op de doelkaart. Zorg ervoor dat de batterij volledig is opgeladen alvorens films te kopiëren. Als de doelmap een beeld bevat met dezelfde naam als één van de te kopiëren beelden, wordt er een bevestigingsvenster weergegeven.
Controlebeeld G-knop ➜ D weergavemenu Kies of foto’s direct na de opname automatisch in de monitor worden weergegeven. Als Uit is geselecteerd, kunnen foto’s alleen worden weergegeven door op de K-knop te drukken. Na wissen G-knop ➜ D weergavemenu Kies de foto weergegeven nadat een beeld is gewist. Optie S Toon volgende T Toon vorige U Doorgaan als tevoren 26 Menugids Beschrijving Geef de volgende foto weer. Als de gewiste foto het laatste beeld was, wordt de vorige foto weergegeven.
Draai portret G-knop ➜ D weergavemenu Kies of “staande” foto’s (portretstand) worden gedraaid tijdens weergave. Omdat de camera zich al in de juiste richting bevindt tijdens het fotograferen, worden beelden niet automatisch gedraaid tijdens controlebeeld. Optie Aan Uit Beschrijving “Staande” foto’s (portretstand) worden automatisch gedraaid voor weergave in de cameramonitor. Foto’s gemaakt met Uit geselecteerd voor Automatische beeldrotatie (0 121) worden “liggend” (landschap) weergegeven.
Markeer Starten en druk op J om de diashow te starten. De volgende bewerkingen kunnen tijdens de diashow worden uitgevoerd: Functie Naar vorig/ volgend beeld bladeren Extra fotoinformatie bekijken Druk op Pauzeren J Volume verhogen/ verlagen X (T)/ W (S) Terug naar weergavemenu Terug naar weergavestand G Terug naar opnamestand Beschrijving Druk op 4 om naar het vorige beeld terug te keren, of op 2 om naar het volgende beeld te gaan. Wijzig of verberg weergegeven fotoinformatie (alleen foto’s).
DPOF-afdrukopdracht G-knop ➜ D weergavemenu Selecteer beelden die u wilt afdrukken met een DPOF-compatibele printservice of printer en kies het aantal afdrukken (0 179).
C Het foto-opnamemenu: Foto-opnameopties Druk op G en selecteer de tab C (foto-opnamemenu) om het foto-opnamemenu weer te geven.
Foto-opnamemenu terugzetten G-knop ➜ C foto-opnamemenu Selecteer Ja om opties voor het foto-opnamemenu terug te zetten naar hun standaardwaarden (0 9). Opslagmap G-knop ➜ C foto-opnamemenu Selecteer de map waarin de opeenvolgende beelden worden opgeslagen. ❚❚ Mappen op mapnummer selecteren 1 Kies Map selecteren op nummer. Markeer Map selecteren op nummer en druk op 2. 2 Kies een mapnummer. Druk op 4 of 2 om een getal te markeren, druk op 1 of 3 om te wijzigen.
3 Sla de wijzigingen op en sluit af. Druk op J om de bewerking te voltooien en terug te keren naar het hoofdmenu (druk op de G-knop om af te sluiten zonder de opslagmap te kiezen). Als er nog geen map met het opgegeven nummer bestaat, wordt een nieuwe map aangemaakt. Opeenvolgende foto’s worden opgeslagen in de geselecteerde map tenzij deze al vol is. ❚❚ Mappen uit een lijst selecteren 1 Kies Map selecteren in lijst. Markeer Map selecteren in lijst en druk op 2. 2 Markeer een map.
D Map- en bestandsnummers Als de huidige map nummer 999 heeft en 999 foto’s of een foto met het nummer 9999 bevat, wordt de ontspanknop uitgeschakeld en kunnen er geen foto’s meer worden gemaakt. Maak, om de opname voort te zetten, een map met een nummer dat lager is dan 999 of selecteer een bestaande map met een nummer lager dan 999 en met minder dan 999 beelden. A Opstarttijd Als de geheugenkaart een zeer groot aantal bestanden of mappen bevat, kan het langer duren voordat de camera is opgestart.
Naamgeving bestanden G-knop ➜ C foto-opnamemenu Foto’s worden opgeslagen met een bestandsnaam die bestaat uit “DSC_” of, in het geval van afbeeldingen die Adobe RGB kleurruimte gebruiken, “_DSC”, gevolgd door een getal van vier cijfers en een extensie van drie letters (bijv. “DSC_0001.JPG”). De optie Naamgeving bestanden wordt gebruikt om drie letters te selecteren die het gedeelte “DSC” van de bestandsnaam vervangen.
Functie van kaart in sleuf 2 G-knop ➜ C foto-opnamemenu Kies functie van de kaart in sleuf 2 wanneer er twee geheugenkaarten in de camera zijn geplaatst.
Beeldkwaliteit G-knop ➜ C foto-opnamemenu Kies een bestandsformaat en compressieverhouding (beeldkwaliteit). Optie Bestandstype NEF (RAW) NEF JPEG Fijn JPEG Normaal JPEG JPEG Basis NEF (RAW)+ JPEG Fijn NEF (RAW)+ JPEG Normaal NEF (RAW)+ JPEG Basis NEF/JPEG Beschrijving Onbewerkte gegevens van de beeldsensor worden zonder extra bewerking opgeslagen. Instellingen zoals witbalans en contrast kunnen na de opname worden aangepast.
Beeldformaat G-knop ➜ C foto-opnamemenu Beeldformaat wordt gemeten in pixels. Kies uit # Groot, $ Middel of % Klein (merk op dat het beeldformaat varieert afhankelijk van de optie geselecteerd voor Beeldveld): Beeldveld DX (24×16) 1,3× (18×12) Optie Groot Middel Klein Groot Middel Klein Formaat (pixels) 6.000 × 4.000 4.496 × 3.000 2.992 × 2.000 4.800 × 3.200 3.600 × 2.400 2.400 × 1.
JPEG-compressie G-knop ➜ C foto-opnamemenu Kies een compressietype voor JPEG-afbeeldingen. Optie O Vaste grootte P Optimale kwaliteit Beschrijving Beelden worden gecomprimeerd om een relatief uniforme bestandsgrootte te produceren. Optimale beeldkwaliteit. De bestandsgrootte wisselt met het opgenomen onderwerp. NEF (RAW)-opname G-knop ➜ C foto-opnamemenu Kies het compressietype en de bitdiepte voor NEF (RAW)afbeeldingen.
Witbalans G-knop ➜ C foto-opnamemenu Pas witbalans aan overeenkomstig de lichtbron. v J I Optie Automatisch Normaal Kleur warm licht behouden Beschrijving Witbalans wordt automatisch aangepast. Gebruik voor de beste resultaten voor type G- of D-objectieven. Als de ingebouwde of optionele flitser flitst, worden de resultaten aangepast aan de flitser. Gloeilamplicht Gebruik onder gloeilamplicht. Gebruik met: • Natriumdampverlichting (aanwezig bij sportevenementen). • Warm wit tl-licht brandt.
Picture Control instellen G-knop ➜ C foto-opnamemenu Kies hoe nieuwe foto’s worden verwerkt. Selecteer overeenkomstig het type onderwerp of uw eigen creatieve wensen. Optie Q Standaard R Neutraal S Levendig T Monochroom e Portret f Landschap q Gelijkmatig 40 Menugids Beschrijving Standaardverwerking voor evenwichtige resultaten. Aanbevolen voor de meeste situaties. Minimale verwerking voor natuurlijke resultaten. Kies voor foto’s die later zullen worden bewerkt of geretoucheerd.
Picture Control beheren G-knop ➜ C foto-opnamemenu Maak eigen Picture Controls. Optie Beschrijving Maak een nieuwe eigen Picture Control op basis van een Opslaan/bewerken bestaande voorinstelling of eigen Picture Control, of bewerk bestaande eigen Picture Controls. Naam wijzigen Wijzig de naam van een geselecteerde Picture Control. Wissen Wis een geselecteerde Picture Control.
Actieve D-Lighting G-knop ➜ C foto-opnamemenu Behoud details in hoge lichten en schaduwen waardoor foto’s met een natuurlijk contrast ontstaan. Optie Automatisch Extra hoog Hoog Normaal Laag Uit Beschrijving De camera past automatisch Actieve D-Lighting aan overeenkomstig de opnameomstandigheden. Kies het niveau voor Actieve D-Lighting. Actieve D-Lighting uit.
Vignetteringscorrectie G-knop ➜ C foto-opnamemenu “Vignettering” is verminderde helderheid aan de randen van een foto. Vignetteringscorrectie vermindert vignettering voor type G-, E- en D-objectieven (pc-objectieven uitgezonderd). De effecten variëren van objectief tot objectief en zijn het meest zichtbaar bij maximaal diafragma. Kies uit Hoog, Normaal, Laag en Uit.
Autom. vertekeningscorrectie G-knop ➜ C foto-opnamemenu Selecteer Aan om tonvormige vertekening in foto’s gemaakt met groothoekobjectieven en kussenvormige vervorming in foto’s gemaakt met lange objectieven te verminderen (merk op dat de randen van het zichtbare gedeelte in de zoeker mogelijk uit de definitieve foto worden gesneden en dat de benodigde tijd voor het verwerken van foto’s voordat het opnemen begint, kan toenemen).
Ruisonderdr. lange tijdopname (Ruisonderdrukking lange tijdopname) G-knop ➜ C foto-opnamemenu Als Aan is geselecteerd, worden foto’s, gemaakt bij sluitertijden langer dan 1 sec., bewerkt om ruis te verminderen (heldere vlekken, willekeurige heldere pixels of waas).
ISO-gevoeligheid instellen G-knop ➜ C foto-opnamemenu Pas instellingen van ISO-gevoeligheid aan voor foto’s. Optie Beschrijving Pas ISO-gevoeligheid aan. Kies Automatisch voor automatische gevoeligheidsaanpassing of selecteer uit waarden tussen ISO 100 en 25.600. De instellingen Hi BW1 (gelijk aan ISO 51.200) en Hi BW2 (gelijk aan ISO 102.
Afstandsbedieningsstand (ML-L3) G-knop ➜ C foto-opnamemenu Kies hoe de camera zich gedraagt bij het gebruik van een ML-L3 afstandsbediening (0 187). % $ & 7 Optie Vertraagd op afstand Beschrijving Sluiter wordt 2 sec. na het indrukken van de ML-L3 ontspanknop ontspannen. Sluiter wordt ontspannen wanneer de ML-L3 Direct op afstand ontspanknop wordt ingedrukt. Druk eenmaal op de ML-L3 ontspanknop om de spiegel op te klappen, nogmaals om de sluiter te Spiegel omhoog ontspannen en maak de foto.
Meervoudige belichting G-knop ➜ C foto-opnamemenu Maak van twee of drie NEF (RAW)-opnamen één enkele foto. Optie Beschrijving • 6 Aan (reeks): Maak een reeks meervoudige belichtingen. Selecteer Uit om normaal fotograferen te hervatten. Stand voor • Aan (één foto): Maak één meervoudige belichting. meerv. belichting • Uit: Sluit af zonder extra meervoudige belichtingen aan te maken. Kies het aantal opnamen dat wordt gecombineerd om een Aantal opnamen enkele foto te vormen.
Intervalopname G-knop ➜ C foto-opnamemenu Maak foto’s bij het geselecteerde interval totdat het gespecificeerde aantal opnamen is vastgelegd. Selecteer een andere ontspanstand dan zelfontspanner (E) en MUP bij het gebruik van de intervaltimer. Optie Beschrijving Start intervalopname na 3 sec. (Nu geselecteerd voor Opties starten) of bij een geselecteerde datum en tijd Starten (Startdatum en starttijd kiezen). De opname wordt voortgezet bij het geselecteerde interval tot alle opnamen zijn gemaakt.
1 Het filmopnamemenu: Filmopnameopties Druk op G en selecteer de tab 1 (filmopnamemenu) om het filmopnamemenu weer te geven.
Filmopnamemenu terugzetten G-knop ➜ 1 filmopnamemenu Selecteer Ja om opties voor het filmopnamemenu terug te zetten naar hun standaardwaarden (0 11). Naamgeving bestanden G-knop ➜ 1 filmopnamemenu Kies het drieletterige voorvoegsel gebruikt in de benaming van de beeldbestanden waarin films worden opgeslagen. Het standaard voorvoegsel is “DSC” (0 34). Bestemming G-knop ➜ 1 filmopnamemenu Kies de sleuf voor het opnemen van films.
Beeldformaat/beeldsnelheid G-knop ➜ 1 filmopnamemenu Selecteer Beeldformaat/beeldsnelheid om het beeldformaat (in pixels) en beeldsnelheid. Een ster (“★”) wordt weergegeven wanneer een hoge-kwaliteit optie is geselecteerd voor Filmkwaliteit (0 53). Optie Beeldformaat (pixels) Beeldinterval * v/y w/z o/1 p/2 q/3 r/4 s/5 1.920×1.080 60p 1.920×1.080 50p 1.920×1.080 30p 1.920×1.080 25p 1.920×1.080 24p 1.280× 720 60p 1.280× 720 50p * Vermelde waarden.
Filmkwaliteit G-knop ➜ 1 filmopnamemenu Kies uit Hoge kwaliteit en Normaal. Microfoongevoeligheid G-knop ➜ 1 filmopnamemenu Schakel de ingebouwde of optionele stereomicrofoons (0 188) in of uit, of pas de microfoongevoeligheid aan. Kies Automatische gevoeligheid om de gevoeligheid automatisch aan te passen, Microfoon uit om geluidsopname uit te schakelen; om de microfoongevoeligheid handmatig te selecteren, selecteer Handmatige gevoeligheid en kies een gevoeligheid.
Frequentiebereik G-knop ➜ 1 filmopnamemenu Als K Groot bereik is geselecteerd, reageren de ingebouwde en optionele stereomicrofoons (0 188) op een breed scala aan frequenties, van muziek tot de drukke zoemgeluiden van een straat in de stad. Kies L Stembereik om stemmen van mensen duidelijk naar voren te brengen.
Witbalans G-knop ➜ 1 filmopnamemenu Kies de witbalans voor films (0 39). Selecteer Zelfde als foto-instellingen om de momenteel geselecteerde optie voor foto’s te gebruiken. Picture Control instellen G-knop ➜ 1 filmopnamemenu Kies een Picture Control voor films (0 40). Selecteer Zelfde als foto-instellingen om de momenteel geselecteerde optie voor foto’s te gebruiken. Picture Control beheren G-knop ➜ 1 filmopnamemenu Maak eigen Picture Controls (0 41).
ISO-gevoeligheid v. film instellen G-knop ➜ 1 filmopnamemenu Pas de volgende ISO-gevoeligheidsinstellingen aan: • ISO-gevoeligheid (stand M): Kies de ISO-gevoeligheid voor stand M uit waarden tussen ISO 100 en Hi 25.600. Automatische instelling ISOgevoeligheid wordt gebruikt in andere opnamestanden. • Auto ISO-gevoelig. (stand M): Selecteer Aan voor automatische instelling ISO-gevoeligheid in stand M, Uit om de waarde geselecteerd voor ISO-gevoeligheid (stand M) te gebruiken.
Time-lapse-fotografie G-knop ➜ 1 filmopnamemenu De camera maakt automatisch foto’s bij de geselecteerde intervallen om een geluidloze time-lapse-film te maken aan de hand het beeldformaat, de beeldsnelheid en het beeldveld momenteel geselecteerd in het filmopnamemenu. Optie Starten Interval Opnameduur Gelijkmatige belichting Beschrijving Start time-lapse-fotografie. De opname start na 3 sec. en duurt voort bij het geselecteerde interval voor de geselecteerde opnametijd.
A Persoonlijke instellingen: Fijnafstelling camera-instellingen Druk op G en selecteer de tab A (menu Persoonlijke instellingen) om het menu Persoonlijke instellingen weer te geven. G-knop Gebruik Persoonlijke instellingen om de camera-instellingen aan individuele voorkeuren aan te passen. Hoofdmenu Herstel pers.
Persoonlijke instellingen De volgende Persoonlijke instellingen zijn beschikbaar: a a1 a2 a3 a4 a5 a6 a7 a8 a9 b b1 b2 b3 b4 b5 c c1 c2 c3 c4 c5 Persoonlijke instelling Herstel pers. instellingen Autofocus Selectie AF-C-prioriteit Selectie AF-S-prioriteit Focus-tracking met Lock-On AF-activering Weergave scherpstelpunt Doorloop scherpstelpunt Aantal scherpstelpunten Punten opslaan per stand Ingeb. AF-hulpverlichting Lichtmeting/belichting Stapgrootte ISO-gevoeligh. Stapgrootte inst. belichting Eenv.
d d1 d2 d3 d4 d5 d6 d7 d8 d9 d10 d11 d12 e e1 e2 e3 e4 e5 e6 e7 Persoonlijke instelling Opnemen/weergeven Signaal Continu lage snelheid Max. aant. continu-opnamen Belichtingsvertragingsstand Flitswaarschuwing Opeenvolgende nummering Rasterweergave in zoeker Eenvoudige ISO Informatiescherm Lcd-verlichting MB-D15 batterijen Batterijvolgorde Bracketing/flits Flitssynchronisatiesnelheid Langste sluitertijd bij flits Flitserregeling ingeb. flitser Belichtingscorr. voor flitser Testflits Inst. voor autom.
f f1 f2 f3 f4 f5 f6 f7 f8 f9 f10 f11 g g1 g2 g3 g4 Persoonlijke instelling Bediening OK-knop Fn-knop toewijzen Voorbeeldknop toewijzen AE-L/AF-L-knop toewijzen Functie instelschijven inst. Knop loslaten voor instelsch. Ontspannen bij geen kaart Aanduidingen omkeren Filmopnameknop toewijzen Knop 4 MB-D15 toewijzen Fn-knop afstandsb. (WR) toew.
Herstel pers. instellingen G-knop ➜ A menu Persoonlijke instellingen Selecteer Ja om Persoonlijke instellingen terug te zetten naar hun standaardwaarden (0 12). a: Autofocus a1: Selectie AF-C-prioriteit G-knop ➜ A menu Persoonlijke instellingen Als AF-C is geselecteerd voor zoekerfotografie, dan regelt deze optie of foto’s kunnen worden vastgelegd wanneer de ontspanknop wordt ingedrukt (ontspanprioriteit) of alleen zodra de camera is scherpgesteld (focusprioriteit).
a2: Selectie AF-S-prioriteit G-knop ➜ A menu Persoonlijke instellingen Als AF-S is geselecteerd voor zoekerfotografie, dan regelt deze optie of foto’s alleen worden gemaakt wanneer de camera heeft scherpgesteld (scherpstelprioriteit) of telkens wanneer de ontspanknop wordt ingedrukt (ontspanprioriteit). Optie G Ontspannen F Scherpstelling Beschrijving Bij elke druk op de ontspanknop kunnen foto’s worden gemaakt.
a3: Focus-tracking met Lock-On G-knop ➜ A menu Persoonlijke instellingen Deze optie regelt hoe autofocus aanpassingen maakt bij plotselinge grote veranderingen in de afstand tot het onderwerp wanneer AF-C is geselecteerd of continue servo-autofocus is geselecteerd als de camera in de stand AF-A staat voor zoekerfotografie.
a4: AF-activering G-knop ➜ A menu Persoonlijke instellingen Kies of de camera scherpstelt wanneer de ontspanknop half wordt ingedrukt. Als Alleen AF-ON is geselecteerd, zal de camera niet scherpstellen wanneer de ontspanknop half wordt ingedrukt; scherpstelling met behulp van een knop die is toegewezen aan de AF-ON-functie in het Persoonlijke instellingenmenu (0 92, 97, 104, 107).
a6: Doorloop scherpstelpunt G-knop ➜ A menu Persoonlijke instellingen Kies of selectie van het scherpstelpunt “doorloopt” van de ene rand van de zoeker naar de andere.
a8: Punten opslaan per stand G-knop ➜ A menu Persoonlijke instellingen Kies of afzonderlijke scherpstelpunten kunnen worden geselecteerd voor landschapstand (liggend), voor portretstand (staand) met de camera 90° naar rechts gedraaid en voor de portretstand met de camera 90° naar links gedraaid. Selecteer Nee om hetzelfde scherpstelpunt te gebruiken, ongeacht de cameraoriëntatie.
a9: Ingeb. AF-hulpverlichting G-knop ➜ A menu Persoonlijke instellingen Kies of de ingebouwde AF-hulpverlichting brandt om de scherpstelbewerking te ondersteunen bij weinig licht. Optie Aan Uit Beschrijving De AF-hulpverlichting brandt bij weinig licht (alleen zoekerfotografie). AF-hulpverlichting is alleen beschikbaar wanneer aan twee van de volgende voorwaarden wordt voldaan: 1.
b: Lichtmeting/belichting b1: Stapgrootte ISO-gevoeligh. G-knop ➜ A menu Persoonlijke instellingen Selecteer de stappen gebruikt bij het maken van aanpassingen aan ISO-gevoeligheid. Indien mogelijk wordt de instelling voor de huidige ISO-gevoeligheid behouden wanneer de stapgrootte wordt gewijzigd. Als de huidige instelling niet beschikbaar is bij de nieuwe stapgrootte, dan wordt ISO-gevoeligheid afgerond op de eerstkomende beschikbare instelling. b2: Stapgrootte inst.
b3: Eenv. belichtingscorrectie G-knop ➜ A menu Persoonlijke instellingen Deze optie regelt of de E-knop nodig is om de belichtingscorrectie in te stellen. Indien Aan (automatisch herstellen) of Aan is geselecteerd, zal de 0 in het midden van de belichtingsweergave knipperen, zelfs wanneer belichtingscorrectie is ingesteld op ±0. Optie Beschrijving Belichtingscorrectie wordt ingesteld door aan één van de instelschijven te draaien (zie onderstaande opmerking).
A Eenvoudige ISO Persoonlijke instelling b3 (Eenv. belichtingscorrectie) kan niet worden gebruikt met Persoonlijke instelling d8 (Eenvoudige ISO, 0 77). Aanpassingen aan één van deze items zet het resterende item terug; er wordt een bericht weergegeven zodra het item is teruggezet. b4: Centrumgericht meetveld G-knop ➜ A menu Persoonlijke instellingen Kies het formaat van het veld waaraan het meeste gewicht wordt toegekend in centrumgerichte lichtmeting.
c: Timers/AE-vergrendeling c1: AE-vergrend. ontspanknop G-knop ➜ A menu Persoonlijke instellingen Als Aan is geselecteerd, wordt de belichting vergrendeld wanneer de ontspanknop half wordt ingedrukt. c2: Stand-by-timer G-knop ➜ A menu Persoonlijke instellingen Kies hoe lang de camera de belichting blijft meten wanneer er geen handelingen worden uitgevoerd. De sluitertijd- en diafragmaweergaven in het bedieningspaneel en de zoeker schakelen automatisch uit zodra de stand-by-timer afloopt.
c4: Monitor uit G-knop ➜ A menu Persoonlijke instellingen Kies hoe lang de monitor ingeschakeld blijft wanneer er geen handelingen worden uitgevoerd tijdens weergave (Weergave; standaard 10 sec.) en controlebeeld (Controlebeeld; standaard 4 sec.) wanneer menu’s (Menu’s; standaard 1 minuut) of informatie (Informatiescherm; standaard 10 sec.) worden weergegeven, of tijdens livebeeld en filmopname (Livebeeld; standaard op 10 minuten).
d: Opnemen/weergeven d1: Signaal G-knop ➜ A menu Persoonlijke instellingen Kies de toonhoogte en het volume van het signaal dat klinkt wanneer de camera scherpstelt met behulp van enkelvoudige servo-AF (AF-S of wanneer enkelvoudige servo-AF is geselecteerd voor AF-A), wanneer de scherpstelling vergrendelt tijdens fotolivebeeld terwijl de ontspantimer aftelt in de zelfontspannerstand en de vertraagd op afstand ontspanstanden (0 47), wanneer een foto wordt gemaakt met een afstandsbediening met snelle ontspan
d2: Continu lage snelheid G-knop ➜ A menu Persoonlijke instellingen Kies de maximum beeldsnelheid in stand CL (continu lage snelheid). Merk op dat de beeldsnelheid in livebeeld niet hoger dan 3,7 bps zal zijn, zelfs wanneer waarden van 4 bps of korter zijn geselecteerd. d3: Max. aant. continu-opnamen G-knop ➜ A menu Persoonlijke instellingen Het maximum aantal opnamen dat achter elkaar kan worden gemaakt in één serieopname in de continue stand kan worden ingesteld op een waarde tussen 1 en 100.
d6: Opeenvolgende nummering G-knop ➜ A menu Persoonlijke instellingen Wanneer u een foto maakt, geeft de camera het bestand een naam door het laatst gebruikte bestandsnummer met één te verhogen. Deze optie regelt of de bestandsnummering doorgaat vanaf het laatst gebruikte nummer wanneer een nieuwe map wordt gemaakt, de geheugenkaart wordt geformatteerd of een nieuwe geheugenkaart in de camera wordt geplaatst.
d7: Rasterweergave in zoeker G-knop ➜ A menu Persoonlijke instellingen Kies Aan om op verzoek rasterlijnen in de zoeker weer te geven ter referentie bij het samenstellen van de compositie van foto’s met behulp van het DX-formaat beeldveld (0 37). d8: Eenvoudige ISO G-knop ➜ A menu Persoonlijke instellingen Als Aan is geselecteerd, kan ISO-gevoeligheid worden ingesteld in de standen P en S door aan de secundaire instelschijf te draaien of in stand A door aan de hoofdinstelschijf te draaien.
d9: Informatiescherm G-knop ➜ A menu Persoonlijke instellingen Als Automatisch (v) is geselecteerd, zal de kleur van de letters in het informatiescherm automatisch veranderen van zwart naar wit of van wit naar zwart om voldoende contrast met de achtergrond te behouden. Om altijd dezelfde kleur letters te gebruiken, selecteer Handmatig en kies Donker op licht (w; zwarte letters) of Licht op donker (x; witte letters).
d11: MB-D15 batterijen G-knop ➜ A menu Persoonlijke instellingen Om ervoor te zorgen dat de camera naar verwachting functioneert wanneer het optionele MB-D15 battery pack met AA-batterijen wordt gebruikt, moet de optie, geselecteerd in dit menu, overeenkomen met het batterijtype dat in het battery pack is geplaatst. Het is niet nodig om deze optie aan te passen bij het gebruik van EN-EL15 accu's.
d12: Batterijvolgorde G-knop ➜ A menu Persoonlijke instellingen Kies of eerst de batterij in de camera of de batterijen in het battery pack worden gebruikt wanneer een optioneel MB-D15 battery pack is bevestigd. Merk op dat de lichtnetadapter wordt gebruikt als de MB-D15 wordt gevoed door een optionele lichtnetadapter en stroomaansluiting, ongeacht de geselecteerde optie.
e: Bracketing/flits e1: Flitssynchronisatiesnelheid G-knop ➜ A menu Persoonlijke instellingen Deze optie regelt flitssynchronisatiesnelheid. Optie Beschrijving Automatische snelle FP-synchronisatie wordt gebruikt wanneer er een compatibele flitser is bevestigd. Als de ingebouwde flitser of andere flitsers worden gebruikt, 1/320 sec. wordt sluitertijd ingesteld op 1/320 sec. Wanneer de camera (automatische FP) een sluitertijd van 1/320 sec.
❚❚ Automatische snelle FP-synchronisatie Wanneer 1/320 sec. (automatische FP) of 1/250 sec. (automatische FP) is geselecteerd voor Persoonlijke instelling e1 (Flitssynchronisatiesnelheid, 0 81), kan de ingebouwde flitser worden gebruikt bij sluitertijden korter dan 1/320 sec. of 1/250 sec., terwijl compatibele optionele flitsers kunnen worden gebruikt bij elke sluitertijd (automatisch snelle FP-synchronisatie). Flitssynchronisa1/320 sec. 1/250 sec. 1/250 sec.
e3: Flitserregeling ingeb. flitser G-knop ➜ A menu Persoonlijke instellingen Kies de flitsstand voor de ingebouwde flitser. Optie 1 2 3 4 Beschrijving Flitssterkte wordt automatisch aangepast in DDL reactie op de opnameomstandigheden. Kies de flitssterkte. De camera geeft vooraf geen Handmatig monitorflitsen af. De flitser flitst herhaaldelijk terwijl de sluiter open Stroboscopisch flitsen is, waardoor een stroboscopisch lichteffect wordt geproduceerd.
A Flitserregelingsstand De flitserregelingsstand voor de ingebouwde flitser wordt in het informatiescherm getoond. A De SB-500, SB-400 en SB-300 Wanneer een optionele SB-500- of SB-400- of SB-300-flitser wordt bevestigd en ingeschakeld, verandert Persoonlijke instelling e3 naar Optionele flitser zodat de flitserregelingsstand voor de optionele flitser kan worden geselecteerd uit DDL en Handmatig (de SB-500 beschikt tevens over de optie Commanderstand).
Optie Beschrijving Kies een flitsstand voor de ingebouwde flitser (commanderflitser). Wanneer een optionele SB-500 flitser is Ingeb. flitser bevestigd, verandert deze optie naar Optionele flitser en wordt gebruikt om een flitsstand voor de SB-500 te kiezen. Anders is deze optie identiek aan Ingeb. flitser. i-DDL-stand. Kies flitscorrectie uit waarden tussen +3,0 LW en DDL –3,0 LW in stappen van 1/3 LW. M Kies de flitssterkte. De ingebouwde flitser flitst niet, maar draadloze flitsers wel.
Voer de onderstaande stappen uit om foto’s te maken in commanderstand. 1 Pas instellingen aan voor de ingebouwde flitser. Kies de flitserregelingsstand en het sterkteniveau voor de ingebouwde flitser. Merk op dat het sterkteniveau niet kan worden aangepast in stand – –. 2 Pas instellingen aan voor groep A. Kies de flitserregelingsstand en het sterkteniveau voor de flitsers in groep A. 3 Pas instellingen aan voor groep B. Kies de flitserregelingsstand en het sterkteniveau voor de flitsers in groep B.
6 Stel de opname samen. Stel de opname samen en stel de flitsers op, zoals hieronder aangeduid. Merk op dat de maximale afstand waarop de secundaire flitsers kunnen worden geplaatst, kan verschillen afhankelijk van de opnameomstandigheden. 60 ° of minder 10 m of minder 30 ° of minder 5 m of minder Camera (ingebouwde flitser) 30 ° of minder 5 m of minder 60 ° of minder Draadloze secundaire sensors op flitsers moeten naar de camera gericht zijn. 7 Configureer de secundaire flitsers.
9 Kadreer de foto, stel scherp en maak de foto. Kadreer, na controle of het flitsgereedlampje van de camera en de flitsgereedlampjes voor alle andere flitsers branden, de foto, stel scherp en maak de foto. Indien gewenst kan de flitswaardevergrendeling worden gebruikt. A De flitssynchronisatiestandweergave M verschijnt niet in het informatiescherm wanneer – – is geselecteerd voor Ingeb. flitser > Stand.
e4: Belichtingscorr. voor flitser G-knop ➜ A menu Persoonlijke instellingen Kies hoe de camera de flitssterkte aanpast wanneer belichtingscorrectie wordt gebruikt. Optie YE E Beschrijving Zowel flitssterkte als belichtingscorrectie worden Heel beeld aangepast om de belichting van het hele beeld te wijzigen. Belichtingscorrectie is enkel van toepassing op Alleen achtergrond de achtergrond.
e6: Inst. voor autom. bracketing G-knop ➜ A menu Persoonlijke instellingen Kies de instelling of instellingen met bracketing wanneer automatische bracketing in werking is.
f: Bediening f1: OK-knop G-knop ➜ A menu Persoonlijke instellingen Deze optie bepaalt de functie van de J-knop tijdens zoekerfotografie, weergave en livebeeld (ongeacht de geselecteerde optie wordt bij het indrukken van J, wanneer een film schermvullend wordt weergegeven, filmweergave gestart). ❚❚ Opnamestand J K Optie Middelste scherpstelp. select. Actieve scherpstelpunt mark. Geen Functie toegewezen aan J-knop Selecteer het middelste scherpstelpunt. Markeer het actieve scherpstelpunt.
❚❚ Livebeeld J p Optie Middelste scherpstelp. select. Zoom aan/uit Geen Functie toegewezen aan J-knop Het indrukken van de J-knop in livebeeld selecteert het middelste scherpstelpunt. Druk op de J-knop om tussen zoom aan en uit te schakelen. Kies de aanvankelijke zoominstelling uit Lage zoom (50%), 1 : 1 (100%) en Hoge zoom (200%). De zoomweergave wordt gecentreerd op het actieve scherpstelpunt. Het indrukken van de J-knop heeft geen effect in livebeeld.
Optie C AE-vergrendeling E AE-vergrendeling (vast) F AF-vergrendeling A s AF-ON Flitser uit t Bracketingserie e + NEF (RAW) Beschrijving Belichting vergrendelt terwijl de Fn-knop wordt ingedrukt. De belichting vergrendelt wanneer op de Fn-knop wordt gedrukt en blijft vergrendeld totdat de knop voor de tweede keer wordt ingedrukt of de standby-timer afloopt. Scherpstelling vergrendelt terwijl de Fn-knop wordt ingedrukt. Het indrukken van de Fn-knop stelt autofocus in werking.
Optie L M N 9 m n 6 K Beschrijving Matrixmeting is geactiveerd terwijl de Fn-knop wordt ingedrukt. Centrumgerichte Centrumgerichte meting is geactiveerd terwijl de meting Fn-knop wordt ingedrukt. Spotmeting is geactiveerd terwijl de Fn-knop wordt Spotmeting ingedrukt. Als DX (24×16) is geselecteerd voor Beeldveld (0 37), kan Rasterweergave in de Fn-knop worden zoeker gebruikt om het raster in de zoeker weer te geven of te verbergen.
A Virtuele horizon in zoeker Wanneer Virtuele horizon in zoeker is geselecteerd voor Persoonlijke instelling f2 (Fn-knop toewijzen) > Drukken, wordt bij het indrukken van de Fn-knop een “roll”-aanduiding weergegeven in de zoeker. Druk voor een tweede maal op de knop om terug te keren en de aanduidingen in de weergave te wissen.
❚❚ Indrukken + instelschijven Bij het selecteren van Indrukken + instelschijven worden de volgende opties weergegeven: Optie 5 v w y S z Kies beeldveld Beschrijving Houd de Fn-knop ingedrukt en draai aan de instelschijf om een beeldveld te kiezen (0 37).
f3: Voorbeeldknop toewijzen G-knop ➜ A menu Persoonlijke instellingen Kies de functie voor de Pv-knop door de knop zelf (Drukken) of bij gebruik in combinatie met de instelschijven (Indrukken + instelschijven). De beschikbare opties zijn dezelfde als voor Fn-knop toewijzen (0 92). De standaardopties voor Drukken en Indrukken + instelschijven zijn respectievelijk Voorbeeld en Geen.
Optie F AF-vergrendeling A AF-ON r Flitswaardevergrendeling Geen Beschrijving De scherpstelling vergrendelt terwijl de A AE-L/ AF-L-knop wordt ingedrukt. De A AE-L/AF-L-knop start autofocus. Druk op de A AE-L/AF-L-knop om flitswaarde te vergrendelen (alleen ingebouwde flitser en compatibele optionele flitsers). Druk nogmaals om flitswaardevergrendeling te annuleren. Het indrukken van de knop heeft geen effect.
f5: Functie instelschijven inst. G-knop ➜ A menu Persoonlijke instellingen Deze optie regelt de werking van de hoofdinstelschijf en de secundaire instelschijf. Optie Rotatie omkeren Verwissel hoofd/ secundair Beschrijving Keer de rotatierichting van de instelschijven om wanneer ze worden gebruikt voor het aanpassen van Belichtingscorrectie en/of Sluitertijd/diafragma. Markeer opties en druk op 2 om te selecteren of de selectie ongedaan te maken en druk vervolgens op J.
Optie Instellen diafragma Menu’s en weergave Door beelden met sec. inst.sch. 100 Menugids Beschrijving Als Secundaire instelschijf is geselecteerd, kan het diafragma alleen worden aangepast met de secundaire instelschijf (of met de hoofdinstelschijf als Aan is geselecteerd voor Verwissel hoofd/secundair > Belichtingsinstelling).
f6: Knop loslaten voor instelsch. G-knop ➜ A menu Persoonlijke instellingen Het selecteren van Ja maakt aanpassingen mogelijk die normaliter worden gedaan door het ingedrukt houden van een knop en het draaien aan een instelschijf, uit te voeren door aan de instelschijf te draaien nadat de knop is losgelaten. De instelling wordt opgeheven wanneer de knop opnieuw wordt ingedrukt, de ontspanknop half wordt ingedrukt of de stand-by-timer afloopt.
f7: Ontspannen bij geen kaart G-knop ➜ A menu Persoonlijke instellingen Bij het selecteren van Sluiter ontgrendeld kan de sluiter worden ontspannen als er geen geheugenkaart is geplaatst, hoewel er geen beelden worden opgenomen (ze worden echter wel in de monitor weergegeven in de demostand). Als Sluiter vergrendeld is geselecteerd, werkt de ontspanknop alleen als er een geheugenkaart in de camera is geplaatst.
f9: Filmopnameknop toewijzen G-knop ➜ A menu Persoonlijke instellingen Kies de functie voor de filmopnameknop tijdens zoekerfotografie en wanneer de livebeeld-selector naar C wordt gedraaid in livebeeld. Filmopnameknop ❚❚ Indrukken + instelschijven Optie m 8 5 Beschrijving Druk op de knop en draai aan een instelschijf om Witbalans een witbalansoptie te kiezen (0 39). Druk op de knop en draai aan een instelschijf om ISO-gevoeligheid een ISO-gevoeligheid (0 46) te kiezen.
f10: Knop 4 MB-D15 toewijzen G-knop ➜ A menu Persoonlijke instellingen Kies de functie toegewezen aan de A AE-L/AF-L-knop op het optionele MB-D15 battery pack. B Optie AE/AFvergrendeling C AE-vergrendeling E AE-vergrendeling (vast) F AF-vergrendeling A AF-ON r Flitswaardevergrendeling G Zelfde als Fn-knop op camera 104 Menugids Beschrijving Scherpstelling en belichting vergrendelen terwijl de MB-D15 A AE-L/AF-L-knop wordt ingedrukt.
f11: Fn-knop afstandsb. (WR) toew. G-knop ➜ A menu Persoonlijke instellingen Kies de functie voor de Fn-knop op de draadloze afstandsbediening. Optie q r B C E F s Beschrijving Tijdens zoekerfotografie kunt u een voorbeeld van Voorbeeld de scherptediepte bekijken terwijl de Fn-knop wordt ingedrukt. Druk op de Fn-knop om flitswaarde te vergrendelen Flitswaardever- (alleen ingebouwde flitser en compatibele grendeling optionele flitsers). Druk nogmaals om flitswaardevergrendeling te annuleren.
Optie e a x y z Beschrijving Als beeldkwaliteit is ingesteld op JPEG Fijn, JPEG Normaal of JPEG Basis, dan wordt een NEF (RAW)kopie opgenomen bij de eerstvolgende foto gemaakt nadat op de Fn-knop is gedrukt (de + NEF (RAW) oorspronkelijke beeldkwaliteitsinstelling wordt hersteld wanneer u uw vinger van de ontspanknop haalt). Druk nogmaals op de Fn-knop om af te sluiten zonder een NEF (RAW)-kopie vast te leggen. Het indrukken van de Fn-knop start en stopt Livebeeld livebeeld.
g: Film g1: Fn-knop toewijzen G-knop ➜ A menu Persoonlijke instellingen Kies de functie voor de Fn-knop in livebeeld wanneer de livebeeldselector naar 1 (de standaardoptie is Geen) is gedraaid. ❚❚ Drukken Optie r s B C E F A Beschrijving Druk op de knop tijdens filmopname om een index aan de huidige positie toe te voegen. Indices Indexmarkering kunnen worden gebruikt bij het bekijken en bewerken van films.
g2: Voorbeeldknop toewijzen G-knop ➜ A menu Persoonlijke instellingen ❚❚ Drukken Kies de functie voor de Pv-knop in livebeeld wanneer de livebeeldselector naar 1 is gedraaid. De beschikbare opties zijn dezelfde als voor Fn-knop toewijzen (0 107) en de standaardinstelling is Indexmarkering. g3: AE-L/AF-L-knop toewijzen G-knop ➜ A menu Persoonlijke instellingen ❚❚ Drukken Kies de functie voor de A AE-L/AF-L-knop in livebeeld wanneer de livebeeld-selector naar 1 is gedraaid.
g4: Ontspanknop toewijzen G-knop ➜ A menu Persoonlijke instellingen Kies de functie voor de ontspanknop wanneer 1 is geselecteerd met de livebeeld-selector. Optie C 1 Beschrijving Druk de ontspanknop volledig in om de filmopname te Foto's maken beëindigen en maak de foto met een beeldverhouding van 16 : 9. Druk de ontspanknop half in om livebeeld te starten.
B Het setup-menu: Camera-instellingen Om het setup-menu weer te geven, druk op G en selecteer de tab B (setup-menu). G-knop Opties setup-menu Het setup-menu bevat de volgende opties: Optie 0 Optie Geheugenkaart formatteren 111 Copyrightinformatie Gebruikersinstellingen opslaan 111 Instellingen opslaan/laden Gebruikersinstell.
Geheugenkaart formatteren G-knop ➜ B setup-menu Kies, om het formatteren te beginnen, een geheugenkaartsleuf en selecteer Ja. Merk op dat bij het formatteren alle foto’s en andere gegevens op de geheugenkaart permanent worden verwijderd. Maak indien nodig van tevoren back-upkopieën alvorens te formatteren (0 170). D Tijdens het formatteren Schakel de camera niet uit of verwijder geen geheugenkaarten tijdens het formatteren.
2 Pas instellingen aan. Pas de gewenste aanpassingen toe op flexibel programma (stand P), sluitertijd (standen S en M), diafragma (standen A en M), belichting en flitscorrectie, flitsstand, scherpstelpunt, lichtmeting, autofocus en AF-veldstanden, bracketing en instellingen in het opnamemenu en het menu Persoonlijke instellingen (0 30, 50, 58). 3 Selecteer Gebruikersinstellingen opslaan. Druk op de G-knop om de menu’s weer te geven. Markeer Gebruikersinstellingen opslaan in het setup-menu en druk op 2.
5 Sla de gebruikersinstellingen op. Markeer Instellingen opslaan en druk op J om de instellingen, geselecteerd in Stap 1 en 2, toe te wijzen aan de standknoppositie geselecteerd in Stap 4. ❚❚ Gebruikersinstellingen oproepen Draai op eenvoudige wijze de Standknop standknop naar U1 om de instellingen toegewezen aan Opslaan in U1 te herroepen of naar U2 om de instellingen toegewezen aan Opslaan in U2 te herroepen. Gebruikersinstell.
Monitorhelderheid G-knop ➜ B setup-menu Druk op 1 of 3 om de monitorhelderheid voor weergave, menu’s en het informatiescherm te kiezen. Kies hogere waarden voor verhoogde helderheid, lagere waarden voor verminderde helderheid. A Monitorhelderheid Waarden van +4 of hoger zorgen voor betere leesbaarheid bij helder licht maar resulteert ook in gele kleuren die een groene zweem aannemen. Kies lagere waarden voor nauwkeurige kleurreproductie.
Kleurbalans monitor G-knop ➜ B setup-menu Gebruik de multi-selector zoals hieronder afgebeeld om de kleurbalans van de monitor aan te passen met verwijzing naar een voorbeeldfoto. De voorbeeldfoto is de laatst gemaakte foto of, in weergavestand, de laatst weergegeven foto; om een ander beeld te kiezen, druk op de W (S)-knop en selecteer een beeld uit een miniaturenlijst (om een gemarkeerd beeld schermvullend te bekijken, houd X/T ingedrukt).
Beeldsensor reinigen G-knop ➜ B setup-menu Laat de beeldsensor trillen om stof te verwijderen. Optie Nu reinigen Beschrijving Voer onmiddellijk reiniging van de beeldsensor uit. • 5 Reinigen bij aanzetten: De beeldsensor wordt automatisch gereinigd telkens wanneer de camera wordt aangezet. • 6 Reinigen bij uitzetten: De beeldsensor wordt Reinigen bij aan-/ automatisch gereinigd tijdens het uitschakelen, telkens uitzetten wanneer de camera wordt uitgezet.
Stof-referentiefoto G-knop ➜ B setup-menu Verzamel referentiegegevens voor de optie stofverwijdering in Capture NX-D (0 169; raadpleeg de online helpfunctie van Capture NX-D voor meer informatie). Stof-referentiefoto is alleen beschikbaar als er een CPU-objectief op de camera is bevestigd. Een objectief met een brandpuntsafstand van minimaal 50 mm wordt aanbevolen. Bij gebruik van een zoomobjectief moet helemaal worden ingezoomd. 1 Kies een startoptie. Markeer een van de volgende opties en druk op J.
2 Kadreer een egaal wit voorwerp in de zoeker. Houd het objectief op circa tien cm afstand van een goed verlicht, egaal wit voorwerp, kadreer het voorwerp zodanig dat het de zoeker vult en druk vervolgens de ontspanknop half in. In autofocusstand wordt automatisch scherpgesteld op oneindig; in de handmatige scherpstelstand moet de scherpstelling handmatig op oneindig worden ingesteld. 3 Verzamel referentiegegevens voor stofverwijdering.
D Reiniging beeldsensor Referentiegegevens voor stofverwijdering opgenomen vóór uitvoering van beeldsensorreiniging, kunnen niet worden gebruikt voor foto’s gemaakt nadat reiniging van de beeldsensor is uitgevoerd. Selecteer Sensor reinigen en dan starten alleen als de referentiegegevens voor stofverwijdering niet worden gebruikt met bestaande foto’s.
Tijdzone en datum G-knop ➜ B setup-menu Wijzig tijdzones, stel de cameraklok in, kies de datumnotatievolgorde en schakel zomertijd in of uit. Optie Tijdzone Datum en tijd Datumnotatie Zomertijd Beschrijving Kies een tijdzone. De cameraklok wordt automatisch ingesteld op de tijd in de nieuwe tijdzone. Stel de cameraklok in. Als de klok wordt teruggezet, zal een knipperend Y-pictogram in het informatiescherm verschijnen. Kies de volgorde waarin dag, maand en jaar worden weergegeven.
Automatische beeldrotatie G-knop ➜ B setup-menu Foto’s gemaakt terwijl Aan is geselecteerd, bevatten informatie over de oriëntatie van de camera, waardoor ze automatisch kunnen worden gedraaid tijdens weergave of wanneer ze worden bekeken in ViewNX-i of in Capture NX-D (0 169). De volgende oriëntaties worden vastgelegd: Landschapstand (liggend) Camera 90° naar rechts gedraaid Camera 90° naar links gedraaid De oriëntatie van de camera wordt niet vastgelegd wanneer Uit is geselecteerd.
Batterij-informatie G-knop ➜ B setup-menu Bekijk informatie over de batterij die momenteel in de camera is geplaatst. Item Lading Aantal opn. Levensduur Beschrijving Het huidige batterijniveau wordt uitgedrukt in percentages. Het aantal malen dat de sluiter is ontspannen met de huidige batterij sinds de batterij voor het laatst werd opgeladen. Merk op dat de camera de sluiter soms ontspant zonder een opname te maken, bijvoorbeeld bij het meten van de handmatige witbalansvoorinstelling.
Beeldcommentaar G-knop ➜ B setup-menu Voeg commentaar toe aan nieuwe foto’s op het moment dat ze worden gemaakt. Commentaar kan als metadata worden bekeken in ViewNX-i of Capture NX-D (0 169). Het commentaar is tevens zichtbaar op de opnamegegevenspagina in het fotoinformatiescherm. De volgende opties zijn beschikbaar: • Commentaar invoeren: Voer commentaar in, zoals beschreven op pagina 34. Commentaar kan maximaal 36 tekens lang zijn.
Copyrightinformatie G-knop ➜ B setup-menu Voeg copyrightinformatie toe aan nieuwe foto’s op het moment dat ze worden gemaakt. Copyrightinformatie is opgenomen in de opnamegegevens die worden getoond in het fotoinformatiescherm en kunnen worden bekeken als metadata in ViewNX-i of in Capture NX-D (0 169). De volgende opties zijn beschikbaar: • Fotograaf: Voer de naam van een fotograaf in, zoals beschreven op pagina 34. De naam van de fotograaf kan maximaal 36 tekens bevatten.
Instellingen opslaan/laden G-knop ➜ B setup-menu Selecteer Instellingen opslaan om de volgende instellingen op de geheugenkaart in sleuf 1 op te slaan (indien de kaart vol is, wordt een fout weergegeven). Gebruik deze optie om instellingen te delen met andere D7200-camera’s.
Menu Filmopname Persoonlijke instellingen Instellingen 126 Menugids Optie Bestemming Beeldformaat/beeldsnelheid Filmkwaliteit Microfoongevoeligheid Frequentiebereik Onderdrukking windruis Beeldveld Witbalans (met fijnafstelling en voorinstellingen d-1–d-6) Picture Control instellen (Eigen Picture Controls worden opgeslagen als Standaard) Hoge ISO-ruisonderdrukking ISO-gevoeligheid v. film instellen Alle Persoonlijke instellingen behalve Herstel pers.
Menu Mijn menu/ Recente instellingen Optie Alle items in Mijn menu Alle recente instellingen Tab kiezen Instellingen opgeslagen met behulp van dit cameramodel kunnen worden hersteld door Instellingen laden te selecteren. Merk op dat de optie Instellingen opslaan/laden alleen beschikbaar is wanneer een geheugenkaart in de camera is geplaatst, en dat de optie Instellingen laden alleen beschikbaar is als de kaart opgeslagen instellingen bevat.
Virtuele horizon G-knop ➜ B setup-menu Toon een virtuele horizon op basis van informatie van de kantelsensor van de camera (de virtuele horizon kan ook worden weergegeven door op de R-knop te drukken in livebeeld). Als de camera naar links of rechts is gekanteld, zal de referentielijn voor “roll” groen kleuren. Elke schaalverdeling is gelijk aan 5°.
Objectief zonder CPU G-knop ➜ B setup-menu Registreer de brandpuntsafstand en het maximaal diafragma van objectieven zonder CPU, zodat deze gegevens met functies kunnen worden gebruikt die normaliter bedoeld zijn voor CPU-objectieven. Optie Objectiefnummer Brandpuntsafstand (mm) Maximaal diafragma Beschrijving Kies een getal voor identificatie van het objectief. Voer de brandpuntsafstand in. Voer het maximaal diafragma in.
AF-fijnafstelling G-knop ➜ B setup-menu Verfijn de scherpstelling voor maximaal 12 objectieftypen. AF-fijnafstelling wordt in de meeste situaties afgeraden en kan hinderen bij normale scherpstelling; gebruik dit alleen indien noodzakelijk. Optie Beschrijving AF-fijnafstelling • Aan: Schakel AF-fijnafstelling in. (Aan/Uit) • Uit: Schakel AF-fijnafstelling uit. Stel AF af voor het Plaats het huidige objectief (enkel scherpstelpunt weg CPU-objectieven). Druk van de camera.
Optie Opgeslagen waarden tonen Beschrijving Geef de eerder opgeslagen waarden voor AF-fijnafstelling weer. Om een objectief uit de lijst te wissen, markeer het gewenste objectief en druk op O (Q).
HDMI G-knop ➜ B setup-menu Kies een uitvoerresolutie of schakel de camera in om op afstand apparaten te bedienen die HDMI-CEC ondersteunen (0 182). Locatiegegevens G-knop ➜ B setup-menu Pas instellingen aan voor optionele GP-1- en GP-1A GPS-apparaten (0 188). Optie Stand-by-timer Positie Klok instellen via satelliet Beschrijving Kies of de stand-by-timer actief blijft terwijl een GP-1/ GP-1A GPS-apparaat is aangesloten.
Wi-Fi G-knop ➜ B setup-menu Pas Wi-Fi-instellingen (draadloos LAN) aan voor verbinding met een Android- of iOS-smartapparaat, of selecteer foto’s voor uploaden naar een smartapparaat. Optie Netwerkverbinding Netwerkinstellingen Sel. v. verzending n. smartappar. Beschrijving Schakel de ingebouwde Wi-Fi van de camera in of uit. Kies het Wi-Fi-verbindingstype. • Drukknop-WPS (alleen Android): Deze methode kan worden gebruikt om verbinding te maken met een smartapparaat dat drukknop-WPS ondersteunt (d.w.z.
NFC G-knop ➜ B setup-menu Als Inschakelen is geselecteerd, kunnen tijdens zoekerfotografie draadloze verbindingen tot stand worden gebracht door gewoonweg het N (N-Mark)-logo van de camera naar de NFCantenne van het smartapparaat aan te raken terwijl de stand-bytimer van de camera aan is. Selecteer Uitschakelen om NFCverbindingen uit te schakelen.
Uploaden via Eye-Fi G-knop ➜ B setup-menu Deze optie wordt alleen weergegeven wanneer een Eye-Figeheugenkaart (apart verkrijgbaar bij uw winkelier) in de camera is geplaatst. Kies Inschakelen om foto’s te uploaden naar een vooraf geselecteerde bestemming. Merk op dat er geen foto’s worden geüpload als de signaalsterkte onvoldoende is. Neem alle lokale wetten voor draadloze apparaten in acht en kies Uitschakelen waar draadloze apparaten verbonden zijn.
Wanneer er een Eye-Fi-kaart is geplaatst, wordt de status aangeduid door een pictogram in het informatiescherm: • d: Uploaden via Eye-Fi uitgeschakeld. • e: Uploaden via Eye-Fi ingeschakeld, maar er zijn geen foto’s beschikbaar voor uploaden. • f (statisch): Uploaden via Eye-Fi ingeschakeld; bezig met wachten op uploaden. • f (animatie): Uploaden via Eye-Fi ingeschakeld; bezig met uploaden van gegevens. • g: Fout — camera kan Eye-Fi-kaart niet bedienen.
Conformiteitsmarkering G-knop ➜ B setup-menu Bekijk een selectie van de standaarden waaraan de camera voldoet. Firmwareversie G-knop ➜ B setup-menu Bekijk de huidige firmwareversie van de camera.
N Het retoucheermenu: Geretoucheerde kopieën maken Druk op G en selecteer de tab N (retoucheermenu) om het retoucheermenu weer te geven. G-knop Opties retoucheermenu De opties in het retoucheermenu worden gebruikt om bijgesneden of geretoucheerde kopieën van bestaande foto’s te maken. Het retoucheermenu wordt alleen weergegeven wanneer een geheugenkaart met foto’s in de camera is geplaatst.
Geretoucheerde kopieën maken Voer het volgende uit om een geretoucheerde kopie te maken: 1 Selecteer een item in het retoucheermenu. Druk op 1 of 3 om een item te markeren, op 2 om te selecteren. 2 Selecteer een foto. Markeer een foto en druk op J. Houd de X (T)-knop ingedrukt om de gemarkeerde foto in volledig scherm te bekijken. A Retoucheren Bij beelden vastgelegd met de beeldkwaliteitsinstellingen NEF + JPEG, wordt alleen de NEF (RAW)-afbeelding geretoucheerd.
4 Maak een geretoucheerde kopie. Druk op J om een geretoucheerde kopie te maken. Geretoucheerde kopieën worden aangeduid door een o-pictogram. A Geretoucheerde kopieën maken tijdens weergave Om een geretoucheerde kopie van de foto te maken die momenteel in schermvullende weergave wordt weergegeven, druk op i, markeer vervolgens Retoucheren en druk op J en selecteer een retoucheeroptie.
D-Lighting G-knop ➜ N retoucheermenu D-Lighting maakt schaduwen lichter, waardoor deze functie ideaal is voor donkere foto’s of foto’s die in tegenlicht zijn gemaakt. Voor Na Druk op 4 of 2 om de hoeveelheid uit te voeren correctie te kiezen. Het effect kan vooraf in het bewerkingsscherm worden bekeken. Druk op J om de geretoucheerde kopie op te slaan.
Bijsnijden G-knop ➜ N retoucheermenu Maak een uitgesneden kopie van de geselecteerde foto. De geselecteerde foto wordt weergegeven met de geselecteerde uitsnede geel weergegeven; maak een uitgesneden kopie zoals beschreven in de volgende tabel. Functie Formaat van uitsnede verkleinen Formaat van uitsnede vergroten Gebruik W (S) X (T) Draai aan de hoofdinstelschijf om een andere beeldverhouding te kiezen.
Monochroom G-knop ➜ N retoucheermenu Kopieer foto’s in Zwart-wit, Sepia of Koelblauw (blauw en wit monochroom). Bij het selecteren van Sepia of Koelblauw wordt een voorbeeld van het geselecteerde beeld weergegeven; druk op 1 om kleurverzadiging te verhogen, op 3 om te verlagen. Druk op J om een monochrome kopie te maken.
Filtereffecten G-knop ➜ N retoucheermenu Kies uit de volgende filtereffecten. Druk, na het aanpassen van filtereffecten zoals hieronder beschreven, op J om de geretoucheerde kopie op te slaan. Optie Skylight Warm filter Ster Zacht 144 Menugids Beschrijving Creëert het effect van een skylightfilter, wat de foto minder blauw maakt. Het effect kan vooraf in de monitor worden bekeken, zoals rechts getoond.
Beeld-op-beeld G-knop ➜ N retoucheermenu Beeld-op-beeld combineert twee bestaande NEF (RAW)-foto’s om een enkele foto te maken die afzonderlijk van de originele foto’s wordt opgeslagen; de resultaten, die gebaseerd zijn op RAWgegevens van de beeldsensor van de camera, zijn aanmerkelijk beter dan over elkaar geplaatste beelden die met een beeldverwerkingsprogramma worden gemaakt.
2 Selecteer het eerste beeld. Gebruik de multi-selector om de eerste foto voor beeld-op-beeld te markeren. Houd de X (T)-knop ingedrukt om de gemarkeerde foto schermvullend te bekijken. Druk op J om de gemarkeerde foto te selecteren en terug te keren naar de voorbeeldweergave. 3 Selecteer het tweede beeld. Het geselecteerde beeld verschijnt als Beeld 1. Markeer Beeld 2 en druk op J, selecteer vervolgens de tweede foto zoals beschreven in Stap 2. 4 Pas de versterking aan.
5 Bekijk een voorbeeld van de over elkaar geplaatste beelden. Om de compositie als rechts getoond voorbeeld te bekijken, druk op 4 of 2 om de cursor in de kolom Voorbld te plaatsen, druk vervolgens op 1 of 3 om Bld>bld te markeren en druk op J (merk op dat kleuren en helderheid in het voorbeeld kunnen verschillen van het definitieve beeld). Selecteer Opslaan om de over elkaar geplaatste beelden op te slaan zonder een voorbeeld weer te geven.
NEF (RAW)-verwerking G-knop ➜ N retoucheermenu Maak JPEG-kopieën van NEF (RAW)-foto’s. 1 Selecteer NEF (RAW)-verwerking. Markeer NEF (RAW)-verwerking in het retoucheermenu en druk op 2 om een fotoselectievenster weer te geven waarin alleen NEF (RAW)-afbeeldingen worden weergegeven die met deze camera zijn gemaakt. 2 Selecteer een foto. Gebruik de multi-selector om een foto te markeren (houd de X/T-knop ingedrukt om de gemarkeerde foto in volledig scherm weer te geven).
3 Kies instellingen voor de JPEG-kopie. Pas de hieronder vermelde instellingen aan. Merk op dat witbalans en vignetteringscorrectie niet beschikbaar zijn voor meervoudige belichting of voor foto’s gemaakt met over elkaar geplaatste beelden, en de belichtingscorrectie kan alleen worden ingesteld op waarden tussen –2 en +2 LW.
Formaat wijzigen G-knop ➜ N retoucheermenu Maak kleine kopieën van geselecteerde foto’s. 1 Selecteer Formaat wijzigen. Om het formaat van geselecteerde beelden te wijzigen, markeer Formaat wijzigen in het retoucheermenu en druk op 2. 2 Kies een bestemming. Als er twee geheugenkaarten zijn geplaatst, kunt u een bestemming kiezen voor de kopieën met gewijzigd formaat door Kies bestemming te markeren en op 2 te drukken (als er slechts één kaart is geplaatst, ga verder naar Stap 3).
3 Kies een formaat. Markeer Kies formaat en druk op 2. De rechts getoonde opties worden weergegeven; markeer een optie en druk op J. 4 Kies foto’s. Markeer Foto selecteren en druk op 2. Markeer foto’s met behulp van de multiselector en druk op de W (S)-knop om deze te selecteren of de selectie ongedaan te maken (houd de X/Tknop ingedrukt om de gemarkeerde foto in volledig scherm te bekijken). Geselecteerde foto’s zijn gemarkeerd W (S)-knop door een 8-pictogram. Druk op J zodra de selectie is voltooid.
5 Sla de kopieën met gewijzigd formaat op. Er wordt een bevestigingsvenster weergegeven. Markeer Ja en druk op J om de kopieën met gewijzigd formaat op te slaan. A Kopieën met gewijzigd formaat bekijken Zoomweergave is mogelijk niet beschikbaar wanneer kopieën met gewijzigd formaat worden weergegeven. A Beeldkwaliteit Kopieën gemaakt van NEF (RAW)- of NEF (RAW) + JPEG-foto’s hebben de beeldkwaliteit (0 36) JPEG Fijn; kopieën gemaakt van JPEG-foto’s hebben dezelfde beeldkwaliteit als het origineel.
Snel retoucheren G-knop ➜ N retoucheermenu Maak kopieën met verbeterd contrast en verzadiging. D-Lighting wordt waar nodig toegepast om donkere onderwerpen of onderwerpen met tegenlicht lichter te maken. Druk op 4 of 2 om de hoeveelheid versterking te kiezen. Het effect kan vooraf in het bewerkingsscherm worden bekeken. Druk op J om de geretoucheerde kopie op te slaan. Rechtzetten G-knop ➜ N retoucheermenu Maak een rechtgezette kopie van het geselecteerde beeld.
Vertekeningscorrectie G-knop ➜ N retoucheermenu Maak kopieën met minder vertekening aan de randen. Selecteer Automatisch om de camera de vertekening automatisch te laten corrigeren en maak daarna fijne aanpassingen met behulp van de multiselector, of selecteer Handmatig om vertekening handmatig te verminderen (merk op dat Automatisch niet beschikbaar is voor foto’s gemaakt met automatische vertekeningscorrectie; zie pagina 44).
Fisheye G-knop ➜ N retoucheermenu Maak kopieën die lijken alsof ze met een fisheye-objectief zijn gemaakt. Druk op 2 om het effect te vergroten (dit vergroot ook de mate van uitsnijden bij de randen van het beeld), 4 om het effect te verlagen. Het effect kan vooraf in het bewerkingsscherm worden bekeken. Druk op J om de geretoucheerde kopie op te slaan. Lijntekening G-knop ➜ N retoucheermenu Maak een lijntekeningkopie van een foto om als basis voor een schilderij te gebruiken.
Kleurenschets G-knop ➜ N retoucheermenu Maak een kopie van een foto die gelijkt op een schets gemaakt met kleurpotloden. Druk op 1 of 3 om Levendigheid of Omtrekken te markeren en druk op 4 of 2 om te wijzigen. Levendigheid kan worden verhoogd om kleuren meer verzadigd te maken, of verlaagd voor een verbleekt, monochroom effect terwijl de omtreklijnen dikker of dunner kunnen worden gemaakt. Dikkere omtreklijnen maken kleuren meer verzadigd.
Perspectiefcorrectie G-knop ➜ N retoucheermenu Maak kopieën die de perspectiefeffecten gemaakt vanaf de basis van een hoog object verminderen. Gebruik de multiselector om het perspectief aan te passen (merk op dat hoe groter de mate van perspectiefcorrectie, des te meer er van de randen van de foto zal worden uitgesneden). De resultaten kunnen vooraf in het bewerkingsscherm worden bekeken. Druk op J om de geretoucheerde kopie op te slaan.
Miniatuureffect G-knop ➜ N retoucheermenu Maak een kopie die lijkt op een foto van een diorama. Werkt het best voor foto’s gemaakt vanaf een hoog standpunt. Het gebied dat wordt scherpgesteld in de kopie wordt aangeduid door een gele rand. Functie Oriëntatie kiezen Drukken W (S) Positie kiezen Beschrijving Druk op W (S) om de oriëntatie van het scherpgestelde gedeelte te kiezen.
Selectieve kleur G-knop ➜ N retoucheermenu Maak een kopie waarin alleen geselecteerde tinten in kleur verschijnen. 1 Selecteer Selectieve kleur. Markeer Selectieve kleur in het retoucheermenu en druk op 2 om een fotoselectievenster weer te geven. 2 Selecteer een foto. Gebruik de multi-selector om een foto te markeren (houd de X/T-knop ingedrukt om de gemarkeerde foto in volledig scherm weer te geven). Druk op J om de gemarkeerde foto te selecteren en ga verder naar de volgende stap.
4 Markeer het kleurbereik. Kleurbereik Draai aan de hoofdinstelschijf om het kleurbereik voor de geselecteerde kleur te markeren. 5 Kies het kleurbereik. Druk op 1 of 3 om het bereik van gelijkwaardige tinten die aan de definitieve foto worden toegevoegd, te vergroten of te verkleinen. Kies uit waarden tussen 1 en 7; merk op dat hogere waarden tinten van andere kleuren kunnen bevatten. Het effect kan vooraf in het bewerkingsscherm worden bekeken. 6 Selecteer meer kleuren.
7 Sla de bewerkte kopie op. Druk op J om de geretoucheerde kopie op te slaan. Film bewerken G-knop ➜ N retoucheermenu Snijd filmopnamen bij om bewerkte filmkopieën te maken of sla de geselecteerde beelden op als JPEG-foto’s. Optie 9 4 Beschrijving Maak een kopie waarvan ongewenste filmopnamen zijn verwijderd. Sla een geselecteerd beeld als een JPEG-foto Bewaar geselecteerd beeld op.
Vergelijken Vergelijk geretoucheerde kopieën met de originele foto’s. Deze optie is alleen beschikbaar als het retoucheermenu wordt weergegeven door het indrukken van de i-knop en het selecteren van Retoucheren wanneer een kopie of origineel in volledig scherm wordt afgespeeld. 1 Selecteer een foto. Selecteer een geretoucheerde kopie (aangeduid met een o-pictogram) of een foto die werd geretoucheerd in schermvullende weergave. Druk op i, markeer vervolgens Retoucheren en druk op J.
3 Vergelijk de kopie met het origineel. Opties gebruikt om een Het bronbeeld wordt links kopie te maken weergegeven en de geretoucheerde kopie rechts, waarbij de opties gebruikt om de kopie te maken, bovenaan de weergave worden vermeld. Druk op 4 of 2 om tussen het bronbeeld en de geretoucheerde kopie te schakelen. Houd de X (T)-knop ingedrukt om Bronbeeld Geretoucheerde de gemarkeerde foto schermvullend te kopie bekijken.
O Mijn menu / m Recente instellingen Om Mijn menu weer te geven, druk op G en selecteer de tab O (Mijn menu). G-knop De optie MIJN MENU kan worden gebruikt om een aangepaste lijst met opties uit de menu’s voor weergave, foto-opname, filmopname, Persoonlijke instellingen, setup en retoucheren te maken en te bewerken voor snelle toegang (maximaal 20 items). Indien gewenst kunnen recente instellingen in plaats van Mijn menu (0 168) worden weergegeven.
3 Selecteer een item. Markeer het gewenste menu-item en druk op J. 4 Bepaal de positie van het nieuwe item. Druk op 1 of 3 om het nieuwe item omhoog of omlaag te verplaatsen in Mijn menu. Druk op J om het nieuwe item toe te voegen. 5 Voeg meer items toe. De momenteel in Mijn menu weergegeven items worden aangeduid met een vinkje. Items aangeduid met een V-pictogram kunnen niet worden geselecteerd. Herhaal stap 1–4 om nog meer items te selecteren.
❚❚ Opties uit Mijn menu verwijderen 1 Selecteer Opties verwijderen. Markeer Opties verwijderen in Mijn menu (O) en druk op 2. 2 Selecteer items. Markeer items en druk op 2 om te selecteren of de selectie ongedaan te maken. Geselecteerde items worden aangeduid met een vinkje. 3 Verwijder de geselecteerde items. Druk op J. Er wordt een bevestigingsvenster weergegeven; druk nogmaals op J om de geselecteerde items te verwijderen.
❚❚ Opties herschikken in Mijn menu 1 Selecteer Opties sorteren. Markeer Opties sorteren in Mijn menu (O) en druk op 2. 2 Selecteer een item. Markeer het item dat u wilt verplaatsen en druk op J. 3 Positioneer het item. Druk op 1 of 3 om het item omhoog of omlaag te verplaatsen in Mijn menu en druk op J. Herhaal Stap 2–3 om nog meer items opnieuw te positioneren. 4 Ga terug naar Mijn menu. Druk op de G-knop om naar Mijn menu terug te keren.
Recente instellingen Om de twintig meest recent gebruikte instellingen weer te geven, selecteer m RECENTE INSTELLINGEN voor O MIJN MENU > Tab kiezen. 1 Selecteer Tab kiezen. Markeer Tab kiezen in Mijn menu (O) en druk op 2. 2 Selecteer m RECENTE INSTELLINGEN. Markeer m RECENTE INSTELLINGEN en druk op J. De naam van het menu wijzigt van “MIJN MENU” naar “RECENTE INSTELLINGEN”. Menu-items worden bovenaan het menu Recente instellingen toegevoegd zodra ze worden gebruikt.
Technische opmerkingen Lees dit hoofdstuk voor informatie over aansluiting op andere apparaten en compatibele accessoires. Aansluitingen ViewNX-i installeren Download, voor het uploaden en bekijken van foto’s, de nieuwste versie van het ViewNX-i installatieprogramma op de volgende website en volg de instructies op het scherm om de installatie te voltooien. Een internetverbinding is vereist. Voor systeemvereisten en andere informatie, zie de Nikon-website voor uw regio. http://nikonimglib.
Foto’s naar de computer kopiëren Controleer, alvorens verder te gaan, of u ViewNX-i hebt geïnstalleerd (0 169). 1 Sluit de USB-kabel aan. Sluit, na het uitschakelen van de camera en na controle of een geheugenkaart is geplaatst, de meegeleverde USB-kabel zoals afgebeeld aan en schakel vervolgens de camera in. A Gebruik een betrouwbare voedingsbron Zorg dat de batterij van de camera volledig opgeladen is om er zeker van te zijn dat de gegevensoverdracht niet wordt onderbroken.
2 Start Nikon Transfer 2-component van ViewNX-i. Als er een bericht wordt weergegeven met het verzoek een programma te kiezen, selecteer Nikon Transfer 2. A Windows 7 Selecteer Nikon Transfer 2 zoals hieronder beschreven als het volgende venster wordt weergegeven. 1 Onder Afbeeldingen en video’s importeren, klik op Ander programma. Er wordt een programmaselectievenster weergegeven; selecteer Bestand importeren met Nikon Transfer 2 en klik op OK. 2 Dubbelklik op Bestand importeren. A Windows 8.1 Windows 8.
3 Klik op Overspelen starten. Bij standaardinstellingen worden foto’s op de geheugenkaart naar de computer gekopieerd. Overspelen starten 4 Beëindig de verbinding. Zet de camera uit zodra de overdracht is voltooid en ontkoppel de USB-kabel. A Voor meer informatie Raadpleeg de online helpfunctie voor meer informatie over het gebruik van ViewNX-i.
Ethernet en draadloze netwerken De optionele UT-1 communicatie-eenheid (0 188) kan worden gebruikt voor het uploaden van foto’s naar een computer of ftpserver. De camera maakt verbinding met de UT-1 met behulp van de USB-kabel meegeleverd met de camera, terwijl de UT-1 op zijn beurt verbinding maakt met het netwerk via een ethernetkabel of een optionele WT-5 draadloze zender (0 188).
D Beeld uploaden Zodra er een verbinding tot stand is gebracht met de UT-1, werkt de i-knop tijdens weergave om foto’s te selecteren die worden geüpload in ftp en beeldoverdrachtstanden (het uploaden wordt uitsluitend uitgevoerd wanneer de UT-1 is verbonden). Andere weergavebewerkingen die de i-knop gebruiken, zoals Vergelijken (0 162), kunnen niet worden uitgevoerd. Om normale bediening te herstellen, wis het netwerkprofiel zoals beschreven in de UT-1-handleiding.
Foto’s afdrukken Geselecteerde JPEG-afbeeldingen kunnen worden afgedrukt op een PictBridge-printer die rechtstreeks is verbonden met de camera. ❚❚ De printer aansluiten Sluit de camera aan met behulp van de meegeleverde USB-kabel. Gebruik geen kracht of probeer de stekkers niet schuin in te steken. Bij het inschakelen van de camera en printer wordt een welkomstscherm weergegeven in de monitor, gevolgd door een PictBridge-weergavescherm.
❚❚ Foto’s één voor één afdrukken 1 Geef de gewenste foto weer. Druk op 4 of 2 om extra foto’s te bekijken. Druk op de X (T)knop om op het huidige beeld in te zoomen (druk op K om zoom af te sluiten). Druk op de W (S)-knop om miniaturen te bekijken. Gebruik de multi-selector om foto’s te markeren of druk op X (T) om de gemarkeerde foto in volledig scherm weer te geven. 2 Pas afdrukopties aan.
3 Start afdrukken. Selecteer Afdrukken starten en druk op J om het afdrukken te starten. Druk op J om te annuleren voordat alle kopieën zijn afgedrukt. A Zie ook Zie Gebruikshandleiding voor informatie over wat te doen als er een fout optreedt tijdens het afdrukken.
❚❚ Meerdere foto’s afdrukken 1 Geef het PictBridge-menu weer. Druk op de G-knop in het PictBridge-weergavescherm. 2 Kies een optie. Markeer één van de volgende opties en druk op 2. • Selectie afdrukken: Selecteer foto’s voor afdrukken. Gebruik de multi-selector om foto’s te markeren (om de huidige foto in volledig scherm weer te geven, houd de X/T-knop ingedrukt) en, met de W (S)-knop ingedrukt, druk op 1 of 3 om het aantal afdrukken te kiezen (maximaal 99).
3 Pas afdrukopties aan. Pas printerinstellingen aan, zoals beschreven in Stap 2 op pagina 176. 4 Start afdrukken. Selecteer Afdrukken starten en druk op J om het afdrukken te starten. Druk op J om te annuleren voordat alle kopieën zijn afgedrukt. ❚❚ Een DPOF-afdrukopdracht maken: Afdrukset De optie DPOF-afdrukopdracht in het weergavemenu wordt gebruikt om digitale “afdrukopdrachten” samen te stellen voor PictBridge-compatibele printers en apparaten die DPOF ondersteunen.
3 Selecteer afdrukopties. Markeer de volgende opties en druk op 2 om de gemarkeerde optie wisselend in of uit te schakelen. • Opnamegegevens afdrukken: Druk sluitertijd en diafragma af op alle foto’s in de afdrukopdracht. • Datum afdrukken: Druk de opnamedatum af op alle foto’s in de afdrukopdracht. 4 Voltooi de afdrukopdracht. Druk op J om de afdrukopdracht te voltooien.
Foto’s op een televisie bekijken De optionele High-Definition Multimedia Interface (HDMI)-kabel (0 188) of een type C HDMI-kabel (apart verkrijgbaar bij uw winkelier) kan worden gebruikt om de camera op high-definition videoapparaten aan te sluiten. Zet de camera altijd uit voordat u een HDMI-kabel aansluit of loskoppelt.
❚❚ HDMI-opties De HDMI-optie in het setup-menu (0 110) regelt de uitvoerresolutie en andere geavanceerde HDMI-opties, en kan ook worden gebruikt om de camera in te schakelen voor het op afstand bedienen van apparaten die HDMI-CEC ondersteunen (HighDefinition Multimedia Interface–Consumer Electronics Control, een norm die te gebruiken HDMI-apparaten de mogelijkheid biedt om randapparatuur te bedienen die op deze apparaten is aangesloten).
Geavanceerd Optie Beschrijving Automatisch wordt aanbevolen in de meeste situaties. Als de camera niet in staat is het juiste uitvoerbereik van het RGB-videosignaal voor het HDMI-apparaat te bepalen, kunt u uit de volgende opties kiezen: • Beperkt bereik: Voor apparaten met een invoerbereik voor Uitvoerbereik het RGB-videosignaal van 16 tot 235. Kies deze optie als u verlies van detail in schaduwen waarneemt. • Volledig bereik: Voor apparaten met een invoerbereik voor het RGB-videosignaal van 0 tot 255.
A HDMI en livebeeld Wanneer de camera via een HDMI-kabel is verbonden, kunnen HDMIweergaven worden gebruikt voor livebeeld en filmopname.
Overige accessoires Op het moment van schrijven waren voor de D7200 de volgende accessoires beschikbaar. • Oplaadbare Li-ion-accu EN-EL15: Extra EN-EL15 accu's zijn verkrijgbaar via de detailhandel en bij Nikon geautoriseerde servicevertegenwoordigers. • Batterijlader MH-25a: De MH-25a kan worden gebruikt voor het opladen van EN-EL15 accu's. MH-25 batterijladers kunnen ook worden gebruikt.
Accessoires voor zoekeroculair • DK-20C zoekercorrectielenzen: Lenzen zijn beschikbaar voor dioptrieën van –5, –4, –3, –2, 0, +0,5, +1, +2 en +3 m–1 wanneer de dioptrieregelaar van de camera zich in de neutrale positie bevindt (–1 m–1). Gebruik alleen zoekercorrectielenzen als de gewenste scherpstelling niet verkregen kan worden met de ingebouwde dioptrieregelaar (–2 tot + 1 m–1). Test de zoekercorrectielenzen voor aanschaf om zeker te zijn dat de gewenste scherpstelling kan worden verkregen.
• Draadloze afstandsbediening ML-L3: De ML-L3 gebruikt een CR2025-batterij van 3 V. Druk de ontgrendeling van het batterijvak naar rechts (q), steek uw vingernagel in de opening en open het batterijvak (w). Zorg dat de batterij in de juiste richting is geplaatst (r).
GPS-apparaat GP-1/GP-1A: Sluit aan op de accessoireaansluiting van de camera om de huidige breedtegraad, lengtegraad, hoogte en UTC (Coordinated Universal Time) te registeren op foto’s gemaakt met deze camera (0 132). • Communicatie-eenheid UT-1: Gebruik een USB-kabel om de UT-1 met de camera te verbinden en een ethernetkabel om de UT-1 met een ethernetnetwerk te verbinden.
• Filters bedoeld voor fotografie met speciale effecten kunnen mogelijk autofocus of de elektronische afstandsmeter storen. • De D7200 kan niet worden gebruikt met lineaire polarisatiefilters. Gebruik in plaats daarvan de C-PL of C-PL II circulaire polarisatiefilters. • Gebruik NC-filters om het objectief te beschermen. • Als u een onderwerp in sterk tegenlicht kadreert of als Filters zich een felle lichtbron in het beeld bevindt, wordt het gebruik van een filter afgeraden om beeldschaduwen te voorkomen.
Een stroomaansluiting en lichtnetadapter bevestigen Zet de camera uit alvorens een optionele stroomaansluiting en lichtnetadapter aan te sluiten. 1 Maak de camera gereed. Open de deksels van het batterijvak (q) en de stroomaansluiting (w). 2 Plaats de EP-5B stroomaansluiting. Zorg ervoor dat de aansluiting in de getoonde richting wordt geplaatst en gebruik de batterij om de oranje batterijvergrendeling naar één zijde ingedrukt te houden.
4 Sluit de EH-5b lichtnetadapter aan. Sluit het netsnoer van de lichtnetadapter op de wisselstroomaansluiting op de lichtnetadapter (e) aan en het netsnoer op de gelijkstroomaansluiting (r). Er wordt een Vpictogram in de monitor weergegeven wanneer de camera door de lichtnetadapter en stroomaansluiting wordt gevoed.
Beschikbare instellingen De volgende tabel bevat de instellingen die in de diverse standen beschikbaar zijn. Merk op dat sommige instellingen mogelijk niet beschikbaar zijn, afhankelijk van de geselecteerde opties. P, S, i j A, M — — ✔ — — ✔ —1 —1 ✔ Opnamemenu’s Witbalans Picture Control instellen Actieve D-Lighting HDR (hoog dynamisch — bereik) Ruisonderdr. lange ✔ tijdopname Hoge ISO-ruisonderdrukking ✔ ISO-gevoeligheid instellen ✔2 Meervoudige belichting — ISO-gevoeligheid v.
Overige instellingen Lichtmeting Belichtingscorrectie Bracketing Flitserstand Flitscorrectie Flitswaardevergrendeling Autofocusstand (zoeker) AF-veldstand (zoeker) AF-stand (livebeeld) AF-veldstand (livebeeld) i — — — ✔ — ✔ ✔ ✔ ✔ ✔ k, p, n, o, s, P, S, w, j A, M 0 — ✔ — — ✔ ✔ — ✔ — — ✔ ✔ — ✔ ✔ — ✔ ✔ ✔ ✔ ✔ ✔ ✔ ✔ ✔ ✔ ✔ ✔ ✔ ✔ l, m, r, t, u, v, x, y, z % — — ✔ ✔ — — — — — — — — ✔ ✔ ✔ — ✔ ✔ ✔ ✔3 g — — — ✔ — ✔ — ✔ — ✔3 i — — — — — — — — — — u — — — — — — — ✔ ✔ ✔3 1, 2, 3 — — — — — — ✔ ✔ ✔ ✔ Technische op
Persoonlijke instellingen 1 2 3 4 5 a9: Ingeb. AF-hulpverlichting b3: Eenv. belichtingscorrectie b4: Centrumgericht meetveld d5: Flitswaarschuwing e2: Langste sluitertijd bij flits e3: Flitserregeling ingeb. flitser/Optionele flitser e4: Belichtingscorr. voor flitser e5: Testflits e6: Inst. voor autom.
Belichtingsprogramma (stand P) Het belichtingsprogramma voor stand P (zoekerfotografie) wordt weergegeven in de volgende grafiek: 12 14 f/1 13 11 9 10 8 7 5 6 3 4 1 2 -1 0 -3 -2 -5 ] [ LW -4 ISO 100; objectief met maximaal diafragma van f/1.4 en minimaal diafragma van f/16 (bijv. AF-S NIKKOR 50mm f/1.4G) 16 15 / f/1.4 16 17 18 19 f/5.6 f/8 20 f/2.8 f/4 f/1.
Objectieven die de ingebouwde flitser en AF-hulpverlichting kunnen blokkeren De objectieven vermeld in dit deel kunnen onder bepaalde omstandigheden de ingebouwde flitser of AF-hulpverlichting blokkeren. ❚❚ AF-hulpverlichting De AF-hulpverlichting heeft een bereik van ongeveer 0,5–3,0 m; gebruik, bij het gebruik van de verlichting, een objectief met een brandpuntsafstand van 18–200 mm. Sommige objectieven kunnen de verlichting blokkeren bij bepaalde afstanden.
Bij afstanden van minder dan 1,0 m kunnen de volgende objectieven de AF-hulpverlichting blokkeren en interfereren met autofocus wanneer er weinig licht is: • AF-S DX VR Zoom-Nikkor 18–200mm f/3.5–5.6G IF-ED • AF-S NIKKOR 24–70mm f/2.8G ED • AF Zoom-Nikkor 24–120mm f/3.5–5.6D IF • AF-S Zoom-Nikkor 28–70mm f/2.8D IF-ED • AF Zoom Micro Nikkor ED 70–180mm f/4.5–5.6D • AF-S VR Micro-Nikkor 105mm f/2.
❚❚ De ingebouwde flitser De ingebouwde flitser heeft een minimumbereik van 0,6 m en kan niet worden gebruikt in het macrobereik van macrozoomobjectieven.
Objectief AF-S DX Zoom-Nikkor 17–55mm f/2.8G IF-ED AF-S DX NIKKOR 18–140mm f/3.5–5.6G ED VR AF-S DX VR Zoom-Nikkor 18–200mm f/3.5–5.6G IF-ED AF-S DX NIKKOR 18–200mm f/3.5–5.6G ED VR II AF-S DX NIKKOR 18–300mm f/3.5–5.6G ED VR AF-S DX NIKKOR 18–300mm f/3.5–6.3G ED VR AF-S NIKKOR 16–35mm f/4G ED VR AF-S Zoom-Nikkor 17–35mm f/2.8D IF-ED AF Zoom-Nikkor 18–35mm f/3.5–4.5D IF-ED AF-S NIKKOR 24–70mm f/2.8G ED AF-S Zoom-Nikkor 28–70mm f/2.8D IF-ED AF-S NIKKOR 14–24mm f/2.
Wanneer 1,3× (18×12) is geselecteerd voor Beeldveld, kan de flitser mogelijk niet het gehele onderwerp belichten met de volgende objectieven op afstanden minder dan hieronder aangegeven. Objectief AF-S DX NIKKOR 10–24mm f/3.5–4.5G ED AF-S DX Zoom-Nikkor 12–24mm f/4G IF-ED AF-S DX Zoom-Nikkor 17–55mm f/2.8G IF-ED AF-S DX NIKKOR 18–300mm f/3.5–5.6G ED VR AF-S NIKKOR 14–24mm f/2.8G ED AF-S NIKKOR 16–35mm f/4G ED VR AF-S Zoom-Nikkor 17–35mm f/2.8D IF-ED AF-S NIKKOR 24–70mm f/2.
De ingebouwde flitser kan ook worden gebruikt voor de volgende objectieven zonder CPU: Nikon-serie E en 16–300 mm NIKKOR (AI-S, AI en AI-gewijzigd). AI 50–300mm f/4.5-, gewijzigde AI 50–300mm f/4.5-, AI-S 50–300mm f/4.5 ED- en AI 50–300mm f/4.5 EDobjectieven moeten worden gebruikt bij een zoomstand van 70 mm of meer.
Deze handleiding mag op geen enkele manier volledig of gedeeltelijk (behalve voor korte citaten in kritische artikelen of besprekingen) worden gereproduceerd zonder de schriftelijke toestemming van NIKON CORPORATION.