Nl De Nikon gids voor digitale fotografie met de digitale camera
Productdocumentatie De documentatie bij dit product bestaat uit de onderstaande handleidingen. Lees alle aanwijzingen grondig door om het beste uit uw camera te halen. Snelhandleiding De Snelhandleiding begeleidt u stap voor stap bij het uitpakken en instellen van uw digitale Nikon-camera, het maken van uw eerste foto’s en het overspelen van de foto’s naar uw computer.
Hoe deze handleiding te lezen Allereerst wordt gewezen op de waarschuwingen en opmerkingen op bladzijde ii–v. Lees vervolgens “Overzicht“ en “Eerste kennismaking met de camera“ om vertrouwd te raken met de in deze handleiding gebruikte weergavemethoden en de benaming van de diverse cameraonderdelen. Daarna kunt u de camera instellen zoals beschreven bij “Eerste stappen.“ U bent nu klaar om foto’s te maken en te bekijken.
Voor uw veiligheid Om schade aan uw Nikon-product en letsel bij uzelf en anderen te voorkomen, dient u de volgende veiligheidsvoorschriften geheel te lezen voordat u dit apparaat gebruikt. Bewaar deze voorschriften op een plaats waar ieder die het product gebruikt ze kan lezen.
• Plaats de batterij niet verkeerd om in de camera. • Sluit de batterij niet kort en demonteer hem niet. • Plaats de beschermdop op de batterij wanneer u hem vervoert. Berg de batterij (tijdens vervoer en dergelijke) niet op bij metalen voorwerpen zoals kettingen en haarspelden. • Dompel de batterij niet onder in water en zorg dat hij niet nat kan worden. • Berg de batterij (tijdens vervoer en dergelijke) niet op bij metalen voorwerpen zoals kettingen en haarspelden.
Opmerkingen • Voor de gehele of gedeeltelijke reproductie, verzending, transcriptie, opslag in een geautomatiseerd informatiebestand, of vertaling in welke taal dan ook, in welke vorm dan ook, en met welke middelen dan ook van de bij dit product geleverde handleidingen is de voorafgaande schriftelijke toestemming van Nikon vereist. • Nikon behoudt zich het recht voor om de hardware- en softwarespecificaties beschreven in deze handleidingen ten alle tijde zonder voorafgaande waarschuwing te kunnen wijzigen.
• Auteursrechten Het kopiëren of reproduceren van auteursrechterlijk beschermde creatieve werken zoals boeken, muziek, schilderijen, houtgravures, kaarten, tekeningen, films en foto’s is verboden middels nationale en internationale wetten. Gebruik dit product niet voor het maken van illegale kopieën of voor het inbreuk maken op de auteursrechten.
Inhoudsopgave Voor uw veiligheid........................................................................................... Opmerkingen ................................................................................................... Inleiding............................................................................................................. Overzicht .......................................................................................................... Eerste kennismaking met de camera.......
Belichting ......................................................................................................... Lichtmeting...................................................................................................... Belichtingsstand ............................................................................................... Vergrendeling automatische belichting............................................................. Belichtingscorrectie ................................................
LCD helderheid ................................................................................................ Spiegel omhoog............................................................................................... Videostand ...................................................................................................... Taal (LANG) ...................................................................................................... Bld commentaar ..............................................
Inleiding Voordat u begint Dit hoofdstuk is als volgt onderverdeeld: Overzicht Hier wordt toegelicht hoe deze handleiding is ingedeeld en welke symbolen en weergavemethoden worden gebruikt. Eerste kennismaking met de camera Het is handig om dit gedeelte van een boekenlegger te voorzien, zodat u het tijdens het lezen van de handleiding snel kunt terugvinden voor informatie over de benaming en functie van de diverse cameraonderdelen.
Overzicht Over deze handleiding Inleiding—Overzicht Gefeliciteerd met uw aanschaf van een Nikon D70S digitale spiegelreflexcamera (SLR) met verwisselbaar objectief. Het doel van deze handleiding is te zorgen dat u met plezier fotografeert met uw digitale Nikon camera. Lees deze handleiding vóór gebruik grondig door en houd hem tijdens het gebruik van het product bij de hand.
Eerste kennismaking met de camera Besturingsknoppen en displays Camerabody Hoofdschakelaar: 24 Ontspanknop: 12 Belichtingscorrectieknop ( ): 86 Oogje voor camerariem: 13 Oogje voor camerariem: 13 Knop LCD-verlichting( ) : 7 Formatteerknop( 21 : Keuzeknop: 10 Accessoireschoentje: 187 LCD-venster: 6 Filmvlakindicatie ( Selectieknop lichtmeting ( : 75 ): ) 74 ) 3 Inleiding—Eerste kennismaking met de camera Neemt u even de tijd om vertrouwd te raken met de bedieningsorganen en displays van de camer
Camerabody (vervolg) Inleiding—Eerste kennismaking met de camera Lampje zelfontspan105, 107 ner: AF-hulpverlichting: 72 Lampje rode-ogenreductie: 95 Ingebouwde flitser: 94 Ontgrendelknop externe 97 flitser ( ) : Flitssynchronisatieknop ( ) : 97 Knop flitsbelichtingscorrectie ( ): 102 Infraroodontvanger: 107 Aansluiting afstandsbedieningskabel* (onder klepje): 191 * De afstandsbedieningsaansluiting van de D70S is alleen geschikt voor de MC-DC1 afstandsbedieningkabel.
Zoekeroculair: 27 Opnamestandknop ( ): 62 Formatteerknop ( ): 21 27 Oogsterktecorrectieknop: 27 AE/AF vergrendelknop ( ): 84 Multi-selector: Bracketingknop ( ): 87 Weergaveknop 114 ( ): Menuknop ( 39 12 Hoofdinstelschijf: 147 ): Gevoeligheidsknop 46 (ISO): Thumbnailknop ( ): 118 Witbalans (WB) 48 knop: Beveiligknop ( ): 121 HELP knop ( ): 136 Beeldkwaliteit/ grootte (QUAL) knop: 41 Weergavezoomknop 120 ( ): Enter-knop ( ): 40 Monitor: 13, 193 Verwijderknop ( ): 122 Vergrendeling scherpstelselectie
LCD-venster Inleiding—Eerste kennismaking met de camera 1 12 2 11 3 10 4 9 8 5 6 1 Sluitertijd ...................................... 76 Belichtingscorrectiewaarde............ 86 Flitscorrectiewaarde .................... 102 Witbalansaanpassing .................... 50 Aantal opnamen bij bracketing ..... 87 2 Gevoeligheidsindicator (ISO) ......... 46 Automatische gevoeligheidsindicator .................................................. 142 3 Batterij-indicator ...........................
14 22 15 21 16 20 17 19 18 13 Flitscorrectie-indicator ................. 102 14 Belichtingscorrectie-indicator ........ 86 15 Indicator flexibel programma ........ 77 16 Autofocusstand .......................... 139 17 Scherpstelveld............................... 66 AF-veldstand............................... 140 18 Lichtmeetmethode........................ 75 19 Zelfontspanner-indicator ............. 105 Indicator afstandsbediening ........ 107 20 Bracketing-voortgangsindicator ....
De zoekerdisplay Inleiding—Eerste kennismaking met de camera 1 2 2 3 4 5 6 13 7 8 9 10 14 15 11 12 16 Display voor geavanceerd scherpstellen Als de achtergrond licht is, wordt het actieve scherpstelveld ( 66) zwart weergegeven. Als de achtergrond daarentegen donker is, wordt het actieve scherpstelveld korte tijd rood weergegeven zodat het geselecteerde scherpstelveld beter tegen de (donkere) achtergrond te zien is (“Vari-Brite”-scherpstelvelden).
3 Referentieraster (weergegeven als Aan is geselecteerd voor Persoonlijke Instelling 8) ................................ 144 4 Scherpstelindicator ....................... 28 5 Scherpstelveld............................... 66 AF-veldstand............................... 140 6 Vergrendeling automatische belichting ..................................... 84 FV-vergrendelingsindicator .......... 103 7 Sluitertijd ...................................... 76 8 Diafragma (f/-getal) ......................
De keuzeknop Inleiding—Eerste kennismaking met de camera Als aanvulling op de onderwerpsstanden waarbij automatisch de optimale camera-instellingen voor het geselecteerde onderwerp worden gekozen door met keuzeknop het juiste onderwerp te selecteren, beschikt de D70S ook over een aantal belichtingsstanden waarbij u de instellingen naar eigen inzicht kunt aanpassen. Onderwerpsstanden (Digital Vari-Program – D.V.P.
P Geprogrammeerd automatisch ( 77) Laat de camera de optimale belichting kiezen. Met flexibel programma kunnen sluitertijd en diafragma worden ingesteld ( 77), met belichtingscorrectie kan de belichting worden aangepast ( 86). S Sluitertijdvoorkeuze ( 79) Kies snelle sluitertijden om bewegende onderwerpen scherp vast te leggen of langzame sluitertijden om beweging te suggereren door bewegende onderwerpen te vervagen.
Door de menu’s bladeren Met de multi-selector kunt u eenvoudig door de cameramenu's bladeren. Inleiding—Eerste kennismaking met de camera Cursor naar boven verplaatsen Annuleren en teruggaan naar vorig menu; cursor naar links verplaatsen Submenu weergeven, cursor naar rechts verplaatsen of menuopties selecteren Cursor naar beneden verplaatsen De ontspanknop De ontspanknop kan in twee fasen worden ingedrukt. Als u de knop half indrukt, stelt de camera scherp en wordt de belichting bepaald.
Eerste stappen Voorbereidingen vóór gebruik De camerariem bevestigen Het monitorkapje Bij uw camera wordt een transparant plastic kapje (BM-5 beschermkap LCD-monitor) geleverd om de monitor schoon te houden en te beschermen wanneer de camera niet in gebruik is of wanneer u hem vervoert. U kunt dit kapje verwijderen door de camera stevig vast te houden en de onderkant van het kapje voorzichtig naar buiten te trekken zoals rechts afgebeeld ().
Batterijen plaatsen 1 Zet de camera uit Zet de camera uit voordat u de batterij in de camera plaatst of uit de camera verwijdert. 2 Open het deksel van het batterijvak Zet de vergrendeling van het batterijvakdeksel in de stand () en open het deksel (). 3 Plaats de batterij Plaats de batterij zoals rechts weergegeven. 4 Vergrendel het batterijvakdeksel Controleer of het deksel goed gesloten is om te voorkomen dat de batterij tijdens gebruik uit de camera valt.
Gebruik van de optionele MS-D70 houder voor CR2 lithiumbatterijen Indien CR2 lithiumbatterijen in de MS-D70 batterijhouder (apart verkrijgbaar) worden geplaatst, kunnen deze worden gebruikt als reservevoeding in plaats van de EN-EL3a. CR2 batterijen kunnen echter alleen bij bepaalde temperaturen worden gebruikt. Lees de volgende opmerking voordat u CR2 batterijen gaat gebruiken.
Basisinstellingen Inleiding—Eerste stappen Als u de camera voor het eerst aanzet, verschijnt in de monitor het bij Stap 1 weergegeven dialoogvenster voor het kiezen van een taal en gaat op het LCD-venster het pictogram knipperen. Volg de onderstaande instructies om een taal te selecteren en de tijd en datum in te stellen. 1 Het dialoogvenster voor het instellen van de taal. 2 Selecteer een taal. 3 Roep het menu Datum op. 4 Wijzig het Jaar, de Maand, de Dag, de Uren, Minuten en Seconden.
De klokbatterij De interne klok/kalender van de camera wordt gevoed door een aparte, oplaadbare batterij, die zo nodig wordt opgeladen als de hoofdbatterijen in de camera zijn geplaatst of als de camera wordt gevoed door een optionele EH-5 lichtnetadapter. Drie dagen opladen is voldoende om de klok gedurende ongeveer één maand van stroom te voorzien. Als het pictogram in het LCD-venster knippert, is de klokbatterij leeg en is de klok teruggezet op 2005.01.01 00:00:00.
Een objectief bevestigen Inleiding—Eerste stappen Om alle mogelijkheden van uw camera volledig te kunnen benutten is het aan te bevelen een CPU-objectief van het type G of D te gebruiken. CPU-objectieven zijn voorzien van CPUaansluitingen Type G objectief Type D objectief 1 Zet de camera uit Zet de camera uit voordat u een objectief bevestigt of verwijdert.
Inleiding—Eerste stappen Bescherm de camera tegen stof en vuil Stof, vuil en andere vreemde deeltjes in uw camera kunnen als spikkels of vlekken op uw foto's of in de zoeker zichtbaar zijn. Plaats daarom de bijgeleverde cameradop op de camera als er geen objectief op de camera is bevestigd. Houd bij het verwisselen van het objectief of het terugplaatsen van de cameradop de opening van de camera naar beneden gericht.
Een geheugenkaart plaatsen Inleiding—Eerste stappen In plaats van film gebruikt uw digitale Nikon-camera CompactFlash™ geheugenkaarten of MicroDrive®‚ kaarten om foto’s op te slaan. Zie voor een lijst met goedgekeurde geheugenkaarten “Technische gegevens: Goedgekeurde geheugenkaarten” ( 192). 1 Zet de camera uit Zet de camera uit voordat u een geheugenkaart in de camera plaatst of uit de camera verwijdert.
Formatteer de geheugenkaart Voordat u geheugenkaarten voor het eerst kunt gebruiken moeten ze worden geformatteerd. Geheugenkaarten formatteren Tijdens het formatteren wordt alle informatie op de geheugenkaart permanent gewist. Kopieer daarom alle foto’s en andere informatie die u wilt bewaren naar een computer voordat u verder gaat ( 171–174). Om de kaart te formatteren dient u de camera aan te zetten en de ( en ) knoppen gelijktijdig circa twee seconden in te drukken. De sluien de opnameteller knippert.
Inleiding—Eerste stappen Geheugenkaarten verwijderen Als de camera uit staat, kan de geheugenkaart worden verwijderd zonder dat de beeldinformatie verloren gaat. Wacht tot het groene kaarttoegangslampje naast het klepje van de kaartsleuf niet langer brandt en zet de camera uit. Probeer NIET om de kaart te verwijderen terwijl het toegangslampje brandt. Wanneer u dat toch doet, kan dit leiden tot gegevensverlies of beschadiging van de camera en de kaart.
Instructies Eenvoudig fotograferen en weergeven Dit hoofdstuk is als volgt onderverdeeld: Eenvoudig fotograferen Hier wordt stap voor stap beschreven hoe u met behulp van onderwerpsstand (auto) in de meeste situaties snel en eenvoudig goede foto's kunt maken.
Eenvoudig fotograferen Uw eerste foto’s maken Stap 1—Draai de keuzeknop op Instructies—Eenvoudig fotograferen Draai de keuzeknop op . Deze automatische stand is ideaal voor mensen die voor het eerst met een digitale spiegelreflexcamera werken: aan de hand van de omstandigheden bepaalt de camera de meeste instellingen automatisch. Stap 2—Maak de camera gebruiksklaar Voer voordat u een foto maakt de onderstaande stappen uit om de camera klaar voor gebruik te maken. 2 .
2 2 Instructies—Eenvoudig fotograferen .3 Controleer het aantal resterende opnamen De opnameteller op het LCD-venster en in de zoeker toont het aantal foto's dat bij de huidige instellingen kan worden gemaakt. Wanneer dit aantal nul is, knippert het pictogram voor de aanduiding van het resterend aantal opnamen en verschijnt er voor de aanduiding van de sluitertijd een knipperend symbool of .
3 Stap 3—Wijzig de camera-instellingen Instructies—Eenvoudig fotograferen Als de keuzeknop op wordt gezet, worden de camera-instellingen automatisch zodanig aangepast dat de resultaten in de meeste situaties optimaal zijn. Beeldkwaliteit, beeldformaat, gevoeligheid en opnamestand worden ingesteld op de waarden uit de tabel hieronder. Zie “Foto’s maken” ( 35). Opnamestand Beeldkwaliteit De gevoeligheid wordt alleen weergegeven als de ISO knop wordt ingedrukt.
4 Stap 4—Bepaal de uitsnede Instructies—Eenvoudig fotograferen Kies een scherpstelstand en bepaal de beelduitsnede. 4 .1 Kies autofocus Controleer of de selectieknop voor de scherpstelstand op AF (autofocus) staat. Bij deze instelling stelt de camera automatisch scherp wanneer u de ontspanknop half indrukt. U kunt alleen foto’s maken als de camera staat scherpgesteld. 4 .
5 Stap 5—Stel scherp Instructies—Eenvoudig fotograferen Druk de ontspanknop half in. De camera kiest automatisch het scherpstelveld waarin zich het dichtstbijzijnde onderwerp bevindt (prioriteit dichtstbijzijnde onderwerp; 140). Zodra de camera op dit onderwerp heeft scherpgesteld, klinkt er een piepsignaal, wordt het geselecteerde scherpstelveld gemarkeerd ( 8) en verschijnt de scherpstelindicator (●) in de zoeker (zie tabel hieronder).
5 Instructies—Eenvoudig fotograferen In stand stelt de camera automatisch de sluitertijd en het diafragma in wanneer u de ontspanknop half indrukt. Controleer de sluitertijd- en de diafragma-indicator in de zoeker voordat u een foto maakt. Als de foto bij de huidige instellingen overbelicht zou worden, wordt het symbool weergegeven. Gebruik in dat geval een grijsfilter (optioneel). Als de foto onderbelicht zou worden, klapt de ingebouwde flitser uit en gaat deze af wanneer de foto wordt genomen.
6 Stap 6—Maak een foto Instructies—Eenvoudig fotograferen Druk de ontspanknop met een vloeiende beweging helemaal door. Tijdens het opslaan van een foto op de geheugenkaart wordt de gemaakte opname op de monitor weergegeven (zie afbeelding) en brandt het toegangslampje naast de kaartsleuf. Schakel de camera niet uit, verwijder de geheugenkaart en/of de batterijen niet en koppel de eventueel aangesloten lichtnetadapter niet los zolang het lampje brandt.
Eenvoudig weergeven Foto’s bekijken Tijdens het opnemen Tijdens het opslaan op de geheugenkaart worden foto’s automatisch weergegeven. De knop Druk op de knop om de laatst genomen foto weer te geven. Duw de multi-selector omhoog of omlaag om andere foto’s te bekijken. Duw de multi-selector omlaag om de foto’s in volgorde van opnemen te bekijken of omhoog om ze in omgekeerde volgorde te bekijken.
Onderwerpsstanden (Digital Vari-Program – D.V.P.) Creatief fotograferen Instructies—Onderwerpsstanden (Digital Vari-Program – D.V.P.) De D70S beschikt over zeven verschillende onderwerpsstanden (Digital Vari-Program-standen). Door met de keuzeknop een bepaalde onderwerpsstand te kiezen, worden automatisch de optimale camera-instellingen voor het geselecteerde onderwerp gekozen. Fotograferen met behulp van onderwerpsstanden is alleen mogelijk als er een objectief met een CPU op de camera is bevestigd.
Close up Sport Dankzij korte sluitertijden wordt actie dynamisch vastgelegd met het onderwerp duidelijk op de voorgrond. • Camera blijft continu scherpstellen zolang de ontspanknop half ingedrukt blijft en volgt een bewegend onderwerp van het ene scherpstelveld naar het andere. Controleer voor het nemen van de foto eerst de scherpstelindicator (●) in de zoeker: het is nu immers ook mogelijk de ontspanknop volledig in te drukken als het onderwerp niet scherp in beeld is.
Nachtportret Instructies—Onderwerpsstanden (Digital Vari-Program – D.V.P.) Zorgt voor een natuurlijk evenwicht tussen hoofdonderwerp en achtergrond in portretten die worden gemaakt bij weinig licht. Verlicht het onderwerp van een nachtopname op natuurlijke wijze, zelfs bij het gebruik van flitslicht.
Foto’s maken De fijne kneepjes Bij “Instructies: Eenvoudig fotograferen” heeft u geleerd welke handelingen u in welke volgorde moet uitvoeren om bij de meest gebruikte instellingen foto’s te maken. In dit hoofdstuk wordt uitgelegd hoe en wanneer u de camera-instellingen kunt wijzigen voor het fotograferen onder andere opnameomstandigheden.
Opnameopties gebruiken Foto’s maken In het onderstaande diagram kunt u opzoeken wanneer u de in dit hoofdstuk beschreven opnameopties kunt gebruiken.
Foto’s vlak en levenloos? Foto’s vertonen een rode of blauwe zweem? Kleuren onnatuurlijk? Onderwerp overbelicht? Witbalans ( 48–55) Stem de witbalans af op het licht voor natuurlijke kleuren. Bracketing ( 87–93) Maak een serie foto’s met telkens een kleine variatie van de geselecteerde belichtingswaarde, flitsintensiteit of witbalans. Lichtmeting ( 75) Kies hoe de camera de belichting instelt.
Foto’s maken In het onderstaande schema wordt de basisvolgorde aangegeven voor het wijzigen van de instellingen bij het maken van een foto. Lees voordat u verder gaat eerst “Gebruik van cameramenu’s”( 39) voor meer informatie over menuhandelingen. Waar ga ik de foto voor gebruiken? Beeldkwaliteit en -grootte ...................................................... 41–45 Foto's optimaliseren ............................................................... 56–61 Het Opnamemenu ..............................
Gebruik van cameramenu’s Basishandelingen menu’s Een menu kiezen De camera heeft vier hoofdmenu’s: het Weergavemenu, het Opnamemenu, het CSM (Persoonlijke instellingen) menu en het Setup-menu. Wanneer u de menuknop indrukt, toont de camera het laatstgebruikte menu. Zo selecteert u een ander menu: 1 Als het menuonderdeel gemarkeerd knop. is, druk dan op de 2 (Wanneer een pictogram is gemarkeerd, kunt u de menunamen weergeven door de multi-selector naar links te duwen.) 3 Selecteer een menu.
Een optie selecteren Zo wijzigt u de instellingen voor een onderdeel in het huidige menu: Foto’s maken—Gebruik van cameramenu’s 1 2 Markeer het menuonderdeel. 3 Geef de opties weer. 4 Markeer een optie. Selecteer een optie. • Om terug te keren naar het vorig menu zonder een optie te selecteren, dient u de multi-selector naar links te duwen. • Sommige opties worden in een submenu geselecteerd. Herhaal stap 3 en 4 om een optie in een submenu te selecteren.
Beeldkwaliteit en –grootte Opslagcapaciteit effectief gebruiken De beeldkwaliteit en –grootte bepalen samen hoeveel ruimte een foto op de geheugenkaart inneemt. De D70S ondersteunt de volgende beeldkwaliteitopties (lijst in aflopende volgorde van beeldkwaliteit en bestandsgrootte): Optie NEF (Raw) (RAW) Bestandstype Beschrijving NEF Ruwe 12-bits gegevens van de beeldsensor worden rechtstreeks op de geheugenkaart opgeslagen in gecomprimeerd Nikon Electronic Image Format (NEF).
Foto’s maken—Beeldkwaliteit en -grootte U kunt de beeldkwaliteit instellen door middel van de optie Beeldkwaliteit in het Opnamemenu of door de QUAL knop in te drukken en de hoofdinstelschijf rond te draaien. Het menu Beeldkwaliteit 1 Markeer Beeldkwaliteit in het Opnamemenu ( 132) en duw de multi-selector naar rechts. 2 Markeer de gewenste optie en duw de multiselector naar rechts. Het Opnamemenu verschijnt nu.
Beeldgrootte Optie Grootte (pixels) Grootte (±) wanneer afgedrukt bij 200 dpi L (3008 × 2000) 3008 × 2000 38 × 25 cm M (2240 × 1488) 2240 × 1488 28 × 19 cm S (1504 × 1000) 1504 × 1000 19 × 13 cm U kunt de beeldgrootte instellen met behulp van de optie Beeldformaat in het Opnamemenu of door op de QUAL knop te drukken en met de secundaire instelschijf de gewenste grootte te selecteren. Beeldformaat kan niet worden geselecteerd als de beeldkwaliteit is ingesteld op NEF (Raw) of NEF+JPEG Basis.
Foto’s maken—Beeldkwaliteit en -grootte De QUAL knop Als de monitor uit staat, kunt u de beeldgrootte instellen door op de QUAL knop te drukken en de secundaire instelschijf rond te draaien tot op het LCD-venster de gewenste beeldgrootte wordt weergegeven: 44
Bestandsgrootte* Aantal beelden* Buffercapaciteit† Beeldkwaliteit Beeldgrootte NEF (Raw) — 5,0 MB 44 4 L 2,9 MB 73 9 M 1,6 MB 130 7 S 0,8 MB 279 19 L 1,5 MB 144 12 M 0,8 MB 253 7 S 0,4 MB 528 27 L 0,8 MB 279 19 M 0,4 MB 481 7 S 0,2 MB 950 49 L‡ 5,8 MB ** 39 4 JPEG Fijn JPEG Normaal JPEG Basis NEF+JPEG Basis * Alle waarden zijn schattingen. Bestandsgrootte is mede afhankelijk van het onderwerp.
Gevoeligheid (ISO-equivalent) Sneller op licht reageren Foto’s maken—Gevoeligheid (ISO-equivalent) “Gevoeligheid” is het digitale equivalent van filmsnelheid. Hoe hoger de gevoeligheid, des te minder licht er nodig is om een foto te maken, zodat u snellere sluitertijden of kleinere diafragma’s kunt gebruiken. U kunt de gevoeligheid in stappen van 1/3 LW instellen in een bereik dat ongeveer overeenkomt met het bereik van ISO 200 tot ISO 1600.
Foto’s maken—Gevoeligheid (ISO-equivalent) De ISO knop Als de monitor is uitgeschakeld, kunt u de gevoeligheid instellen door op de ISO knop te drukken en de hoofdinstelschijf rond te draaien tot op het LCD-venster de gewenste gevoeligheid wordt weergegeven: 47
Witbalans Kleuren natuurgetrouw weergeven Foto’s maken—Witbalans De kleur die een voorwerp weerkaatst hangt af van de kleur van de lichtbron. Het menselijk brein is in staat dergelijke kleurveranderingen te compenseren. Als gevolg hiervan ziet een wit voorwerp er altijd wit uit, of we het nu in de schaduw, in zonlicht of bij gloeilampverlichting bekijken.
U kunt de witbalans instellen door middel van de optie Witbalans in het Opnamemenu of door de WB knop in te drukken en de hoofdinstelschijf rond te draaien. Foto’s maken—Witbalans Het menu Witbalans 1 Markeer Witbalans in het Opnamemenu ( 132) en duw de multi-selector naar rechts. 2 Markeer de gewenste optie en duw de multiselector naar rechts. Als Preset is geselecteerd, verschijnt er een menu met vooringestelde witbalansopties ( 52).
Witbalans nauwkeurig instellen Foto’s maken—Witbalans Wanneer de witbalans niet op Preset (vooringesteld) staat ingesteld, kunt u de witbalans nauwkeurig afstellen om variaties in de kleur van de lichtbron te compenseren of om het beeld een warme of koele zweem te geven.
Foto’s maken—Witbalans De WB knop Als de monitor is uitgeschakeld, kunt u de witbalans nauwkeurig instellen door op de WB knop te drukken en met de secundaire instelschijf de gewenste witbalanswaarde te selecteren. Fijnregelen en kleurtemperatuur Hieronder worden bij benadering de kleurtemperaturen gegeven voor andere instellingen dan A (automatisch) (de waarden kunnen afwijken van de kleurtemperaturen gemeten met een fotokleurmeter). Gloeilamplicht TL-licht* Dir.
Vooringestelde witbalans Foto’s maken—Witbalans Vooringestelde witbalans wordt gebruikt voor het vastleggen en oproepen van persoonlijke witbalansinstellingen voor het fotograferen bij variabele lichtbronnen, het corrigeren van sterk gekleurde lichtbronnen of het opnieuw gebruiken van de witbalans van een bestaande foto.
Laat de WB knop kort los en druk deze daarna opnieuw in tot het pictogram op het LCDvenster gaat knipperen. Er verschijnt ook een in de opnameteller van het knipperende LCD-venster en de zoeker. 4 Richt de camera zo dat het referentievoorwerp de zoeker vult en druk de ontspanknop helemaal in. De camera meet de witbalanswaarde en gebruikt deze waarde als u een vooringestelde witbalans selecteert.
Foto’s maken—Witbalans Witbalans van een foto kopiëren Om de witbalanswaarde van een bestaande foto op de geheugenkaart te kopieren, opent u het Witbalans menu ( 49) en voert u de volgende stappen uit: 1 2 Markeer Preset. 3 Geef opties weer. 4 Markeer Gebruik foto. Geef de huidige bronfoto weer. * * Ga door met stap 11 als u de witbalanswaarde voor de huidige foto wilt gebruiken. Als er geen foto wordt weergegeven, wordt de vooringestelde witbalans ingesteld op 5200 K (Dir. zonlicht).
10 Markeer foto. † Selecteer foto. † Sommige weergegeven foto's zijn mogelijk met een andere camera gemaakt: deze kunnen niet als bronfoto voor vooringestelde witbalans worden gebruikt. Hiervoor zijn alleen foto's gemaakt met de D70S geschikt. 11 12 Markeer Deze foto. Stel de vooringestelde witbalans in op de waarde van de geselecteerde foto. ‡ ‡ Herhaal stap 5 – 12 om een andere foto te selecteren.
Foto's optimaliseren Beeldcorrectie Foto’s maken—Foto's optimaliseren Wanneer u een onderwerpsstand selecteert, kiest de camera automatisch de instellingen voor contouren, contrast, verzadiging en kleurschakering die voor het gekozen onderwerp het beste resultaat opleveren.
Opties voor beeldoptimalisering selecteert u als volgt: Markeer in het Opnamemenu ( 132) Bld.optimalsrn en duw de multi-selector naar rechts. 2 Markeer de gewenste optie en duw de multiselector naar rechts. Als u Eigen selecteert, verschijnt er een menu met de opties die u zelf kunt instellen. In alle andere gevallen wordt het Opnamemenu weergegeven.
Foto’s maken—Foto's optimaliseren Contrast wijzigen: Tooncompens. Bij het opslaan van een foto op de geheugenkaart wordt de toonverdeling in het beeld aangepast om het contrast te versterken. Deze aanpassing wordt uitgevoerd door middel van tooncurven, die de relatie tussen de toonverdeling in het oorspronkelijke beeld en die in het gecorrigeerde beeld definiëren. Met de opties in het menu Tooncompens. kunt u regelen welk type tooncurve wordt gebruikt.
Optie Beschrijving Ia (sRGB) (standaard) Voor portretfoto’s die zonder verdere bewerking worden afgedrukt of gebruikt. Foto’s worden aangepast aan de sRGBkleurruimte. II (Adobe RGB) Foto’s die met deze instelling zijn opgenomen, worden aangepast aan de Adobe RGB-kleurruimte. Deze kleurruimte kan een groter kleurbereik weergeven dan sRGB, waardoor het de beste keus is voor beelden die nog uitgebreide bewerkingen of retouche moeten ondergaan.
Levendigheid regelen: Verzadiging Verzadiging regelt de levendigheid van kleuren. Foto’s maken—Foto's optimaliseren Optie Beschrijving Normaal (standaard) Normale levendigheid. Aanbevolen voor de meeste situaties. Verminderde levendigheid. Voor foto's die u later op de computer Gematigd wilt bewerken. Verhoogde levendigheid. Voor extra levendige foto's die u zonder Verhoogd verdere bewerking wilt afdrukken.
1 2 Markeer de optimalisatie optie. 3 Geef het submenu weer. 4 Markeer optie. 5 57) wordt het bij Foto’s maken—Foto's optimaliseren Eigen instellingen voor beeldoptimalisering kiezen Na het kiezen van Eigen in het Bld.optimalsrn menu ( stap 1 getoonde menu weergegeven. Herhaal de stappen 1–4 om de andere instellingen te wijzigen. Maak een selectie. 6 Markeer Gereed. 7 Ga terug naar het Opnamemenu.
Opnamestand kiezen Enkel beeld, Continu, Zelfontspanner of Afstandsbediening Foto’s maken—Opnamestand kiezen De gekozen opnamestand bepaalt of de camera één foto tegelijk maakt, een fotoserie maakt, de opname na het indrukken van de ontspanknop vertraagd maakt of wordt bediend met behulp van een afstandsbediening. Stand Enkel beeld Continu Beschrijving Bij het indrukken van de ontspanknop wordt er één foto gemaakt. Terwijl de foto wordt opgeslagen, brandt het toegangslampje.
De geheugenbuffer De camera is voorzien van een geheugenbuffer voor de tijdelijke opslag van foto’s tijdens het fotograferen, zodat u een aantal foto’s achter elkaar kunt maken zonder te hoeven wachten tot de beelden op de geheugenkaart zijn opgeslagen. Wanneer de buffer vol is, wordt de ontspanknop buiten werking gesteld tot er genoeg informatie naar de geheugenkaart is overgespeeld om plaats te maken voor meer foto’s.
Scherpstelling Regelen hoe de camera scherpstelt In dit gedeelte worden de opties besproken waarmee u regelt hoe uw camera scherpstelt: scherpstelstand, selectie scherpstelveld en AF-veldstand. Foto’s maken—Scherpstelling Scherpstelstand De scherpstelstand kunt u instellen met de selectieknop aan de voorzijde van de camera. U kunt kiezen uit de volgende twee standen: Optie VIDEO VIDEO OUT OUT Beschrijving De camera stelt scherp wanneer u de ontspanknop half indrukt.
De anticiperende meevolgende scherpstelling kan niet worden gebruikt in de handmatige scherpstelstand. 65 Foto’s maken—Scherpstelling Anticiperende meevolgende scherpstelling (Focus Tracking) Als het autofocussysteem van de camera signaleert dat het onderwerp zich beweegt terwijl de ontspanknop half wordt ingedrukt, dan wordt automatisch de anticiperende meevolgende scherpstelling geactiveerd.
Selectie scherpstelveld Foto’s maken—Scherpstelling De D70S heeft vijf scherpstelvelden die samen een groot deel van het beeld beslaan. U kunt het scherpstelveld handmatig selecteren, zodat uw hoofdonderwerp zich vrijwel overal in het beeld kan bevinden, of kiezen voor automatische scherpstelling om altijd scherp te stellen op het dichtstbijzijnde onderwerp, ongeacht waar dat zich in het beeld bevindt (prioriteit dichtstbij140).
Optie Display Beschrijving Enkel veld De gebruiker kiest het scherpstelveld handmatig; de camera stelt alleen scherp op het onderwerp in het geselecteerde scherpstelveld. Het scherpstelveld wordt tijdens het scherpstellen in de zoeker gemarkeerd ( 8) als het is geselecteerd en de camera aan het scherpstellen is. Kies deze instelling voor relatief statische composities waarbij het onderwerp in het geselecteerde scherpstelveld blijft staan.
Overzicht van autofocusopties Foto’s maken—Scherpstelling Persoonlijke Instelling 2 (Autofocus) AF-S AF-C 68 Persoonlijke Instelling 3 (AF-veldstand) LCDActief Zoeker venster scherpstelveld Selectie scherpstelveld Enkel veld Getoond in zoeker en op LCD-venster Handmatig Dynamisch veld Getoond in zoeker en op LCD-venster Handmatig Dichtstbz.
Gebruik Camera stelt scherp op het onderwerp in het geselecteerde scherpstelveld. Zodra de camera gereed is met Voor onbeweeglijke onderscherpstellen klinkt er een piepsignaal. De scherpstel- werpen bij voldoende tijd om ling blijft vergrendeld zolang u de ontspanknop half compositie te bepalen. ingedrukt houdt. Camera stelt scherp op het onderwerp in het geselecteerde scherpstelveld.
Vergrendeling scherpstelling Foto’s maken—Scherpstelling U kunt de scherpstelling vergrendelen om de compositie van uw foto te veranderen nadat u heeft scherpgesteld. Zo kunt u scherpstellen op een onderwerp dat zich op de uiteindelijke foto niet in één van de vijf scherpstelvelden bevindt. U kunt de scherpstelling ook vergrendelen wanneer het autofocussysteem van de camera niet in staat is scherp te stellen ( 73).
Bepaal opnieuw de compositie van uw foto en druk af. Bij enkelvoudige servo-AF (AF-S) blijft de scherpstelling tussen de opnamen door vergrendeld zolang u de ontspanknop half ingedrukt houdt. Zo kunt u een aantal foto's met dezelfde scherpstelling achter elkaar maken. U kunt de scherpstelling tussen de opnamen door ook vergrendelen door de AE-L/AF-L knop ingedrukt te houden. Terwijl de scherpstelling vergrendeld is, dient u de afstand tussen de camera en het onderwerp niet te veranderen.
AF-hulpverlichting Foto’s maken—Scherpstelling Dankzij de ingebouwde AF-hulpverlichting kan de camera ook scherpstellen op schaars verlichte onderwerpen. Om de hulpverlichting te kunnen gebruiken, moet bij Persoonlijke Instelling 2 (Autofocus; 139) AF-S zijn geselecteerd, moet er een AF-Nikkor objectief op de camera zijn bevestigd en moet het middelste scherpstelveld zijn geselecteerd of de optie prioriteit dichtstbijzijnde onderwerp actief zijn.
Goede resultaten verkrijgen met autofocus Continu gebruik van de AF-hulpverlichting ( 72) Als de AF-hulpverlichting voor een aantal opnamen achter elkaar is gebruikt, kan deze gedurende korte tijd worden uitgeschakeld om de lamp te beschermen. Na een korte pauze kan de hulpverlichting opnieuw worden gebruikt. Let op dat de lamp bij continu gebruik heet kan worden. 73 Foto’s maken—Scherpstelling Autofocus functioneert niet goed onder de onderstaande omstandigheden.
Handmatig scherpstellen Foto’s maken—Scherpstelling De handmatige scherpstelling kan worden gebruikt bij objectieven die geen autofocus ondersteunen (Nikkor-objectieven zonder AF) of wanneer autofocus niet het gewenste resultaat oplevert ( 73). Om handmatig scherp te stellen dient u de selectieknop van de scherpstelstand op M te zetten en de scherpstelring op het objectief rond te draaien tot het beeld in de heldere cirkel in de zoeker scherp is.
Belichting Regelen hoe de camera de belichting instelt Lichtmeting Methode Beschrijving De lichtmeting wordt uitgevoerd door een RGB-sensor van 1005 pixels die de belichting instelt op basis van gegevens uit alle delen van het beeld. Deze methode is met name effectief wanneer het beeld wordt overheerst door lichte (witte of gele) of donkere (zwarte of donkergroene) kleuren, aangezien het resultaat dan dicht ligt bij wat het 3D menselijk oog waarneemt.
Belichtingsstand Foto’s maken—Belichting Als de keuzeknop is ingesteld op P, S, A of M, kunt u de sluitertijd en het diafragma instellen zoals hieronder is beschreven. CPU-objectieven (alle belichtingsstanden) Als u een CPU-objectief gebruikt dat voorzien is van een diafragmaring, dient u de diafragmaring op de laagste waarde (hoogste f/-getal) te zetten. Bij andere instellingen wordt de ontspanknop buiten werking gesteld en toont de diafragma-indicator op het LCD-venster en in .
P: Geprogrammeerd automatisch In de stand Geprogrammeerd automatisch fotografeert u als volgt: 1 Draai de keuzeknop op P. 2 Bepaal de uitsnede van uw foto, stel scherp en maak een opname. Flexibel programma In de stand P kunt u met de hoofdinstelschijf verschillende combinaties van sluitertijd en diafragma kiezen ("flexibel programma") die allemaal dezelfde belichting opleveren. Als het flexibele programma actief is, wordt op het LCD-venster het pictogram weergegeven.
Foto’s maken—Belichting Waarschuwing belichting Als de uiterste waarden van het belichtingsmeetsysteem worden overschreden, verschijnt er één van de volgende symbolen in het LCD-venster en de zoeker: Symbool Beschrijving Onderwerp te licht. Gebruik een optioneel grijsfilter of een lagere gevoeligheid (ISO-equivalent; 46). Onderwerp te donker. Kies een hogere gevoeligheid ( 46). Als de flitser-gereedindicator ( ) in de zoeker knippert, kan de flitser worden gebruikt voor extra verlichting.
S: Sluitertijdvoorkeuze In de stand Sluitertijdvoorkeuze fotografeert u als volgt: 1 2 Draai de keuzeknop op S. 3 Bepaal de uitsnede en druk af. Draai de hoofdinstelschijf rond om de gewenste sluitertijd in te stellen. Waarschuwing belichting Als de uiterste waarden van het belichtingsmeetsysteem worden overschreden, verschijnt er één van de volgende symbolen in het LCD-venster en de zoeker: Symbool Beschrijving Onderwerp te licht.
Foto’s maken—Belichting Overschakelen van stand M naar stand S Als u in de stand M de sluitertijd of (tijdopname) selecteert en vervolgens stand S selecteert zonder de sluitertijd te wijzigen, knippert de sluitertijdindicator en kan er geen opname worden gemaakt. Draai aan de hoofdinstelschijf om een andere sluitertijd te selecteren voordat u de foto maakt.
A: Diafragmavoorkeuze In de stand Diafragmavoorkeuze fotografeert u als volgt: 1 2 Draai de keuzeknop op A. 3 Bepaal de uitsnede en druk af. Draai de secundaire instelschijf rond om het gewenste diafragma te kiezen. Waarschuwing belichting Als de uiterste waarden van het belichtingsmeetsysteem worden overschreden, verschijnt er één van de volgende symbolen in het LCD-venster en de zoeker: Symbool Beschrijving Onderwerp te licht.
M: Handmatig Foto’s maken—Belichting In de stand M bepaalt u sluitertijd en diafragma zelf. U kunt de sluitertijd instellen op een waarde tussen de 30 en 1/8.000 sec. of de sluiter langdurig of voor onbepaalde tijd open houden ( ). Het diafragma kan worden ingesteld tussen de hoogste en laagste waarde voor het objectief. Met de elektronisch analoge belichtingsindicator in de zoeker kunt u de belichting afstemmen op de opname-omstandigheden en het doel waarvoor u de foto's wilt gaan gebruiken.
Langdurige belichting Bij de sluitertijdinstelling blijft de sluiter geopend zolang u de ontspanknop ingedrukt houdt. In de standen voor vertraagd en direct ontspannen met de afstandsweergegeven in plaats van .
Vergrendeling automatische belichting Foto’s maken—Belichting Bij centrumgerichte lichtmeting telt een deel in het midden van het beeld zwaarder mee bij het bepalen van de belichting. Op dezelfde manier wordt bij spotmeting de belichting gebaseerd op de lichtomstandigheden in het op dat moment geselecteerde scherpstelveld.
Houd de AE-L/AF-L knop ingedrukt, bepaal opnieuw de compositie van uw foto en druk af. Foto’s maken—Belichting 3 Meetgebied Bij spotmeting wordt de belichting vergrendeld op de waarde gemeten in een cirkel van 2,3 mm in het midden van het geselecteerde scherpstelveld. Bij centrumgerichte lichtmeting wordt de belichting vergrendeld op de waarde gemeten in een cirkel van 8 mm in het midden van de zoeker.
Belichtingscorrectie Foto’s maken—Belichting Om bij bepaalde composities het gewenste resultaat te verkrijgen kan het nodig zijn om af te wijken van de door de camera voorgestelde belichting door belichtingscorrectie toe te passen. Als vuistregel geldt dat een positieve belichtingscorrectiewaarde moet worden gebruikt wanneer het hoofdonderwerp donkerder is dan de achtergrond, en een negatieve waarde wanneer het hoofdonderwerp lichter is dan de achtergrond.
Bracketing Type Beschrijving Belichtingsbracketing (AE & flits of Alleen AE) Bij elke opname varieert de camera de belichting met een maximum van ± 2 LW; belichtingsbracketing is geselecteerd via belichtingscorrectie (stand P, S en A) of door de gebruiker (stand M). Telkens wanneer de sluiter wordt ontspannen, wordt er één foto gemaakt; voor een volledige bracketingreeks zijn drie opnamen noodzakelijk.
Belichtings- en flitsbracketing Foto’s maken—Belichting 1 Selecteer bij Persoonlijke Instelling 12 (Bracketing; 146) het soort bracketing dat u wilt uitvoeren. Kies AE & flits om zowel de belichting als de flitsintensiteit te variëren (de standaardinstelling), Alleen AE om alleen de belichting te variëren en Alleen flits om alleen de flitsintensiteit te variëren.
Bepaal de compositie van de foto, stel scherp en druk af. De camera varieert per opname de belichting en/of de flitsintensiteit op basis van het geselecteerde bracketingprogramma. Wijzigingen in de belichtings- en flitsintensiteit worden toegevoegd aan de belichtingscorrectiewaarde ( 86) en flitscorrectiewaarde ( 102). Foto’s maken—Belichting 4 Als bracketing actief is, gaat op het LCDvenster en in de zoeker het pictogram knipperen.
Welke bracketingprogramma's kunnen worden gebruikt hangt af van de optie die u heeft geselecteerd bij Persoonlijke Instelling 9 (LW-stappen; 144).
1/2 stop Display LCD-venster Aantal opnamen 3 Ophoogwaarde Bracketingvolgorde (LW’s) ±½ LW 0, –0,5, +0,5 3 ±1 LW 0, –1,0, +1,0 3 ±1½ LW 0, –1,5, +1,5 3 ±2 LW 0, –2,0, +2,0 2 +½LW 0, +0,5 2 +1 LW 0, +1,0 2 +1½ LW 0, +1,5 2 +2 LW 0, +2,0 2 –½ LW 0, –0,5 2 –1LW 0, –1,0 2 –1½ LW 0, –1,5 2 –2 LW 0, –2,0 Verder gaan met belichtings- of flitsbracketing Als de geheugenkaart vol is voordat alle opnamen in de reeks zijn gemaakt, kunt u verder gaan met de volgende opname in de r
Witbalansbracketing Foto’s maken—Belichting 1 Kies WB bracketing voor Persoonlijke Instelling 12 (Bracketing; 146). NB: Witbalansbracketing wordt niet uitgevoerd als de beeldkwaliteit staat ingesteld op NEF (Raw) of NEF+JPEG Basis. 2 Druk op de knop en draai aan de hoofdop het LCD-venster wordt instelschijf tot weergegeven. Het pictogram op het en ) aan LCD-venster en de pijlen ( weerszijden van de elektronisch analoge belichtingsindicator gaan knipperen.
Bepaal de compositie van uw foto, stel scherp en druk af. Elke opname wordt bewerkt om het aantal foto’s te creëren dat u in het bracketingprogramma heeft opgegeven en elk beeld heeft een andere witbalans. Wijzigingen in de witbalans worden toegevoegd aan de witbalanscorrectie die u heeft ingesteld bij het nauwkeurig afstellen van de witbalans ( 50).
Flitsfotografie Gebruik van de ingebouwde flitser Foto’s maken—Flitsfotografie De D70S is voorzien van een ingebouwde flitser met een richtgetal van 15 (ISO 200, m) en 11 (ISO 100, m). Als er een CPU-objectief op de camera is bevestigd, geeft de flitser een aantal monitor voorflitsen die worden geanalyseerd met behulp van "door-de-lens" (DDL) technologie (i-DDL flitssturing).
Flitssynchronisatiestanden In de standen P, S, A en M zijn de volgende flitssynchronisatiestanden beschikbaar: Beschrijving Deze stand wordt aanbevolen voor de meeste situaties. In de standen P en A wordt de sluitertijd automatisch ingesteld op Synchronisatie eerste gordijn waarden van 1/ 60 tot 1/ 500 sec. Ongeveer één seconde voor de hoofdflits gaat het lampje voor de rode-ogen-reductie branden, zodat de pupillen van het onderwerp zich samentrekken en het rode-ogen-effect wordt verminderd.
In de standen schikbaar: , Foto’s maken—Flitsfotografie Flitssynchronisatiestand en zijn de volgende flitssynchronisatiestanden beBeschrijving Bij onvoldoende licht of tegenlichtopnamen klapt de flitser uit als de ontspanknop half wordt ingedrukt en gaat de flitser af als de ontspanknop volledig wordt ingedrukt. De sluitertijd is Automatische syn- beperkt tot waarden van 1/ 60 tot 1/ 500 seconde (1/ 125 - 1/ 500 sechronisatie eerste conde in de stand ).
Gebruik van de ingebouwde flitser 1 Draai de keuzeknop op de gewenste instelling ( 10). Ga verder met stap 4 ( 98) als of selecteert. i-DDL uitu stand , , gebalanceerde invulflits voor digitale spiegelreflex wordt geselecteerd en de ingebouwde flitser klapt automatisch uit wanneer het nodig is. 2 Kies een lichtmeetmethode.
Foto’s maken—Flitsfotografie 4 Druk op de knop en draai aan de hoofdinstelschijf tot het pictogram van de gewenste flitssynchronisatiestand op het LCD-venster wordt weergegeven. Welke opties beschikbaar zijn, is afhankelijk van de belichtingsstand die met de keuzeknop is ingesteld: P, S, A, M Synchronisatie eerste gordijn Rode-ogenreductie Rode-ogen-reductie met langzame synchronisatie 1 Synchronisatie Rode-ogentweede gorreductie2 dijn3 1 Alleen beschikbaar in de standen P en A.
Druk de ontspanknop half in en controleer de belichting (sluitertijd en diafragma). Als in de standen , , en voor een correcte belichting extra licht is vereist, klapt de ingebouwde flitser automatisch uit en begint deze met opladen. De tabel hieronder geeft een overzicht van de sluitertijden en diafragmawaarden die beschikbaar zijn als de ingebouwde flitser is uitgeklapt. Stand Sluitertijd Diafragma S Automatisch door camera ingesteld (1/ 500–1/ 60 sec.
Foto’s maken—Flitsfotografie Gebruik van de ingebouwde flitser Als de ingebouwde flitser in de opnamestand Continu wordt gebruikt, wordt er bij het indrukken van de ontspanknop telkens maar één foto gemaakt. Beeldstabilisatie (beschikbaar bij VR-objectieven) werkt niet als de ontspanknop half ingedrukt is en de ingebouwde flitser bezig is met opladen.
Objectief AF-S DX ED 12–24 mm f/4G AF-S ED 17–35 mm f/2.8D AF-S DX IF ED 17–55 mm f/2.8G AF ED 18–35 mm f/3.5–4.5D AF-S DX ED 18–70 mm f/3.5–4.5G (IF) AF 20–35 mm f/2.8D AF-S VR ED 24–120 mm f/3.5–5.6G AF-S ED 28–70 mm f/2.
Flitsbelichtingscorrectie Foto’s maken—Flitsfotografie In de standen P, S, A en M kunt u flitsbelichtingscorrectie gebruiken om de automatisch door de camera bepaalde flitsintensiteit te vergroten of verkleinen (flitsbelichtingscorrectie is niet beschikbaar voor onderwerpsstanden). U kunt de flitsintensiteit vergroten om het hoofdonderwerp sterker uit te lichten of juist beperken om ongewenste accentueringen of reflecties tegen te gaan.
FV-vergrendeling 1 Selecteer FV-vergr. voor Persoonlijke Instelling 15 (AE-L / AF-L; 147). 2 Draai de keuzeknop op de gewenste stand en kies een flitssynchronisatiestand zoals is beschreven bij stap 1 t/m 4 in “Gebruik van de ingebouwde flitser” ( 97–98). 3 Richt de camera zo dat het onderwerp zich in het midden van het beeld bevindt en druk de ontspanknop half in om scherp te stellen. 4 Controleer of de flitser-gereedindicator in de zoeker wordt weergegeven en druk op de AEL / AF-L knop.
Foto’s maken—Flitsfotografie 5 Bepaal de compositie van de foto opnieuw. 6 Druk de ontspanknop volledig in om de foto te maken. Indien gewenst kunt u meerdere foto's maken zonder de flitsintensiteit te ontgrendelen. 7 Druk op de AE-L /AF-L knop om de flitsintensiteit te ontgrendelen en controleer of het pictogram EL niet langer op het LCD-venster en in de zoeker wordt weergegeven.
Zelfontspannerstand Sluiter vertraagd ontspannen De zelfontspannerstand kan worden gebruikt om cameratrilling te verminderen of om zelfportretten te maken. Zo gebruikt u de zelfontspanner: Plaats de camera op een statief (aanbevolen) of op een vlak, stabiel oppervlak. 3 Bepaal de uitsnede en stel scherp. Wanneer autofocus aan staat, zorg dan dat er geen ongewenste onderwerpen voor het objectief staan wanneer u de zelfontspanner activeert.
Foto’s maken—Zelfontspannerstand 4 Druk de ontspanknop volledig in om de zelfontspanner te activeren. Het zelfontspannerlampje (AF-hulpverlichting) gaat knipperen en er klinkt een piepsignaal. Twee seconden voordat de foto wordt gemaakt stopt het zelfontspannerlampje met knipperen en neemt de frequentie van het piepsignaal toe. Nadat de foto is gemaakt, wordt de opnamestand actief die was ingesteld voordat de zelfontspanner werd geselecteerd.
Gebruik van de afstandsbediening Fotograferen met afstandsbediening U kunt de optionele ML-L3 afstandsbediening gebruiken om zelfportretten te maken en om de camera op afstand te bedienen. Opnamestand Beschrijving Dit geeft de fotograaf bij het maken van een zelfportret Afstandsbediening vertraagd gelegenheid om te poseren. De sluiter reageert snel; te gebruiken om onscherpe opnamen Afstandsbediening direct als gevolg van het bewegen van de camera te voorkomen.
U gebruikt de afstandsbediening als volgt: Foto’s maken—Gebruik van de afstandsbediening 1 2 3 Plaats de camera bij voorkeur op een statief of op een plat, stabiel oppervlak. Druk op de knop en draai aan de hoofdinstelschijf tot (vertraagd ontspannen) of (direct ontspannen) op het LCD-venster wordt weergegeven. Bepaal de beelduitsnede. In de stand Autofocus (AF) kunt u de ontspanknop van de camera wel gebruiken om de scherpstelling te controleren, maar niet om de sluiter te ontspannen.
Richt de zender van de ML-L3 op de infraroodontvanger van de camera en druk op de ontspanknop van de ML-L3 (controleer bij het maken van buitenopnamen met de afstandsbediening of het onderwerp niet in tegenlicht staat en of de zichtlijn tussen de zender en de infraroodontvanger niet wordt geblokkeerd door het objectief of andere obstakels). Hoe de camera scherpstelt en afdrukt, is afhankelijk van de instelling van Persoonlijke Instelling 2 (Autofocus; 139).
Foto’s maken—Gebruik van de afstandsbediening De batterij vervangen De ML-L3 afstandsbediening wordt gevoed door een 3 V CR2025 lithium batterij.Om de batterij te vervangen doet u het volgende: 1 Duw het schuifje in de bij weergegeven richting om de batterijhouder te ontgrendelen en verwijder de batterijhouder zoals is weergegeven bij . 2 Verwijder de batterij uit de batterijhouder. 3 Plaats een nieuwe batterij met de “+” naar boven.
Reset met twee knoppen Standaardinstellingen terugzetten Optie Standaard Opnamestand Enkel beeld * Scherpsteldveld Middelste† Lichtmeting Matrix Flexibel programma Uit Vergrendeling automatische belichting Uit‡ Belichtingscorrectie ±0 Bracketing Uit Optie Standaard Flitssynchronisatiestand P, S, A, M , , Synchronisatie eerste gordijn Automatische synchronisatie eerste gordijn Automatische langzame synchronisatie Flitsbelichtingscompensatie Uit FV-vergr.
112
Meer over weergeven Weergaveopties In dit hoofdstuk worden de handelingen besproken die u kunt uitvoeren tijdens het weergeven van beelden, zoals thumbnails weergeven, inzoomen en foto-informatie bekijken.
Enkel beeld weergeven Meer over weergeven Foto's worden tijdens het opslaan en bij het indrukken van de de monitor weergegeven. knop op Tijdens het opslaan De knop Tijdens het opslaan op de geheugenkaart worden foto's automatisch weergegeven. Druk op de knop om de laatst genomen foto direct weer te geven. Foto's die zijn gemaakt in de beeldoriëntatie "staand" (verticaal) worden automatisch in deze stand weergegeven.
Bij beeld-voor-beeldweergave kunt u de volgende handelingen uitvoeren: Druk op Beschrijving Door de foto's bladeren Duw de multi-selector omlaag om de foto's in volgorde van opnemen te bekijken of omhoog om ze in omgekeerde volgorde te bekijken. Foto-informatie bekijken Duw de multi-selector naar links of rechts om de fotoinformatie van de huidige foto te bekijken ( 116). Thumbnails bekijken Druk op de knop om foto's in thumbnailweergave te bekijken ( 118).
Foto-informatie Meer over weergeven Foto-informatie wordt bij beeld-voor-beeldweergave tegelijk met de foto op de monitor getoond. Duw de multi-selector naar links of rechts om als volgt door de foto-informatie te bladeren: Opname-informatie Pagina 2 ↔ Opname-informatie Pagina 1 ↔ Bestandsinformatie ↔ Histogram ↔ Hoge lichten. Bestandsinformatie 1 Beveiligstatus.........121 2 Nummer huidige foto/ Totaal aantal foto’s ..126 3 Mapnaam..............156 4 Bestandsnaam .........41 5 Beeldgrootte............
Histogram Meer over weergeven 1 Beveiligstatus......................................................121 2 Nummer huidige foto/Totaal aantal foto’s ...........126 3 Histogram met toonverdeling in het beeld. De horizontale as geeft de helderheid van de pixels weer, met donkere tonen links en lichte tonen rechts. De verticale as geeft het aantal pixels per helderheid in het beeld weer. Hoge lichten 1 Beveiligstatus......................................................
Meerdere beelden bekijken: thumbnails weergeven Meer over weergeven Door bij beeld-voor-beeldweergave op de knop te drukken kunt u "contactafdrukken" van vier of negen thumbnails weergeven. Bij thumbnailweergave kunt u de volgende handelingen uitvoeren: ToVoor Druk op Beschrijving Wijzigen van aantal getoonde beelden Druk op de knop om over te schakelen tussen weergave van vier thumbnails, weergave van negen thumbnails en beeld-voor-beeldweergave.
22—Monitor uit ( 153) De monitor schakelt automatisch uit om stroom te sparen wanneer er gedurende de bij Eigen Instelling 22 (Monitor uit). Opgegeven periode geen handelingen zijn verricht. 119 Meer over weergeven De multi-selector gebruiken U kunt de multi-selector gebruiken wanneer de monitor aan staat. De vergrendeling van de scherpstelselectieknop treedt alleen in werking wanneer de monitor uit staat.
Foto’s van dichtbij bekijken: zoom tijdens het weergeven Meer over weergeven knop om in te zoomen op het beeld dat bij enkel-beeldweerDruk op de gave wordt getoond of dat bij thumbnailweergave is gemarkeerd.
Foto’s beveiligen tegen verwijderen Zo beveiligt u een foto: 1 2 Geef het beeld schermvullend weer of markeer het beeld in de thumbnail-lijst. Druk op de knop. De foto wordt voorzien van een pictogram. Om de beveiliging van een foto ongedaan te maken zodat u het beeld kunt verwijderen, dient u de foto schermvullend weer te geven of te markeren in knop te drukken.
Afzonderlijke foto’s verwijderen Meer over weergeven Om het beeld dat bij enkel-beeldweergave wordt getoond of dat bij thumbnailweergave is gemarkeerd te verwijderen, dient u op de knop te drukken. Eenmaal verwijderde foto’s kunnen niet worden teruggehaald. 1 2 3 Geef het beeld schermvullend weer of markeer het in de thumbnail-lijst. Druk op de gingsdialoog. knop. Er verschijnt een bevesti- knop om de foto te wissen.
Menugids Register voor menuopties Een aantal camera-instellingen kunt u wijzigen in menu’s die op de cameramonitor verschijnen. In dit hoofdstuk worden de volgende onderwerpen besproken: Het Weergavemenu Het Weergavemenu bevat opties voor het beheren van beelden opgeslagen op geheugenkaarten en voor het weergeven van foto’s in diashows. Het Opnamemenu Dit menu bevat geavanceerde opnameopties, zoals beeldoptimalisering en ruisonderdrukking.
Het Weergavemenu Foto’s beheren Het Weergavemenu bevat de volgende opties: Menugids—Het Weergavemenu Optie Wissen 124–125 Terugspeelmap 126 Draai portret 126 Diashow 127–128 Bld. verbergen 129 Printen 130–131 Het Weergavemenu wordt niet getoond wanneer er geen geheugenkaart in de camera zit. Wissen Om het menu Wissen op te roepen markeert u Wissen en duwt u de multi-selector naar rechts. Duw de multi-selector omhoog of omlaag om een optie te markeren, en naar rechts om de optie te selecteren.
Geselecteerde foto’s verwijderen: Selectie 1 2 Markeer de foto. Selecteer het gemarkeerde beeld. Geselecteerde beelden worden voorzien van een pictogram. 3 Herhaal stap 1–2 om meer beelden te selecteren. Om de selectie van een beeld ongedaan te maken, dient u het beeld te markeren en op het midden van de multi-selector te duwen. Druk op de knop om het menu te verlaten zonder beelden te verwijderen. 4 Er verschijnt een bevestigingsdialoog.
Terugspeelmap Menugids—Het Weergavemenu Om het menu Terugspeelmap op te roepen, markeert u Terugspeelmap in het Weergavemenu ( 124) en duwt u de multi-selector naar rechts. Duw de multi-selector omhoog of omlaag om een optie te markeren, en vervolgens naar rechts om een optie te selecteren. Optie Beschrijving Alleen foto’s uit de map die in het Setup menu bij Mappen is geselecteerd, kunnen bij het weergeven worden bekeken ( 156). Deze optie wordt automatisch geselecteerd wanneer de foto wordt genomen.
Diashow Optie Start Tussenpauze Menugids—Het Weergavemenu Om beelden automatisch achter elkaar weer te geven, als bij een diashow, markeert u Diashow in het Weergavemenu ( 124) en duwt u de multi-selector naar rechts. Duw de multi-selector omhoog of omlaag om een optie te markeren en naar rechts om de optie te selecteren. Beschrijving Start de diashow. Kies hoe lang elke foto wordt getoond. Diashow starten: Start U start de diashow door Start te selecteren.
Menugids—Het Weergavemenu Wanneer de diashow afgelopen is of wanneer u op de knop drukt om de diashow te pauzeren, verschijnt de dialoog rechts. Duw de multi-selector omhoog of omlaag om een optie te markeren, en vervolgens naar rechts om de optie te selecteren. • Herstarten: Diashow hervatten. • Tussenpauze: Tijd dat ieder beeld wordt getoond wijzigen. knop om de diashow te Duw de multi-selector naar links of druk op de beëindigen en terug te keren naar het Weergavemenu.
Bld. verbergen 1 2 Markeer de foto. 3 Herhaal stap 1–2 om meer beelden te selecteren. Om de selectie van een beeld ongedaan te maken, dient u het beeld te markeren en op het midden van de multi-selector te duwen. Druk op knop om het menu te verde laten zonder de verborgen-status van beelden te wijzigen. Selecteer het gemarkeerde beeld. Geselecteerde beelden worden voorpictogram. zien van een 4 Voltooi de handeling en keer terug naar het Weergavemenu.
Printen Menugids—Het Weergavemenu Met de optie Printen kunt u digitale printopdrachten aanmaken, waarbij u opgeeft welke foto’s u wilt afdrukken, hoeveel afdrukken u van iedere foto wilt hebben en welke informatie er op iedere foto moet staan. Deze informatie wordt in Digital Print Order Format (DPOF) opgeslagen op de geheugenkaart. Nadat u een printopdracht heeft aangemaakt, kunt u de geheugenkaart uit de camera verwijderen en de geselecteerde beelden afdrukken op ieder DPOF-compatibel apparaat.
Printopdracht wijzigen: Selecteren 1 Markeer de foto. 2 Duw de multi-selector omhoog om de gemarkeerde foto te selecteren en het aantal afdrukken op 1 in te stellen. Geselecteerde foto's worden gemarkeerd met het pictogram . Duw de multi-selector nogmaals omhoog om het aantal afdrukken te verhogen (tot maximaal 99) of duw de multi-selector omlaag om het aantal afdrukken te verlagen. 3 4 Herhaal stap 1 en 2 om meer foto’s te selecteren.
Het Opnamemenu Opnameopties Het Opnamemenu bevat de volgende opties: Menugids—Het Opnamemenu Optie Bld.optimalsrn * 56–61 Lange tijd RO 133 Beeldkwaliteit 41–42 Beeldformaat 43–45 Witbalans * 48–55 ISO 46–47 * Alleen beschikbaar als de keuzeknop is ingesteld op P, S, A of M. Bld.optimalsrn Als de keuzeknop op P, S, A of M is ingesteld, wordt de foto verbeterd zoals is opgegeven in het menu Bld.optimalsrn. Zie voor meer informatie “Foto's maken: Foto's optimaliseren” ( 56).
Lange tijd RO Optie Beschrijving Uit (standaard) Ruisonderdrukking uit; camera functioneert normaal. Aan Ruisonderdrukking wordt geactiveerd bij sluitertijden van 1 seconde of langer. De verwerkingstijd voor de opnamen wordt meer dan verdubbeld; werd deze optie geselecteerd in de stand voor continu-opnamen ( 62), dan daalt de snelheid tot onder 3 bps. Tijdens het verwerken knippert in de sluitertijd- en diafragma-aanduiding.
Beeldkwaliteit Menugids—Het Opnamemenu Voor de instelling van de beeldkwaliteit kunt u kiezen uit de opties hiernaast. Zie voor meer informatie “Foto's maken: Beeldkwaliteit en –grootte” ( 41). Beeldformaat Voor de instelling van de beeldgrootte kunt u kiezen uit L (3008 × 2000), M (2240 × 1488) en S (1504 × 1000). Zie voor meer informatie “Foto's maken: Beeldkwaliteit en –grootte” ( 43). Witbalans Deze optie is alleen beschikbaar als de keuzeknop is ingesteld op P, S, A of M.
Persoonlijke instellingen De camera nauwkeurig instellen Optie R Reset menu Optie 136–137 05 ISO auto 142–143 01 Signaal 138 06 Geen CF-krt? 143 02 Autofocus 139 07 Bld bekijken 144 03 AF-veldstand 140 08 Raster tonen 144 04 AF-hulplicht 141 09 LW-stappen 144 Als CSM menu op Gedetailleerd staat ingesteld, zijn er nog zestien andere opties beschikbaar: Optie Optie 10 Bel. corr. 145 18 AF-veld verl 11 Centrumger.
De HELP knop Menugids—Persoonlijke instellingen Druk op de knop (HELP) voor Help-informatie over Persoonlijke Instellingen als er in het CSM menu een menuonderdeel is gemarkeerd of als de opties voor Persoonlijke Instellingen worden weergegeven. Persoonlijke Instelling R: Reset menu Markeer Reset menu in het CSM menu ( 135) en duw de multi-selector naar rechts om de standaardwaarden voor de Persoonlijke Instellingen te herstellen. Duw de multi-selector omhoog of omlaag om een optie te markeren.
De standaard instellingen worden hieronder weergegeven. Standaard Optie Standaard R Reset menu Nee 13 BKT volgorde MTR>ondr>boven 01 Signaal Aan 14 Instelschijf Nee 15 AE-L/AF-L AE/AF-vergr. 02 Autofocus AF-S * 03 AF-veldstand Enkel veld † 04 AF-hulplicht Aan 17 Schrpstlveld Geen doorloop Uit 18 AF-veld verl Automatisch 05 ISO auto 16 AE-vergr. AE-L knop 06 Geen CF-krt? Ontspan vergr.
Persoonlijke Instelling 1: Signaal Menugids—Persoonlijke instellingen Markeer Signaal in het CSM menu ( 135) en duw de multi-selector naar rechts om de luidspreker van de camera in of uit te schakelen. Duw de multi-selector omhoog of omlaag om een optie te markeren. Duw de multi-selector naar rechts om de selectie te bevestigen. Optie Beschrijving Luidspreker aan; op het LCD-venster wordt weergegeven.
Persoonlijke Instelling 2: Autofocus Optie Menugids—Persoonlijke instellingen Markeer Autofocus in het CSM menu ( 135) en duw de multi-selector naar rechts om in te stellen hoe de camera scherpstelt als de selectieknop voor de scherpstelstand is ingesteld op AF. Duw de multi-selector omhoog of omlaag om een optie te markeren. Duw de multi-selector naar rechts om de selectie te bevestigen. Beschrijving AF-S * Enkelvoudige servo-AF (( 64).
Persoonlijke Instelling 3: AF-veldstand Menugids—Persoonlijke instellingen Markeer AF-veldstand in het CSM menu ( 135) en duw de multi-selector naar rechts om in te stellen hoe het scherpstelveld wordt gekozen als de selectieknop voor de scherpstelstand is ingesteld op AF. Duw de multi-selector omhoog of omlaag om een optie te markeren. Duw de multi-selector naar rechts om de selectie te bevestigen.
Persoonlijke Instelling 4: AF-hulplicht Optie Beschrijving Aan (Standaard) De AF-hulpverlichting wordt ingeschakeld als dat is vereist ( 72). De AF-hulpverlichting wordt niet ingeschakeld als de keuzeknop op , of staat ingesteld. Uit De AF-hulpverlichting is uitgeschakeld.
Persoonlijke Instelling 5: ISO auto Menugids—Persoonlijke instellingen Markeer ISO auto in het CSM menu ( 135) en duw de multi-selector naar rechts om in te stellen of de camera automatisch de gevoeligheid (ISO equivalent) aanpast voor een optimale belichting en flitsintensiteit. Duw de multi-selector omhoog of omlaag om een optie te markeren. Duw de multiselector naar rechts om de selectie te bevestigen.
Markeer P, A, DVP stand en duw de multi-selector naar rechts om de maximale sluitertijd voor de standen P, A, , , , , , en te wijzigen. Duw de multi-selector omhoog of omlaag om een sluitertijd te selecteren tussen de 1/125 seconde en 30 seconden in intervallen die overeenkomen met 1 LW en duw de multi-selector naar rechts om de selectie te bevestigen en terug te keren naar het CSM menu.
Persoonlijke Instelling 7: Bld bekijken Menugids—Persoonlijke instellingen Met deze optie kunt u instellen of foto's na het maken automatisch op de monitor worden weergegeven (Aan, de standaardinstelling) of dat hierknop moet worden ingedrukt (Uit). voor de Markeer Bld bekijken in het CSM menu ( 135) en duw de multi-selector naar rechts. Duw de multi-selector omhoog of omlaag om een optie te markeren. Duw de multi-selector naar rechts om de selectie te bevestigen.
Persoonlijke Instelling 10: Bel. corr. Optie Beschrijving Uit De belichtingscorrectie wordt ingesteld door de (standaard) de hoofdinstelschijf rond te draaien. knop in te drukken en De belichtingscorrectie wordt ingesteld met behulp van één van de instelschijven. Welke instelschijf hangt af van de optie gekozen bij Persoonlijke Instelling 14.
Persoonlijke Instelling 12: Bracketing Menugids—Persoonlijke instellingen Met deze optie kunt u instellen op welke instellingen auto bracketing effect heeft. Markeer Bracketing in het gedetailleerde CSM menu ( 135) en duw de multi-selector naar rechts. Duw de multi-selector omhoog of omlaag om een optie te markeren. Duw de multi-selector naar rechts om de selectie te bevestigen. Optie Beschrijving AE & flits (standaard) Zowel de belichting als de flitsintensiteit worden gevarieerd.
Persoonlijke Instelling 14: Instelschijf Optie Beschrijving Nee Hoofdinstelschijf regelt sluitertijd, secundaire instelschijf regelt dia(standaard) fragma. Ja Hoofdinstelschijf regelt diafragma, secundaire instelschijf regelt sluitertijd. Persoonlijke Instelling 15: AE-L / AF-L Met deze optie kunt u de werking van de AE-L /AF-L knop instellen. Markeer AE-L / AF-L in het gedetailleerde CSM menu ( 135) en duw de multi-selector naar rechts. Duw de multi-selector omhoog of omlaag om een optie te markeren.
Persoonlijke Instelling 16: AE-vergr. Menugids—Persoonlijke instellingen Met deze optie kunt u instellen of de belichting vergrendeld blijft zolang u de ontspanknop half ingedrukt houdt. Markeer AE-vergr. in het gedetailleerde CSM menu ( 135) en duw de multi-selector naar rechts. Duw de multi-selector omhoog of omlaag om een optie te markeren. Duw de multi-selector naar rechts om de selectie te bevestigen.
Persoonlijke Instelling 18: AF-veld verl Optie Beschrijving Automatisch Het geselecteerde scherpstelveld wordt automatisch gemarkeerd om (standaard) het beter zichtbaar te maken tegen een donkere achtergrond. Uit Het geselecteerde scherpstelveld wordt niet gemarkeerd. Aan Het geselecteerde scherpstelveld wordt altijd gemarkeerd, ongeacht de helderheid van de achtergrond. Afhankelijk van de helderheid van de achtergrond kan het geselecteerde scherpstelveld slecht zichtbaar zijn.
Persoonlijke Instelling 19: Flitsstand Menugids—Persoonlijke instellingen Markeer Flitsstand in het gedetailleerde CSM menu ( 135) en duw de multi-selector naar rechts om de flitsstand voor de ingebouwde flitser in te stellen. Duw de multi-selector omhoog of omlaag om een optie te markeren. Duw de multiselector naar rechts om de selectie te bevestigen.
60–30 ° 30 ° of minder 5 m of minder Sensor draadloze bediening van flitser moet naar camera gericht zijn. Camera (ingebouwde flitser) 10 m of minder 30 ° of minder 60–30 ° 5 m of minder De afstand tussen een externe flitser en de camera mag niet groter zijn dan circa 10 meter als de flitser vóór de camera is geplaatst (binnen 30° aan weerszijden van de hartlijn), of circa 5 meter als de flitser meer opzij is geplaatst (binnen 30–60° aan weerszijden van de hartlijn).
Persoonlijke Instelling 20: Flitsindicat Menugids—Persoonlijke instellingen In de standen P, S, A en M klapt de ingebouwde flitser niet automatisch uit. Met deze optie kunt u instellen of bij het half indrukken van de ontspanknop de indicator in de zoeker gaat knipperen om aan te geven dat de ingebouwde flitser is vereist voor extra verlichting. Markeer Flitsindicat in het gedetailleerde CSM menu ( 135) en duw de multi-selector naar rechts. Duw de multi-selector omhoog of omlaag om een optie te markeren.
Persoonlijke Instelling 22: Monitor uit Persoonlijke Instelling 23: Meter uit Met deze optie kunt u instellen hoe lang de camera de belichting blijft meten als er geen handelingen worden verricht: 4 sec., 6 sec. (standaardinstelling), 8 sec., 16 sec. of 30 min. Markeer Meter uit in het gedetailleerde CSM menu ( 135) en duw de multi-selector naar rechts. Duw de multiselector omhoog of omlaag om een optie te markeren. Duw de multi-selector naar rechts om de selectie te bevestigen.
Persoonlijke Instelling 25: Afstandsbed. Menugids—Persoonlijke instellingen Met deze optie kunt u instellen hoe lang de camera in de standen voor vertraagd of direct ontspannen op een signaal van de afstandsbediening blijft wachten als er geen handelingen worden verricht: 1 minuut (standaardinstelling), 5 minuten 10 minuten of 15 minuten.
Het Setup-menu Camera-instellingen Het Setup-menu bevat drie pagina’s met opties: Mappen 156–158 Opeenvlg. numm 159 Formatteren 160 CSM menu 161 Datum 161 LCD helderheid 161 Spiegel omhoog 162 Videostand 162 Taal (LANG) 163 Bld commentaar 163–164 USB 165 Stof ref. foto 166–167 Firmware Ver. 167 Oriënt. opsl. 168 Gebruik van de multi-selector De multi-selector kan altijd worden gebruikt wanneer de monitor aan staat.
Mappen Menugids—Het Setup-menu Markeer Mappen in het Setup menu ( 155) en duw de multi-selector naar rechts om nieuwe mappen te maken, mappen te beheren of de map te selecteren waarin nieuwe foto's worden opgeslagen. Duw de multi-selector omhoog of omlaag om een optie te markeren. Duw de multi-selector naar rechts om de selectie te bevestigen. Optie Beschrijving Map selecteren Selecteer een bestaande map voor het opslaan van nieuwe foto's.
Nieuw 1 Voer een naam van vijf letters in zoals hieronder is beschreven. Toetsenbordveld Markeer letters met de multi-selector en druk op de knop om de selectie te bevestigen. Naamveld Hier verschijnt de naam van de map. Om de cursor te verplaatsen, drukt u op de knop en draait u aan de hoofdinstelschijf. Om de cursor in het naamveld te verplaatsen, drukt u op de knop en draait u aan de hoofdinstelschijf.
Hernoemen Menugids—Het Setup-menu Markeer Hernoemen in het Mappen menu en duw de multi-selector naar rechts om mappen te kunnen hernoemen. 1 Er verschijnt een overzicht van alle bestaande mappen. Duw de multi-selector omhoog of omlaag om een map te selecteren. 2 Duw de multi-selector naar rechts. Het hiernaast afgebeelde dialoogvenster verschijnt. Bewerk de mapnaam zoals is beschreven bij stap 1 op de vorige pagina.
Opeenvlg. numm Optie Beschrijving De bestandsnummering wordt teruggesteld op 0001 wanneer een Uit nieuwe map wordt gecreëerd, de geheugenkaart wordt geformatteerd (standaard) of een nieuwe geheugenkaart in de camera wordt geplaatst. Aan Als er een nieuwe map wordt gemaakt, de geheugenkaart wordt geformatteerd of er een nieuwe geheugenkaart in de camera wordt geplaatst, gaat de bestandsnummering verder vanaf het laatst gebruikte nummer.
Formatteren Menugids—Het Setup-menu Geheugenkaarten moeten worden geformatteerd wanneer ze voor het eerst worden gebruikt. Het formatteren van een geheugenkaart is ook een effectieve manier om alle foto’s op de kaart te verwijderen. Om een geheugenkaart te formatteren markeert u Formatteren in het Setup-menu ( 155) en duwt u de multi-selector naar rechts. Duw de multi-selector omhoog of omlaag om één van de onderstaande opties te markeren en druk vervolgens op de knop.
CSM menu Optie Beschrijving Het CSM menu bevat alleen de onderstaande opties. Als deze optie actief is, kunnen de andere Persoonlijke Instellingen niet worden aangepast. • 1: Signaal • 2: Autofocus Eenvoudig • R: Reset menu • 4: AF-hulplicht • 5: ISO auto (standaard) • 3: AF-veldstand • 6: Geen CF-krt? • 7: Bld bekijken • 8: Raster tonen • 9: LW-stappen Gedetailleerd Het CSM menu geeft een overzicht van alle 26 opties (R–25).
Spiegel omhoog Menugids—Het Setup-menu Met deze optie kunt u de spiegel in opgeklapte stand vergrendelen. Zo kunt u het laagdoorlaatfilter dat de CCD-beeldsensor beschermt inspecteren of reinigen. Zie "Technische gegevens: Behandeling van uw camera" ( 194). Markeer Spiegel omhoog in het Setup menu ( 155) en duw de multi-selector naar rechts. Duw de multi-selector omhoog of omlaag om een optie te markeren. Duw de multi-selector naar rechts om de selectie te bevestigen.
Taal (LANG) Bld commentaar Met deze optie kunt u direct na opname de foto's van een korte tekst voorzien. U kunt deze tekst bij het weergeven van de foto's bekijken met PictureProject of Nikon Capture 4 versie 4.2 of later. Markeer Bld commentaar in het Setup menu ( 155) en duw de multi-selector naar rechts. Duw de multi-selector omhoog of omlaag om een optie te markeren, duw hem vervolgens naar rechts om een selectie te maken.
Menugids—Het Setup-menu Om de cursor in het commentaarveld te verplaatsen, drukt u op de knop en draait u aan de hoofdinstelschijf. Om een nieuwe letter op de huidige cursorpositie in te voeren, selecteert u met de multi-selector het gewenste teken in het toetsenbordveld en drukt u op de knop. Druk op de knop om het teken op de huidige cursorpositie te verwijderen. Om het Setup menu te knop. verlaten zonder de opmerkingen te wijzigen, drukt u op de Commentaar kan maximaal zesendertig tekens lang zijn.
USB Windows XP Home Edition Windows XP Professional Mac OS X Windows 2000 Professional Windows Millennium Edition (Me) Windows 98 Second Edition (SE) Menugids—Het Setup-menu Voordat u de camera via USB op een computer aansluit ( 171, 176) dient u de juiste USB-optie te selecteren. Wilt u de camera op een PictBridge printer instellen, of gebruikt u de Camera Control component van Nikon Capture 4 (versie 4.2 of later vereist), selecteer dan PTP.
Stof ref. foto Menugids—Het Setup-menu Deze optie wordt gebruikt om referentiegegevens binnen te halen voor de stofverwijderingsfunctie van Nikon Capture 4 versie 4.2 of later (apart verkrijgbaar). (Raadpleeg de Gebruikershandleiding voor Nikon Capture 4 voor meer informatie over stofverwijdering.) Stofverwijdering-referentiegegevens kunt u als volgt verkrijgen: 1 Bevestig een CPU-objectief op de camera. Stof ref. foto is alleen beschikbaar als er een CPU-objectief op de camera is gemonteerd.
Richt de camera op een helder wit voorwerp zonder details. Houd het objectief op een afstand van tien centimeter van het voorwerp en zorg ervoor dat het voorwerp de hele zoeker vult. Druk vervolgens de ontspanknop half in. In de autofocusstand wordt de scherpstelling automatisch op oneindig ingesteld; in de stand voor handmatig scherpstellen dient u dit handmatig te doen alvorens u de ontspanknop indrukt.
Oriënt. opsl. Menugids—Het Setup-menu Standaard slaat de D70S foto's op in de stand waarin ze werden opgenomen. Daardoor worden foto's die werden opgenomen in staand formaat (portret) in de juiste stand weergegeven, bij het bekijken met de camera, of op de computer met PictureProject of Nikon Capture 4 versie 4.2 of later. Indien gewenst kunt u deze functie uitschakelen, voor als u met het objectief omhoog of omlaag gericht fotografeert en de camera de juiste stand niet kan detecteren. Markeer Oriënt.
Aansluitingen Aansluiten op externe apparaten Foto's en cameramenu's kunnen op een televisie worden weergegeven of op een videoband worden opgenomen. Is de bij de camera geleverde PictureProject software geïnstalleerd, dan kunt u de camera aansluiten op een computer en foto's naar uw harde schijf kopiëren, om ze te bewerken, te bekijken, af te drukken of voor langere tijd op te slaan. Weergeven op een televisie Hier leest u hoe u de camera aansluit op een televisie of videoapparaat.
Weergeven op een televisie Uw camera op een videoapparaat aansluiten Met de meegeleverde EG-D100 videokabel kunt u de D70S aansluiten op een televisie of videorecorder om foto's te bekijken of op te nemen. Aansluitingen—Weergeven op een televisie 1 Zet de camera uit. 2 Open het beschermkapje van de video-uitgang en gelijkstroomingang. De EG-D100 Zet de camera uit voordat u de EG-D100 aansluit of loskoppelt. DC-ingang Video-uit 3 Sluit de EG-D100 aan zoals hieronder getoond.
Aansluiten op een computer Informatieoverdracht en camerabesturing Voordat u de camera aansluit Lees de handleidingen, bekijk de systeemvereisten en installeer daarna de benodigde software. Zorg dat de batterij van de camera volledig opgeladen is om te zorgen dat de informatieoverdracht niet onderbroken kan worden. Laad de batterij bij twijfel vóór gebruik op of gebruik de EH-5 lichtnetadapter (apart verkrijgbaar).
De USB-kabel aansluiten Aansluitingen—Aansluiten op een computer 1 2 Zet de computer aan en wacht tot hij is opgestart. 3 Sluit de UC-E4 USB-kabel aan zoals hieronder afgebeeld. Sluit de camera rechtstreeks op de computer aan, sluit de kabel niet aan via een USB-hub of een toetsenbord. Zet de camera uit.
Zet de camera aan. Aansluitingen—Aansluiten op een computer 4 Was Mass Storage geselecteerd voor USB, dan verschijnt in het LCD-venster en de zoeker (was PTP geselecteerd, dan veranderen de cameradisplays alleen wanneer Nikon Capture 4 Camera Control actief is). U kunt foto's naar de computer overspelen met PictureProject. Kijk voor meer informatie in de PictureProject Naslaggids (op cd).
De camera loskoppelen Aansluitingen—Aansluiten op een computer Als PTP is geselecteerd voor USB ( 165), kunt u de camera uitschakelen en de USB-kabel loskoppelen nadat de overdracht is voltooid. Als de standaardinstelling Mass Storage is geselecteerd voor de optie USB in het menu Setup van de camera, moet u de camera eerst uit het systeem verwijderen, zoals hieronder wordt beschreven.
Foto's printen Aansluiten op een PictBridge-printer Als de camera is aangesloten op een PictBridgecompatibele printer kunt u foto's direct vanaf de camera printen.
Foto's printen Als de camera via de meegeleverde UC-E4 USB-kabel op een PictBridgecompatibele printer is aangesloten, kunt u geselecteerde JPEG-foto's direct vanaf de camera printen (direct printen van RAW-foto's is niet mogelijk). Controleer alvorens de printer aan te sluiten of deze PictBridge ondersteunt. Controleer daarnaast of de batterij van de camera volledig is opgeladen om te voorkomen dat het printen wordt afgebroken.
Zet de camera aan. Er wordt een welkomstscherm op de monitor weergegeven, gevolgd door een PictBridge-menu. 6 Duw de multi-selector omhoog of omlaag om Instellingen te markeren en duw de multi-selector vervolgens naar rechts. Het menu rechts wordt weergegeven. Duw de multi-selector omhoog of omlaag om een optie te markeren en duw de multi-selector daarna naar rechts om die optie te selecteren.
Geselecteerde foto's printen Foto's printen Markeer Print in het PictBridge menu en duw de multi-selector naar rechts om de geselecteerde foto's te printen. Het bij Stap 1 afgebeelde menu verschijnt. 1 2 Markeer Map selecteren. 3 Geef lijst met mappen weer. 4 Markeer de gewenste map.* Ga terug naar Printmenu. * Markeer Alles om de foto's in alle mappen weer te geven. Markeer een map om alleen de foto's uit een bepaalde map te bekijken. 5 6 Markeer Print Selectie.
Bekijk de foto's één voor één. De huidige foto wordt onder in het venster weergegeven. 8 Duw de multi-selector omhoog om de foto te selecteren en het aantal afdrukken op 1 in te stellen. Geselecteerde foto's worden gemarkeerd met het pictogram . Duw de multi-selector nogmaals omhoog om het aantal afdrukken te verhogen (tot maximaal 99) of duw de multi-selector omlaag om het aantal afdrukken te verlagen.
Huidige printopdracht afdrukken Foto's printen Als u de huidige printopdracht wilt afdrukken, markeert u Print (DPOF) in het PictBridge-menu en duwt u de multi-selector naar rechts. Deze optie is alleen beschikbaar als een printopdracht aanwezig is op de geheugenkaart. 1 Bekijk de foto's in de huidige map. De foto's in de printopdracht zijn gemarkeerd met het pictogram en de aanduiding van het aantal afdrukken; u kunt een printopdracht wijzigen zoals is beschreven op pagina 131.
Technische gegevens Behandeling van uw camera, accessoires en productondersteuning In dit hoofdstuk komen de volgende onderwerpen aan bod: Camera-instellingen Beschrijft de functies die in de verschillende standen beschikbaar zijn. Optionele accessoires Een overzicht van de objectieven en andere accessoires die voor de D70S verkrijgbaar zijn. Behandeling van uw camera Informatie over het opbergen en onderhouden van uw camera.
Camera-instellingen Overzicht instellingen in verschillende standen In de onderstaande tabel kunt u opzoeken welke instellingen in de verschillende standen kunnen worden aangepast. Technische gegevens—Camera-instellingen P S A M Beeldformaat ✔ ✔ ✔ ✔ ✔ ✔ ✔ ✔ ✔ ✔ ✔ Beeldkwaliteit ✔ ✔ ✔ ✔ ✔ ✔ ✔ ✔ ✔ ✔ ✔ Gevoeligheid (ISO-equivalent) ✔ ✔ ✔ ✔ ✔ ✔ ✔ ✔ ✔ ✔ ✔ ✔ ✔ ✔ ✔ Witbalans 1 1 ✔ ✔ ✔ ✔ 2 ✔ ✔ ✔ ✔ ✔ ✔ ✔ ✔ ✔ ✔ ✔ Bld.
Optionele accessoires Objectieven en andere accessoires Objectieven voor de D70S Camera-instelling Scherpstelling AF Objectief/accessoire Stand M (met elektronische M afstandsmeter) Lichtmeting DVP, P, S, A M 3D Kleur CPU-objectieven 1 Objectieven zonder CPU 10 Type G of D AF Nikkor2, AF-S, ✔ AF-I Nikkor ✔ ✔ ✔ ✔ ✔ — ✔3 PC Micro Nikkor 85 mm f/2.
CPU-objectieven zijn te herkennen aan de CPU-aansluitingen. Bovendien staat op type G objectieven een “G” en op type D objectieven een “D”. Technische gegevens—Optionele accessoires CPU-objectief Type G objectief Type D objectief Type G objectieven zijn niet voorzien van een diafragmaring. In tegenstelling tot bij andere CPU-objectieven is het niet nodig om de diafragmaring op het kleinste diafragma (hoogste f/-getal) te vergrendelen wanneer u een type G objectief gebruikt.
Beeldhoek en brandpuntafstand Beeldhoek Brandpuntafstand (mm) bij benadering in kleinbeeldformaat (voor gelijke beeldhoek) Kleinbeeldcamera 17 D70S 25,5 30 Kleinbeeldcamera 105 135 270 D70S 20 157,5 202,5 24 28 35 50 60 85 36 42 52,5 180 200 300 75 90 127,5 400 500 600 300 450 600 750 900 Beeldhoek berekenen Beeldgrootte (kleinbeeldformaat) De omvang van het gebied dat met (36 mm × 24 mm) een kleinbeeldcamera wordt belicht Beelddiagonaal Objectief is 36 × 24 mm.
Optionele flitsers Technische gegevens—Optionele accessoires Bij gebruik van een compatibele flitser, zoals de SB-800 of SB-600 (apart verkrijgbaar), ondersteunt de D70S veel van de beschikbare opties van het Creatieve Verlichtingssysteem van Nikon (CLS; 203), waaronder i-DDL-flitssturing ( 94), communicatie van flitskleurinformatie en FV-vergrendeling ( 103). De D70S ondersteunt geen automatische snelle FP-synchronisatie. Raadpleeg de handleiding van de flitser voor meer informatie.
De volgende functies zijn beschikbaar met de SB-800 en SB-600 flitsers: Flitsstand/functie i-DDL 1 SB-600 ✔ ✔ ✔2 ✔ ✔ 3 ✔ — — 2 1 SB-600 (geavanceerde draadloze verlichting) AA Automatisch diafragma A Niet-DDL automatisch ✔3 ✔4 — — GN Afstandsprioriteit handmatig ✔ 5 — — — M Handmatig ✔ ✔ ✔ ✔ Strobo-flitsen ✔ — — — ✔ ✔ ✔ ✔ ✔ — ✔ — Communicatie van flitskleurinformatie ✔ — ✔ — FV-vergrendeling 1 ✔ ✔ ✔ ✔ AF-hulpverlichting voor multi-velds AF6 ✔ —
Technische gegevens—Optionele accessoires De onderstaande flitsers kunnen in de stand niet-DDL automatisch en de handmatige stand worden gebruikt. Indien u deze flitsers op DDL zet, wordt de ontspanknop geblokkeerd en kunt u geen foto’s maken.
De sluiter zal worden gesynchroniseerd met een externe flits bij sluitertijden van 1/ 500 sec. of langer. i-DDL en automatische diafragmaregeling (AA) flitssturing zijn alleen beschikbaar bij gebruik van een CPU-objectief. Wanneer spotmeting wordt geselecteerd terwijl er een SB-800 of SB-600 flitser op de camera is aangesloten, wordt standaard i-DDL invulflits voor digitale spiegelreflex geactiveerd. i-DDL-flitssturing is beschikbaar bij alle instellingen van de gevoeligheid (ISO-equivalent).
Andere accessoires Technische gegevens—Optionele accessoires Bij het samenstellen van deze handleiding waren de volgende accessoires verkrijgbaar voor de D70S. Raadpleeg uw dealer of de Nikon importeur voor verdere informatie. Batterijen / ♦ EN-EL3a oplaadbare Li-ion batterij laadappara- Extra EN-EL3a batterijen zijn verkrijgbaar bij uw leverancier of Nikon importeur. ten / lichtnetadapters ♦ EN-EL3 oplaadbareLi-ion batterij Deze batterijen kunnen worden gebruikt met de D100 en de D70.
Cameradop ♦ BF-1A cameradop Afstandsbe- ♦ MC-DC1 afstandsbedieningskabel Voorkomt onscherpe opnamen als gevolg van dieningen cameratrillingen. Bevat een ontspanknopveren kabels grendeling voor langdurige belichting. U sluit deze kabel aan door het klepje van de afstandsbedieningsaansluiting te openen en de MC-DC1 aan te sluiten zoals hier wordt weergegeven. Opmerking: de afstandsbedieningsaansluiting van de D70S is alleen geschikt voor de MC-DC1 afstandsbedieningkabel.
Goedgekeurde geheugenkaarten Technische gegevens—Optionele accessoires De volgende geheugenkaarten zijn getest en goedgekeurd voor gebruik bij de D70S: SDCFB SDCFB (Type II) SDCF2B (Type II) SanDisk SDCFH (Ultra) SDCFH (Ultra II) SDCFX SDCFX (Extreme III) 4× USB 8× USB 10× USB 12× USB 16× USB Lexar Media 24× USB 24× WA USB 32× WA USB 40× WA USB 80× WA USB Renesas Tech- Compact FLASH nology (Hitachi) HB28 C8× DSCM Microdrive 3K4 16 MB, 48 MB, 80 MB, 96 MB, 128 MB, 160 MB, 256 MB, 512 MB, 1 GB 192 MB, 300 M
Behandeling van uw camera Opbergen en onderhouden Opbergen Reinigen Gebruik een blaaskwastje om stof, vuil of zand te verwijderen en veeg de camerabody vervolgens schoon met een zachte, droge doek. Heeft u de camera Camera- op het strand of aan zee gebruikt, veeg dan eventueel zand of zout af met een licht met schoon water bevochtigde doek, en droog de camerabody daarna body grondig. De camera kan beschadigen als er vuil in de camerabody komt.
Het laagdoorlaatfilter Technische gegevens—Behandeling van uw camera De CCD-beeldsensor, die fungeert als het beeldelement van de camera, is voorzien van een laagdoorlaatfilter om het moiré-effect te voorkomen. Hoewel dit filter de beeldsensor vrij houdt van vuil en stof, kunnen vuil- en stofdeeltjes op het filter zelf onder bepaalde omstandigheden wel op de foto's zichtbaar zijn.
Zet de camera uit. De spiegel wordt weer neergelaten en het sluitergordijn wordt gesloten. Plaats de lens- of bodydop terug en koppel de lichtnetadapter los. Reinigen van het laagdoorlaatfilter Het laagdoorlaatfilter is bijzonder breekbaar en gemakkelijk te beschadigen. Aanbevolen wordt het filter door een door Nikon erkende onderhoudsdienst te laten reinigen. Mocht u toch besluiten om het filter zelf te reinigen, volg dan de onderstaande stappen.
Behandeling van de camera en batterij: Waarschuwingen Technische gegevens—Behandeling van uw camera Laat de camera niet vallen Bij sterke schokken of trillingen kan de camera storingen vertonen. Houd de camera droog Dit product is niet waterbestendig en kan storingen vertonen bij onderdompeling in water of bij blootstelling aan een hoge luchtvochtigheid. Door roest van het interne mechanisme kan onherstelbare schade optreden.
Opmerkingen over de monitor • De monitor kan een aantal pixels bevatten die altijd oplichten of in het geheel niet oplichten. Dit is voor TFT LCD-monitoren gebruikelijk en wijst niet op een storing. Foto’s die met de camera zijn gemaakt worden hier niet door beïnvloed. • Bij helder licht kunnen de beelden op de monitor moeilijk te zien zijn. • Oefen geen druk uit op de monitor, aangezien dit schade of storing tot gevolg kan hebben. Stof of pluizen op de monitor kunnen worden verwijderd met een blaaskwastje.
Problemen oplossen Uitleg bij foutberichten en displays Technische gegevens—Problemen oplossen Als de camera niet naar verwachting functioneert, kijk dan op de onderstaande lijst met aanduidingen en foutberichten die in de zoeker, op het LCD-venster en op de monitor kunnen verschijnen. Raadpleeg deze lijst voordat u contact opneemt met uw dealer of de Nikon importeur. Aanduiding LCDvenster Zoeker (knippert) (knippert) (knippert) (knippert) ● Oplossing Probleem Batterij bijna leeg.
Aanduiding Zoeker Probleem Oplossing geselecteerd in stand voor Wijzig sluitertijd of kies stand 79, afstandsbediening en keuzeM. 82 knop ingesteld op S. (knippert) • Flits vereist voor correcte belich- • Klap ingebouwde flitser uit. 97 ting (standen P, S, A, en M). • Flits is met maximale inten- • Controleer de foto op de moni- 114 siteit afgegaan ( knippert tor; pas de instellingen aan als (knippert) gedurende drie seconden na de foto inderdaad onderbelicht het flitsen). is en probeer het opnieuw.
Aanduiding Technische gegevens—Problemen oplossen Monitor LCDvenster Probleem Oplossing • Camera heeft geen toegang • Gebruik een door Nikon 192 tot geheugenkaart. goedgekeurde kaart. • Controleer of de contactpunten 2, schoon zijn. Als de kaart be- 20 DEZE KAART schadigd is, raadpleeg dan de dealer of Nikon importeur. IS NIET (knippert) • Camera is niet in staat een • Verwijder bestanden of plaats 20, BRUIKBAAR nieuwe map te creëren. een nieuwe geheugenkaart in 24 de camera.
Specificaties Digitale spiegelreflexcamera met verwisselbaar objectief Effectieve pixels 6,1 miljoen CCD Beeldgrootte (pixels) 23,7 × 15,6 mm, totaal aantal pixels: 6,24 miljoen • 3008 × 2000 (L) • 2240 × 1488 (M) • 1504 × 1000 (S) Objectiefvatting Nikon F-vatting (met AF-koppeling en AF-contacten) Compatibele objectieven* Type G of D AF Nikkor Alle functies ondersteund Micro Nikkor 85 mm Alle functies ondersteund behalve autofocus en sommige f/2.
Autofocus Technische gegevens—Specificaties Meetbereik AF-veldstand Scherpstelvergrendeling Belichting Lichtmeting Matrix Centrumgericht Spot DDL-fasedetectie d.m.v. Nikon Multi-CAM900 autofocusmodule met AF-hulpverlichting (bereik ca.
Ingebouwde flitser Flitser Synchronisatie-aansluiting Alleen X-aansluiting; flitssynchronisatie bij sluitertijden tot 1/500 sec.
Technische gegevens—Specificaties Zelfontspanner Elektronisch gestuurd; vertraging 2-20 sec. Controleknop scherptediepte Bij gebruik van een CPU-objectief kan diafragma worden gesloten op door gebruiker geselecteerde waarde (stand A en M) of door camera geselecteerde waarde (Onderwerpsstanden, stand P en stand S) Monitor 2,0-inch, 130.
Voorbeeld 1: 2500 opnamen AF-S DX 18–70mm f/3.5-4.5G IF ED objectief; enkel beeld opnamestand; enkelvoudige autofocus; beeldkwaliteit op JPEG Normaal; beeldgrootte op M; sluitertijd van 1/250 sec.
Trefwoordenregister Trefwoordenregister Menu's Weergavemenu, 124–131 Wissen, 124–125 Terugspeelmap, 126 Draai portret, 126 Diashow, 127–128 Bld. verbergen, 129 Printen, 130–131 Opnamemenu, 132–134 Bld.
Histogram, 116 Hoge lichten weergeven, 116 I i-DDL-flitssturing, 94 ISO, 134. Zie ook Gevoeligheid ISO auto, 142–143 J JPEG, 41–45 K Kleurprofiel. Zie Kleurstand Kleurstand, 59 Kleurtemperatuur. Zie Witbalans Klok , 16–17 L Opnamemenu, L. Zie Beeldformaat Laagdoorlaatfilter, 194–195 Langdurige belichting, 82–83 Lens, Zie Objectief Lichtmeting, 75 Lichtmeters, 75. Zie ook Meter uit LW-stappen, 144 M M.
Trefwoordenregister S S. Zie Opnamemenu, Beeldformaat; Stand Scherpstellen. Zie Autofocus; Scherpstelstand; Handmatig scherpstellen Scherpstelstand, 64 Scherpstelveld (scherpstelhaakjes), 66 Scherpstelvergrendeling, 70 Scherptedieptecontrole, 76 Sensorvlakaanduiding, 74 Setup-menu, 155–168 Sluitertijd, 76–83 en flitssynchronisatie, 99 Speedlight, 94–104, 186–189. Zie ook Flitser ingebouwd, 94-104 optioneel, 186-189 sRGB.
Niets uit deze uitgave mag worden overgenomen, in welke vorm ook, volledig of gedeeltelijk, zonder de schriftelijke toestemming van NIKON CORPORATION (met uitzondering van korte citaten in artikels of besprekingen).