Deze handleiding mag op geen enkele manier volledig of gedeeltelijk (behalve voor korte citaten in kritische artikelen of besprekingen) worden gereproduceerd zonder de schriftelijke toestemming van NIKON CORPORATION.
Pakketinhoud Controleer of het pakket de volgende onderdelen bevat: BS-1-afdekkapje accessoireschoen DK-23 rubberen oogschelp D7100-camera BF-1B-bodydop EN-EL15 oplaadbare Li-ionbatterij (met afdekkapje) MH-25-batterijlader (stekkeradapter enkel meegeleverd in landen of regio's waar vereist. Vorm van netsnoer is afhankelijk van land van verkoop.
Waar kunt u het vinden Vind wat u zoekt in: i i i De inhoudsopgave .................... 0 xii De vraag- en antwoordindex.... 0 ii Menuopties ................................ 0 vi i i i De index..................................... 0 352 Foutmeldingen ......................... 0 332 Problemen oplossen.................
Vraag- en antwoordindex Vind wat u zoekt met behulp van deze “vraag en antwoord”-index.
Foto’s retoucheren Hoe maak ik geretoucheerde kopieën van foto’s? Hoe verwijder ik “rode ogen”? Hoe maak ik JPEG-kopieën van RAW (NEF)-foto’s? Kan ik twee NEF (RAW)-foto's over elkaar plaatsen om één afbeelding te maken? Kan ik een kopie van een foto maken die lijkt op een schilderij? Kan ik filmbeelden op de camera bijsnijden of filmbeelden opslaan? Menu’s en instellingen Hoe gebruik ik de menu’s? Hoe geef ik menu's weer in een andere taal? Hoe gebruik ik de instelschijven? Hoe zorg ik ervoor dat de weerg
Snelhandleiding Volg deze stappen om snel van start te gaan met de D7100. 1 Bevestig de camerariem. Bevestig de riem stevig aan de cameraoogjes. 2 Laad (0 22) de batterij op en plaats de batterij (0 24). 3 Bevestig een objectief (0 26). Houd de markeringen (aangeduid door een witte stip) op één Bevestigingsmarkering lijn, plaats het objectief op de camera en draai vervolgens (camera) totdat het objectief op zijn plaats klikt.
4 Plaats een geheugenkaart (0 30). 8GB Voorzijde Sleuf 1 5 Zet camera aan. 6 Kadreer de foto (0 37). Sleuf 2 AF-veldhaakjes 7 Stel scherp en leg vast (0 37). Scherpstelaanduiding 8 Bekijk de foto (0 39). K-knop A Zie ook Voor informatie over het kiezen van een taal en het instellen van tijd en datum, zie pagina 28. Zie pagina 33 voor informatie over het aanpassen van zoekerbeeldscherpte.
Menuopties D WEERGAVEMENU (0 217) C OPNAMEMENU (0 224) Wissen Opnamemenu terugzetten Weergavemap Beeld verbergen Weergaveopties Beeld(en) kopiëren Controlebeeld Na wissen Draai portret Diashow DPOFafdrukopdracht Selectie Datum selecteren Alle D7100 (standaard) Alle Huidige Selecteren/instellen Datum selecteren Alles deselecteren? Basisfoto-informatie Scherpstelpunt Aanvullende foto-informatie Geen (alleen beeld) Hoge lichten RGB-histogram Opnamegegevens Overzicht Bron selecteren Beeld(en) selecte
Picture Control instellen Standaard (standaard) Neutraal Levendig Monochroom Portret Landschap Picture Control Opslaan/bewerken beheren Hernoemen 1 Wissen 1 Laden/opslaan Kleurruimte sRGB (standaard) Adobe RGB Actieve D-Lighting 2 Automatisch Extra hoog Hoog Normaal Laag Uit HDR (hoog dynamisch HDR-stand bereik) HDR-sterkte Autom. Aan vertekeningscorrectie Uit (standaard) Ruisonderdr.
b Lichtmeting/belichting b1 Stapgrootte 1/3 stap (standaard) ISO-gevoeligh. 1/2 stap b2 Stapgrootte inst. 1/3 stap (standaard) belichting 1/2 stap b3 Eenv. Aan belichtingscorrectie (automatisch herstellen) Aan Uit (standaard) b4 Centrumgericht φ 6 mm meetveld φ 8 mm (standaard) φ 10 mm φ 13 mm Gemiddeld b5 Fijnafst. voor opt. Ja belichting Nee (standaard) c Timers/AE-vergrendeling c1 AE-vergrend. Aan ontspanknop Uit (standaard) c2 Stand-by-timer 4 sec. 6 sec. (standaard) 10 sec. 30 sec. 1 min. 5 min.
e Bracketing/flits e1 Flitssynchronisatiesnelheid e2 e3 e3 e4 e5 e6 e7 1/320 sec. (automatische FP) 1/250 sec. (automatische FP) 1/250 sec. (standaard) 1/200 sec. 1/160 sec. 1/125 sec. 1/100 sec. 1/80 sec. 1/60 sec. Langste sluitertijd 1/60 sec. (standaard) bij flits 1/30 sec. 1/15 sec. 1/8 sec. 1/4 sec. 1/2 sec. 1 sec. 2 sec. 4 sec. 8 sec. 15 sec. 30 sec. Flitserregeling DDL (standaard) ingeb.
g Film g3 AE-L/AF-L-knop toewijzen g4 Ontspanknop toewijzen Objectief zonder CPU Foto-opname-info weergeven AE/AF-vergrendeling (standaard) AE-vergrendeling AE-vergrendeling (vast) AF-vergrendeling AF-ON Geen Foto's maken (standaard) Films opnemen AF-fijnafstelling HDMI GPS B SETUP-MENU (0 261) Geheugenkaart formatteren Sleuf 1 Sleuf 2 Gebruikersinstellingen Opslaan in U1 opslaan Opslaan in U2 Gebruikersinstell.
N RETOUCHEERMENU (0 273) O MIJN MENU (0 291) D-Lighting Rode-ogencorrectie Bijsnijden Monochroom Opties toevoegen – – – Zwart-wit Sepia Koelblauw Filtereffecten Skylight Warm filter Rood versterken Groen versterken Blauw versterken Ster Zacht Kleurbalans – Beeld-op-beeld 1 – NEF (RAW)-verwerking – Formaat wijzigen Selecteer foto Kies bestemming Kies formaat Snel retoucheren – Rechtzetten – Vertekeningscorrectie Automatisch Handmatig Fisheye – Lijntekening – Kleurenschets – Perspectiefcorrectie – Miniatu
Inhoudsopgave Vraag- en antwoordindex ............................................................................................................... ii Snelhandleiding.................................................................................................................................iv Menuopties .........................................................................................................................................vi Voor uw veiligheid...........................................
Basisfotografie en weergave 35 Batterijniveau en kaartcapaciteit ...............................................................................................35 “Richten-en-vastleggen”-fotografie (standen i en j) .....................................................36 Basisweergave...................................................................................................................................39 Ongewenste foto’s wissen ...................................................................
Opties voor beeldopname 63 Beeldveld (Image Area)................................................................................................................. 63 Beeldkwaliteit en -formaat .......................................................................................................... 66 Beeldkwaliteit....................................................................................................................................66 Beeldformaat..............................................
Flitserfotografie 119 De ingebouwde flitser gebruiken ........................................................................................... 119 Flitsstand.......................................................................................................................................... 120 Flitscorrectie ................................................................................................................................... 124 Flitswaardevergrendeling...............................
Speciale effecten 177 Opname met speciale effecten ................................................................................................177 % Nachtzicht.............................................................................................................................. 178 g Kleurenschets ..................................................................................................................... 178 i Miniatuureffect ............................................................
Menugids 217 D Het weergavemenu: afbeeldingen beheren.............................................................................. 217 Weergavemap........................................................................................................................... 217 Beeld verbergen ....................................................................................................................... 218 Weergaveopties.................................................................................
d: Opnemen/weergeven............................................................................................................ 238 d1: Signaal .................................................................................................................................. 238 d2: Rasterweergave in zoeker.............................................................................................. 239 d3: ISO tonen en aanpassen...............................................................................
B Het setup-menu: camera-instellingen.......................................................................................... 261 Geheugenkaart formatteren................................................................................................ 262 Monitorhelderheid .................................................................................................................. 262 Stof-referentiefoto..................................................................................................
Technische opmerkingen 295 Compatibele objectieven...........................................................................................................295 Optionele flitsers (Speedlights)................................................................................................303 Het Nikon Creatieve Verlichtingssysteem (CVS)................................................................ 304 Overige accessoires ..................................................................................
Voor uw veiligheid Als u schade aan uw Nikon-product of letsel aan uzelf of anderen wilt voorkomen, dient u de volgende veiligheidsinstructies goed door te lezen voordat u dit product gaat gebruiken. Bewaar deze veiligheidsinstructies op een plaats waar iedereen die het product gebruikt ze kan lezen. De mogelijke gevolgen van het niet in acht nemen van de veiligheidsinstructies in dit hoofdstuk worden met het volgende pictogram aangegeven: Dit pictogram staat bij waarschuwingen.
A Wees voorzichtig bij het gebruik van de flitser • Het gebruik van de camera met de flitser terwijl deze zich dicht bij de huid of andere voorwerpen bevindt, kan brandwonden veroorzaken. • Het gebruik van de flitser dicht bij de ogen van een persoon kan leiden tot tijdelijke vermindering van het gezichtsvermogen. Pas extra goed op als u kleine kinderen fotografeert. De flitser mag zich niet op minder dan één meter van de persoon bevinden.
Kennisgevingen • Niets uit de handleidingen die bij dit product horen, mag in enigerlei vorm of op enigerlei wijze worden verveelvoudigd, uitgezonden, overgezet of opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand of worden vertaald in een andere taal zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van Nikon. • Nikon behoudt zich het recht voor de specificaties van de hardware en de software die in deze handleidingen zijn beschreven op elk gewenst moment zonder aankondiging te wijzigen.
Mededeling betreffende het verbod op kopiëren en reproduceren Let erop dat alleen al het bezit van materiaal dat digitaal is gekopieerd of gereproduceerd door middel van een scanner, digitale camera of ander apparaat wettelijk strafbaar kan zijn.
Wegwerpen van opslagmedia Houd er rekening mee dat de oorspronkelijke beeldgegevens niet volledig worden verwijderd als u beelden wist of geheugenkaarten of andere opslagmedia formatteert. Met behulp van in de handel verkrijgbare software is het soms mogelijk verwijderde bestanden op weggeworpen opslagmedia alsnog te herstellen, wat misbruik van persoonlijke beeldgegevens tot gevolg kan hebben. De gebruiker is zelf verantwoordelijk voor de privacybescherming van dergelijke gegevens.
Gebruik uitsluitend elektronische accessoires van het merk Nikon Nikon-camera's zijn ontwikkeld volgens de hoogste standaards en bevatten complexe elektronische schakelingen.
XInleiding Overzicht Gefeliciteerd met de aanschaf van deze Nikon digitale spiegelreflexcamera (SLR). Lees alle aanwijzingen grondig door, zodat u zeker weet dat u de camera optimaal benut en bewaar de handleiding op een plaats waar iedereen die het product gebruikt deze kan lezen. X ❚❚ Symbolen en conventies Om u te helpen de gewenste informatie gemakkelijker te vinden, worden de volgende symbolen en conventies gebruikt: D Dit pictogram staat bij waarschuwingen.
Kennismaking met de camera Neem even de tijd om vertrouwd te raken met de bedieningsonderdelen en aanduidingen van de camera. Leg eventueel een boekenlegger in dit hoofdstuk, zodat u het gemakkelijk kunt terugvinden terwijl u de rest van de handleiding leest. De camerabody 1 8 2 10 3 11 12 X 9 4 5 6 7 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 Keuzeknop ontspanstand .....................................7, 57 Standknop........................................................................
De camerabody (vervolg) 1 5 6 7 2 3 4 X 14 8 15 9 16 10 11 17 18 12 13 1 2 3 4 5 6 7 8 9 Ingebouwde flitser....................................................119 Spiegel...................................................................61, 315 Diafragmasimulator..................................................338 Objectiefbevestigingsmarkering.............................27 M/Y-knop Flitsstand .................................................................119 Flitscorrectie.................
De camerabody (vervolg) 9 1 10 2 X 3 11 4 5 12 6 8 7 13 1 AF-hulpverlichting ....................................................233 Zelfontspannerlampje ............................................... 59 Lampje rode-ogenreductie.....................................121 2 Secundaire instelschijf ...................................... 13, 257 3 Voorbeeldknop scherptediepte ............ 50, 255, 260 4 Fn (functie)-knop ..................... 65, 125, 151, 253, 259 5 Deksel van het batterijvak ............
De camerabody (vervolg) 2 1 3 4 5 6 7 11 12 13 14 15 16 17 18 X 8 9 10 1 Zoekeroculair................................................................33 2 Rubberen oogschelp ..................................................60 3 O/Q-knop Wissen...............................................................40, 197 Geheugenkaarten formatteren ...........................32 4 K-knop Weergave .........................................................39, 185 5 Monitor Instellingen bekijken...................
De standknop De camera beschikt over de Standknop hieronder vermelde standen. Druk op de ontgrendelingsknop van de standknop en draai aan de standknop om een stand te kiezen. X Ontgrendelingsknop van standknop Standen voor speciale effecten (0 177) Gebruik speciale effecten tijdens het fotograferen. Standen P, S, A en M Selecteer deze standen om de camera volledig naar wens te kunnen instellen.
De keuzeknop ontspanstand Druk op de ontgrendelingsknop van de keuzeknop ontspanstand om een ontspanstand te kiezen en draai de keuzeknop ontspanstand naar de gewenste instelling (0 57). Ontgrendelingsknop voor keuzeknop ontspanstand X Keuzeknop ontspanstand Stand Beschrijving S Enkel beeld Telkens wanneer de ontspanknop wordt ingedrukt, zal er één foto worden gemaakt. CL Continu lage snelheid De camera maakt foto’s bij een lage snelheid terwijl de ontspanknop wordt ingedrukt.
Het bedieningspaneel X 1 2 3 4 10 11 5 6 7 12 13 14 15 8 3 4 5 6 7 8 9 10 11 9 1 Kleurtemperatuuraanduiding.................................. 94 2 Sluitertijd.................................................................49, 51 Belichtingscorrectiewaarde...................................... 86 Flitscorrectiewaarde .................................................124 Fijnafstelling witbalans.............................................. 92 Kleurtemperatuur .........................................
De zoeker 1 2 3 4 5 6 7 8 11 12 10 9 27 26 1 Monochroomaanduiding (weergegeven in stand % of wanneer de Picture Control Monochroom of een Picture Control gebaseerd op Monochroom is geselecteerd) ........................105 2 Aanduiding stand speciale effecten .....................177 3 AF-veldhaakjes...................................................... 33, 37 4 Scherpstelpunten........................................ 37, 75, 232 AF-veldstand.........................................................
Het informatiescherm Druk op de R-knop om sluitertijd, diafragma, het aantal resterende opnamen, AF-veldstand en andere opname-informatie in de monitor weer te geven. R-knop X Opnamestand ........................................36, 41, 47, 177 Aanduiding flexibel programma............................. 48 Flitssynchronisatie-aanduiding .............................244 Sluitertijd.................................................................49, 51 Aantal opnamen in belichtings- en flitsbracketingreeks..
25 26 27 28 29 30 31 32 33 34 35 36 45 44 43 42 41 40 39 38 37 Automatische vertekeningscorrectie ...................227 Aanduiding “Klok niet ingesteld” ...................29, 265 Intervalaanduiding....................................................147 Belichtingsvertragingsstand...................................241 Aanduiding flitswaardevergrendeling.................125 Aanduiding flitscorrectie .........................................124 Flitscorrectiewaarde .................................
❚❚ Instellingen wijzigen in het informatiescherm Druk op de P -knop om de instellingen voor de hieronder vermelde opties te wijzigen. Markeer items met behulp van de multi-selector en druk op J om opties voor het gemarkeerde item te bekijken. P-knop X 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 Beeldveld....................................................................... 63 Hoge ISO-ruisonderdrukking .................................228 Actieve D-Lighting ....................................................
De instelschijven De hoofdinstelschijf en secundaire instelschijf worden afzonderlijk of in combinatie met andere besturingen gebruikt om een verscheidenheid aan instellingen aan te passen.
❚❚ Onderwerpstand en stand voor speciale effecten Kies een onderwerp (h; 0 41). X h-stand Hoofdinstelschijf Monitor q-stand Hoofdinstelschijf Monitor Hoofdinstelschijf Bedieningspaneel Secundaire instelschijf Bedieningspaneel Hoofdinstelschijf Bedieningspaneel Secundaire instelschijf Bedieningspaneel Kies een speciaal effect-stand (q; 0 177). ❚❚ Beeldkwaliteit en -formaat Stel beeldkwaliteit in (0 66). + X (T)-knop Kies een beeldformaat (0 68).
❚❚ ISO-gevoeligheid Stel ISO-gevoeligheid in (0 79). + W (S)-knop Hoofdinstelschijf Bedieningspaneel Stel automatische ISO-gevoeligheid in (0 82). X + W (S)-knop Secundaire instelschijf Bedieningspaneel Stand P Hoofdinstelschijf Bedieningspaneel Stand S of M Hoofdinstelschijf Bedieningspaneel Stand A of M Secundaire instelschijf Bedieningspaneel Hoofdinstelschijf Bedieningspaneel ❚❚ Belichting Kies een combinatie van diafragma en sluitertijd (stand P; 0 48).
Stel de belichtingscorrectie in (stand P, S, A, M of % ; 0 86). + E-knop X Activeer of annuleer bracketing/ selecteer aantal opnamen in bracketingreeks (stand P, S, A of M; 0 133). Hoofdinstelschijf Bedieningspaneel Hoofdinstelschijf Bedieningspaneel Secundaire instelschijf Bedieningspaneel Hoofdinstelschijf Bedieningspaneel Secundaire instelschijf Bedieningspaneel + D-knop Selecteer stapgrootte bracketing (stand P, S, A of M; 0 134).
❚❚ Flitserinstellingen Kies een flitsstand (0 120). + M (Y)-knop Hoofdinstelschijf Bedieningspaneel Stel flitscorrectie in (stand P, S, A of M; 0 124).
De P-knop Gebruik de P-knop voor snelle toegang tot verschillende functies tijdens zoeker- en livebeeldfotografie, het maken van filmopnamen en weergave. P-knop X ❚❚ Zoekerfotografie Druk op P om links naar veelgebruikte opnameopties onderaan het informatiescherm te bekijken (0 12). ❚❚ Livebeeldfotografie/Filmopname Druk op P om een lijst met beschikbare instellingen tijdens livebeeldfotografie of bij het maken van filmopnamen weer te geven (0 157, 164).
Cameramenu’s De meeste opname-, weergave- en instellingenopties zijn toegankelijk via de cameramenu's. Druk op de G-knop om de menu’s te bekijken. G-knop Tabs Kies uit de volgende menu’s: • D: Weergave (0 217) • C: Opname (0 224) • A: Persoonlijke instellingen (0 229) X • B: Instellingen (0 261) • N: Retoucheren (0 273) • O/m: Mijn menu of Recente instellingen (standaard ingesteld op Mijn menu; 0 291) Schuifbalk geeft positie in huidig menu aan. Huidige instellingen worden aangeduid door pictogrammen.
Cameramenu’s gebruiken De multi-selector en J-knop worden gebruikt om door de cameramenu’s te navigeren. Beweeg cursor omhoog Annuleer en keer terug naar het vorige menu X J-knop: selecteer gemarkeerd item Selecteer gemarkeerd item of geef submenu weer Beweeg cursor omlaag Voer de onderstaande stappen uit om door de menu’s te navigeren. 1 Geef de menu’s weer. Druk op de G-knop om de menu’s weer te geven. G-knop 2 Markeer het pictogram voor het huidige menu.
5 Markeer een menu-item. Druk op 1 of 3 om een menu-item te markeren. 6 Geef de opties weer. Druk op 2 om opties voor het geselecteerde menu-item weer te geven. 7 X Markeer een optie. Druk op 1 of 3 om een optie te markeren. 8 Selecteer het gemarkeerde item. Druk op J om het gemarkeerde item te selecteren. Druk op de G-knop om af te sluiten zonder een selectie te maken. Let op het volgende: • Menu-items die grijs worden weergegeven, zijn momenteel niet beschikbaar.
Eerste stappen De batterij opladen De camera wordt gevoed door een EN-EL15 oplaadbare Li-ionbatterij (meegeleverd). Voor een maximale opnameduur moet de batterij vóór gebruik in de meegeleverde MH-25-batterijlader worden opgeladen. Het duurt circa 2 uur en 35 minuten om een lege batterij volledig op te laden. X 1 Sluit het lichtnetsnoer aan. Sluit het netsnoer aan. De stekker van de lichtnetadapter moet zich in de rechts aangeduide positie bevinden; niet draaien. 2 Verwijder het afdekkapje.
A De stekkeradapter Afhankelijk van het land of de regio van aankoop wordt er mogelijk ook een stekkeradapter meegeleverd met de lader. Plaats voor gebruik de adapter in de voedingsingang van de lader (q). Schuif de vergrendeling van de stekkeradapter in de aangegeven richting (w) en draai de adapter 90° om het in de aangegeven positie (e) te vergrendelen. Voer deze stappen in omgekeerde volgorde uit om de adapter te verwijderen.
De batterij plaatsen Draai voor het plaatsen van de batterij de hoofdschakelaar naar UIT. D Batterijen plaatsen en verwijderen Zet de camera altijd uit voordat batterijen worden geplaatst of verwijderd. 1 Open het deksel van het batterijvak. Ontgrendel (q) en open (w) het deksel van het batterijvak. X 2 Plaats de batterij. Plaats de batterij in de aangegeven richting (q) en gebruik de batterij om de oranje batterijvergrendeling naar één zijde ingedrukt te houden.
D De batterij en lader Lees de waarschuwingen en voorzorgsmaatregelen op de pagina’s xxi–xxii en 318–320 van deze handleiding en volg ze op. Gebruik de batterij niet bij omgevingstemperaturen lager dan 0 °C of hoger dan 40 °C. Het niet in acht nemen van deze voorzorgsmaatregel kan de batterij beschadigen of de prestaties doen verslechteren. De capaciteit kan afnemen en de oplaadtijden kunnen toenemen bij batterijtemperaturen van 0 °C tot 15 °C en van 45 °C tot 60 °C.
Een objectief bevestigen Het objectief dat doorgaans in deze handleiding wordt gebruikt voor illustratieve doeleinden is een AF-S DX NIKKOR 18–105mm f/3.5–5.6G ED VR.
3 Bevestig het objectief. Houd de markeringen (aangeduid door een witte stip) op één Bevestigingsmarkering lijn, plaats het objectief op de camera en draai vervolgens (camera) totdat het objectief op zijn plaats klikt. Bevestigingsmarkering (objectief) X Indien het objectief is voorzien van een schakelaar voor de A-M- of M/A-M-stand, selecteer A (autofocus) of M/A (autofocus met handcorrectie).
Basisinstellingen Zodra de camera voor de eerste keer wordt ingeschakeld, zal een taalselectievenster worden weergegeven. Kies een taal en stel de tijd en datum in. Pas als u de tijd en datum hebt ingesteld, kunnen er foto's worden gemaakt. 1 Zet de camera aan. Er wordt een taalselectievenster weergegeven. X 2 Kies een taal en stel de cameraklok in. Gebruik de multi-selector en de J-knop om een taal te selecteren en de cameraklok in te stellen.
A De klokbatterij De cameraklok wordt gevoed door een afzonderlijke, oplaadbare voedingsbron die indien nodig wordt opgeladen als de hoofdbatterij is geplaatst of als de camera wordt gevoed door een optionele EP-5B-stroomaansluiting en EH-5b-lichtnetadapter (0 308). Twee dagen opladen is voldoende om de klok ongeveer drie maanden van stroom te voorzien.
Een geheugenkaart plaatsen De camera bewaart foto's op Secure Digital (SD)-geheugenkaarten (los verkrijgbaar; 0 347). Zet, om een geheugenkaart te installeren, de camera uit en houd de camera in de hieronder aangeduide richting en schuif de geheugenkaart naar binnen tot deze op zijn plaats klikt. Het toegangslampje van de geheugenkaart zal gedurende enkele seconden branden. De camera heeft twee geheugenkaartensleuven (sleuf 1 en sleuf 2); gebruikt u slechts één geheugenkaart, plaats deze dan in sleuf 1.
D Geheugenkaarten • Geheugenkaarten kunnen na gebruik zeer warm zijn. Ga daarom voorzichtig te werk bij het verwijderen van geheugenkaarten uit de camera. • Zet de camera uit voordat geheugenkaarten worden geplaatst of verwijderd. Verwijder geen geheugenkaarten uit de camera, zet de camera niet uit en koppel de lichtnetadapter niet los terwijl de geheugenkaart wordt geformatteerd of terwijl gegevens worden opgeslagen, verwijderd of naar een computer worden gekopieerd.
De geheugenkaart formatteren Geheugenkaarten moeten worden geformatteerd voor eerste gebruik of nadat ze in andere apparaten zijn gebruikt of geformatteerd. D Geheugenkaarten formatteren Bij het formatteren van geheugenkaarten worden alle gegevens op de kaart voorgoed gewist. Vergeet niet foto's en andere gegevens die u wilt bewaren naar een computer te kopiëren alvorens verder te gaan (0 203). X 1 2 Zet camera aan. Druk op de knoppen O (Q) en Z (Q).
Zoekerbeeldscherpte aanpassen De camera is uitgerust met een dioptrieregelaar, waarmee de camera aan het gezichtsvermogen van de gebruiker kan worden aangepast. Controleer of de weergave in de zoeker scherp is voordat foto’s in de zoeker worden gekadreerd. 1 Zet camera aan. Verwijder de objectiefdop en zet de camera aan. 2 X Stel de zoeker scherp. Draai aan de dioptrieregelaar totdat de AF-veldhaakjes zijn scherpgesteld.
X 34
sBasisfotografie en weergave Batterijniveau en kaartcapaciteit Controleer het batterijniveau en het aantal resterende opnamen voordat u met fotograferen begint. 1 s Zet camera aan. Verwijder de objectiefdop en zet de camera aan. Het bedieningspaneel gaat aan en de weergave in de zoeker gaat branden. 2 Controleer het batterijniveau. Controleer het batterijniveau in het bedieningspaneel of de zoeker. Bedieningspaneel L K J I H H (knippert) 3 Zoeker — — — — Beschrijving Batterij volledig opgeladen.
“Richten-en-vastleggen”-fotografie (standen i en j) Deze paragraaf beschrijft de procedure voor het fotograferen in de standen i en j, een automatische “richten-en-vastleggen”-stand waarin de meeste instellingen door de camera worden geregeld op basis van de opnameomstandigheden. s 1 Selecteer stand i of j.
3 Kadreer de foto. Kadreer een foto in de zoeker met het hoofdonderwerp tussen de AF-veldhaakjes. AF-veldhaakjes 4 Druk de ontspanknop half in. s Druk de ontspanknop half in om scherp te stellen. Het actieve scherpstelpunt wordt weergegeven. Als het onderwerp slecht belicht is, kan de flitser opklappen en de AF-hulpverlichting gaan branden. 5 Controleer de aanduidingen in de zoeker. Scherpstelpunt Zodra de scherpstelbewerking is voltooid, verschijnt de scherpstelaanduiding (I) in de zoeker.
A De ontspanknop De camera heeft een tweetraps ontspanknop. De camera stelt scherp wanneer de ontspanknop half wordt ingedrukt. Druk de ontspanknop volledig in om de foto te maken. Scherpstellen: half indrukken Vastleggen: volledig indrukken A s De stand-by-timer De zoeker en de weergaven van het bedieningspaneel van de sluitertijd en het diafragma schakelen uit als er gedurende circa 6 seconden geen handelingen worden uitgevoerd, waardoor de batterij langer meegaat.
Basisweergave 1 Druk op de K-knop. Er wordt een foto in de monitor weergegeven. De geheugenkaart met de huidig weergegeven foto wordt door een pictogram aangeduid. K-knop 2 s Bekijk extra foto’s. Extra foto’s kunnen worden weergegeven door op 4 of 2 te drukken. Druk op 1 en 3 om extra informatie over de huidige foto te bekijken (0 187). 1/ 12 1/ 125 F5. 6 NIKON D7100 100 85mm 0, 0 100D7100 DSC_0001.
Ongewenste foto’s wissen Druk op de O (Q)-knop om de huidige foto te wissen die momenteel in de monitor wordt weergegeven. Merk op dat foto's niet kunnen worden hersteld nadat ze zijn gewist. 1 Geef de foto weer. Geef de foto weer die u wilt wissen, zoals wordt beschreven op de voorgaande pagina. De locatie van de huidige afbeelding wordt met een pictogram in de linkerbenedenhoek van het scherm weergegeven. s 2 Wis de foto. Druk op de O (Q)-knop.
Creatieve fotografie (Onderwerpstanden) De camera beschikt over verschillende onderwerpstanden. Het automatisch kiezen van een onderwerpstand optimaliseert de instellingen die passen bij het geselecteerde onderwerp, waardoor creatieve fotografie net zo eenvoudig wordt als het selecteren van een stand, kadreren van een foto en fotograferen, zoals beschreven op pagina 36-38. ❚❚ h-stand s Draai de standknop naar h en druk op de R-knop om het momenteel geselecteerde onderwerp te bekijken.
p Kinderen m Sport Gebruik voor snapshots van kinderen. Kleding en achtergronddetails worden levendig weergegeven, terwijl huidtinten zacht en natuurlijk blijven. Korte sluitertijden bevriezen beweging voor dynamische sportfoto's waarin het onderwerp duidelijk naar voren komt. De ingebouwde flitser en AF-hulpverlichting schakelen uit. Selecteer de continue opnamestand om een reeks foto's te maken (0 7, 57).
r Nachtlandschap s Party/binnen s Verminder ruis en onnatuurlijke kleuren bij het fotograferen van nachtlandschappen, inclusief straatverlichting en neonreclame. De ingebouwde flitser en AF-hulpverlichting schakelen uit; om onscherpte te voorkomen, wordt het gebruik van een statief aanbevolen. Leg de effecten van achtergrondverlichting binnenshuis vast. Gebruik deze stand voor party's en andere onderwerpen binnenshuis.
v Schemering w Dierenportret Behoudt de kleuren die te zien zijn in het zwakke natuurlijke licht voor zonsopkomst en na zonsondergang. De ingebouwde flitser en AF-hulpverlichting schakelen uit; gebruik van een statief wordt aanbevolen om onscherpte bij slecht licht te voorkomen. Gebruik deze stand voor portretten van actieve huisdieren. De AF-hulpverlichting schakelt uit. x Kaarslicht y Bloesem Voor foto’s gemaakt bij kaarslicht.
z Herfstkleuren 0 Voedsel s Legt de stralende rode en gele kleuren in herfstbladeren vast. De ingebouwde flitser schakelt uit; gebruik van een statief wordt aanbevolen om onscherpte bij slecht licht te voorkomen. Gebruik deze stand voor levendige foto's van voedsel. Gebruik van een statief wordt aanbevolen om onscherpte te voorkomen; tevens kan de flitser worden gebruikt (0 119).
s 46
#Standen P, S, A en M De standen P, S, A en M bieden verschillende regelniveaus voor sluitertijd en diafragma. Stand P S A M Beschrijving Automatisch programma (0 48): de camera stelt sluitertijd en diafragma in voor optimale belichting. Aanbevolen voor snapshots en in andere situaties met weinig tijd voor het aanpassen van de camera-instellingen. Sluitertijdvoorkeuze (0 49): de gebruiker kiest de sluitertijd; de camera selecteert het diafragma voor de beste resultaten.
P: Automatisch programma In deze stand past de camera de sluitertijd en het diafragma automatisch aan volgens een ingebouwd programma om in de meeste situaties verzekerd te zijn van een optimale belichting. Deze stand wordt aanbevolen voor snapshotfoto’s en andere situaties waarin u de sluitertijd en het diafragma door de camera wilt laten bepalen.
S: Sluitertijdvoorkeuze In de stand sluitertijdvoorkeuze kunt u zelf een sluitertijd kiezen, waarna de camera automatisch het diafragma kiest dat de optimale belichting oplevert. Gebruik lange sluitertijden om beweging te suggereren door bewegende voorwerpen onscherp te maken en gebruik korte sluitertijden om bewegingen te “bevriezen”. Korte sluitertijd (1/1.600 sec.) Lange sluitertijd (1/6 sec.) # Draai, om een sluitertijd te kiezen, aan de hoofdinstelschijf terwijl de belichtingsmeters aan zijn.
A: Diafragmavoorkeuze In automatische diafragmavoorkeuze kunt u zelf het diafragma kiezen terwijl de camera automatisch de sluitertijd kiest die de optimale belichting oplevert. Een groot diafragma (lage f-waarden) verhoogt het flitsbereik (0 123) en vermindert de scherptediepte, zodat voorwerpen achter en voor het hoofdonderwerp onscherp zijn. Een klein diafragma (hoge f-waarden) verhoogt de scherptediepte, zodat voorwerpen achter en voor het hoofdonderwerp scherp zijn.
M: Handmatig In de handmatige stand regelt u zowel sluitertijd als diafragma. Draai aan de hoofdinstelschijf en kies een sluitertijd terwijl de belichtingsmeters ingeschakeld zijn en draai aan de secundaire instelschijf om het diafragma in te stellen. Sluitertijd kan worden ingesteld op “v” of op waarden tussen 30 sec. en 1/8.000 sec. of de sluiter kan voor een lange tijdopname voor onbepaalde tijd open worden gehouden (Bulb/A of Tijd/%, 0 52).
❚❚ Lange tijdopnamen (alleen M-stand) # Selecteer de volgende sluitertijden voor lange tijdopnamen of bewegende lichten, de sterren, nachtlandschappen of vuurwerk. • Bulb (A): de sluiter blijft open zolang als de ontspanknop wordt ingedrukt. Gebruik een statief of een optionele draadloze afstandsbediening (0 309) of afstandsbedieningskabel (0 310).
3 Kies een sluitertijd. Draai, terwijl de belichtingsmeters aan zijn, aan de hoofdinstelschijf om een sluitertijd Bulb (A) of Tijd (%) te kiezen. Hoofdinstelschijf Bulb Tijd 4 # Open de sluiter. Bulb: druk na het scherpstellen op de ontspanknop op de camera of optionele WR-1, WR-T10 of MC-DC2 volledig in. Houd de ontspanknop ingedrukt totdat de belichting is voltooid.
# 54
$Gebruikersinstellingen: U1- en U2-standen Wijs veelgebruikte instellingen toe aan de posities U1 en U2 op de standknop. Gebruikersinstellingen opslaan 1 Selecteer een stand. Standknop Draai de standknop naar de gewenste stand. 2 $ Pas de instellingen aan.
5 Sla de gebruikersinstellingen op. Markeer Instellingen opslaan en druk op J om instellingen geselecteerd in stap 1 en 2 toe te wijzen aan de standknoppositie geselecteerd in stap 4. Gebruikersinstellingen herroepen Draai de standknop eenvoudig naar U1 om de instellingen te herroepen die zijn toegewezen aan Opslaan in U1 of naar U2 om de instellingen te herroepen die zijn toegewezen aan Opslaan in U2.
kOntspanstand Een ontspanstand kiezen Druk op de ontgrendelingsknop voor keuzeknop ontspanstand om een ontspanstand te kiezen en draai de keuzeknop ontspanstand naar de gewenste instelling. Stand S CL CH J E MUP Beschrijving Enkel beeld: de camera maakt één foto telkens wanneer de ontspanknop wordt ingedrukt.
Beeldsnelheid De beeldsnelheid voor continu opnemen (lage en hoge snelheid) varieert afhankelijk van de optie die is gekozen voor beeldveld (0 63) en, wanneer een optie voor NEF (RAW)beeldkwaliteit is geselecteerd, de NEF (RAW)-bitdiepte (0 67). De onderstaande tabel geeft de gemiddelde beeldsnelheden voor een volledig opgeladen EN-EL15-batterij, continu servo-AF, handmatig of belichting sluitertijdvoorkeuze, een sluitertijd van 1/250 sec.
Zelfontspannerstand De zelfontspanner kan worden gebruikt om cameratrilling voor zelfportretten te verminderen. Plaats voor het vastleggen de camera op een statief of op een stabiele, vlakke ondergrond. 1 Selecteer de zelfontspannerstand. Druk op de ontgrendelingsknop voor keuzeknop ontspanstand en draai de keuzeknop ontspanstand naar E. Keuzeknop ontspanstand 2 Kadreer de foto en stel scherp.
A De zoeker afdekken Verwijder bij het maken van foto's zonder uw oog tegen de zoeker, de DK-23 rubberen oogschelp (q) en plaats het meegeleverde DK-5oculairkapje zoals aangeduid in (w). Dit voorkomt dat via de zoeker binnenkomend licht de belichting belemmert. Houd de camera stevig vast bij het verwijderen van de rubberen oogschelp.
Stand spiegel omhoog Kies deze stand om onscherpte te minimaliseren welke wordt veroorzaakt door camerabewegingen wanneer de spiegel wordt opgeklapt. Gebruik van een statief wordt aanbevolen. 1 Selecteer de stand spiegel omhoog. Druk op de ontgrendelingsknop voor keuzeknop ontspanstand en draai de keuzeknop van de ontspanstand naar MUP. Keuzeknop ontspanstand 2 Klap de spiegel omhoog. Kadreer de foto, stel scherp en druk vervolgens de ontspanknop volledig in om de spiegel op te klappen.
k 62
dOpties voor beeldopname Beeldveld (Image Area) Kies een beeldveld uit DX (24×16) en 1,3× (18×12). Optie a DX (24×16) c 1,3× (18×12) Beschrijving Foto’s worden vastgelegd met een beeldveld van 23,5 × 15,6 mm (DX-formaat). Foto’s worden vastgelegd met een beeldveld van 18,8 × 12,5 mm, waardoor een tele-effect wordt geproduceerd zonder objectieven te verwisselen (0 68, 167). Bovendien kan de camera meer foto’s per seconde vastleggen tijdens continu-opname (0 58).
Beeldveld kan worden ingesteld met behulp van de optie Beeldveld in het opnamemenu of door op een besturing te drukken en aan een instelschijf te draaien (0 65). ❚❚ Het beeldveldmenu 1 Selecteer Beeldveld in het opnamemenu. Druk op G om de menu’s weer te geven. Markeer Beeldveld in het opnamemenu (0 224) en druk op 2. G-knop 2 Pas de instellingen aan. Kies een optie en druk op J. d A De zoekerweergave De zoekerweergave voor de 1,3× DX-uitsnede wordt rechts getoond.
❚❚ Camerabesturingen 1 Wijs een beeldveldselectie toe aan een camerabesturing. Selecteer Kies beeldveld als optie “indrukken + instelschijven” voor een camerabesturing in het menu Persoonlijke instellingen (0 229). Beeldveldselectie kan worden toegewezen aan de Fn-knop (persoonlijke instelling f2, Fn-knop toewijzen, 0 253), de voorbeeldknop scherptediepte (persoonlijke instelling f3, Voorbeeldknop toewijzen, 0 255) of de A AE-L/AF-L-knop (persoonlijke instelling f4, AE-L/AF-L-knop toewijzen, 0 256).
Beeldkwaliteit en -formaat Samen bepalen beeldkwaliteit en -formaat hoeveel ruimte er in beslag wordt genomen door elke foto op de geheugenkaart. Grotere afbeeldingen met een hoge kwaliteit kunnen op grote formaten worden afgedrukt, maar vereisen ook meer geheugen. Dit betekent dat er minder afbeeldingen op de geheugenkaart kunnen worden opgeslagen (0 348). Beeldkwaliteit Kies een bestandsformaat en compressieverhouding (beeldkwaliteit).
De volgende opties zijn toegankelijk vanuit het opnamemenu. Druk op de G-knop om de menu’s weer te geven, markeer de gewenste optie en druk op 2. ❚❚ JPEG-compressie Kies het compressietype voor JPEG-afbeeldingen. Optie O Vaste grootte P Optimale kwaliteit Beschrijving Beelden worden gecomprimeerd om relatief gelijke bestandsgroottes te produceren. Optimale beeldkwaliteit. De bestandsgrootte wisselt met het opgenomen onderwerp.
Beeldformaat Beeldformaat wordt in pixels gemeten. Kies uit # Groot, $ Middel of % Klein (merk op dat het beeldformaat varieert afhankelijk van de geselecteerde optie voor Beeldveld, 0 63): Optie Grootte (pixels) Afdrukformaat (cm) * Groot 6.000 × 4.000 50,8 × 33,9 DX (24×16) Middel 4.496 × 3.000 38,1 × 25,4 Klein 2.992 × 2.000 25,3 × 16,9 Groot 4.800 × 3.200 40,6 × 27,1 1,3× (18×12) Middel 3.600 × 2.400 30,5 × 20,3 Klein 2.400 × 1.600 20,3 × 13,5 * Globaal formaat bij een afdruk van 300 dpi.
Twee geheugenkaarten gebruiken Wanneer twee geheugenkaart in de camera zijn geplaatst, kunt u de optie Functie van kaart in sleuf 2 in het opnamemenu gebruiken om de functie van de kaart in sleuf 2 te kiezen.
d 70
NScherpstelling Deze paragraaf beschrijft de beschikbare scherpstelopties wanneer foto’s in de zoeker worden gekadreerd. Scherpstelling kan automatisch (zie hieronder) of handmatig worden aangepast (0 78). De gebruiker kan bovendien het scherpstelpunt voor automatisch of handmatig scherpstellen (0 75) selecteren, of scherpstelvergrendeling gebruiken om scherp te stellen, zodat foto’s na het scherpstellen opnieuw kunnen worden samengesteld (0 76).
De autofocusstand kan worden geselecteerd door op de AF-standknop te drukken en aan de hoofdinstelschijf te draaien totdat de gewenste instelling in de zoeker en het bedieningspaneel wordt weergegeven. AF-standknop AF-A N AF-S Hoofdinstelschijf AF-C A Goede resultaten verkrijgen met autofocus Autofocus werkt niet goed in de onderstaande omstandigheden.
AF-veldstand Hier kunt u selecteren hoe het scherpstelpunt voor autofocus wordt geselecteerd. • Enkelpunts AF: selecteer het scherpstelpunt zoals beschreven op pagina 75; de camera zal uitsluitend scherpstellen op het onderwerp in het geselecteerde scherpstelpunt. Gebruik voor niet-bewegende onderwerpen. • Dynamisch veld-AF: selecteer het scherpstelpunt zoals beschreven op pagina 75.
De AF-veldstand kan worden geselecteerd door de AF-standknop in te drukken en aan de secundaire instelschijf te draaien totdat de gewenste instelling in de zoeker en het bedieningspaneel wordt weergegeven. N AF-standknop Secundaire instelschijf Bedieningspaneel Zoeker A 3D-tracking Wanneer de ontspanknop half wordt ingedrukt, worden de kleuren in het gebied rond het scherpstelpunt in de camera opgeslagen.
Selectie van scherpstelpunt De camera laat u kiezen uit 51 scherpstelpunten die u kunt gebruiken bij het bepalen van de compositie van de foto terwijl het hoofdonderwerp zich op een willekeurige plaats in het beeld bevindt. 1 Draai de vergrendeling van de scherpstelselectieknop naar ●. Hiermee kunt u de multi-selector gebruiken om het scherpstelpunt te selecteren. Vergrendeling van de scherpstelselectieknop 2 Selecteer het scherpstelpunt.
Scherpstelvergrendeling De scherpstelvergrendeling kan worden gebruikt om de in beeld gebrachte onderwerpen te wijzigen nadat u hebt scherpgesteld. Op deze manier kunt u scherpstellen op een onderwerp dat zich in de uiteindelijke compositie niet in een scherpstelpunt bevindt.
A Scherpstelling vergrendelen met de AF-ON-knop Indien gewenst kan de autofocus aan een afzonderlijke knop worden toegewezen in het menu Persoonlijke instellingen, waarbij scherpstelling zal vergrendelen wanneer de knop wordt ingedrukt en vergrendeld blijft totdat de knop opnieuw wordt ingedrukt.
Handmatige scherpstelling Handmatige scherpstelling is beschikbaar voor objectieven die geen autofocus (niet-AF NIKKOR-objectieven) ondersteunen of wanneer de autofocus niet het gewenste resultaat produceert (0 72). • AF-S-objectieven: stel de schakelaar voor scherpstelstand van het objectief in op M.
SISO-gevoeligheid Hoe hoger de ISO-gevoeligheid, des te minder licht nodig is om een foto te maken. Zo kunt u kortere sluitertijden of een kleinere diafragma’s gebruiken. Door Automatisch te kiezen, kan de camera, als antwoord op de lichtomstandigheden, de ISO-gevoeligheid automatisch aanpassen.
A ISO-gevoeligheid in het informatiescherm bekijken ISO-gevoeligheid wordt in het informatiescherm weergegeven. Wanneer Automatisch is geselecteerd, worden ISO-AUTO en de door de camera gekozen gevoeligheid weergegeven, zoals rechts aangeduid. A Automatisch Als de standknop naar P, S, A of M is gedraaid, nadat de ISO-gevoeligheid in een andere stand op Automatisch is gezet, wordt de ISO-gevoeligheid die het laatst is geselecteerd in de stand P, S, A of M weer hersteld.
Autom inst ISO-gevoeligheid (Alleen standen P, S, A en M) Als Aan voor ISO-gevoeligheid instellen > Autom inst ISO-gevoeligheid in het opnamemenu is geselecteerd, wordt de ISO-gevoeligheid automatisch aangepast als er geen optimale belichting tot stand kan worden gebracht met de waarde die de gebruiker heeft geselecteerd (de ISO-gevoeligheid wordt aangepast wanneer de flitser wordt gebruikt). 1 Selecteer Autom inst ISO-gevoeligheid voor ISO-gevoeligheid instellen in het opnamemenu.
Wanneer Aan is geselecteerd, tonen de zoeker en het bedieningspaneel ISO-AUTO. Als de gevoeligheid is gewijzigd ten opzichte van de waarde die is geselecteerd door de gebruiker, gaan deze aanduidingen knipperen. S Bedieningspaneel Zoeker A Automatische instelling ISO-gevoeligheid in- of uitschakelen U kunt de automatische instelling voor ISO-gevoeligheid inof uitschakelen door op de W (S)-knop te drukken en aan de secundaire instelschijf te draaien.
ZBelichting Lichtmeting (Alleen standen P, S, A en M) Kies hoe de camera de belichting instelt in de standen P, S, A en M (in andere standen selecteert de camera automatisch de methode voor lichtmeting). Optie Beschrijving Matrix: produceert natuurlijke resultaten in de meeste situaties.
Vergrendeling automatische belichting Gebruik vergrendeling voor automatische belichting om foto’s opnieuw samen te stellen na het gebruik van centrumgerichte meting en spotmeting voor het meten van de belichting. Merk op dat matrixmeting niet de gewenste resultaten oplevert. 1 Vergrendel de belichting. Ontspanknop Plaats het onderwerp in het geselecteerde scherpstelpunt en druk de ontspanknop half in.
A Gemeten veld In spotmeting wordt de belichting vergrendeld bij de waarde die is gemeten in een cirkel van 3,5-mm, gecentreerd op het geselecteerde scherpstelpunt. In centrumgerichte meting wordt de belichting vergrendeld bij de waarde die is gemeten in een cirkel van 8-mm in het midden van de zoeker.
Belichtingscorrectie (Alleen de standen P, S, A, M en %) Via belichtingscorrectie kan de door de camera geselecteerde belichtingswaarde gewijzigd worden om foto’s lichter of donkerder te maken. Deze functie werkt het beste in combinatie met centrumgerichte meting of spotmeting (0 83). Kies uit waarden tussen –5 LW (onderbelichting) en +5 LW (overbelichting) in stappen van 1/3 LW.
A Stand M In de stand M heeft de belichtingscorrectie enkel gevolgen voor de belichtingsaanduiding; sluitertijd en diafragma veranderen niet. A Een flitser gebruiken Bij het gebruik van een flitser heeft belichtingscorrectie zowel gevolgen voor de flitssterkte als de belichting, waardoor de helderheid van zowel het onderwerp als de achtergrond wordt aangepast. Persoonlijke instelling e4 (Belichtingscorr.
V 88
rWitbalans (Alleen standen P, S, A en M) Witbalans zorgt ervoor dat de kleuren niet worden beïnvloed door de kleur van de lichtbron. In standen die anders zijn dan P, S, A en M wordt witbalans automatisch ingesteld door de camera.
A Het opnamemenu Witbalans kan tevens met behulp van de optie Witbalans in het opnamemenu (0 224) worden aangepast, welke ook voor het verder verfijnen van de witbalans (0 91) of het meten van een vooringestelde waarde voor de witbalans (0 95) kan worden gebruikt.
Fijnafstelling witbalans De instelling van de witbalans kan verder worden verfijnd om variaties in de kleur van de lichtbron te corrigeren of om een foto opzettelijk een kleurzweem te geven. Witbalans wordt verder verfijnd met behulp van de optie Witbalans in het opnamemenu of druk op de L (U)-knop en draai aan de secundaire instelschijf. ❚❚ Het witbalansmenu 1 Selecteer een optie voor witbalans in het opnamemenu. Druk op de G-knop om de menu’s weer te geven.
3 Druk op J. Druk op J om de instellingen op te slaan en keer terug naar het opnamemenu. Na het verfijnen van de witbalans wordt er een sterretje (“E”) in het bedieningspaneel weergegeven.
A Fijnafstelling witbalans De kleuren op de assen voor fijnafstelling zijn relatief, niet absoluut. Als u de cursor bijvoorbeeld in de richting van B (blauw) verplaatst wanneer een “warme” instelling zoals J (Gloeilamplicht) is geselecteerd voor witbalans, worden foto’s iets “kouder” maar niet blauw. A Fijnafstelling kleurtemperatuur Wanneer Kies kleurtemperatuur is geselecteerd, kunt u de kleurtemperatuur bekijken terwijl witbalans verder wordt verfijnd.
Een kleurtemperatuur kiezen Wanneer K (Kies kleurtemperatuur) is geselecteerd voor witbalans, kan de kleurtemperatuur worden geselecteerd door de L (U)-knop in te drukken en aan de secundaire instelschijf te draaien. De kleurtemperatuur wordt in het bedieningspaneel weergegeven. L (U)-knop Secundaire instelschijf Bedieningspaneel r D Kies kleurtemperatuur Merk op dat de gewenste resultaten niet worden verkregen met flitser of tl-verlichting. Kies N (Flitslicht) of I (Tl-licht) voor deze bronnen.
Handmatige voorinstelling U kunt handmatige voorinstelling gebruiken om aangepaste witbalansinstellingen op te slaan en om opnamen bij verschillende soorten licht of om lichtbronnen met een duidelijke kleurzweem te corrigeren. De camera kan maximaal zes waarden opslaan voor vooringestelde witbalans in de voorinstellingen d-1 tot en met d-6.
3 Selecteer een voorinstelling. Druk op de L (U)-knop en draai aan de secundaire instelschijf totdat de gewenste witbalansvoorinstelling (d-1 tot d-6) in het bedieningspaneel wordt weergegeven. L (U)-knop 4 Secundaire instelschijf Bedieningspaneel Selecteer de stand voor direct meten. Ontspan kort de L (U)-knop en druk vervolgens op de knop totdat het pictogram L in het bedieningspaneel begint te knipperen. Tevens verschijnt er een knipperende D in de zoeker.
6 Controleer de resultaten. Als de camera een waarde voor witbalans kon meten, knippert C ongeveer zes seconden in het bedieningspaneel, terwijl de zoeker een knipperende a toont. Bedieningspaneel Zoeker Als het te donker of te licht is, kan de camera witbalans mogelijk niet meten. Een knipperende b a verschijnt ongeveer zes seconden in het bedieningspaneel en de zoeker. Druk de ontspanknop half in om terug te keren naar stap 5 en de witbalans opnieuw te meten.
❚❚ Witbalans meten tijdens livebeeld (spot-witbalans) In livebeeld kan witbalans in een geselecteerd veld van het beeld worden gemeten, waarbij de noodzaak van het voorbereiden van een referentievoorwerp of het verwisselen van objectieven tijdens telefotografie wordt opgeheven. 1 Druk op de a-knop. De spiegel wordt opgeklapt en het beeld door het objectief zal in de cameramonitor worden weergegeven. a-knop 2 Stel witbalans in op L (Handmatige voorinstelling).
5 Plaats de doelpositie boven een wit of grijs veld. Gebruik, terwijl D in de weergave knippert, de multiselector om de r boven een wit of grijs veld van het onderwerp te plaatsen. 6 Meet de witbalans. Druk op J of druk de ontspanknop volledig in om witbalans te meten. De tijd die beschikbaar is voor het meten van witbalans is de tijd die is geselecteerd voor persoonlijke instelling c4 (Monitor uit) > Livebeeld (0 238).
❚❚ Witbalans van een foto kopiëren Voer de onderstaande stappen uit om een waarde voor witbalans vanaf een bestaande foto naar een geselecteerde voorinstelling te kopiëren. 1 Selecteer L (Handmatige voorinstelling) voor Witbalans in het opnamemenu. Druk op de G-knop en selecteer Witbalans in het opnamemenu. Markeer Handmatige voorinstelling en druk op 2. 2 G-knop Selecteer een bestemming. Markeer de bestemmingsvoorinstelling (d-1 tot d-6) en druk op W (S). W (S)-knop 3 Kies Selecteer foto.
A Een bronfoto kiezen Houd de X (T)-knop ingedrukt om de gemarkeerde foto in stap 4 schermvullend te bekijken. X (T)-knop Houd de D-knop ingedrukt en druk op 1 om afbeeldingen op andere locaties te bekijken. Het rechts aangeduide dialoogvenster wordt weergegeven; selecteer de gewenste kaart en map (0 186). D-knop A Een voorinstelling witbalans kiezen Druk op 1 om de huidige witbalansvoorinstelling (d-1–d-6) te markeren en druk op 2 om een andere voorinstelling te selecteren.
❚❚ Commentaar invoeren Volg de onderstaande stappen om voor een witbalansvoorinstelling een beschrijvend commentaar in te voeren van maximaal zesendertig tekens. 1 Selecteer L (Handmatige voorinstelling). Markeer Handmatige voorinstelling in het witbalansmenu en druk op 2. 2 Selecteer een voorinstelling. Markeer de gewenste voorinstelling en druk op W (S). W (S)-knop 3 Select Commentaar bewerken. Markeer Commentaar bewerken en druk op 2. r 4 Bewerk het commentaar.
❚❚ Een voorinstelling witbalans beveiligen Voer de onderstaande stappen uit om de geselecteerde witbalansvoorinstelling te beveiligen. Beveiligde voorinstellingen kunnen niet worden aangepast en de opties Fijnafstelling en Commentaar bewerken kunnen niet worden gebruikt. 1 Selecteer L (Handmatige voorinstelling). Markeer Handmatige voorinstelling in het witbalansmenu en druk op 2. 2 Selecteer een voorinstelling. Markeer de gewenste voorinstelling en druk op W (S). W (S)-knop 3 Selecteer Beveiligen.
r 104
JBeeldverbetering Picture Controls (Alleen standen P, S, A en M) Dankzij het unieke Picture Control-systeem van Nikon kunt u beeldverwerkingsinstellingen inclusief verscherping, contrast, helderheid, verzadiging en tint delen met compatibele apparaten en software. Een Picture Control selecteren De camera beschikt over verschillende Picture Control-voorinstellingen.
A Eigen Picture Controls Eigen Picture Controls worden aangemaakt door middel van aanpassingen aan de bestaande Picture Controls met behulp van de optie Picture Control beheren in het opnamemenu (0 110). Eigen Picture Controls kunnen op een geheugenkaart worden opgeslagen en met andere camera’s van hetzelfde model en met compatibele software worden gedeeld (0 112). A De Picture Control-aanduiding Wanneer de R-knop wordt ingedrukt, wordt de huidige Picture Control in het informatiescherm weergegeven.
Picture Controls wijzigen Bestaande voorinstellingen of eigen Picture Controls (0 110) kunnen worden aangepast aan het onderwerp of aan de creatieve wensen van de gebruiker. Kies een evenwichtige combinatie van verscherping, contrast en verzadiging met behulp van Snel aanpassen of pas de individuele instellingen handmatig aan. 1 Selecteer een Picture Control. Markeer de gewenste Picture Control in de Picture Control-lijst (0 105) en druk op 2. 2 Pas de instellingen aan.
❚❚ Picture Control-instellingen Optie Handmatige aanpassingen (alle Picture Controls) Beschrijving Kies uit opties tussen –2 en +2 om het effect van de geselecteerde Picture Control te verminderen of te versterken door verscherping, contrast en verzadiging aan te passen (hierdoor worden alle handmatige aanpassingen Snel aanpassen ongedaan gemaakt). Het kiezen van bijvoorbeeld positieve waarden voor Levendig maakt alle foto’s levendiger. Niet beschikbaar voor Neutraal, Monochroom of eigen Picture Controls.
A Het Picture Control-raster Bij het indrukken van de W (S)-knop in stap 2 op pagina 107, wordt een Picture Control-raster weergegeven waarin het contrast en de verzadiging voor de geselecteerde Picture Control worden weergegeven in vergelijking met de andere Picture Controls (contrast wordt alleen weergegeven wanneer Monochroom is geselecteerd). Ontspan de W (S)-knop om naar het menu Picture Control terug te keren.
Eigen Picture Controls aanmaken De met de camera meegeleverde Picture Controls kunnen worden aangepast en als eigen Picture Controls worden opgeslagen. 1 Selecteer Picture Control beheren in het opnamemenu. Druk op de G-knop om de menu’s weer te geven. Markeer Picture Control beheren in het opnamemenu en druk op 2. G-knop 2 Selecteer Opslaan/bewerken. Markeer Opslaan/bewerken en druk op 2. 3 Selecteer een Picture Control.
6 Geef de Picture Control een naam. Het dialoogvenster voor tekstinvoer, zoals Toetsenbordveld rechts afgebeeld, wordt weergegeven. Standaard worden nieuwe Picture Controls Naamveld benoemd door een tweecijferig getal (automatisch toegewezen) aan de naam van de bestaande Picture Control toe te voegen; ga verder naar stap 7 om de standaardnaam te gebruiken. Houd de W (S)-knop ingedrukt en druk op 4 of 2 om de cursor in het naamveld te verplaatsen.
Eigen Picture Controls delen Eigen Picture Controls gemaakt met behulp van de Picture Control Utility van ViewNX 2 of optionele software zoals Capture NX 2 kunnen naar een geheugenkaart worden gekopieerd en in de camera worden geladen. Omgekeerd kunnen de eigen Picture Controls gemaakt met de camera naar de geheugenkaart worden gekopieerd om in andere D7100-camera’s en compatibele software te gebruiken en kunnen deze vervolgens worden verwijderd wanneer ze niet langer nodig zijn.
Detail in hoge lichten en schaduwen behouden Actieve D-Lighting (Alleen standen P, S, A en M) Met Actieve D-Lighting blijven details in hoge lichten en schaduwen behouden voor foto’s met een natuurlijk contrast. Gebruik voor onderwerpen met een hoog contrast, bijvoorbeeld wanneer u vanuit een deur of raam een fel verlicht buitentafereel fotografeert, of wanneer u op een zonnige dag foto’s maakt van onderwerpen in de schaduw. Deze functie werkt het best in combinatie met matrixmeting (0 83).
Om Actieve D-Lighting te gebruiken: 1 Selecteer Actieve D-Lighting in het opnamemenu. Druk op de G-knop om de menu’s weer te geven. Markeer Actieve D-Lighting in het opnamemenu en druk op 2. G-knop 2 Kies een optie. Markeer Y Automatisch, Z Extra hoog, P Hoog, Q Normaal, R Laag of Uit en druk op J.
Hoog Dynamisch Bereik (HDR) (Alleen standen P, S, A en M) Wordt gebruikt voor onderwerpen met een hoog contrast, High Dynamic Range (HDR) behoudt details in hoge lichten en schaduwen door twee opnamen te combineren die bij verschillende belichtingen zijn vastgelegd. HDR is het meest effectief bij het gebruik van matrixmeting (0 83; met andere meetmethodes en een objectief zonder CPU, is een sterkte v Automatisch gelijk aan T Normaal). Het is niet geschikt voor het vastleggen van NEF (RAW)-afbeeldingen.
3 Kies de HDR-sterkte. Markeer HDR-sterkte en druk op 2 om het verschil in belichting tussen de twee opnamen (HDR-sterkte) te kiezen. Markeer v Automatisch, c Extra hoog, S Hoog, T Normaal of U Laag en druk op J. Als v Automatisch is geselecteerd, past de camera automatisch HDR-sterkte aan overeenkomstig de opnameomstandigheden. 4 Kadreer, stel scherp en maak de foto. De camera maakt twee opnamen wanneer de ontspanknop volledig wordt ingedrukt.
D HDR-foto’s kadreren De randen van het beeld zullen worden bijgesneden. De gewenste resultaten worden mogelijk niet behaald als de camera of het onderwerp beweegt tijdens het vastleggen. Afhankelijk van het onderwerp is het effect mogelijk niet zichtbaar, kunnen schaduwen rond heldere objecten verschijnen of kunnen kransen rond donkere objecten verschijnen. Er kunnen onregelmatige schaduwen in combinatie met bepaalde onderwerpen zichtbaar zijn.
J 118
lFlitserfotografie De ingebouwde flitser gebruiken De ingebouwde flitser heeft een richtlijn (GN) van 12 (m, ISO 100, 20 °C) en biedt dekking voor de beeldhoek van een 16 mm objectief. Het is niet alleen geschikt bij weinig natuurlijk licht, maar ook om schaduwen en onderwerpen met achtergrondverlichting in te vullen of om een twinkeling aan de ogen van het onderwerp toe te voegen. ❚❚ De ingebouwde flitser gebruiken: standen i, k, p, n, o, s, w en g 1 2 Kies een flitsstand (0 120). Maak foto´s.
Flitsstand De beschikbare flitsstanden variëren met de opnamestand: o i, k, p, n, s, w, g j 0 Automatisch Automatisch+ synchronisatie met lange sluitertijd+ rode-ogenreductie Automatisch+ rode-ogenreductie Automatisch+ synchronisatie met lange sluitertijd j Uit Invulflits Uit S, M P, A Invulflits Invulflits Rode-ogenreductie Rode-ogenreductie Synchronisatie met lange sluitertijd+ rode-ogenreductie Synchronisatie op het tweede gordijn Synchronisatie met lange sluitertijd Tweede gordijn+ syn
A Standaard flitsstanden Standaard flitsstanden worden hieronder aangeduid.
A Beschikbare sluitertijden met de ingebouwde flitser De volgende sluitertijden zijn beschikbaar voor de ingebouwde flitser. Stand i, P, A, k, p, s, w, g n, 0 o Sluitertijd sec. 1/250–1/125 sec. 1/250–1 sec. 1/250–1/60 Stand S M Sluitertijd sec. 1/250–30 sec.
A Diafragma, Gevoeligheid en Flitsbereik Het flitsbereik varieert afhankelijk van gevoeligheid (ISO-equivalent) en diafragma. 100 1.4 2 2.8 4 5.6 8 11 16 Diafragma bij ISO-equivalent van 400 800 1600 2.8 4 5.6 4 5.6 8 5.6 8 11 8 11 16 11 16 22 16 22 32 22 32 — 32 — — 200 2 2.8 4 5.6 8 11 16 22 3200 8 11 16 22 32 — — — Geschat bereik m 0,7–8,5 0,6–6,0 0,6–4,2 0,6–3,0 0,6–2,1 0,6–1,5 0,6–1,1 0,6–0,8 6400 11 16 22 32 — — — — De ingebouwde flitser heeft een minimumbereik van 0,6 m.
Flitscorrectie (Alleen standen P, S, A en M) Flitscorrectie wordt gebruikt om flitssterkte aan te passen van –3LW tot +1LW in stappen van 1/3 LW, waarbij de helderheid van het hoofdonderwerp ten opzichte van de achtergrond wordt gewijzigd. Flitssterkte kan worden verhoogd om het hoofdonderwerp lichter te laten lijken, of worden verlaagd om ongewenste hoge lichten of reflecties te voorkomen.
Flitswaardevergrendeling Deze functie wordt gebruikt om de flitssterkte te vergrendelen, zodat de compositie van foto's kan worden aangepast zonder de flitssterkte te wijzigen en zorgt ervoor dat de flitssterkte geschikt is voor het onderwerp, zelfs wanneer het onderwerp niet in het midden van het beeld is geplaatst. Flitssterkte wordt automatisch aangepast voor wijzigingen in ISO-gevoeligheid en diafragma. Flitswaardevergrendeling gebruiken: 1 Wijs flitswaardevergrendeling aan de Fn-knop toe.
5 Pas de compositie van de foto aan. 6 Maak de foto. Druk de ontspanknop volledig in om te fotograferen. Indien gewenst kunnen extra foto’s worden gemaakt zonder de flitswaardevergrendeling te ontspannen. 7 Ontspan flitswaardevergrendeling. Druk op de Fn-knop om flitswaardevergrendeling te ontspannen. Controleer of het pictogram van de flitswaardevergrendeling (e) niet langer in de zoeker wordt weergegeven.
&Fotograferen met de afstandsbediening Een optionele ML-L3-afstandsbediening gebruiken De optionele ML-L3-afstandsbediening (0 309) kan worden gebruikt om cameratrilling te verminderen of voor zelfportretten. 1 Selecteer Afstandsbedieningsstand (ML-L3). Druk op de G-knop om de menu’s weer te geven. Markeer Afstandsbedieningsstand (ML-L3) in het opnamemenu en druk op 2. G-knop 2 Kies een afstandsbedieningsstand. Markeer een van de volgende opties en druk op J.
4 Maak de foto. Richt op een afstand van 5 m of minder de zender van de ML-L3 op één van de infraroodontvangers op de camera (0 3, 5) en druk op de ML-L3-ontspanknop. In de stand vertraagd op afstand brandt het zelfontspannerlampje circa twee seconden voordat de sluiter wordt ontspannen. In de stand direct op afstand knippert het zelfontspannerlampje nadat de sluiter werd ontspannen.
A Afstandsbedieningsstand afsluiten Afstandsbediening wordt automatisch geannuleerd als er geen foto wordt gemaakt voordat de tijd geselecteerd voor persoonlijke instelling c5 (Wachttijd afstandsb. (ML-L3), 0 238), Uit is geselecteerd voor Afstandsbedieningsstand (ML-L3), een reset met twee knoppen wordt uitgevoerd of opnameopties worden teruggezet met behulp van Opnamemenu terugzetten.
Draadloze afstandsbedieningen Wanneer de camera wordt gebruikt met optionele WR-1 (0 309) en WR-R10/WR-T10 (0 309) draadloze afstandsbedieningen, voeren de ontspanknoppen op de WR-1 en WR-T10 dezelfde functies uit als de ontspanknop van de camera, waardoor continu op afstand en zelfontspannerfotografie mogelijk is. WR-1 draadloze afstandsbedieningen Wanneer een WR-1 is verbonden met de accessoire-aansluiting van de camera, kan de sluiter worden ontspannen met behulp van een andere WR-1.
tAndere opnameopties Reset met twee knoppen: standaardinstellingen herstellen De standaardwaarden van de hieronder vermelde camera-instellingen kunnen worden hersteld door de knoppen W (S) en E langer dan twee seconden tegelijk ingedrukt te houden (deze knoppen worden aangegeven met een groene stip). Het bedieningspaneel schakelt kort uit terwijl de instellingen worden teruggezet.
Optie Autofocus (livebeeld/film) Autofocusstand AF-veldstand m, r, w, %, g, u, 1, 2, 3, P, S, A, M n, 0 i, j, k, l, p, o, s, t, u, v, x, y, z Scherpstelpunt 3 Lichtmeting AE-vergrendeling vast Bracketing Picture Control-instellingen 4 Flitscorrectie Belichtingscorrectie Belichtingsvertragingsstand Flitsstand i, k, p, n, w, g s o t 0, P, S, A, M Flitswaardevergrendeling Meervoudige belichting Flexibel programma + NEF (RAW) Stand speciale effecten g Levendigheid Omtrekken i Oriëntatie Breedte u Kleur Kleurb
Bracketing (Alleen standen P, S, A en M) Bracketing varieert automatisch de belichting, flitssterkte, Actieve D-Lighting (ADL) of witbalans enigszins bij elke opname door “bracketing” van de huidige waarde.
3 Selecteer een stapgrootte voor bracketing. Druk op de D-knop en draai aan de secundaire instelschijf om de stapgrootte voor bracketing te kiezen.
4 Kadreer, stel scherp en maak de foto. De camera verandert de belichting en/of flitssterkte beeld voor beeld, overeenkomstig het geselecteerde bracketingprogramma. Aanpassingen aan de belichting worden toegevoegd aan de aanpassingen die zijn gemaakt met belichtingscorrectie (0 86), waardoor het mogelijk is correctiewaarden van meer dan 5 LW te behalen. Terwijl bracketing actief is, wordt een voortgangsaanduiding bracketing in het bedieningspaneel weergegeven.
A Belichtings- en flitsbracketing In de ontspanstanden continu lage snelheid en continu hoge snelheid pauzeert de opname nadat het aantal opnamen, zoals gespecificeerd in het bracketingprogramma, werd vastgelegd. De opname wordt hervat zodra de ontspanknop de eerstvolgende keer wordt ingedrukt.
❚❚ Witbalansbracketing De camera maakt meerdere kopieën van elke foto, elk met een andere witbalans. Zie pagina 89 voor meer informatie over witbalans. 1 Selecteer witbalansbracketing. Kies Witbalansbracketing voor persoonlijke instelling e6 Inst. voor autom. bracketing. 2 Kies het aantal opnamen. Druk op de D-knop en draai aan de hoofdinstelschijf om het aantal opnamen in de bracketingreeks en de volgorde waarin ze worden gemaakt te kiezen.
3 Selecteer een stapgrootte voor witbalans. Druk op de D-knop en draai aan de secundaire instelschijf om uit stapgroottes van 1 (5 mired; 0 93), 2 (10 mired) of 3 (15 mired) te kiezen. De B-waarde duidt de hoeveelheid blauw aan, de A-waarde de hoeveelheid amber (0 91). Stapgrootte voor witbalans D-knop Secundaire instelschijf Bedieningspaneel De bracketingprogramma’s met een stapgrootte van 1 staan hieronder vermeld. Weergave bedieningspaneel 4 Aantal opn.
❚❚ ADL-bracketing De camera varieert Actieve D-Lighting voor een serie belichtingen. Zie pagina 113 voor meer informatie over Actieve D-Lighting. 1 Selecteer ADL-bracketing. Kies ADL-bracketing voor persoonlijke instelling e6 Inst. voor autom. bracketing. 2 Kies het aantal opnamen. Houd de D-knop ingedrukt en draai aan de hoofdinstelschijf om het aantal opnamen in de bracketingreeks te kiezen.
3 Kadreer, stel scherp en maak de foto. De camera verandert Actieve D-Lighting beeld voor beeld, overeenkomstig het geselecteerde bracketingprogramma. Terwijl bracketing actief is, wordt een aanduiding voor de voortgang van de bracketing in het bedieningspaneel weergegeven. Na elke opname verdwijnt een deel uit de aanduiding: als het bracketingprogramma twee opnamen bevat, verandert de aanduiding van naar en als het programma drie opnamen bevat, verandert de aanduiding van naar naar .
Meervoudige belichting (Alleen standen P, S, A en M) Volg de onderstaande stappen om een serie van twee of drie opnamen in een enkele foto vast te leggen. Meervoudige belichtingen produceren kleuren die zichtbaar superieur zijn ten opzichte van software-gegenereerde beeld-op-beeld fotografie van bestaande beelden. ❚❚ Een meervoudige belichting aanmaken Meervoudige belichtingen kunnen niet in livebeeld worden opgenomen. Sluit livebeeld af alvorens verder te gaan.
2 Selecteer een stand. Markeer Stand voor meerv. belichting en druk op 2. Markeer een van de volgende opties en druk op J. • Selecteer 6 Aan (reeks) om een reeks meervoudige belichtingen te maken. Meervoudige belichtingsopname wordt voortgezet totdat u Uit voor Stand voor meerv. belichting selecteert. • Selecteer Aan (één foto) om één meervoudige belichting te maken. Normaal opnemen wordt automatisch hervat nadat u een enkele HDR-foto hebt gecreëerd.
4 Kies de hoeveelheid versterking. Markeer Automatische versterking en druk op 2. De volgende opties worden weergegeven. Markeer een optie en druk op J. • Aan: versterking wordt aangepast aan het werkelijke aantal vastgelegde belichtingen (versterking voor elke belichting is ingesteld op 1/2 voor twee belichtingen, 1/3 voor drie belichtingen, enz.). • Uit: versterking wordt niet aangepast bij het opnemen van meervoudige belichting. Aanbevolen bij een donkere achtergrond.
❚❚ Meervoudige belichtingen onderbreken Selecteer Uit voor de stand meervoudige belichting om een meervoudige belichting te onderbreken voordat het gespecificeerde aantal belichtingen is gemaakt. Als de opname eindigt voordat het gespecificeerde aantal belichtingen is gemaakt, wordt een meervoudige belichting aangemaakt van de belichtingen die tot op dat punt zijn opgenomen. Als Automatische versterking aan is, wordt de versterking aangepast aan het werkelijke aantal vastgelegde opnamen.
Intervalfotografie De camera is uitgerust met intervalvoorinstellingen voor automatisch fotograferen. D Voordat u gaat fotograferen Selecteer niet zelfontspanner (E) of MUP-ontspanstand bij het gebruik van de intervaltimer. Maak een testopname bij de huidige instellingen en bekijk de resultaten in de monitor voordat intervalfotografie wordt gestart. Selecteer, voor het kiezen van een starttijd, Tijdzone en datum in het setup-menu en zorg dat de cameraklok op de juiste tijd en datum is ingesteld (0 265).
4 Kies het aantal intervallen en het aantal opnamen per interval. Druk op 4 of 2 om het aantal intervallen of aantal opnamen te markeren. Druk op 1 of 3 om te wijzigen. Druk op 2 om door te gaan. Aantal Aantal Totaal intervallen opnamen/ aantal intervallen opnamen 5 Start de opname. Markeer Aan en druk op J (markeer Uit en druk op J om naar het opnamemenu terug te keren zonder de intervaltimer te starten). De eerste serie opnamen wordt bij de gespecificeerde starttijd gemaakt, of na ongeveer 3 sec.
A Intervalfotografie Intervalfotografie kan niet worden gecombineerd met fotograferen met de afstandsbediening door gebruik te maken van de optionele ML-L3-afstandsbediening (0 127), livebeeldfotografie (0 153) of filmlivebeeld (0 161). A Ontspanstand Ongeacht de geselecteerde ontspanstand, maakt de camera het gespecificeerde aantal opnamen bij elke interval. In de continustanden worden foto's vastgelegd bij een snelheid die is vermeld op pagina 58.
❚❚ Intervalfotografie pauzeren Intervalfotografie kan worden gepauzeerd door: • op de J-knop te drukken tussen intervallen • Starten > Pauze te markeren in het intervaltimermenu en J in te drukken • de camera uit en vervolgens weer in te schakelen (indien gewenst kan de geheugenkaart worden vervangen terwijl de camera is uitgeschakeld) • de zelfontspanner (E) of MUP-ontspanstand te selecteren Om de opname te hervatten: 1 Kies een nieuwe starttijd. Kies een nieuwe starttijd zoals beschreven op pagina 145.
Objectieven zonder CPU Door de objectiefgegevens te specificeren (brandpuntsafstand en maximaal diafragma) kan de gebruiker toegang verkrijgen tot verschillende functies van het CPU-objectief bij het gebruik van objectieven zonder CPU. Als de brandpuntsafstand van het objectief bekend is: • is powerzoom geschikt voor gebruik met de optionele flitsers SB-910, SB-900, SB-800, SB-700 en SB-600.
De camera kan gegevens van maximaal negen objectieven zonder CPU opslaan. Om gegevens voor objectieven zonder CPU in te voeren of te bewerken: 1 Selecteer Objectief zonder CPU. Druk op de G-knop om de menu’s weer te geven. Markeer Objectief zonder CPU in het setup-menu en druk op 2. G-knop 2 Kies een objectiefnummer. Markeer Objectiefnummer en druk op 4 of 2 om een objectiefnummer tussen 1 en 9 te kiezen. 3 Voer de brandpuntsafstand en het diafragma in.
Om objectiefgegevens tijdens het gebruik van objectieven zonder CPU op te roepen: 1 Wijs een objectiefnummerselectie zonder CPU toe aan een camerabesturing. Selecteer Nr. object. zonder CPU kiezen als optie “Indrukken + instelschijven” voor een camerabesturing in het menu persoonlijke instellingen.
Een GPS-apparaat gebruiken Een optioneel GP-1 GPS-apparaat kan worden verbonden met de accessoire-aansluiting van de camera (0 310) met behulp van de kabel meegeleverd met het GPS-apparaat, zodat informatie over de huidige positie van de camera kan worden opgeslagen wanneer foto’s worden vastgelegd. Schakel de camera uit alvorens het GPS-apparaat te verbinden; voor meer informatie, zie de gebruikshandleiding die is meegeleverd met het GPS-apparaat.
xLivebeeldfotografie Voer de onderstaande stappen uit om foto’s in livebeeld vast te leggen. 1 Draai de livebeeldselectieknop naar C (livebeeldfotografie). D De zoeker bedekken Verwijder de rubberen oogschelp en dek de zoeker af met het meegeleverde DK-5-oculairkapje alvorens opnamen te maken. Dit voorkomt dat licht dat via de zoeker binnenvalt van invloed is op de belichting (0 60). 2 Livebeeldselectieknop Druk op de a-knop.
5 Maak de foto. Druk de ontspanknop volledig in om te fotograferen. De monitor zal uitschakelen. 6 Sluit de livebeeldstand af. Druk op de a-knop om de livebeeldstand af te sluiten. D Livebeeld beëindigen Livebeeld eindigt automatisch als het objectief wordt verwijderd. Om schade aan de interne schakelingen van de camera te voorkomen, kan het zijn dat livebeeld automatisch wordt beëindigd; sluit livebeeld af wanneer de camera niet in gebruik is.
In livebeeld scherpstellen Draai om scherp te stellen met behulp van autofocus, de Selectieknop voor selectieknop voor de scherpstelstand naar AF en volg de scherpstelstand onderstaande stappen om autofocus en AF-veldstanden te kiezen. Voor informatie over handmatig scherpstellen, zie pagina 159.
❚❚ Een AF-veldstand kiezen In andere standen dan i kunnen de volgende AF-veldstanden worden geselecteerd in livebeeld (merk op dat AF met meevolgende scherpstelling niet beschikbaar is in de standen %, g en u): Stand ! $ % & Beschrijving Gezichtprioriteit-AF: gebruik voor portretten.
De P-knop gebruiken De hieronder vermelde opties zijn toegankelijk door het indrukken van de P-knop tijdens livebeeldfotografie. Markeer items met behulp van de multi-selector en druk op 2 om opties voor het gemarkeerde item te bekijken. Druk op J om af te sluiten na het kiezen van de gewenste instelling. P-knop Optie Beschrijving Kies uit DX (24×16)- en 1,3× (18×12)beeldvelden (0 63). Beeldveld Beeldkwaliteit Beeldformaat Kies beeldkwaliteit (0 66). Kies beeldformaat (0 68).
De livebeeldweergave: livebeeldfotografie we q r t Item q Resterende tijd w Autofocusstand e AF-veldstand r Scherpstelpunt t Belichtingsaanduiding Beschrijving De resterende tijd voordat livebeeld automatisch stopt. Wordt weergegeven als de opname binnen 30 sec. of minder wordt beëindigd. De huidige autofocusstand. De huidige AF-veldstand. Het huidige scherpstelpunt. De weergave wisselt met de optie die is geselecteerd voor AF-veldstand.
De informatieweergave: livebeeldfotografie Druk op de R-knop om aanduidingen in de monitor te verbergen of weer te geven tijdens livebeeldfotografie. Informatie aan Informatie uit Virtuele horizon (0 269) Hulplijnen Handmatige scherpstelling Draai aan de scherpstelring van het objectief totdat het onderwerp scherp is om scherp te stellen in de handmatige scherpstelstand (0 78). Druk voor nauwkeurige scherpstelling op de X (T)-knop om het beeld in de monitor tot ongeveer 19× te vergroten.
A Objectieven zonder CPU Zorg ervoor dat bij het gebruik van objectieven zonder CPU de brandpuntsafstand en het maximaal diafragma worden ingevoerd met behulp van de optie Objectief zonder CPU in het setup-menu (0 149). Objectieven zonder CPU kunnen alleen in de standen A en M worden gebruikt (0 47); diafragma kan worden aangepast met behulp van de diafragmaring van het objectief.
yFilmlivebeeld Films kunnen worden opgenomen in livebeeld. 1 Draai de selectieknop voor livebeeld naar 1 (filmlivebeeld). Livebeeldselectieknop 2 Druk op de a-knop. De spiegel wordt opgeklapt en het beeld dat zichtbaar is door het objectief wordt weergegeven in de cameramonitor, zoals het ook in de werkelijke film te zien zou zijn, aangepast voor de belichtingseffecten. Het onderwerp zal niet langer zichtbaar zijn in de zoeker.
5 Stel scherp. Kadreer de openingsopname en stel scherp zoals beschreven in stap 3 en 4 op pagina 153 (zie pagina 155 voor meer informatie over het scherpstellen in filmlivebeeld). Merk op dat het aantal te detecteren onderwerpen in gezichtprioriteit-AF afneemt in filmlivebeeld.
7 Beëindig de opname. Druk opnieuw op de filmopnameknop om de opname te beëindigen. De opname wordt automatisch beëindigd wanneer de maximale lengte is bereikt of wanneer de geheugenkaart vol is. A Maximale lengte De maximale lengte voor individuele filmbestanden bedraagt 4 GB (voor maximale opnametijden, zie 169); merk op dat afhankelijk van de schrijfsnelheid van de geheugenkaart de opname mogelijk eindigt voordat deze lengte is bereikt (0 347).
De P-knop gebruiken De hieronder vermelde opties zijn toegankelijk door de P-knop in te drukken voordat de opname begint in filmlivebeeld (bij het indrukken van de P-knop terwijl de opname aan de gang is, gebeurt er niets). Markeer items met behulp van de multi-selector en druk op 2 om opties voor het gemarkeerde item te bekijken. Druk op J om af te sluiten na het kiezen P-knop van de gewenste instelling. Optie Beschrijving Kies uit DX (24×16)- en 1,3× (18×12)beeldvelden (0 63).
De livebeeldweergave: filmlivebeeld q ty w e r Item q Pictogram “Geen film” w Volume hoofdtelefoon e Microfoongevoeligheid r Geluidsniveau Beschrijving Geeft aan dat u geen films kunt opnemen. Volume van audio-uitvoer naar de hoofdtelefoon. Microfoongevoeligheid voor filmopname. Geluidsniveau voor audio-opname. Wordt in rood weergegeven als het niveau te hoog is; pas de microfoongevoeligheid dienovereenkomstig aan.
De informatieweergave: filmlivebeeld Druk op de R-knop om aanduidingen in de monitor te verbergen of weer te geven tijdens filmlivebeeld. Informatie aan Informatie uit Virtuele horizon (0 269) Hulplijnen y A Zie ook Beeldformaat, microfoongevoeligheid en opties voor de kaartsleuf zijn eveneens beschikbaar in het menu Filminstellingen (0 169). Scherpstelling kan handmatig worden aangepast, zoals beschreven op pagina 159.
Beeldveld Ongeacht de geselecteerde optie voor Beeldveld in het opnamemenu (0 63), hebben alle films en foto's opgenomen in filmlivebeeld (0 161) een beeldverhouding van 16 : 9. Het selecteren van 1,3× (18×12) verkleint echter de beeldhoek en vergroot de waarschijnlijke brandpuntsafstand van het objectief. Er wordt een c-pictogram weergegeven wanneer 1,3× (18×12) is geselecteerd.
A HDMI Als de camera wordt verbonden met een HDMI-apparaat (0 215), wordt het beeld dat door het objectief te zien is zowel in de cameramonitor als op het HDMI-apparaat weergegeven. Aanduidingen in de monitor en op het HDMI-apparaat kunnen worden verborgen of weergegeven met behulp van de R-knop. Selecteer Uit voor HDMI > Apparaatbesturing in het setup-menu om livebeeld te gebruiken wanneer de camera met een HDMI-CEC-apparaat is verbonden (0 216).
Filminstellingen Gebruik de optie Filminstellingen in het opnamemenu om de volgende instellingen aan te passen. • Beeldformaat/beeldsnelheid, Filmkwaliteit: kies uit de volgende opties: Beeldformaat/beeldsnelheid v/8 w/9 o/1 p/2 q/3 r/4 s/5 Beeldformaat (pixels) 1.920 × 1.080 1.920 × 1.080 1.920 × 1.080 1.920 × 1.080 1.920 × 1.080 1.280 × 720 1.
1 Selecteer Filminstellingen. Druk op de G-knop om de menu’s weer te geven. Markeer Filminstellingen in het opnamemenu en druk op 2. G-knop 2 Kies filmopties. Markeer het gewenste item en druk op 2 en markeer vervolgens een optie en druk op J. y D Beeldformaat en -snelheid Beeldformaat en -snelheid hebben invloed op de verdeling en hoeveelheid ruis (willekeurige heldere pixels, waas of heldere vlekken).
Films bekijken In schermvullende weergave (0 185) worden films aangeduid door een 1-pictogram. Druk op J om weergave te starten. 1-pictogram Tijdsduur Huidige positie/totale tijdsduur Filmvoortgangsbalk Volume Gids De volgende bewerkingen kunnen worden uitgevoerd: Functie Knop Pauze Afspelen Afspelen pauzeren. Het afspelen hervatten wanneer de film wordt gepauzeerd of tijdens achteruit/vooruit.
A Het 2-pictogram 2 wordt schermvullend en in filmweergave weergegeven indien de film zonder geluid werd opgenomen.
Films bewerken Snijd filmopnamen bij om bewerkte filmkopieën te maken of sla de geselecteerde beelden op als JPEG-foto’s. Optie Beschrijving Maak een kopie waarvan de filmopnamen aan het begin of het einde 9 Kies begin-/eindpunt zijn verwijderd. 4 Bewaar geselecteerd beeld Een geselecteerd beeld als een JPEG-foto opslaan. Films bijsnijden Om bijgesneden filmkopieën te maken: 1 Geef een film schermvullend weer.
4 Selecteer Kies begin-/eindpunt. Markeer Kies begin-/eindpunt en druk op J. Het dialoogvenster rechts wordt weergegeven; kies of het huidige beeld het begin- of eindpunt van de kopie wordt en druk op J. 5 Wis beelden. Druk op 4 of 2 om vooruit of achteruit te gaan als het gewenste beeld momenteel niet wordt weergegeven (draai aan de hoofdinstelschijf om 10 sec. vooruit of achteruit over te slaan; draai aan de secundaire instelschijf om naar L (U)-knop het eerste of laatste beeld te gaan).
A Films bijsnijden Films moeten ten minste twee seconden lang zijn. Als er in de huidige weergavepositie geen kopie kan worden gemaakt, wordt de huidige positie in rood in stap 5 weergegeven en wordt er geen kopie gemaakt. De kopie wordt niet opgeslagen als er onvoldoende ruimte beschikbaar is op de geheugenkaart. Kopieën hebben dezelfde aanmaaktijd en -datum als het origineel. A Het retoucheermenu Films kunnen tevens met behulp van de optie Film bewerken in het retoucheermenu (0 273) worden bewerkt.
Geselecteerde beelden opslaan Om een geselecteerd beeld als een JPEG-foto op te slaan: 1 Bekijk de film en kies een beeld. Speel de film af zoals beschreven op pagina 171; uw geschatte positie in de film kunt u te weten komen met behulp van de filmvoortgangsbalk. Druk op 4 of 2 om achteruit of vooruit te gaan en druk op 3 om de film te pauzeren bij het beeld dat u van plan bent te kopiëren. 2 Geef de opties voor filmbewerking weer. Druk op de P-knop om opties voor film bewerken weer te geven.
%Speciale effecten Speciale effecten kunnen worden gebruikt bij het vastleggen van beelden. Opname met speciale effecten Draai de standknop naar q en druk op de R-knop om de momenteel geselecteerde stand voor speciale effecten te bekijken. Draai aan de hoofdinstelschijf om een andere stand voor speciale effecten te kiezen.
% Nachtzicht Gebruik onder donkere omstandigheden om monochrome beelden bij hoge ISO-gevoeligheden vast te leggen (bij bepaalde soorten ruis in de vorm van willekeurige heldere pixels, waas of lijnen). Handmatige scherpstelling kan worden gebruikt als de camera niet kan scherpstellen met behulp van autofocus. De ingebouwde flitser schakelt uit; het gebruik van een statief wordt aanbevolen om onscherpte te verminderen.
u Selectieve kleur Alle andere kleuren dan de geselecteerde kleuren worden in zwart en wit opgenomen. Het effect kan worden gekozen tijdens livebeeld (0 182). De ingebouwde flitser schakelt uit; bij slechte verlichting wordt het gebruik van een statief aanbevolen. 1 Silhouet Silhouetonderwerpen tegen heldere achtergronden. De ingebouwde flitser schakelt uit; bij slechte verlichting wordt het gebruik van een statief aanbevolen.
Beschikbare opties in livebeeld ❚❚ g Kleurenschets 1 Druk op de a-knop. De spiegel wordt opgeklapt en het beeld door het objectief zal in de cameramonitor worden weergegeven. a -knop 2 Pas opties aan. Druk op J om de rechts aangeduide opties weer te geven (merk op dat de opties tijdelijk van het scherm verdwijnen tijdens autofocus). Druk op 1 of 3 om Levendigheid of Omtrekken te markeren en druk op 4 of 2 om te wijzigen.
❚❚ i Miniatuureffect 1 Druk op de a-knop. De spiegel wordt opgeklapt en het beeld door het objectief zal in de cameramonitor worden weergegeven. a -knop 2 Positioneer het scherpstelpunt. Gebruik de multi-selector om het scherpstelpunt in het scherp te stellen veld te plaatsen en druk vervolgens de ontspanknop half in om scherp te stellen (merk op dat de opties tijdelijk van het scherm verdwijnen tijdens autofocus).
❚❚ u Selectieve kleur 1 Druk op de a-knop. De spiegel wordt opgeklapt en het beeld door het objectief zal in de cameramonitor worden weergegeven. a -knop 2 Geef de opties weer. Druk op J om de opties voor selectieve kleur weer te geven. 3 Selecteer een kleur.
6 Keer terug naar de livebeeldweergave. Druk op J om naar livebeeld terug te keren. Tijdens de opname worden alleen voorwerpen van de geselecteerde tinten in kleur vastgelegd; alle overige kleuren worden in zwart-wit vastgelegd. Om livebeeld af te sluiten, druk opnieuw op de a-knop. De geselecteerde instellingen blijven van kracht en worden toegepast op foto’s die met behulp van de zoeker zijn gemaakt.
% 184
IMeer over weergave Schermvullende weergave Om foto’s af te spelen, druk op de K-knop. De laatst gemaakte foto wordt op de monitor weergegeven. K-knop O (Q)-knop Multi-selector Secundaire instelschijf K-knop G-knop L (U)-knop X (T)-knop W (S)-knop P-knop J-knop Hoofdinstelschijf A Draai Portret Om “staande” foto’s (portretstand) staand weer te geven, selecteer Aan voor de optie Draai portret in het weergavemenu (0 222).
Functie Knop Bekijk extra foto’s Beschrijving Druk op 2 om foto’s te bekijken in de volgorde waarin ze zijn gemaakt, of op 4 om foto’s in omgekeerde volgorde te bekijken. Druk op 1 of 3 om informatie over de huidige foto (0 187) te bekijken. Bekijk foto-informatie Bekijk miniatuurweergaven Inzoomen op de foto W (S) Zie pagina 193 voor meer informatie. X (T) Beelden verwijderen O (Q) Beveiligingsstatus wijzigen L (U) Zie pagina 195 voor meer informatie.
Foto-informatie Foto-informatie wordt op afbeeldingen getoond die in schermvullende weergave worden weergegeven. Druk op 1 of 3 om door de foto-informatie te bladeren, zoals hieronder aangeduid. Merk op dat “alleen beeld”, opnamegegevens, RGB-histogrammen, hoge lichten en overzichtsgegevens alleen worden weergegeven als de overeenkomstige optie is geselecteerd voor Weergaveopties (0 219). GPSgegevens worden alleen weergegeven wanneer de foto werd vastgelegd terwijl een GPSapparaat werd gebruikt.
❚❚ Hoge lichten 1 Hoge lichten afbeelding * 2 Mapnummer—beeldnummer .........................225 3 Huidig kanaal * 2 1 100 -1 Kies R, G, B RGB Hoge lich. 3 * Knipperende velden duiden op hoge lichten (velden die mogelijk overbelicht worden) voor het huidige kanaal. Houd de W (S)-knop ingedrukt en druk op 4 of 2 om als volgt door de kanalen te bladeren: RGB (alle kanalen) R (rood) G (groen) B (blauw) W (S)-knop ❚❚ RGB-histogram 5 1 3 Witbalans ....................................................
A Zoomweergave Om in te zoomen op de foto wanneer het histogram wordt weergegeven, druk op X (T). Gebruik de X (T) en W (S)-knop om in- en uit te zoomen en het beeld met de multi-selector te verschuiven. Het histogram wordt geactualiseerd en toont alleen de gegevens voor het gedeelte van het beeld dat zichtbaar is in de monitor. A Histogrammen De camerahistogrammen dienen alleen als richtlijn en kunnen afwijken van de histogrammen in beeldbewerkingsprogramma’s.
❚❚ Opnamegegevens 3 Belichtingscorrectie ............................................... 86 Afstelling optimale belichting 2 .......................236 M T R, S P D, A P . E X P . MO D E , I S O : , 1 / 4 0 0 0 , F 2. 8 : , H i 0. 3, : + 1. 3, + 5 / 6 F O C A L L E N G T H : 8 5 mm : 85 L EN S / 1. 4 : S / V R- O n A F / VR : B u i l t - i n , C MD F L ASH T YP E : S L OW S Y N C MO D E , : M : T T L , + 3. 0 A : T T L , + 3.
1 Wordt rood weergegeven als de foto is genomen met de instelling automatische ISO-gevoeligheid ingeschakeld. 2 Wordt weergegeven als persoonlijke instelling b5 (Fijnafst. voor opt. belichting, 0 236) werd ingesteld op een andere waarde dan nul voor een willekeurige lichtmeetmethode. 3 Wordt alleen weergegeven als een VR-objectief is bevestigd. 4 Alleen Picture Controls Standaard, Levendig, Portret en Landschap. 5 Neutraal, Monochroom en eigen Picture Controls.
❚❚ Overzichtsgegevens 1/ 12 –1. 3 NIKON D7100 1/ 4000 F2. 8 Hi 0. 3 + 1. 0 SLOW 85mm –1. 3 1/ 4000 F2. 8 Hi 0. 3 + 1. 0 SLOW 85mm 0, 0 0, 0 100D7100 DSC_0001. JPG 15 / 10/ 2012 10: 02: 28 N OR ORMAL AL 6000x4000 Beeldnummer/totaal aantal beelden 17 Diafragma ........................................................... 50, 51 Beveiligingsstatus ................................................ 196 18 ISO-gevoeligheid * ..................................................
Miniatuurweergave Om beelden in “overzichten” van vier, negen of 72 beelden weer te geven, druk op de W (S)-knop. W (S) W (S) X (T) Schermvullende weergave X (T) Miniatuurweergave Functie Knop Meer afbeeldingen weergeven W (S) Minder afbeeldingen weergeven X (T) Foto’s markeren Bekijk de gemarkeerde afbeelding Verwijder de gemarkeerde afbeelding Wijzig de beveiligingsstatus van de gemarkeerde afbeelding J Beschrijving Druk op W (S) om het aantal weergegeven afbeeldingen te verhogen.
Kalenderweergave Om afbeeldingen te bekijken die op een geselecteerde datum zijn gemaakt, druk op de W (S)-knop wanneer 72 afbeeldingen worden weergegeven.
Foto’s van dichtbij bekijken: zoomweergave Druk op de X (T)-knop om in te zoomen op de foto die schermvullend wordt weergegeven of die momenteel is gemarkeerd in de miniatuurweergave.
Foto’s tegen wissen beveiligen In de schermvullende, zoom-, miniatuur- en kalenderweergave kan de L (U)-knop worden gebruikt om foto's te beveiligen en zo te voorkomen dat u ze per ongeluk wist. Beveiligde bestanden kunnen niet worden gewist met de O (Q)-knop of de optie Wissen in het weergavemenu. Merk op dat beveiligde foto’s zullen worden gewist wanneer de geheugenkaart wordt geformatteerd (0 32, 262). Voer de onderstaande stappen uit om een foto te beveiligen: 1 Selecteer een afbeelding.
Foto’s wissen Om een foto in beeldvullende weergave of gemarkeerd in de miniaturenlijst te wissen, druk op de O (Q)-knop. Gebruik de optie Wissen in het weergavemenu om meerdere geselecteerde foto's, alle gemaakte foto's op een geselecteerde datum of alle foto's in de huidige weergavemap te wissen. Eenmaal gewist, kunnen foto’s niet meer worden hersteld. Merk op dat foto’s die beveiligd of verborgen zijn, niet kunnen worden gewist.
Het weergavemenu De optie Wissen in het weergavemenu bevat de volgende opties. Merk op dat afhankelijk van het aantal foto’s, het enige tijd kan duren voordat de foto’s zijn gewist. Optie Beschrijving Q Selectie Wis geselecteerde foto’s. n Datum selecteren Verwijder alle foto’s gemaakt op een geselecteerde datum (0 199). R Alle Wis alle foto’s in de map die momenteel is geselecteerd voor weergave (0 217). Als er twee kaarten zijn geplaatst, kunt u de kaart selecteren waarop de foto’s worden gewist.
4 Druk op J om de bewerking te voltooien. Er wordt een bevestigingsvenster weergegeven; markeer Ja en druk op J. ❚❚ Datum selecteren: foto’s wissen die op een geselecteerde datum zijn gemaakt 1 Kies Datum selecteren. Markeer Datum selecteren en druk op 2 in het menu wissen. 2 Markeer een datum. Druk op 1 of 3 om een datum te markeren. Voor het bekijken van foto’s genomen op de gemarkeerde datum, druk op W (S).
I 200
QVerbindingen ViewNX 2 installeren Installeer de meegeleverde software om foto’s ViewNX 2TM en films die naar een computer werden gekopieerd, weer te geven en te bewerken. Controleer voor het installeren van de ViewNX 2 of uw computer aan de systeemvereisten voldoet op pagina 202. Merk op dat bij het gebruik van oudere Uw werkset voor softwareversies die niet door de D7100 beeldbewerking worden ondersteund, de RAW-afbeeldingen mogelijk zonder succes naar de computer worden overgezet.
4 Sluit het installatieprogramma af. Windows Mac OS Klik op Ja Klik op OK De volgende software wordt geïnstalleerd: • ViewNX 2 • Apple QuickTime (alleen Windows) 5 A Verwijder de installatie-cd uit het cd-romstation. Systeemvereisten Windows CPU Mac OS • Foto’s/JPEG-films: Intel Celeron, Pentium 4 • Foto’s/JPEG-films: Intel Core of Xeon-serie of Core-serie, 1,6 GHZ of hoger • H.264 films (weergave): Core Duo 2 GHz of • H.
ViewNX 2 gebruiken Foto’s naar de computer kopiëren Controleer, alvorens verder te gaan, eerst of u de software op de meegeleverde ViewNX 2-cd hebt geïnstalleerd (0 201). 1 Kies hoe u foto’s naar de computer wilt kopiëren. Kies een van de volgende methodes: • Directe USB-verbinding: schakel de camera uit en zorg dat de geheugenkaart in de camera is geplaatst. Sluit met behulp van de meegeleverde UC-E6 USB-kabel de camera op de computer aan en schakel vervolgens de camera in.
3 Klik op Overspelen starten. Bij standaardinstellingen worden alle foto’s op de geheugenkaart naar de computer gekopieerd. Overspelen starten 4 Beëindig de verbinding. Schakel de camera uit en ontkoppel de USB-kabel wanneer de camera op de computer wordt aangesloten.
A Voor meer informatie Raadpleeg de online helpfunctie voor meer informatie over het gebruik van ViewNX 2. A Kabels aansluiten Zorg ervoor dat de camera is uitgeschakeld, wanneer u interfacekabels aansluit of loskoppelt. Forceer of probeer niet de stekker schuin in de aansluiting te steken. Sluit het deksel van de aansluiting wanneer de aansluiting niet in gebruik is. D Tijdens het overzetten Zet de camera niet uit en ontkoppel de USB-kabel niet terwijl beelden worden overgezet.
Ethernet en draadloze netwerken De optionele UT-1-communicatie-eenheid (0 310) vereist Wireless Transmitter Utility versie 1.4.0 of hoger (de Wireless Transmitter Utility wordt meegeleverd met de UT-1; de nieuwste versies van de UT-1-firmware en Wireless Transmitter Utility kunnen worden gedownload op de websites die staan vermeld op pagina xxvi). Bij gebruik met de D7100 vereist de UT-1 firmwareversie 1.
D Beeld uploaden Wanneer de UT-1 is verbonden, werkt de P-knop tijdens weergave om foto’s voor uploaden in ftp en beeldoverdrachtstanden te selecteren. Andere weergavebewerkingen die de P-knop gebruikt, zoals Vergelijken (0 290), kunnen niet worden uitgevoerd, zelfs niet als de camera op dat moment niet met een netwerk is verbonden. Deze functies zijn echter toegankelijk door een andere optie dan FTP-upload of Beeldoverdracht voor Verbindingstype te selecteren.
Foto’s afdrukken Geselecteerde JPEG-afbeeldingen kunnen worden afgedrukt op een PictBridge-printer (0 346) die rechtstreeks is verbonden met de camera. De printer aansluiten Sluit de camera aan met behulp van de meegeleverde UC-E6 USB-kabel. 1 2 Zet de camera uit. Sluit de USB-kabel aan. Zet de printer aan en sluit de USB-kabel aan zoals aangegeven. Forceer of probeer niet de stekker schuin in de aansluiting te steken.
Foto’s één voor één afdrukken 1 Selecteer een foto. Druk op 4 of 2 om extra foto’s te bekijken. Druk op de X (T)-knop om in te zoomen op het huidige beeld (0 195; druk op K om het inzoomen af te sluiten). Om zes foto's tegelijk te bekijken, druk op de W (S)-knop.
Meerdere foto’s afdrukken 1 Geef het PictBridge-menu weer. Druk op de G-knop in het PictBridge-weergavescherm (zie stap 3 op pagina 208). G-knop 2 Kies een optie. Markeer één van de volgende opties en druk op 2. • Selectie afdrukken: selecteer de af te drukken foto’s. • Datum selecteren: druk één kopie af van alle foto’s die op de geselecteerde datum zijn gemaakt. • Afdrukken (DPOF): druk een bestaande afdrukopdracht af die werd gecreëerd met de optie DPOF-afdrukopdracht in het weergavemenu (0 213).
3 Selecteer foto’s of kies een datum. Indien u kiest voor Selectie afdrukken of Afdrukken (DPOF) in stap 2, druk dan op 4 of 2 om door de foto’s op de geheugenkaart te bladeren; om afbeeldingen op andere locaties te bekijken, houd de D-knop ingedrukt, druk op 1 en selecteer de gewenste kaart en map zoals beschreven op pagina 186. Om de huidige foto schermvullend weer te geven, houd de X (T)-knop ingedrukt. Druk op 1 om de huidige foto te selecteren voor afdrukken.
4 Geef de afdrukopties weer. Druk op J om de afdrukopties voor PictBridge weer te geven. 5 Pas de afdrukopties aan. Kies de opties voor paginagrootte, rand en tijdstempel, zoals wordt beschreven op pagina 209 (er verschijnt een waarschuwing als de geselecteerde paginagrootte te klein is voor een indexprint). 6 Start afdrukken. Selecteer Afdrukken starten en druk op J om het afdrukken te starten. Om te annuleren voordat alle exemplaren zijn afgedrukt, druk op J.
Een DPOF-afdrukopdracht maken: afdrukset De optie DPOF-afdrukopdracht in het weergavemenu wordt gebruikt om digitale “afdrukopdrachten” samen te stellen voor PictBridge-compatibele printers en apparaten die DPOF ondersteunen. 1 Kies Selecteren/instellen voor de optie DPOF-afdrukopdracht in het weergavemenu. Druk op de G-knop en selecteer DPOF-afdrukopdracht in het weergavemenu.
4 Selecteer afdrukopties. Markeer de gewenste opties en druk op 2 om deze in of uit te schakelen (als u de afdrukopdracht wilt voltooien zonder deze informatie in de opdracht op te nemen, gaat u verder met stap 5). • Opnamegegevens afdrukken: druk sluitertijd en diafragma af op alle foto’s in de afdrukopdracht. • Datum afdrukken: druk de opnamedatum af op alle foto’s in de afdrukopdracht. 5 Voltooi de afdrukopdracht. Druk op J om de afdrukopdracht te voltooien.
Foto’s op een televisie bekijken Met behulp van een High-Definition Multimedia Interface (HDMI)-kabel (los verkrijgbaar in de detailhandel) kan de camera met high-definition videoapparaten worden verbonden. Voor aansluiting op de camera moet de kabel over een HDMI-miniaansluiting (Type C) beschikken. 1 Zet de camera uit. Zet de camera altijd uit voordat u een HDMI-kabel aansluit of loskoppelt. 2 Sluit de HDMI-kabel aan zoals aangeduid.
❚❚ HDMI-opties De HDMI-optie in het setup-menu (0 261) bedient de outputresolutie en kan worden gebruikt om de camera op afstand te bedienen met apparaten die HDMI-CEC (High-Definition Multimedia Interface–Consumer Electronics Control, een standaard die toelaat dat HDMI-apparaten worden gebruikt om andere apparaten te bedienen waarmee zij zijn verbonden) ondersteunen. Uitvoerresolutie Kies het formaat waarbij beelden naar het HDMI-apparaat worden uitgevoerd.
MMenugids D Het weergavemenu: afbeeldingen beheren Druk op G en selecteer de tab D (weergavemenu) om het weergavemenu weer te geven. G-knop Het weergavemenu bevat de volgende opties: Optie Wissen Weergavemap Beeld verbergen Weergaveopties Beeld(en) kopiëren 0 198 217 218 219 219 Optie Controlebeeld Na wissen Draai portret Diashow DPOF-afdrukopdracht 0 222 222 222 223 213 A Zie ook Menustandaards worden vermeld op pagina 324.
Beeld verbergen G-knop ➜ D weergavemenu Verberg of toon foto’s. Verborgen foto’s zijn alleen zichtbaar in het menu Beeld verbergen en kunnen alleen worden verwijderd door de geheugenkaart te formatteren. Optie Selecteren/instellen Datum selecteren Alles deselecteren? Beschrijving Verberg of toon geselecteerde foto’s. Als u deze optie selecteert, wordt een kalender weergegeven. Om alle foto’s op een datum gemaakte foto’s te verbergen, markeer de datum en druk op 2.
G-knop ➜ D weergavemenu Weergaveopties Kies de informatie die beschikbaar is in het informatiescherm voor fotoweergave (0 187). Druk op 1 of 3 om een optie te markeren, druk vervolgens op 2 om de optie voor foto-informatieweergave te selecteren. Een L verschijnt naast de geselecteerde items; om de selectie ongedaan te maken, markeer en druk op 2. Druk op J om naar het weergavemenu terug te keren. Beeld(en) kopiëren G-knop ➜ D weergavemenu Kopieer foto’s van de ene naar de andere geheugenkaart.
3 Kies Beeld(en) selecteren. Markeer Beeld(en) selecteren en druk op 2. 4 Selecteer de bronmap. Markeer de map met de beelden die gekopieerd moeten worden en druk op 2. 5 Maak de beginselectie. Voordat u verder gaat met het selecteren of deselecteren van afzonderlijke beelden, kunt u alle beelden of alle beveiligde beelden in de map markeren om te kopiëren met behulp van Alle beelden selecteren of Beveiligde beelden selecteren.
8 Selecteer een doelmap. Om een mapnaam in te voeren, kies Map selecteren op nummer, voer het nummer in (0 225) en druk op J. Als de map met het geselecteerde nummer nog niet bestaat, wordt een nieuwe map aangemaakt. Om uit een lijst met bestaande mappen te kiezen, kies Map selecteren in lijst, markeer een map en druk op J. 9 Kopieer de beelden. Markeer Beeld(en) kopiëren? en druk op J. Er wordt een bevestigingsvenster weergegeven; markeer Ja en druk op J.
Controlebeeld G-knop ➜ D weergavemenu Kies of foto’s direct na het fotograferen automatisch in de monitor worden weergegeven. Als Uit is geselecteerd, kunnen foto's enkel worden weergegeven door op de K-knop te drukken. Na wissen G-knop ➜ D weergavemenu Kies de foto die wordt weergegeven nadat u een foto hebt verwijderd. Optie Beschrijving Geef de volgende foto weer. Als de verwijderde foto het laatste beeld S Toon volgende was, zal de vorige foto worden weergegeven. Geef de vorige foto weer.
G-knop ➜ D weergavemenu Diashow Maak een diashow van de foto’s in de huidige weergavemap (0 217). Verborgen beelden (0 218) worden niet weergegeven. Optie Starten Beeldtype Beeldinterval Beschrijving Start de diashow. Kies het type beeld dat wordt weergegeven vanuit Foto's en films, Alleen foto's en Alleen films. Kies hoe lang elke foto zal worden weergegeven. Markeer Starten en druk op J om de diashow te starten.
C Het opnamemenu: opnameopties Druk op G en selecteer de tab C (opnamemenu) om het opnamemenu weer te geven. G-knop Het opnamemenu bevat de volgende opties: Optie Opnamemenu terugzetten Opslagmap Naamgeving bestanden Functie van kaart in sleuf 2 Beeldkwaliteit Beeldformaat Beeldveld JPEG-compressie NEF (RAW)-opname Witbalans Picture Control instellen Picture Control beheren 0 224 225 226 69 66 68 63 67 67 89 105 110 Optie Kleurruimte Actieve D-Lighting HDR (hoog dynamisch bereik) Autom.
Opslagmap G-knop ➜ C opnamemenu Selecteer de map waarin de navolgende beelden worden opgeslagen. ❚❚ Mappen op mapnummer selecteren 1 Kies Map selecteren op nummer. Markeer Map selecteren op nummer en druk op 2. Het rechts getoonde dialoogvenster wordt weergegeven. 2 Kies een mapnummer. Druk op 4 of 2 om een cijfer te markeren, druk op 1 of 3 om te wijzigen. Als er al een map met het geselecteerde nummer bestaat, wordt er een W, X of Y-pictogram links van het mapnummer weergegeven: • W : map is leeg.
❚❚ Mappen uit een lijst selecteren 1 Kies Map selecteren in lijst. Markeer Map selecteren in lijst en druk op 2. 2 Markeer een map. Druk op 1 of 3 om een map te markeren. 3 Selecteer de gemarkeerde map. Druk op J om de gemarkeerde map te selecteren en naar het opnamemenu terug te keren. De navolgende opnamen zullen in de geselecteerde map worden opgeslagen.
Kleurruimte G-knop ➜ C opnamemenu De kleurruimte bepaalt het kleurengamma dat beschikbaar is voor kleurreproductie. Kies sRGB voor foto’s die “onbewerkt” worden afgedrukt of gebruikt, zonder verdere aanpassing. Adobe RGB heeft een breder kleurbereik en wordt aanbevolen voor afbeeldingen die uitgebreid bewerkt of geretoucheerd zullen worden nadat ze de camera hebben verlaten.
Ruisonderdr. lange tijdopname (Ruisonderdrukking lange tijdopname) G-knop ➜ C opnamemenu Als Aan is geselecteerd, worden foto’s die zijn gemaakt bij sluitertijden langer dan 1 sec. verwerkt om ruis te verminderen (heldere vlekken, willekeurige heldere pixels of waas).
A Persoonlijke instellingen: fijnafstelling camera-instellingen Druk op G en selecteer de tab A (menu persoonlijke instellingen) om het menu persoonlijke instellingen weer te geven. G-knop Gebruik persoonlijke instellingen om de camera-instellingen aan individuele wensen aan te passen. Groepen persoonlijke instellingen Hoofdmenu Herstel pers.
De volgende persoonlijke instellingen zijn beschikbaar: a a1 a2 a3 a4 a5 a6 a7 b b1 b2 b3 b4 b5 c c1 c2 c3 c4 c5 d d1 d2 d3 d4 d5 d6 d7 d8 Persoonlijke instelling Herstel pers. instellingen Autofocus Selectie AF-C-prioriteit Selectie AF-S-prioriteit Focus-tracking met Lock-On Verlichting scherpstelpunt Doorloop scherpstelpunt Aantal scherpstelpunten Ingeb. AF-hulpverlichting Lichtmeting/belichting Stapgrootte ISO-gevoeligh. Stapgrootte inst. belichting Eenv.
Herstel pers. instellingen G-knop ➜ A menu Persoonlijke instellingen Selecteer Ja om de opties van het menu Persoonlijke instellingen te herstellen naar hun standaardwaarden (0 325). a: Autofocus a1: Selectie AF-C-prioriteit G-knop ➜ A menu Persoonlijke instellingen Wanneer AF-C is geselecteerd voor zoekerfotografie (0 71), regelt deze optie of foto’s kunnen worden vastgelegd wanneer de ontspanknop wordt ingedrukt (ontspanprioriteit) of alleen zodra de camera is scherpgesteld (focusprioriteit).
a3: Focus-tracking met Lock-On G-knop ➜ A menu Persoonlijke instellingen Deze optie bepaalt hoe autofocus zich aanpast aan plotse grote veranderingen in de afstand tot het onderwerp wanneer AF-C is geselecteerd of continue servo-autofocus is geselecteerd, wanneer de camera in AF-A-stand voor zoekerfotografie (0 71) staat.
a6: Aantal scherpstelpunten G-knop ➜ A menu Persoonlijke instellingen Kies het aantal scherpstelpunten dat beschikbaar is voor handmatige scherpstelpuntselectie. Optie Beschrijving B 51 punten Kies uit de rechts aangeduide 51 scherpstelpunten. A 11 punten Kies uit de rechts aangeduide 11 scherpstelpunten. Gebruik voor snelle scherpstelpuntselectie. a7: Ingeb.
b: Lichtmeting/belichting b1: Stapgrootte ISO-gevoeligh. G-knop ➜ A menu Persoonlijke instellingen Selecteer de stappen gebruikt bij het maken van aanpassingen aan de ISO-gevoeligheid. Indien mogelijk wordt de instelling van de huidige ISO-gevoeligheid behouden wanneer de stapgrootte wordt gewijzigd. Als de huidige instelling niet beschikbaar is bij de nieuwe stapgrootte, dan wordt ISO-gevoeligheid afgerond op de dichtstbijzijnde beschikbare instelling. b2: Stapgrootte inst.
b3: Eenv. belichtingscorrectie G-knop ➜ A menu Persoonlijke instellingen Deze optie bepaalt of de knop E nodig is om de belichtingscorrectie in te stellen (0 86). Indien Aan (automatisch herstellen) of Aan is geselecteerd, zal de 0 in het midden van de belichtingsweergave knipperen zelfs wanneer de belichtingscorrectie staat ingesteld op ±0. Optie Beschrijving Belichtingscorrectie wordt ingesteld door aan één van de instelschijven te draaien Aan (zie de onderstaande opmerking).
b4: Centrumgericht meetveld G-knop ➜ A menu Persoonlijke instellingen Bij het berekenen van de belichting wordt bij centrumgerichte meting het grootste gewicht toegekend aan een cirkel in het midden van het beeld. De diameter (φ) van deze cirkel kan worden ingesteld op 6, 8, 10 of 13 mm of op het gemiddelde van het hele beeld.
c2: Stand-by-timer G-knop ➜ A menu Persoonlijke instellingen Kies hoe lang de camera de belichting blijft meten wanneer er geen handelingen worden uitgevoerd. De sluitertijd- en diafragmaweergaven op het bedieningspaneel en in de zoeker worden automatisch uitgeschakeld wanneer de timer afloopt. Kies een kortere uitschakelperiode van de stand-by-timer voor een langere gebruiksduur van de batterij.
c4: Monitor uit G-knop ➜ A menu Persoonlijke instellingen Kies hoe lang de monitor ingeschakeld blijft wanneer er geen handelingen worden uitgevoerd tijdens weergave (Weergave; standaard op 10 sec.) en controlebeeld (Controlebeeld; standaard op 4 sec.), wanneer menu’s (Menu’s; standaard op 1 minuut) of informatie (Informatieweergave; standaard op 10 sec.) wordt weergegeven, of tijdens livebeeld en filmopname (Livebeeld; standaard op 10 minuten).
d2: Rasterweergave in zoeker G-knop ➜ A menu Persoonlijke instellingen Kies Aan om ter referentie on-demand rasterlijnen in de zoeker (0 9) weer te geven bij het samenstellen van foto’s met behulp van het beeldveld in DX-formaat (0 63). d3: ISO tonen en aanpassen G-knop ➜ A menu Persoonlijke instellingen Als ISO-gevoeligheid of ISO/eenvoudige ISO is geselecteerd, toont het bedieningspaneel ISO-gevoeligheid in plaats van het aantal resterende opnamen.
d6: Max. aant. continu-opnamen G-knop ➜ A menu Persoonlijke instellingen Het maximum aantal opnamen dat achter elkaar kan worden gemaakt in een enkelvoudige serieopname in de continustand kan worden ingesteld op een waarde tussen 1 en 100. A Het buffergeheugen Ongeacht de gekozen optie voor persoonlijke instelling d6, neemt de opnamesnelheid af als het buffergeheugen vol raakt (t00). Zie pagina 348 voor meer informatie over de capaciteit van het buffergeheugen.
d8: Informatieweergave G-knop ➜ A menu Persoonlijke instellingen Als Automatisch (v) is geselecteerd, verandert de kleur van de tekens in de informatieweergave (0 10) automatisch van zwart in wit of van wit in zwart om te zorgen voor voldoende contrast met de achtergrond. Om altijd dezelfde kleur letters te gebruiken, selecteer Handmatig en kies Donker op licht (w; zwarte letters) of Licht op donker (x; witte letters).
d12: MB-D15 batterijen G-knop ➜ A menu Persoonlijke instellingen Om ervoor te zorgen dat de camera naar verwachting functioneert zoals wanneer het optionele MB-D15-battery pack met AA-batterijen wordt gebruikt, moet de in dit menu geselecteerde optie overeenkomen met het type batterijen dat in het battery pack is geplaatst. Deze optie hoeft niet worden aangepast bij het gebruik van EN-EL15-batterijen.
d13: Batterijvolgorde G-knop ➜ A menu Persoonlijke instellingen Kies of de batterij in de camera of de batterijen in het battery pack het eerst worden gebruikt als een optioneel MB-D15 battery pack is bevestigd. Let op: De lichtnetadapter wordt gebruikt als de MB-D15 wordt gevoed door een optionele EH-5b-lichtnetadapter en een EP-5B-stroomaansluiting, ongeacht de geselecteerde optie. Een s-pictogram wordt weergegeven in het camerabedieningspaneel wanneer de batterijen in de MB-D15 in gebruik zijn.
e: Bracketing/flits e1: Flitssynchronisatiesnelheid G-knop ➜ A menu Persoonlijke instellingen Deze optie bepaalt de flitssynchronisatiesnelheid. Optie Beschrijving Automatische snelle FP-synchronisatie wordt gebruikt wanneer er een compatibele flitser is bevestigd (0 305). Als de ingebouwde flitser of andere 1/320 sec. flitsers worden gebruikt, staat sluitertijd ingesteld op 1/320 sec. Wanneer de (automatische FP) camera in de stand P of A een sluitertijd van 1/320 sec.
❚❚ Automatische snelle FP-synchronisatie Wanneer 1/320 sec. (automatische FP) of 1/250 sec. (automatische FP) is geselecteerd voor persoonlijke instelling e1 (Flitssynchronisatiesnelheid, 0 244), kan de ingebouwde flitser worden gebruikt bij sluitertijden zo snel als 1/320 sec. of 1/250 sec, terwijl compatibele optionele flitsers (0 305) kunnen worden gebruikt bij elke sluitertijd (Automatische snelle FP-synchronisatie). Flitssynchroni1/250 sec. satiesnelheid 1/320 sec. (automatische FP) 1/250 sec.
e3: Flitserregeling ingeb. flitser G-knop ➜ A menu Persoonlijke instellingen Kies de flitsstand voor de ingebouwde flitser. Optie 1 2 3 4 Beschrijving De flitssterkte wordt automatisch aangepast aan de DDL opnameomstandigheden. Handmatig Kies het flitsniveau (0 246). De camera geeft geen monitorvoorflitsen af. De flitser flitst herhaaldelijk terwijl de sluiter open is, waardoor het effect Stroboscopisch flitsen van een stroboscooplicht ontstaat (0 246).
A De SB-400 Wanneer een optionele SB-400 flitser is bevestigd en ingeschakeld, verandert persoonlijke instelling e3 in Optionele flitser, zodat de flitserregelingsstand voor de SB-400 kan worden geselecteerd uit DDL en Handmatig (de opties Stroboscopisch flitsen en Commanderstand zijn niet beschikbaar). A “Aantal” De flitssterkte bepaalt welke opties beschikbaar zijn voor Stroboscopisch flitsen > Aantal.
Voer de onderstaande stappen uit om foto’s te maken in de commanderstand. 1 Wijzig de instellingen voor de ingebouwde flitser. Kies de flitserregelingsstand en de flitssterkte voor de ingebouwde flitser. Merk op dat de flitssterkte niet kan worden aangepast in de stand – –. 2 Pas de instellingen aan voor groep A. Kies de flitserregelingsstand en de flitssterkte voor de flitsers in groep A. 3 Pas de instellingen aan voor groep B.
6 Stel de opname samen. Stel de opname samen en stel de flitsers op, zoals hieronder wordt aangegeven. Houd er rekening mee dat de maximale afstand waarop de externe flitsers kunnen worden geplaatst, afhangt van de opnameomstandigheden. 10 m of minder 60° of minder 30° of minder 30° of minder De draadloze 5 m of minder bedieningssensoren op flitsers moeten naar de camera zijn gericht. Camera (ingebouwde flitser) 5 m of minder 60° of minder 7 Configureer de externe flitsers.
A De weergave van de flitssynchronisatiestand M verschijnt niet in de bedieningspaneelweergave van de flitssynchronisatiestand wanneer – – is geselecteerd voor Ingeb. flitser > Stand. A Flitscorrectie De flitscorrectiewaarde die is geselecteerd met de M (Y)-knop en de secundaire instelschijf wordt opgeteld bij de flitscorrectiewaarden die zijn geselecteerd voor de ingebouwde flitser, groep A en groep B in het menu Commanderstand.
e5: Testflits G-knop ➜ A menu Persoonlijke instellingen Als Aan is geselecteerd wanneer de camera wordt gebruikt met de ingebouwde flitser of een optionele CLS-compatibele flitser (0 305), wordt een testflits afgegeven wanneer de voorbeeldknop voor scherptediepte op de camera wordt ingedrukt (0 50). Er wordt geen testflits afgegeven als Uit is geselecteerd. e6: Inst. voor autom.
f: Bediening G-knop ➜ A menu Persoonlijke instellingen f1: OK-knop Deze optie bepaalt de functie die is toegewezen aan de J-knop tijdens zoekerfotografie, weergave en livebeeld (het indrukken van J start filmweergave wanneer een film schermvullend wordt weergegeven, ongeacht de geselecteerde optie). ❚❚ Opnamestand J K Optie Functie toegewezen aan J-knop Middelste scherpstelp. select. Selecteer het middelste scherpstepunt. Actieve scherpstelpunt mark. Markeer het actieve scherpstelpunt.
f2: Fn-knop toewijzen G-knop ➜ A menu Persoonlijke instellingen Kies de functie die wordt vervuld door de Fn-knop, door de knop zelf (Indrukken) of bij gebruik in combinatie met de instelschijven (Indrukken + instelschijven). ❚❚ Indrukken Het selecteren van Indrukken geeft de volgende opties weer: Optie q r B C E F A s t e L M N Beschrijving Druk op de Fn-knop om een voorbeeld van de scherptediepte te Voorbeeld bekijken (0 50).
Optie 9 m n 6 K Beschrijving Als DX (24×16) is geselecteerd voor Beeldveld (0 63), kan de FnRasterweergave in zoeker knop worden gebruikt om het raster in de zoeker weer te geven of te verbergen (0 239). Druk op de Fn-knop om weergave van een virtuele horizon in de Virtuele horizon in zoeker zoeker te bekijken. MIJN MENU Het indrukken van de Fn-knop geeft “MIJN MENU” (0 291) weer. Druk op de Fn-knop om naar het bovenste item in “MIJN MENU” te Bovenste optie in MIJN springen.
❚❚ Indrukken + instelschijven Het selecteren van Indrukken + instelschijven geeft de volgende opties weer: Optie 5 v w y z Beschrijving Druk op de Fn-knop en draai aan een instelschijf om een beeldveld (0 63) Kies beeldveld te kiezen.
f4: AE-L/AF-L-knop toewijzen G-knop ➜ A menu Persoonlijke instellingen Kies de functie die wordt vervuld door de A AE-L/AF-L-knop, door de knop zelf (Indrukken) of bij gebruik in combinatie met de instelschijven (Indrukken + instelschijven). ❚❚ Indrukken Het selecteren van Indrukken geeft de volgende opties weer: Optie Beschrijving Scherpstelling en belichting vergrendelen terwijl de A AE-L/AF-LB AE/AF-vergrendeling knop wordt ingedrukt.
f5: Functie instelschijven inst. G-knop ➜ A menu Persoonlijke instellingen Deze optie regelt de werking van de hoofdinstelschijf en de secundaire instelschijf. • Rotatie omkeren: Keer de rotatierichting van de instelschijven om wanneer ze worden gebruikt voor het aanpassen van Belichtingscorrectie en/of Sluitertijd/diafragma. Markeer opties en druk op 2 om te selecteren of de selectie ongedaan te maken en druk vervolgens op J. Deze instelling is eveneens van toepassing op de instelschijven voor de MB-D15.
f6: Knop loslaten voor instelsch. G-knop ➜ A menu Persoonlijke instellingen Als Ja is geselecteerd, kunnen aanpassingen die normaliter worden uitgevoerd door aan de instelschijf te draaien en een knop ingedrukt te houden, in plaats daarvan worden uitgevoerd door aan de instelschijf te draaien nadat de knop wordt ontspannen, (instelling eindigt wanneer de knop opnieuw wordt ingedrukt, de ontspanknop half wordt ingedrukt of zodra de stand-by-timer afloopt).
f9: Knop 4 MB-D15 toewijzen G-knop ➜ A menu Persoonlijke instellingen Kies de functie toegewezen aan de A AE-L/AF-L-knop op het optionele MB-D15-batterijpak. Optie Beschrijving Scherpstelling en belichting vergrendelen terwijl de MB-D15 B AE/AF-vergrendeling A AE-L/AF-L-knop wordt ingedrukt. Belichting vergrendelt terwijl de MB-D15 A AE-L/AF-L-knop wordt C AE-vergrendeling ingedrukt.
g2: Voorbeeldknop toewijzen G-knop ➜ A menu Persoonlijke instellingen Kies de functie die wordt vervuld door de voorbeeldknop scherptediepte tijdens filmlivebeeld. De beschikbare opties zijn dezelfde als voor Fn-knop toewijzen (0 259). g3: AE-L/AF-L-knop toewijzen G-knop ➜ A menu Persoonlijke instellingen Kies de functie die wordt vervuld door de A AE-L/AF-L-knop tijdens filmlivebeeld.
B Het setup-menu: camera-instellingen Om het setup-menu weer te geven, druk op G en selecteer de tab B (setup-menu). G-knop Het setup-menu bevat de volgende opties: Optie Geheugenkaart formatteren Gebruikersinstellingen opslaan Gebruikersinstell.
Geheugenkaart formatteren G-knop ➜ B setup-menu Om met formatteren te beginnen, kies een geheugenkaartsleuf en selecteer Ja. Merk op dat bij het formatteren alle foto's en andere gegevens op de geheugenkaart in de geselecteerde sleuf permanent worden verwijderd. Maak indien nodig van tevoren back-up kopieën alvorens te formatteren. D Tijdens het formatteren Schakel de camera niet uit of verwijder geen geheugenkaarten tijdens het formatteren.
Stof-referentiefoto G-knop ➜ B setup-menu Verzamel referentiegegevens voor de optie stofverwijdering in Capture NX 2 (los verkrijgbaar; voor meer informatie, zie de Capture NX 2-handleiding). Stof-referentiefoto is alleen beschikbaar als er een CPU-objectief op de camera is bevestigd. Een objectief met een brandpuntsafstand van minimaal 50 mm wordt aanbevolen. Bij het gebruik van een zoomobjectief moet helemaal worden ingezoomd. 1 Kies een startoptie. Markeer een van de volgende opties en druk op J.
3 Verzamel stof-referentiegegevens. Druk de ontspanknop volledig in om stof-referentiegegevens te verzamelen. De monitor schakelt uit zodra de ontspanknop wordt ingedrukt. Merk op dat ruisonderdrukking zal worden uitgevoerd als het onderwerp slecht belicht is, en zo de opnametijden verhoogt. Als het referentievoorwerp te licht of te donker is, kan de camera mogelijk geen stof-referentiegegevens verzamelen en wordt de rechts aangeduide melding weergegeven.
G-knop ➜ B setup-menu Tijdzone en datum Wijzig tijdzones, stel de cameraklok in, kies de weergavevolgorde voor de datum en schakel zomertijd in of uit (0 28). Optie Tijdzone Datum en tijd Datumnotatie Zomertijd Beschrijving Kies een tijdzone. De cameraklok wordt automatisch ingesteld op de tijd in de nieuwe tijdzone. Stel de cameraklok in. Als de klok niet is ingesteld, zal een knipperend B-pictogram in het informatiescherm verschijnen. Kies de volgorde waarin dag, maand en jaar worden weergegeven.
Batterij-informatie G-knop ➜ B setup-menu Bekijk informatie over de batterij die momenteel in de camera is geplaatst. Item Lading Aantal opn. Levensduur Beschrijving Het huidige batterijniveau wordt uitgedrukt in percentages. Het aantal malen dat de sluiter werd ontspannen met de huidige batterij sinds de batterij voor het laatst werd opgeladen. Merk op dat de camera soms de sluiter ontspant zonder een opname te maken, bijvoorbeeld bij het meten van de witbalansvoorinstelling.
Copyrightinformatie G-knop ➜ B setup-menu Voeg copyrightinformatie toe aan nieuwe foto’s op het moment dat ze worden genomen. Copyrightinformatie is opgenomen in de opnamegegevens die worden getoond in het foto-informatiescherm (0 190) en kunnen worden bekeken als metadata in ViewNX 2 (meegeleverd) of in Capture NX 2 (los verkrijgbaar; 0 309). De volgende opties zijn beschikbaar: • Fotograaf: voer de naam van de fotograaf in, zoals beschreven op pagina 111.
G-knop ➜ B setup-menu Instellingen opslaan/laden Selecteer Instellingen opslaan om de volgende instellingen op de geheugenkaart in sleuf 1 op te slaan (0 69; indien de kaart vol is, zal een foutmelding worden weergegeven). Gebruik deze optie om instellingen met andere D7100-camera’s te delen.
G-knop ➜ B setup-menu Virtuele horizon Geef een virtuele horizon weer op basis van informatie van de kantelsensor van de camera. Als de camera nog naar links of naar rechts is gekanteld, wordt de rolreferentielijn groen weergegeven. Elke verschil is gelijk aan 5°. Camera waterpas Camera links of rechts gekanteld D De camera kantelen De weergave van de virtuele horizon is niet nauwkeurig als de camera sterk voorwaarts of achterwaarts wordt gekanteld.
AF-fijnafstelling G-knop ➜ B setup-menu Verfijn de scherpstelling voor maximaal 12 objectieftypen. AF-fijnafstelling wordt in de meeste situaties afgeraden en kan hinderen bij normale scherpstelling. Gebruik alleen indien noodzakelijk. Optie Beschrijving AF-fijnafstelling • Aan: schakel AF-fijnafstelling in. (Aan/Uit) • Uit: schakel AF-fijnafstelling uit. Stel AF af voor het huidige objectief (enkel Plaats het scherpstelpunt Huidige CPU-objectieven). Druk op 1 of 3 om te waarde weg van de camera.
Draadloze mobiele adapter G-knop ➜ B setup-menu Kies of de camera draadloze verbindingen met smartapparaten tot stand zal brengen wanneer een optionele WU-1a draadloze mobiele adapter (0 310) op de USB-aansluiting van de camera is bevestigd. Optie Inschakelen Uitschakelen Beschrijving Schakel draadloze verbindingen in voor smartapparaten die over de Wireless Mobile Utility beschikken. Schakel draadloze verbindingen met smartapparaten uit.
Uploaden via Eye-Fi G-knop ➜ B setup-menu Deze optie wordt alleen weergegeven wanneer een Eye-Fi-geheugenkaart (apart verkrijgbaar van een ander merk) in de camera is geplaatst. Kies Inschakelen om foto’s naar een vooraf geselecteerde bestemming te uploaden (als er twee Eye-Fi-kaarten zijn geplaatst, kunt u de kaart kiezen die voor uploaden wordt gebruikt). Merk op dat de foto’s niet zullen worden geüpload als de signaalsterkte ontoereikend is.
N Het retoucheermenu: geretoucheerde kopieën maken Om het retoucheermenu weer te geven, druk op G en selecteer de tab N (retoucheermenu). G-knop De opties van het retoucheermenu worden gebruikt om bijgesneden of geretoucheerde kopieën van bestaande foto’s te maken.
Geretoucheerde kopieën maken Een geretoucheerde kopie maken: 1 Selecteer een item in het retoucheermenu. Druk op 1 of 3 om een item te markeren, op 2 om te selecteren. 2 Selecteer een foto. Markeer een foto en druk op J (om de gemarkeerde foto schermvullend te bekijken, houd de X (T)-knop ingedrukt; om beelden op andere locaties te bekijken zoals beschreven op pagina 186, houd D ingedrukt en druk op 1).
A Geretoucheerde kopieën maken tijdens weergave U kunt ook tijdens weergave geretoucheerde kopieën maken. 2 Geef een foto in volledig scherm weer en druk op P. 2 Markeer een optie en druk op J. Maak een geretoucheerde kopie.
G-knop ➜ N retoucheermenu D-Lighting D-Lighting maakt schaduwen lichter, waardoor deze functie ideaal is voor donkere foto’s of foto’s die met tegenlicht zijn gemaakt. Voor Na Druk op 1 of 3 om de hoeveelheid uit te voeren correctie te kiezen. Het effect kan vooraf in het bewerkingsvenster worden bekeken. Druk op J om de foto te kopiëren.
G-knop ➜ N retoucheermenu Bijsnijden Een uitgesneden kopie van de geselecteerde foto maken. De geselecteerde foto wordt weergegeven, waarbij de geselecteerde uitsnede in geel wordt aangegeven; maak een uitgesneden kopie, zoals beschreven in de volgende tabel. 0 Functie Formaat van uitsnede verkleinen Formaat van uitsnede vergroten Knop W (S) Druk op W (S) om het formaat van de uitsnede te verkleinen. X (T) Druk op X (T) om het formaat van de uitsnede te vergroten.
Filtereffecten G-knop ➜ N retoucheermenu Kies uit de volgende kleurfiltereffecten. Na het aanpassen van de filtereffecten zoals hieronder beschreven, druk op J om de foto te kopiëren. Optie Skylight Warm filter Beschrijving Creëert het effect van een skylightfilter, waarbij de foto minder blauw wordt. Het effect kan vooraf in de monitor worden bekeken, zoals rechts aangeduid. Maakt een kopie met het filtereffect van een warme tinten, waardoor de kopie een “warme”, rode kleurzweem krijgt.
G-knop ➜ N retoucheermenu Kleurbalans Gebruik de multi-selector om een kopie met een gewijzigde kleurbalans te maken zoals hieronder weergegeven. Het effect wordt samen met rode, groene en blauwe histogrammen (0 189) in de monitor weergegeven, zodat de verdeling van de tonen in de kopie wordt aangegeven. Meer groen toevoegen Maak een geretoucheerde kopie Meer blauw toevoegen Meer amber toevoegen Meer magenta toevoegen A Zoom Om in te zoomen op de afbeelding weergegeven op de monitor, druk op X (T).
G-knop ➜ N retoucheermenu Beeld-op-beeld Beeld-op-beeld combineert twee bestaande NEF (RAW)-foto’s om er een enkele foto van te maken die apart van de originelen wordt opgeslagen; de resultaten, die gebaseerd zijn op RAW-gegevens van de beeldsensor van de camera, zijn opmerkelijk beter dan foto’s gecombineerd in een beeldbewerkingsprogramma.
4 Pas versterking toe. Markeer Beeld 1 of Beeld 2 en optimaliseer de belichting voor beeld-op-beeld door op 1 of 3 te drukken en de versterkingsfactor uit waarden tussen 0,1 en 2,0 te selecteren. Herhaal dit voor de tweede afbeelding. De standaardwaarde is 1,0; selecteer 0,5 voor een halve versterking of 2,0 om de versterking te verdubbelen. De effecten zijn zichtbaar in de Voorbld-kolom. 5 Bekijk het voorbeeld van beeld-op-beeld.
G-knop ➜ N retoucheermenu NEF (RAW)-verwerking JPEG-kopieën van NEF (RAW)-foto’s maken. 1 Selecteer NEF (RAW)-verwerking. Markeer NEF (RAW)-verwerking in het retoucheermenu en druk op 2 om een fotoselectievenster weer te geven waarin alleen NEF (RAW)-afbeeldingen worden weergegeven die met deze camera zijn gemaakt. 2 Selecteer een foto.
4 Kopieer de foto. Markeer Uitvoeren en druk op J om een JPEG-kopie van de gemarkeerde foto aan te maken (om af te sluiten zonder de foto te kopiëren, druk op de G-knop). Formaat wijzigen G-knop ➜ N retoucheermenu Maak kleinere kopieën van geselecteerde foto’s. Foto’s met een beeldverhouding van 16 : 9 (0 163) kunnen niet worden gewijzigd. 1 Selecteer Formaat wijzigen.
4 Kies foto's. Markeer Selecteer foto en druk op 2. Het rechts getoonde dialoogvenster zal worden weergegeven; markeer foto’s met behulp van de multi-selector en druk op de W (S)-knop om te selecteren of deselecteren (om een gemarkeerde foto schermvullend te bekijken, druk en houd de X (T)-knop ingedrukt; om beelden op andere locaties te bekijken zoals beschreven op pagina 186, houd D ingedrukt en druk op 1). Geselecteerde foto's worden gemarkeerd door een 8-pictogram.
Rechtzetten G-knop ➜ N retoucheermenu Maak een rechtgezette kopie van het geselecteerde beeld. Druk op 2 om de foto maximaal vijf graden rechtsom te draaien in stappen van ca. 0,25 graden, of op 4 om de foto linksom te draaien (het effect kan vooraf in het bewerkingsvenster worden bekeken; merk op dat de randen van de foto worden bijgesneden om een rechthoekige kopie te kunnen maken). Druk op J om de foto te kopiëren, of druk op K om weergave af te sluiten zonder een kopie te maken.
G-knop ➜ N retoucheermenu Lijntekening Maak een lijntekeningkopie van een foto om als basis voor een schilderij te gebruiken. Het effect kan vooraf in het bewerkingsvenster worden bekeken. Druk op J om de foto te kopiëren. Voor Na G-knop ➜ N retoucheermenu Kleurenschets Maak een kopie van een foto die lijkt op een schets gemaakt met kleurpotloden. Druk op 1 of 3 om Levendigheid of Omtrekken te markeren en druk op 4 of 2 om te wijzigen.
Miniatuureffect G-knop ➜ N retoucheermenu Maak een kopie die lijkt op een foto van een diorama. Dit effect werkt het best bij foto’s die vanuit een hoog camerastandpunt zijn genomen. Het gebied dat is scherpgesteld in het beeld wordt aangeduid door een geel kader. Functie Oriëntatie kiezen Indrukken Beschrijving Druk op W (S) om de oriëntatie van het veld te kiezen dat is W (S) scherpgesteld.
Selectieve kleur G-knop ➜ N retoucheermenu Creëer een kopie waarin alleen gekleurde kleurschakeringen verschijnen. 1 Selecteer Selectieve kleur. Markeer Selectieve kleur in het retoucheermenu en druk op 2 om een fotoselectievenster weer te geven. 2 Selecteer een foto. Markeer een foto (om de gemarkeerde foto schermvullend te bekijken, druk en houd de X (T)-knop ingedrukt; om beelden op andere locaties te bekijken zoals beschreven op pagina 186, houd D ingedrukt en druk op 1).
5 Kies het kleurbereik. Druk op 1 of 3 om het bereik van gelijkwaardige tinten die in de uiteindelijke foto worden vastgelegd, te verhogen of te verlagen. Kies uit waarden tussen 1 en 7; merk op dat hogere waarden tinten van andere kleuren kunnen bevatten. Het effect kan vooraf in het bewerkingsvenster worden bekeken. 6 Selecteer extra kleuren.
Vergelijken Vergelijk geretoucheerde kopieën met de originele foto’s. Deze optie is alleen beschikbaar als de P-knop wordt ingedrukt om het retoucheermenu weer te geven terwijl een kopie of origineel in volledig scherm wordt weergegeven. 1 Selecteer een foto. Selecteer in schermvullende weergave een geretoucheerde kopie (aangeduid door een o-pictogram) of een foto die werd geretoucheerd en druk op P. P-knop 2 Selecteer Vergelijken. Markeer Vergelijken en druk op J.
O Mijn menu/m Recente instellingen Druk op G om Mijn menu weer te geven en selecteer de tab O (Mijn menu). G-knop De optie MIJN MENU kan worden gebruikt om een aangepaste lijst met opties te creëren of te bewerken voor snelle toegang tot de weergave, opname, persoonlijke instellingen, setup- en retoucheermenu's (maximaal 20 items). Indien gewenst kunnen recente instellingen worden weergegeven in plaats van Mijn menu (0 294).
5 Voeg meer opties toe. De momenteel in Mijn menu weergegeven opties worden aangeduid met een vinkje. Opties aangeduid door een V-pictogram kunnen niet worden geselecteerd. Herhaal stap 1–4 om extra opties te selecteren. ❚❚ Opties uit Mijn menu verwijderen 1 Selecteer Opties verwijderen. Markeer in Mijn menu (O), Opties verwijderen en druk op 2. 2 Selecteer opties. Markeer opties en druk op 2 om te selecteren of om de selectie ongedaan te maken. Geselecteerde opties worden aangeduid door een vinkje.
❚❚ Opties in Mijn menu sorteren 1 Selecteer Opties sorteren. Markeer in Mijn menu (O) Opties sorteren en druk op 2. 2 Selecteer een optie. Markeer de optie die u wilt verplaatsen en druk op J. 3 Positioneer het item. Druk op 1 of 3 om de optie omhoog of omlaag te verplaatsen in Mijn menu en druk op J. Herhaal stap 2–3 om aanvullende opties te rangschikken. 4 Keer terug naar Mijn menu. Druk op de G-knop om naar Mijn menu terug te keren.
Recente instellingen Om de twintig meest recent gebruikte instellingen weer te geven, selecteer m Recente instellingen voor O Mijn menu > Tab kiezen. 1 Selecteer Tab kiezen. Markeer in Mijn menu (O) Tab kiezen en druk op 2. 2 Selecteer m Recente instellingen. Markeer m Recente instellingen en druk op J. De naam van het menu wijzigt van “MIJN MENU” naar “RECENTE INSTELLINGEN”. Menuopties worden bovenaan het menu recente instellingen toegevoegd, zodra ze worden gebruikt.
nTechnische opmerkingen Dit hoofdstuk bevat nuttige informatie over compatibele accessoires, het reinigen en opbergen van de camera en wat u moet doen als er een foutmelding verschijnt of als u tijdens het gebruik van de camera op problemen stuit. Compatibele objectieven Camera-instelling CPU-objectieven 1 Objectief/accessoire G- of D-type AF NIKKOR 2 AF-S, AF-I NIKKOR PC-E NIKKOR-serie PC Micro 85mm f/2.
11 Rotatiebereik van de AI 80–200mm f/2.8 ED wordt bij bevestiging op een statief beperkt door de camerabody. Filters kunnen niet worden verwisseld terwijl de AI 200–400mm f/4 ED op de camera is gemonteerd. 12 Als het maximale diafragma wordt opgegeven met behulp van Objectief zonder CPU (0 149), wordt de diafragmawaarde weergegeven in de zoeker en in het bedieningspaneel.
A De AF-S/AF-I-teleconverter De AF-S/AF-I-teleconverter kan worden gebruikt met de volgende AF-S- en AF-I-objectieven: • • • • • • • • • • • • • AF-S NIKKOR 70–200mm f/2.8G ED VR II AF-S VR 70–200mm f/2.8G ED AF-S 80–200mm f/2.8D ED AF-S VR Micro-Nikkor 105mm f/2.8G IF-ED * AF-S NIKKOR 200mm f/2G ED VR II AF-S VR 200mm f/2G ED AF-S NIKKOR 200–400mm f/4G ED VR II AF-S VR 200–400mm f/4G ED AF-S NIKKOR 300mm f/2.8G ED VR II AF-S VR 300mm f/2.8G ED AF-S 300mm f/2.8D ED II AF-S 300mm f/2.8D ED AF-I 300mm f/2.
A F-waarde objectief De f-waarde in objectiefnamen staat voor het maximale diafragma van het objectief. A Compatibele objectieven zonder CPU Draai bij het gebruik van objectieven zonder CPU en accessoires, de standknop van de camera naar A of M en stel diafragma in met behulp van de diafragmaring van het objectief. In andere standen wordt de ontspanknop uitgeschakeld.
A De ingebouwde flitser De ingebouwde flitser kan worden gebruikt voor objectieven met een brandpuntsafstand van 16–300 mm, waarbij moet worden opgemerkt dat de flitser bij sommige afstanden of brandpuntsafstanden het onderwerp niet volledig zal kunnen verlichten als gevolg van de door het objectief opgeworpen schaduw, terwijl objectieven die het zicht van het onderwerp op de lamp voor rode-ogenreductie belemmeren het goed functioneren van rode-ogenreductie kunnen hinderen.
Wanneer 1,3 (18×12) is geselecteerd voor Beeldveld is de flitser mogelijk niet in staat het hele onderwerp te belichten op afstanden die korter zijn dan de afstanden in de onderstaande tabel: Objectief AF-S DX NIKKOR 10-24mm f/3.5-4.5G ED AF-S DX Zoom-Nikkor 12-24mm f/4G IF-ED AF-S DX Zoom-Nikkor 17-55mm f/2.8G IF-ED AF-S DX NIKKOR 18-300mm f/3.5-5.6G ED VR AF-S NIKKOR 14-24mm f/2.8G ED AF-S NIKKOR 16-35mm f/4G ED VR AF-S Zoom-Nikkor 17-35mm f/2.8D IF-ED AF-S NIKKOR 24-70mm f/2.
D AF-hulpverlichting Bij de volgende objectieven is AF-hulpverlichting niet beschikbaar: • AF-S NIKKOR 14-24mm f/2.8G ED • AF-S VR Zoom-Nikkor 200-400mm f/4G IF-ED • AF-S NIKKOR 200mm f/2G ED VR II • AF-S NIKKOR 200-400mm f/4G ED VR II • AF-S VR Nikkor 200mm f/2G IF-ED • AF-S NIKKOR 300mm f/2.8G ED VR II Bij afstanden van minder dan 0,7 m kunnen de volgende objectieven de AF-hulpverlichting blokkeren en de automatische scherpstelling belemmeren wanneer er weinig licht is: • AF-S Zoom-Nikkor 17-35mm f/2.
A De beeldhoek berekenen De grootte van het gebied dat door een 35-mm camera wordt belicht is 36 × 24 mm. De grootte van het gebied dat door de D7100 wordt belicht wanneer DX (24×16) is geselecteerd voor Beeldveld in het opnamemenu, in contrast is 23,5 × 15,6 mm, wat betekent dat de beeldhoek van een 35-mm camera ongeveer 1,5 keer dat van de D7100 betreft (wanneer 1,3× (18×12) is geselecteerd, wordt de grootte van het belichte gebied verkleind en de beeldhoek wordt nog eens met 1,3× verkleind).
Optionele flitsers (Speedlights) De camera ondersteunt het Nikon Creatieve Verlichtingssysteem (CVS) en kan worden gebruikt met CVS-compatibele flitsers. Optionele flitsers kunnen rechtstreeks op de accessoireschoen van de camera worden bevestigd zoals hieronder wordt beschreven. De accessoireschoen is voorzien van een vergrendeling voor flitsers met een vergrendelingspin. 1 Verwijder het afdekkapje van de accessoireschoen. 2 Monteer de flitser op de accessoireschoen.
Het Nikon Creatieve Verlichtingssysteem (CVS) Nikons geavanceerde Creatieve Verlichtingssysteem (CVS) biedt een verbeterde communicatie tussen de camera en compatibele flitsers voor betere flitserfotografie. Raadpleeg de documentatie die is meegeleverd met de flitser voor meer informatie.
De volgende functies zijn beschikbaar voor CVS-compatibele flitsers: CVS-compatibele flitsers SU-800 SB-910 CloseSB-900 SB-800 SB-700 SB-600 Commander upfotografie SB-R200 SB-400 Enkele flitser i-DDL-uitgebalanceerde invulflits voor digitale SLR 1 i-DDL Standaard i-DDL-invulflits voor digitale SLR AA Automatisch diafragma A Niet-DDL automatisch GN Handmatig met afstandsprioriteit M Handmatig RPT Stroboscopisch flitsen Externe flitserregeling i-DDL i-DDL [A:B] Snelle draadloze flitserregeling AA Automatisc
❚❚ Overige flitsers De volgende flitsers zijn geschikt in de stand niet-DDL automatisch en handmatige standen.
D Opmerkingen over optionele flitsers Raadpleeg de Speedlight-handleiding voor gedetailleerde instructies. Als de flitser Nikons Creatieve Verlichtingssysteem ondersteunt, raadpleegt u het hoofdstuk over CVS-compatibele SLR-camera’s. In de handleidingen van de SB-80DX, SB-28DX en SB-50DX wordt de D7100 niet vermeld in de categorie “digitale SLR”.
Overige accessoires Op het moment dat deze handleiding werd samengesteld, waren voor de D7100 de volgende accessoires beschikbaar. Voedingsbronnen Filters Accessoires voor zoekeroculair n 308 • Oplaadbare Li-ionbattery EN-EL15 (0 22, 24): extra EN-EL15-batterijen zijn verkrijgbaar in de detailhandel en bij Nikon geautoriseerde servicevertegenwoordigers. • Batterijlader MH-25 (0 22): laad EN-EL15-batterijen op.
• Capture NX 2: een compleet fotobewerkingspakket met geavanceerde bewerkingsfuncties zoals selectiecontrolepunten en een automatische retoucheerborstel. • Camera Control Pro 2: bedien de camera op afstand vanaf een computer om films op te nemen en foto’s vast te leggen en om foto’s rechtstreeks op de harde schijf van de computer op te slaan.
LAN-adapters (0 206) Draadloze mobiele adapters n 310 • Communicatie-eenheid UT-1 (Communication Unit UT-1) (0 206): wanneer de camera is verbonden met behulp van een met de camera meegeleverde USB-kabel, kan de UT-1 worden gebruikt om verbinding te maken met Ethernetnetwerken en foto’s naar een ftp-server te uploaden of om de camera op afstand te bedienen met behulp van de optionele Camera Control Pro 2software.
Een stroomaansluiting en lichtnetadapter bevestigen Zet de camera uit alvorens de optionele stroomaansluiting en lichtnetadapter aan te sluiten. 1 Maak de camera gereed. Open de deksel van het batterijvak (q) en de stroomaansluiting (w). 2 Plaats de EP-5B-stroomaansluiting. Plaats de aansluiting in de aangegeven richting en gebruik de batterij om de oranje batterijvergrendeling naar één zijde ingedrukt te houden. De vergrendeling vergrendelt de aansluiting zodra de aansluiting volledig is geplaatst.
Behandeling van uw camera Opslag Wanneer de camera gedurende langere tijd niet wordt gebruikt, verwijder de batterij en bewaar de batterij op een koele, droge plek met het afdekkapje teruggeplaatst. Voorkom vorming van schimmel of meeldauw door de camera in een droge, goed geventileerde ruimte te bewaren.
Reiniging van de beeldsensor Als u vermoedt dat vuil of stofdeeltjes die op de filter zitten op foto’s te zien zijn, kunt u het filter reinigen met behulp van de optie Beeldsensor reinigen in het setup-menu. Het filter kan op elk gewenst moment worden gereinigd met behulp van de optie Nu reinigen of het reinigen kan automatisch worden uitgevoerd wanneer de camera is in- of uitgeschakeld. ❚❚ “Nu reinigen” 1 Selecteer Beeldsensor reinigen in het setup-menu. Druk op de G-knop om de menu’s weer te geven.
❚❚ “Reinigen bij aan-/uitzetten” Kies uit de volgende opties: Optie Beschrijving De beeldsensor wordt automatisch gereinigd telkens wanneer de 5 Reinigen bij aanzetten camera wordt aangezet. De beeldsensor wordt automatisch gereinigd telkens wanneer de 6 Reinigen bij uitzetten camera wordt uitgezet. De beeldsensor wordt automatisch gereinigd wanneer de 7 Reinigen bij aan- en uitzetten camera wordt aan- of uitgezet. Reiniging uit De beeldsensor wordt niet automatisch gereinigd.
❚❚ Handmatig reinigen Als stof of vuil niet van de beeldsensor kan worden verwijderd met behulp van de optie Beeldsensor reinigen in het setup-menu (0 313), kan de sensor handmatig worden gereinigd zoals hieronder beschreven. Merk echter op dat de sensor uitermate kwetsbaar is en gemakkelijk beschadigd kan raken. Nikon raadt aan het reinigen van de sensor over te laten aan Nikon geautoriseerd servicepersoneel. 1 Laad de batterij op of gebruik een lichtnetadapter.
5 Klap de spiegel omhoog. Druk de ontspanknop volledig in. De spiegel wordt omhoog geklapt en het sluitergordijn wordt geopend, zodat de beeldsensor zichtbaar wordt. Het scherm in de zoeker wordt uitgeschakeld en de rij streepjes in het bedieningspaneel begint te knipperen. 6 Onderzoek de beeldsensor. Houd de camera zodanig vast dat er licht op de beeldsensor valt en onderzoek de sensor op stof en vuil. Als er geen stof of vuil aanwezig is, ga verder naar stap 8. 7 Reinig de sensor.
A Gebruik een betrouwbare voedingsbron Het sluitergordijn is kwetsbaar en kan gemakkelijk beschadigd raken. Als de camera wordt uitgeschakeld terwijl de spiegel is opgeklapt, wordt het sluitergordijn automatisch gesloten. Neem de volgende voorzorgsmaatregelen in acht om schade aan het sluitergordijn te voorkomen: • Zet de camera niet uit en verwijder of ontkoppel de voedingsbron niet wanneer de spiegel is opgeklapt.
Onderhoud van camera en batterij: waarschuwingen Laat niet vallen: blootstelling aan sterke schokken of trillingen kan tot storingen leiden. Houd droog: dit product is niet waterbestendig, onderdompeling in water of blootstelling aan een hoge luchtvochtigheid kan tot storing leiden. Roesten van het interne mechanisme kan tot onherstelbare schade leiden.
Opslag: voorkom de vorming van schimmel of meeldauw door de camera in een droge, goed geventileerde ruimte te bewaren. Gebruikt u een lichtnetadapter, trek dan de stekker uit het stopcontact om brand te voorkomen. Als het product voor langere tijd niet wordt gebruikt, verwijder dan de batterij om lekkage te voorkomen en berg de camera op in een plastic zak met een droogmiddel. Plaats de cameratas echter niet in een plastic zak, aangezien het materiaal hierdoor kan worden aangetast.
• Als u een volledig opgeladen batterij blijft opladen, kunnen de prestaties van de batterij afnemen. • Een aanmerkelijke daling van de tijd waarin een volledig opgeladen batterij zijn lading dient te behouden wanneer deze bij kamertemperatuur wordt gebruikt, duidt aan dat de batterij vervanging vereist. Koop een nieuwe EN-EL15-batterij. • Laad de batterij voor gebruik op. Leg een extra, volledig opgeladen EN-EL15-batterij klaar bij het fotograferen van belangrijke gebeurtenissen.
Beschikbare instellingen De volgende tabel somt de instellingen op die kunnen worden aangepast in elke stand. Opnamemenu Overige instellingen 2 i j Opslagmap z z Naamgeving bestanden 1 z z Functie van kaart in sleuf 2 1 z z Beeldkwaliteit 1, 2 z z Beeldformaat 1, 2 z z Beeldveld 1 z z JPEG-compressie 1 z z NEF (RAW)-opname 1 z z Witbalans 1, 2 — — Picture Control instellen 1, 2 — — z z Kleurruimte 1 Actieve D-Lighting 1 —3—3 HDR (hoog dynamisch bereik) 1, 2 — — Autom.
Persoonlijke Instellingen 6 n 322 a1: Selectie AF-C-prioriteit a2: Selectie AF-S-prioriteit a3: Focus-tracking met Lock-On a4: Verlichting scherpstelpunt a5: Doorloop scherpstelpunt a6: Aantal scherpstelpunten a7: Ingeb. AF-hulpverlichting b1: Stapgrootte ISO-gevoeligh. b2: Stapgrootte inst. belichting b3: Eenv. belichtingscorrectie b4: Centrumgericht meetveld b5: Fijnafst. voor opt. belichting c1: AE-vergrend. ontspanknop c2: Stand-by-timer c3: Zelfontspanner c4: Monitor uit c5: Wachttijd afstandsb.
k, p, l, m, S, A, n, o, r, t, x, y, u, 1, s u, v w z, 0 % g i 2, 3 i j P M z z z z z z z z z z z z — — z z — — — — — — — — Persoonlijke Instellingen 6 1 2 3 4 5 6 e1: Flitssynchronisatiesnelheid e2: Langste sluitertijd bij flits e3: Flitserregeling ingeb. flitser/ — — z z — — — — — — — — Optionele flitser e4: Belichtingscorr. voor flitser — — z z — — — — — — — — e5: Testflits — — z z — — — — — — — — e6: Inst. voor autom.
Standaardinstellingen In de onderstaande lijst worden de standaardinstellingen voor de opties van de cameramenu's getoond. Voor informatie over reset met twee knoppen, zie pagina 131. ❚❚ Standaardinstellingen weergavemenu Optie Weergavemap Controlebeeld Na wissen Draai portret Standaard D7100 Uit Toon volgende Aan 0 217 222 222 222 Optie Diashow Beeldtype Beeldinterval Standaard 0 Foto's en films 2 sec.
❚❚ Standaardinstellingen menu pers. instellingen * a1 a2 a3 a4 a5 a6 a7 b1 b2 b3 b4 b5 c1 c2 c3 c4 c5 d1 d2 d3 d4 d5 d6 d7 d8 d9 d10 d11 Optie Selectie AF-C-prioriteit Selectie AF-S-prioriteit Focus-tracking met Lock-On Verlichting scherpstelpunt Doorloop scherpstelpunt Aantal scherpstelpunten Ingeb. AF-hulpverlichting Stapgrootte ISO-gevoeligh. Stapgrootte inst. belichting Eenv. belichtingscorrectie Centrumgericht meetveld Fijnafst. voor opt.
❚❚ Standaardinstellingen setup-menu Optie Gebruikersinstellingen opslaan Opslaan in U1 Opslaan in U2 Monitorhelderheid Beeldsensor reinigen Reinigen bij aan-/uitzetten Flikkerreductie Tijdzone en datum Zomertijd n 326 Standaard Standaardinstellingen opnamestad op P 0 Reinigen bij aanen uitzetten Automatisch Uit 0 55 262 313 264 265 Optie Automatische beeldrotatie HDMI Uitvoerresolutie Apparaatbesturing GPS Stand-by-timer Cameraklok instellen via GPS Draadloze mobiele adapter Uploaden via Eye-Fi Standaa
Belichtingsprogramma (stand P) Het belichtingsprogramma voor stand P wordt aangeduid in de volgende grafiek: 12 14 f/1 16 1 /3 17 18 19 f/5.6 f/8 20 f/2.8 f/1.4 − f/16 Diafragma 16 15 f/1.4 f/2 f/4 21 f/11 22 f/16 23 f/22 f/32 13 11 9 10 8 7 5 6 3 4 2 0 1 -1 -3 -2 -5 ] [ LW -4 ISO 100; objectief met maximaal diafragma van f/1.4 en minimaal diafragma van f/16 (bijv. AF-S NIKKOR 50mm f/1.
Problemen oplossen Functioneert de camera niet naar verwachting, kijk dan in de onderstaande lijst met veelvoorkomende problemen voordat u uw leverancier of Nikon-vertegenwoordiger raadpleegt. Batterij/weergave De camera is aan, maar reageert niet: wacht totdat de opname is beëindigd. Zet de camera uit als het probleem zich blijft voordoen.
Foto’s zijn niet scherp: • Draai de selectieknop voor de focusstand naar AF (0 71). • Camera kan niet scherp stellen met autofocus: gebruik handmatige scherpstelling of scherpstelvergrendeling (0 76, 78). • De ontspanknop kan niet worden gebruikt om scherp te stellen wanneer AF-ON is toegewezen als de optie Indrukken voor persoonlijke instelling f2 (Fn-knop toewijzen, 0 253), f3 (Voorbeeldknop toewijzen, 0 255), f4 (AE-L/AF-L-knop toewijzen, 0 256) of f9 (Knop 4 MB-D15 toewijzen, 0 259).
Tijdens livebeeld of filmopnamen verschijnen flikkeringen of strepen: kies een optie voor Flikkerreductie overeenkomstig de frequentie van het lokale lichtnet (0 264). Er verschijnen heldere banden tijdens livebeeld of filmopname: een knipperend teken, flitser of andere lichtbron met korte tijdsduur werd gebruikt tijdens livebeeld of filmopname. Menuoptie kan niet worden geselecteerd: sommige opties zijn niet beschikbaar in alle standen.
“Staande” foto’s (portretstand) worden “liggend” (landschap) weergegeven: • Selecteer Aan voor Draai portret (0 222). • De foto werd vastgelegd met Uit geselecteerd voor Automatische beeldrotatie (0 265). • Camera was omhoog of omlaag gericht toen foto werd gemaakt (0 265). • Foto wordt in controlebeeld weergegeven (0 222). Kan foto niet wissen: • Foto is beveiligd: verwijder beveiliging (0 196). • Geheugenkaart is vergrendeld (0 31).
Foutmeldingen Dit hoofdstuk geeft een overzicht van de waarschuwingsaanduidingen en foutmeldingen in de zoeker, in het bedieningspaneel en op de monitor. Aanduiding Bedieningspaneel Zoeker Oplossing 0 Stel ring in op kleinste B diafragma (hoogste 27 (knippert) f-waarde). Houd een volledig opgeladen H d Batterij bijna leeg. 22 reservebatterij bij de hand. • Batterij is leeg. • Laad de batterij op of vervang de batterij. • Batterij kan niet worden • Neem contact op met een gebruikt.
Aanduiding Bedieningspaneel Zoeker Probleem Onderwerp te helder; foto wordt overbelicht. (Belichtingsaanduidingen en sluitertijd- of diafragmaweergave knippert) Onderwerp te donker; foto wordt onderbelicht. A (knippert) % (knippert) P k (knippert) (knippert) Bulb (A) geselecteerd in stand S. Tijd (%) geselecteerd in stand S. Afbeeldingen worden verwerkt. — Als de aanduiding na de flits 3 c sec. knippert, is de foto (knippert) mogelijk onderbelicht.
Aanduiding Monitor Bedieningspaneel Geen geheugenkaart. S Probleem Camera kan geen geheugenkaart vinden. • Geen toegang tot geheugenkaart. Kan deze geheugenkaart niet gebruiken. De kaart is mogelijk beschadigd. Plaats een andere kaart. W, O (knippert) g W, O (knippert) De camera kan de Eye-Fi-kaart niet bedienen. Geheugenkaart is vergrendeld. Zet de vergrendeling in de schrijfstand. Niet beschikbaar als Eye-Fi-kaart is vergrendeld.
Aanduiding Monitor Bedieningspaneel Probleem Map bevat geen beelden. — Geen beelden op geheugenkaart of in geselecteerde weergavemap(pen). Alle beelden zijn verborgen. — Alle foto’s in de huidige map zijn verborgen. Oplossing Selecteer een map met beelden in het menu Weergavemap of plaats een geheugenkaart met beelden. Selecteer een andere map of gebruik Beeld verbergen om ten minste één beeld weer te geven.
Specificaties ❚❚ Nikon D7100 digitale camera Type Type Objectiefvatting Effectieve beeldhoek Effectieve pixels Effectieve pixels Beeldsensor Beeldsensor Totaal aantal pixels Stofreductiesysteem Opslag Beeldformaat (pixels) Digitale reflexcamera Nikon F-vatting (met AF-koppeling en AF-contacten) Nikon DX-formaat; brandpuntsafstand in 35 mm [135]-formaat equivalent aan ca.
Zoeker Zoeker Beelddekking Vergroting Oogafstand Dioptrieregelaar Scherpstelscherm Reflexspiegel Voorbeeld scherptediepte Objectiefdiafragma Objectief Compatibele objectieven Spiegelreflexzoeker met pentaprisma op ooghoogte Ca. 100% horizontaal en 100% verticaal Ca. 0,94 × (50 mm f/1.
Belichting Lichtmeetmethode Bereik (ISO 100, f/1.
Scherpstelling Scherpstelvergrendeling Flitser Ingebouwde flitser Richtgetal Flitserregeling Flitsstand Flitscorrectie Flitsgereedaanduiding Accessoireschoen Nikon Creatief Verlichtingssysteem (CVS) Synchronisatieflits Witbalans Witbalans Livebeeld Standen Objectiefscherpstelling AF-veldstand Autofocus Film Lichtmeting Lichtmeetmethode Scherpstelling kan worden vergrendeld door de ontspanknop half in te drukken (enkelvoudige servo-AF) of door op de A AE-L/AF-L-knop te drukken i, k, p, n, o, s, w, g: a
Film Beeldformaat (pixels) en beeldsnelheid Bestandsindeling Videocompressie Geluidsindeling Geluidsrecorder • 1.920 × 1.080; 60i (59,94 velden/sec.)/ 50i (50 velden/sec.) * • 1.920 × 1.080; 30p (progressief), 25p, 24p • 1.280 × 720; 60p, 50p Werkelijke beeldsnelheden voor 60p, 50p, 30p, 25p en 24p zijn respectievelijk 59,94, 50, 29,97, 25 en 23,976 ; opties ondersteunen zowel ★ hoge als normale beeldkwaliteit MOV H.
Afmetingen/gewicht Afmetingen (B × H × D) Ca. 135,5 × 106,5 × 76 mm Gewicht Ca. 765 g met batterij en geheugenkaart, maar zonder bodydop; ca. 675 g (alleen camerabody) Gebruiksomgeving Temperatuur Luchtvochtigheid 0 °C–40 °C 85% of minder (geen condensatie) • Tenzij anders vermeld, hebben alle getallen betrekking op een camera met een volledig opgeladen batterij bij een temperatuur die door de Camera and Imaging Products Association (CIPA) is bepaald: 23 ±3 °C.
❚❚ AF-S DX NIKKOR 18-105mm f/3.5-5.6G ED VR-objectief Type Brandpuntsafstand Maximaal diafragma Objectiefopbouw Beeldhoek Schaal brandpuntsafstand Afstandsinformatie Zoom Scherpstelling Vibratiereductie Minimale scherpstelafstand Diafragmalamellen Diafragma Diafragmabereik Lichtmeting Maat voor filters/ voorzetlenzen Afmetingen Gewicht G-type AF-S DX NIKKOR zoomobjectief met ingebouwde CPU en F-vatting, uitsluitend bedoeld voor gebruik met Nikon digitale SLR-camera’s in DX-formaat 18–105 mm f/3.5–5.
Het AF-S DX NIKKOR 18-105mm f/3.5-5.6G ED VRobjectief Het AF-S DX NIKKOR 18-105mm f/3.5-5.6G ED VR-objectief is uitsluitend bedoeld voor gebruik met Nikon digitale camera's in DX-formaat. Superieure optische prestaties en beeldweergave zijn gegarandeerd door het gebruik van asferische lenselementen en elementen gemaakt met behulp van glas met een extra lage dispersie (ED) om chromatische aberratie te corrigeren.
A De ingebouwde flitser gebruiken Bij het gebruik van de ingebouwde flitser moet het onderwerp zich op een afstand van ten minste 0,6 m bevinden en verwijdert u de zonnekappen om vignettering te voorkomen (schaduwen die ontstaan waar het einde van het objectief de ingebouwde flitser bedekt).
A • • • • Meegeleverde accessoires 67 mm opklikbare voorste objectiefdop LC-67 Achterste objectiefdop Zachte objectieftas CL-1018 Bajonetkap HB-32 (wordt bevestigd zoals rechts weergegeven) A Optionele accessoires • 67 mm schroeffilters • Achterste objectiefdop LF-1 of achterste objectiefdop LF-4 A Opmerking over groothoekobjectieven Het kan in de volgende gevallen voorkomen dat autofocus met groothoek- en super groothoekobjectieven niet de gewenste resultaten geeft: 1 Het onderwerp is kleiner dan het sc
❚❚ Ondersteunde normen • DCF-versie 2.0: de Design Rule for Camera File System (DCF) (ontwerpnormen voor camerabestandssystemen) is een algemeen erkende norm voor digitale camera’s waarmee de compatibiliteit tussen de verschillende cameramerken wordt gewaarborgd. • DPOF: Digital Print Order Format (DPOF) is een industriestandaard die het mogelijk maakt foto’s af te drukken op basis van een afdrukopdracht die is opgeslagen op de geheugenkaart. • Exof-versie 2.
Goedgekeurde geheugenkaarten De volgende SD-geheugenkaarten werden getest en goedgekeurd voor gebruik in de camera. Kaarten met schrijfsnelheid klasse 6 of sneller zijn aanbevolen voor filmopname. Wanneer een kaart met een lagere schrijfsnelheid wordt gebruikt, kan de opname onverwacht worden beëindigd.
Capaciteit geheugenkaart De volgende tabel toont het geschatte aantal foto’s dat kan worden opgeslagen op een 8 GB SanDisk Extreme Pro SDHC UHS-I-kaart bij verschillende instellingen voor beeldkwaliteit (0 66), beeldformaat (0 68) en beeldveld (0 63).
A d6—Max. aant. continu-opnamen (0 240) Het maximaal aantal foto’s in serieopname dat achter elkaar kan worden gemaakt, kan worden ingesteld op een aantal tussen 1 en 100.
Gebruiksduur van de batterij Het aantal filmopnamen of gewone opnamen dat kan worden vastgelegd met een volledig opgeladen batterij, varieert afhankelijk van de staat van de batterij, de temperatuur, het interval tussen opnamen en de duur dat menu’s worden weergegeven. In het geval van AA-batterijen varieert de capaciteit ook afhankelijk van het merk en de opslagomstandigheden; bepaalde batterijen kunnen niet worden gebruikt.
Het volgende kan de gebruiksduur van de batterij verkorten: • Gebruik van de monitor • Half ingedrukt houden van de ontspanknop • Herhaaldelijk bedienen van autofocus • Nemen van NEF (RAW)-foto's • Bij lange sluitertijden • Gebruik van een GPS-apparaat • Gebruik van een Eye-Fi-kaart • Gebruik van een draadloze afstandsbediening, WU-1a draadloze mobiele adapter of UT-1-communicatie-eenheid • Gebruik van VR (vibratiereductie) met VR-objectieven Om er zeker van te zijn dat u uw herlaadbare Nikon EN-EL15-batter
Index Symbolen n 352 i (Automatische stand) ...................36 j (Automatische stand (flitser uit)) ... 36 h (Onderwerp)..............................41 k (Portret) ..............................................41 l (Landschap) ......................................41 p (Kinderen)..........................................42 m (Sport) .................................................42 n (Close-up) ..........................................42 o (Nachtportret) ..................................
Blauw versterken (Filtereffecten) 278 Bodydop................................... 4, 26, 309 Bracketing.................................. 133, 251 Bracketingvolgorde .........................251 Brandpuntsafstand................. 150, 302 Breedveld-AF......................................156 Buffergeheugen ........................... 37, 58 Bulb................................................... 51, 52 C Camera Control Pro 2 ......................309 Camera-instellingen opslaan........
JPEG Basis ...............................................66 JPEG Fijn..................................................66 JPEG Normaal........................................66 JPEG-compressie..................................67 K Kalenderweergave ........................... 194 Keuzeknop ontspanstand ........... 7, 57 Kies begin-/eindpunt ...................... 173 Kies kleurtemperatuur (Witbalans) .... 89, 94 Kleinste diafragma .......................27, 47 Kleurbalans ..................................
Standaardinstellingen ...................................131, 224, 231, 324 Standaardinstellingen herstellen ...................................131, 224, 231, 324 Stand-by-timer.................. 38, 152, 237 Standknop ................................................6 Stapgrootte inst. belichting ..........234 Stapgrootte ISO-gevoeligh. ..........234 Statief .........................................................4 Ster (Filtereffecten)...........................278 Stil ontspannen ........................
Deze handleiding mag op geen enkele manier volledig of gedeeltelijk (behalve voor korte citaten in kritische artikelen of besprekingen) worden gereproduceerd zonder de schriftelijke toestemming van NIKON CORPORATION.