Nl De Nikon gids voor digitale fotografie met de digitale camera
Over deze handleiding De onderwerpen in deze handleiding zijn gerangschikt in oplopende volgorde van moeilijkheid. In deze hoofdstukken komt alles aan bod wat u moet weten over eenvoudig fotograferen door middel van ‘richten-en-afdrukken’ Lees deze hoofdstukken voor een volledige beschrijving van alle aspecten van de camerabediening Inleiding (pagina 1–13) Leer de namen van de cameraonderdelen en maak de camera gereed voor gebruik.
Inleiding Instructies Fotograferen en weergeven Naslag Meer over foto’s maken Meer over foto’s weergeven Setup Basisinstellingen: het setup-menu Opnameopties: het opnamemenu Weergaveopties: het weergavemenu Persoonlijke instellingen: het menu met persoonlijke instellingen Technische gegevens Handelsmerkinformatie Macintosh, Mac OS en QuickTime zijn gedeponeerde handelsmerken van Apple Computer, Inc. Microsoft en Windows zijn gedeponeerde handelsmerken van Microsoft Corporation.
Voor uw veiligheid Om schade aan uw Nikon-product en letsel bij uzelf en anderen te voorkomen, dient u de volgende veiligheidsvoorschriften geheel te lezen voordat u dit apparaat gebruikt. Bewaar deze voorschriften op een plaats waar ieder die het product gebruikt ze kan lezen.
• Gebruik alleen batterijen die goedgekeurd zijn voor gebruik bij deze apparatuur. Plaats alleen batterijen van hetzelfde type en plaats geen en oude en nieuwe batterijen tegelijk in de camera. • Plaats de batterij niet verkeerd om in de camera. • Sluit de batterij niet kort en demonteer hem niet. • Plaats de beschermdop op de batterij wanneer u hem vervoert. Berg de batterij (tijdens vervoer en dergelijke) niet op bij metalen voorwerpen zoals kettingen en haarspelden.
Opmerkingen • Voor de gehele of gedeeltelijke repro- • Nikon is niet aansprakelijk voor schade ductie, verzending, transcriptie, opslag als gevolg van het gebruik van dit proin een geautomatiseerd informatiebe- duct.
Mededeling betreffende het verbod op kopiëren en reproduceren Let er op dat alleen al het bezit van materiaal dat digitaal is gekopieerd of gereproduceerd door middel van een scanner, digitale camera of ander apparaat wettelijk strafbaar kan zijn. • Voorwerpen die volgens de wet niet • Waarschuwingen m.b.t.
Inhoudsopgave Voor uw veiligheid........................................................................................ Opmerkingen ................................................................................................ ii iv Inleiding.......................................................................................................... 1 Eerste kennismaking met de camera........................................................... 2 Eerste stappen...............................................
Foto’s bekijken op een computer ................................................................ 59 Foto’s afdrukken ........................................................................................... 62 Setup............................................................................................................... Basisinstellingen............................................................................................ Formatteren .............................................................
Stof op het laagdoorlaatfilter Nikon doet al het mogelijke om te voorkomen dat er tijdens het productieproces en de verzending stof en dergelijke op het laagdoorlaatfilter kunnen komen. De D50 is echter bestemd voor gebruik met verschillende objectieven en tijdens het verwisselen of verwijderen van het objectief kan er stof en dergelijke in de camera terechtkomen. Eenmaal in de camera kan dit stof zich aan het laagdoorlaatfilter hechten en onder bepaalde omstandigheden op foto’s te zien zijn.
Inleiding Inleiding Gefeliciteerd met de aanschaf van uw Nikon D50 digitale spiegelreflexcamera (SLR) met verwisselbare objectieven. Het doel van deze handleiding is te zorgen dat u maximaal plezier beleeft aan het maken van opnamen met uw digitale Nikon camera. Lees deze handleiding vóór gebruik zorgvuldig door en houd hem tijdens het gebruik van de camera bij de hand. De documentatie voor dit product omvat ook de onderstaande handleidingen.
Eerste kennismaking met de camera Inleiding—Eerste kennismaking met de camera Neem even de tijd om vertrouwd te raken met de bedieningselementen en vensters van de camera. Plaats eventueel een boekenlegger tussen deze pagina’s, zodat u deze kunt raadplegen terwijl u de rest van de handleiding leest.
Camerabody (vervolg) Zoekeroculair: 5, 13, 16 13 Dioptrie-instelknop: 13 (AE/AF-vergrendelingsknop): 34, 97, 98 (weergaveknop): 24, 51 Instelschijf: 51–55 (menuknop): 26 43–45, Klepje over geheugenkaartsleuf: 11, 12 (miniatuurknop): 54 [ISO-knop (gevoeligheid): 39] Lampje geheugenkaart11, toegang: 12, 17 (help/ beveiligingsknop): 26, 56 [WB-knop (witbalans): 49] (wisknop): 24, 57 (Enter-knop): 29 [QUAL (knop voor beeldkwaliteit/-formaat): 32] [ (zoomweergaveknop): 55] Statiefaansluiting Ver
LCD-venster 1 11 2 Inleiding—Eerste kennismaking met de camera 3 10 4 9 8 5 6 7 1 Sluitertijd .................................40–45 8 Aantal resterende opnamen.......... 14 Aantal resterende opnamen voordat Belichtingscorrectiewaarde............ 47 Flitscorrectiewaarde ...................... 38 de geheugenbuffer vol is .............. 21 Aanduiding voor opname vooringeGevoeligheid (ISO-equivalent) ....... 39 stelde witbalans............................ 79 2 Gevoeligheidsaanduiding (ISO)......
Aanduidingen in de zoeker 1 3 5 6 7 8 9 10 11 12 13 4 14 1 Referentiecirkel voor centrumgerichte lichtmeting ................................... 96 2 Scherpstelhaakjes (scherpstelvelden) .............................................. 16, 33 3 Waarschuwing voor geen geheugenkaart..................................... 11, 123 4 Batterij-aanduiding ....................... 14 5 Scherpstelaanduiding...... 17, 35, 123 6 Scherpstelveld......................... 16, 33 AF-veldstand........................
De keuzeknop De D50 biedt een keuze uit de volgende elf opnamestanden: Inleiding—Eerste kennismaking met de camera Geavanceerde standen (belichtingsstanden) Selecteer een van deze standen als u de camera-instellingen, waaronder de sluitertijd en het diafragma, zelf wilt regelen.
Eerste stappen Een objectief bevestigen 1 Schakel de camera uit en verwijder de bodydop. Verwijder de achterste lensdop van het objectief. 2 Houd de bevestigingsmarkering op het objectief gelijk met de markering op de camerabody en plaats het objectief op de bajonetvatting van de camera. Draai het objectief linksom (tegen de klok in) tot dit op zijn plaats klikt. Zorg ervoor dat u hierbij niet op de objectiefontgrendelingsknop drukt.
De batterij opladen en plaatsen Gebruik de meegeleverde EN-EL3a batterij en MH-18a snellader. Inleiding—Eerste stappen 1 Laad de batterij op 1.1 Sluit hiervoor het netsnoer aan op de lader en steek de stekker in het stopcontact. 1.2 Plaats de batterij in de lader. Het laadlampje knippert terwijl de batterij wordt opgeladen. Het duurt circa 135 minuten om een lege batterij volledig op te laden. 1.3 De batterij is volledig opgeladen als het laadlampje niet meer knippert.
2 Plaats de batterij 2.2 Plaats een volledig opgeladen batterij, zoals rechts is aangegeven. Sluit het klepje van de batterijruimte. De batterij verwijderen Zet de camera uit voordat u batterij verwijdert. Plaats het beschermkapje over de aansluitpunten van de batterij als u deze niet gebruikt. Inleiding—Eerste stappen 2.1 Nadat u hebt gecontroleerd of de camera uit staat, opent u het klepje van de batterijruimte.
Basisinstellingen De eerste keer dat de camera wordt aangezet, verschijnt het menu voor taalselectie uit stap 1 op de monitor. Volg de onderstaande stappen om een taal te kiezen en de datum en tijd in te stellen. Inleiding—Eerste stappen 1 2 Taalselectiemenu wordt weergegeven. 3 4 Het menu DATUM verschijnt. 5 Selecteer een taal. Duw de multi-selector naar links of naar rechts om een item te selecteren en duw deze omhoog of omlaag om de waarde te wijzigen. Verlaat het menu DATUM.
Een geheugenkaart plaatsen De camera slaat foto’s op op SD-geheugenkaarten (Secure Digital, apart verkrijgbaar). Plaats een geheugenkaart Inleiding—Eerste stappen 1 1.1 Voordat u een geheugenkaart plaatst of verwijdert, moet u de camera uitzetten en het klepje over de kaartsleuf openen. 1.2 Plaats de geheugenkaart zoals rechts is aangegeven tot deze op zijn plaats klikt. Het lampje voor geheugenkaarttoegang brandt ongeveer één seconde. Sluit het klepje van de geheugenkaartsleuf. Voorkant 1.
2 Inleiding—Eerste stappen Formatteer de geheugenkaart Als u een geheugenkaart formatteert, worden alle foto’s en andere gegevens op deze kaart permanent verwijderd. Kopieer daarom alle gegevens die u wilt behouden naar een ander opslagmedium voordat u de kaart formatteert. 2 2 .1 Markeer Ja. 2 .2 Start het formatteren. Zet de camera niet uit en verwijder de batterij of de geheugenkaart niet voordat het formatteren is voltooid. .3 De monitor wordt uitgeschakeld nadat het formatteren is voltooid.
De scherpstelling van de zoeker aanpassen U kadreert foto’s in de zoeker. Controleer voordat u een foto maakt of het beeld in de zoeker scherp is. Verwijder de lensdop en zet de camera aan. 2 Draai de dioptrie-instelknop omhoog of omlaag tot de scherpstelhaakjes scherp zijn. Let erop dat uw vingers of nagels niet in uw ogen komen wanneer u de dioptrieinstelknop gebruikt terwijl u uw oog voor de zoeker houdt.
Instructies: Fotograferen en weergeven Foto’s maken in de stand Fotograferen met richten-en-schieten Instructies—Foto’s maken in de stand In dit gedeelte wordt beschreven hoe u foto’s maakt in de stand (automatisch). Dit is een automatische stand voor “richten-en-schieten” waarin de camera de meeste instellingen bepaalt op basis van de opnameomstandigheden. Zet de camera aan 1 1.1 Verwijder de lensdop en zet de camera aan. Het LCD-venster gaat aan en de aanduidingen in de zoeker lichten op.
2 Selecteer de stand en pas de camera-instellingen aan 2.1 Draai de keuzeknop naar . 2.3 Schuif de A-M-schakelaar naar A (autofocus). Raadpleeg de handleiding van het objectief voor meer informatie. Illustraties In de illustraties in deze handleiding worden aanduidingen op het LCD-venster en in de zoeker die relevant zijn voor de toelichting in de bijbehorende tekst, zwart weergegeven. Aanduidingen die niet in de tekst worden vermeld, worden grijs weergegeven. Instructies—Foto’s maken in de stand 2.
3 Instructies—Foto’s maken in de stand 16 Kadreer het beeld 3.1 Houd de camera vast zoals hier is aangegeven. De camera vasthouden Houd de handgreep in uw rechterhand en houd de camerabody of het objectief vast met uw linkerhand. Druk uw ellebogen tegen uw lichaam ter ondersteuning. 3.2 Kadreer de foto in de zoeker en zorg dat het hoofdonderwerp zich binnen een van de vijf scherpstelvelden bevindt.
4 Stel scherp en druk af Als het onderwerp donker is, kan de AF-hulpverlichting aan gaan, zodat de camera beter kan scherpstellen, en wordt de flitser mogelijk uitgeklapt. 4.2 Druk de ontspanknop helemaal in om de sluiter te ontspannen en de foto te maken. De foto wordt op de monitor weergegeven en het toegangslampje naast het klepje over de kaartsleuf brandt.
De ingebouwde flitser Als in stand voor een correcte belichting extra licht nodig is, wordt de ingebouwde flitser automatisch uitgeklapt wanneer u de ontspanknop half indrukt. Onderwerpen buiten het bereik van de flitser (0,6– 7,5 m) worden mogelijk niet correct verlicht. Verwijder de zonnekap wanneer u de flitser gebruik. Instructies—Foto’s maken in de stand Wanneer de flitser eenmaal is uitgeklapt, zal deze alleen ontsteken wanneer dit nodig is voor aanvullende verlichting.
Onderwerpsstanden Creatieve fotografie biedt de D50 een keuze uit zes onderwerpsstanden. Als u een Naast onderwerpsstand selecteert, worden automatisch de optimale instellingen voor het gekozen onderwerp geselecteerd. Creatief fotograferen was nog nooit zo eenvoudig. Beschrijving Voor portretten. Voor landschappen. Voor foto’s van kinderen. Voor bewegende onderwerpen. Voor close-upopnamen van kleine onderwerpen. Voor portretten tegen een nachtelijke achtergrond.
Landschap: de natuur in al zijn glorie vastleggen Gebruik deze stand voor levendige landschapsfoto’s waarin contouren, kleuren en contrasten in onderwerpen als vergezichten en bossen worden benadrukt. • De camera selecteert het scherpstelveld met het onderwerp dat zich het dichtst bij de camera bevindt. • De ingebouwde flitser en de AF-hulpverlichting worden automatisch uitgeschakeld.
Een opnamestand kiezen De opnamestand bepaalt hoe de camera foto’s maakt: één tegelijk of doorlopend zolang de ontspanknop ingedrukt wordt gehouden. U kiest een opnamestand door op de knop te drukken en de instelschijf te verdraaien tot de gewenste stand op het LCD-venster wordt weergegeven. Instructies—Een opnamestand kiezen Stand Beschrijving EnkelvoudiDe camera maakt één foto wanneer de ontspanknop wordt ge opname ingedrukt.
De zelfontspanner of afstandsbediening gebruiken U kunt de zelfontspanner of de optionele ML-L3 afstandsbediening gebruiken om foto’s te maken waar u zelf ook op staat. De zelfontspanner gebruiken: Instructies—De zelfontspanner of afstandsbediening gebruiken 22 1 Plaats de camera op een statief (aanbevolen) of zet de camera op een stabiel, horizontaal vlak. 2 De huidige stand voor zelfontspanner/ afstandsbediening wordt weergegeven op het LCD-venster.
5 Maak de foto. Zelfontspanner: Druk de ontspanknop helemaal in om de zelfontspanner te starten. Het zelfontspannerlampje (AF-hulpverlichting) knippert gedurende ongeveer acht seconden. Twee seconden voordat de foto wordt gemaakt, stopt het lampje met knipperen en blijft het branden tot de sluiter ontspant.
Eenvoudig weergeven Instructies—Eenvoudig weergeven 24 Nadat u een foto hebt gemaakt, wordt deze automatisch weergegeven. Als er geen foto op de monitor wordt weergegeven, kunt u de meest recente foto bekijken door op de knop te drukken. U kunt andere foto’s weergeven door de instelschijf te verdraaien of de multi-selector naar links of naar rechts te duwen. U beëindigt de weergave en keert terug naar de opnamestand door de ontspanknop half in te drukken.
Naslag In dit gedeelte wordt verder gebouwd op de instructies en worden meer geavanceerde opname- en weergaveopties behandeld.
Cameramenu’s gebruiken De meeste opname-, weergave- en instelopties zijn toegankelijk via de cameramenu’s. Als u de . menu’s wilt weergeven, drukt u op de knop U hebt de keuze uit menu’s voor weergave, opname, persoonlijke instellingen en setup (zie onder). Naslag—Cameramenu’s gebruiken Dit pictogram geeft aan dat er hulp beschikbaar is voor de huidige menuoptie. Druk op de knop om de hulpinformatie weer te geven. De huidige instelling voor elke optie wordt aangegeven met een pictogram.
Navigeren door de menu’s Als u een menuoptie wilt wijzigen, selecteert u eerst het menu voor weergave, opname, persoonlijke instellingen of setup (1). Vervolgens selecteert u de menuoptie (2) en ten slotte selecteert u een instelling (3). (1) Kies een menu : Duw de multi-selector omhoog of omlaag : Duw de multi-selector naar rechts (3) Kies een instelling Naslag—Cameramenu’s gebruiken (2) Markeer een optie Sommige menu’s bestaan uit meerdere pagina’s.
Een selectie maken Met de multi-selector navigeert u door de cameramenu’s.
6 7 Opties weergeven 8 Optie markeren Een selectie maken Naslag—Cameramenu’s gebruiken • Menuopties die grijs worden weergegeven, zijn momenteel niet beschikbaar. • Wanneer u een geheugenkaart formatteert en in andere gevallen waarin u om een bevestiging wordt gevraagd, kunt u alleen een selectie maken door op de knop te drukken. In dit geval wordt hierover een bericht weergegeven. • U verlaat de menu’s en keert terug naar de opnamestand door de ontspanknop half in te drukken.
Naslag: Meer over foto’s maken Beeldkwaliteit en -formaat Gebruikte instellingen: t oo d Gr tan s be Beeldkwaliteit en -formaat Hoog Beeldkwaliteit Naslag—Beeldkwaliteit en -formaat De beeldkwaliteit en het beeldformaat bepalen samen hoeveel ruimte elke foto op de geheugenkaart inneemt. Grotere foto’s van hogere kwaliteit zien er beter uit wanneer deze worden afgedrukt, maar vereisen ook meer geheugen, zodat er minder van dergelijke foto’s op de geheugenkaart kunnen worden opgeslagen.
Beeldkwaliteit De volgende opties zijn beschikbaar: Optie Formaat De huidige instelling voor de beeldkwaliteit wordt weergegeven op het LCD-venster. NEF (Raw) / NEF + JPEG NEF-foto’s kunnen alleen worden bekeken met Nikon Capture 4 versie 4.3 of hoger (apart verkrijgbaar) of met PictureProject. NEF-foto’s die u op een computer opent, hebben een resolutie van 3008 × 2000 pixels.
Beeldformaat De volgende opties zijn beschikbaar: Beeldformaat Naslag—Beeldkwaliteit en -formaat 32 Formaat L (3008 × 2000) Groot M (2256 × 1496) S (1504 × 1000) Klein Formaat (pixels) Geschat formaat bij een afdruk op 200 dpi 3008 × 2000 38 × 25 cm 2256× 1496 29 × 19 cm 1504 × 1000 19 × 13 cm De huidige instelling voor het beeldformaat wordt weergegeven op het LCD-venster.
Het scherpstelveld kiezen Gebruikte instellingen: Multi-selector De D50 biedt een keuze uit vijf scherpstelvelden die samen een groot deel van het beeld bedekken. Standaard selecteert de camera het scherpstelveld automatisch of stelt deze scherp op het onderwerp in het middelste scherpstelveld. U kunt het scherpstelveld ook handmatig selecteren en zo foto’s maken waarbij het hoofdonderwerp zich vrijwel overal in het beeld kan bevinden.
AF-hulpverlichting Als het onderwerp slecht wordt verlicht, brandt de AF-hulpverlichting, zodat de camera beter kan scherpstellen wanneer de ontspanknop half wordt ingedrukt. De AF-hulpverlichting is niet beschikbaar in de standen en of als persoonlijke instelling 7 (AF-hulplicht) op Uit staat. De AF-hulpverlichting werkt alleen correct als het objectief een brandpuntsafstand van 24–200 mm heeft en het onderwerp zich binnen het bereik van de hulpverlichting bevindt (0,5–3 m).
Handmatig scherpstellen Gebruikte bedieningselementen: Keuzeknop voor scherpstelstand ➤ Scherpstelring van objectief A-M-selectie/autofocus met prioriteit voor handmatig Als u een objectief met A-M-selectie gebruikt, selecteer dan M als u handmatig scherpstelt. Bij objectieven die M/A (autofocus met prioriteit voor handmatig) ondersteunen, kunt u de scherpstelling handmatig aanpassen als het objectief op M of M/A is ingesteld. Raadpleeg de documentatie van het objectief voor meer informatie.
Flitssynchronisatiestand Gebruikte bedieningselementen: -knop + instelschijf Kies een flitssynchronisatiestand op basis van de opnameomstandigheden. De huidige flitsstand wordt op het LCD-venster weergegeven, zoals hieronder is aangegeven. wordt weergegeven als de flitser uit staat. : Rode-ogenreductie Gebruik deze stand voor portretten. De AF-hulpverlichting treedt in werking voordat de flitser wordt ontstoken, waardoor ‘rode ogen’ worden verminderd.
Een flitssynchronisatiestand kiezen Druk op de knop en verdraai de instelschijf. De huidige flitssynchronisatiestand wordt weergegeven op het LCD-venster. De ingebouwde flitser gebruiken en : Kies de flitssynDe standen , , , chronisatiestand zoals op de vorige pagina is beschreven. De flitser klapt zo nodig uit wanneer u de ontspanknop half indrukt en flitst wanneer u een foto maakt.
Flitscorrectie (alleen de standen P, S, A en M) Gebruikte bedieningselementen: - en -knop + instelschijf Flitscorrectie kan worden gebruikt om de flitssterkte te verhogen of te verlagen ten opzichte van het niveau dat het flitssysteem van de camera kiest. U kunt de flitssterkte vergroten als u het hoofdonderwerp lichter wilt maken. Verlaag de flitssterkte om ongewenste accenten of reflecties te voorkomen.
Gevoeligheid (ISO-equivalent) Gebruikte bedieningselementen: ➤ Opnamemenu ➤ ISO Digital Vari-Program-onderwerpsstanden Bij de standaardinstellingen kan de gevoeligheid niet handmatig worden aangepast in de standen , , , , , en . In plaats daarvan past de camera de gevoeligheid automatisch aan. Als u de gevoeligheid handmatig wilt aanpassen, selecteert u Uit voor persoonlijke instelling 9 (ISO regeling; 91).
De standen P, S, A en M In de standen P, S, A en M kunt u een groot aantal geavanceerde instellingen opgeven, waaronder de sluitertijd, het diafragma en de witbalans. Een belichtingsstand kiezen Gebruikt bedieningselement: Keuzeknop De standen P, S, A en M bieden een verschillende mate van controle over de sluitertijd en het diafragma. Naslag—De standen P, S, A en M Stand Beschrijving De camera stelt de sluitertijd en het diafragma in voor een opProgramma-auP timale belichting.
Groot (lage f/-waarden) O ve (h rb el eli de ch r) t Diafragma ➤ Naslag—De standen P, S, A en M Klein (hoge f/-waarden) O nd (d erb on e ke lich r) t Belichting De belichting bepaalt de helderheid van foto’s. Dezelfde belichting kan worden bereikt met verschillende combinaties van sluitertijd en diafragma, zodat u de beweging scherp of onscherp kunt vastleggen of de scherptediepte kunt regelen.
P: Programma-automatiek In de stand P stelt de camera de sluitertijd en het diafragma in voor een optimale belichting. Deze stand wordt aanbevolen voor kiekjes en situaties waarin u weinig tijd hebt om de camera-instellingen aan te passen. Naslag—De standen P, S, A en M 42 1 Draai de keuzeknop naar P. 2 Kadreer de foto, stel scherp en druk af.
S: Sluitertijdvoorkeuze In de stand S kiest u de sluitertijd, terwijl de camera automatisch het diafragma met een optimale belichting selecteert. Gebruik lange sluitertijden om beweging te suggereren doordat bewegende onderwerpen in dit geval vervagen. Gebruik korte sluitertijden om de beweging te ‘bevriezen’. Draai de keuzeknop naar S. 2 Verdraai de instelschijf om een sluitertijd tussen 30 sec en 1/4000 sec te kiezen. 3 Kadreer de foto, stel scherp en druk af.
A: Diafragmavoorkeuze In de stand A kiest u het diafragma, terwijl de camera de sluitertijd voor een optimale belichting instelt. Een klein diafragma (hoge f/-waarde) levert een grote scherptediepte op, waardoor zowel het hoofdonderwerp als de achtergrond scherp is. Bij een groot diafragma (lage f/-waarde) wordt de achtergrond onscherper en valt er meer licht in de camera, waardoor het bereik van de flitser toeneemt en foto’s minder snel onscherp zijn.
M: Handmatig In de stand M bepaalt de gebruiker zowel de sluitertijd als het diafragma. U kunt een sluitertijd instellen tussen 30 sec en ¼000 sec of de sluiter voor ). Het diaonbepaalde tijd openen voor een langdurige belichting ( fragma kan op waarden tussen de minimum- en maximumwaarde voor het objectief worden ingesteld. Draai de keuzeknop naar M. 2 Draai aan de instelschijf om een sluitertijd te selecteren.
Naslag—De standen P, S, A en M Langdurige belichting Bij een sluitertijd van blijft de sluiter geopend zolang de ontspanknop wordt ingedrukt. In de stand voor vertraagde of directe afstandsbediening wordt weergegeven in plaats van .
Belichtingscorrectie (alleen in de standen P, S en A) Gebruikt bedieningselement: -knop + instelschijf Om bij bepaalde onderwerpen het gewenste resultaat te verkrijgen, kan het noodzakelijk zijn belichtingscorrectie toe te passen en zo de door de camera voorgestelde belichtingswaarde te wijzigen.
Beelden optimaliseren Gebruikt bedieningselement: ➤ Opnamemenu ➤ Bld. optimalisrn Met de opties in het menu Beeld optimaliseren regelt u verscherping, contrast, verzadiging en tint. Naslag—De standen P, S, A en M N VI SH SF DP PO LA 48 Optie Normaal (standaard) Beschrijving Aanbevolen voor de meeste situaties. Verbetert verzadiging, contrast en scherpte om zo levendige foto’s met levendige rode, groene en blauwe tinten te produceren. Scherper Verscherpt de contouren. Verzacht de contouren.
Witbalans Gebruikt bedieningselement: ➤ Opnamemenu ➤ Witbalans Optie Automatisch (standaard) Gloeilamplicht TL-licht Dir. zonlicht Flitslicht Bewolkt Schaduw Preset Beschrijving Witbalans wordt automatisch aan de lichtomstandigheden aangepast. Aanbevolen voor de meeste situaties. Voor opnamen bij gloeilamplicht. Voor opnamen bij tl-licht. Voor onderwerpen die rechtstreeks door de zon worden verlicht. Voor opnamen met de ingebouwde flitser of een optionele Nikon-flitser.
Standaardinstellingen herstellen Reset met twee knoppen Gebruikt bedieningselement: -knop + -knop U kunt de standaardwaarden van de hieronder vermelde camera-instellingen herstellen door de en tegelijkertijd langer dan twee knoppen seconden ingedrukt te houden (deze knoppen zijn met een groene stip gemarkeerd). De monitor wordt kort uitgeschakeld terwijl de instellingen worden hersteld. Andere instellingen blijven ongewijzigd.
Naslag: Meer over foto’s weergeven Foto’s bekijken U kunt foto’s een voor een (enkelbeeldweergave) of in een ‘contactvel’ met maximaal negen foto’s (miniatuurweergave) op de monitor bekijken. Enkelbeeldweergave Druk op de knop om de meest recente foto op de monitor weer te geven.‘Staande’ foto’s (portret) worden geroteerd en staand weergegeven.
Foto-informatie Als u foto’s in de enkelbeeldweergave bekijkt, wordt foto-informatie over het beeld weergegeven. Duw de multi-selector omhoog of omlaag om als volgt door de foto-informatie te bladeren: Bestandsinformatie ↔ Opnamegegevens, pagina 1 ↔ Opnamegegevens, pagina 2 ↔ Hoge lichten ↔ Histogram ↔ Bestandsinformatie. 햲 Bestandsinformatie 1 Beveiligingsstatus.....56 2 Fotonummer/totaal aantal foto’s 3 Mapnaam................
Hoge lichten 햲 햳 햴 1 Beveiligingsstatus................................................ 56 2 Hoge lichten (de lichtste delen van de foto) worden aangegeven door een knipperende rand. 3 Fotonummer/totaal aantal foto’s Histogram 햲 햳 햴 Geavanceerde instellingen Draai portret bepaalt of ‘staande’ foto’s (portret) tijdens de weergave worden geroteerd ( 84). 5: Beeld bekijken bepaalt of foto’s automatisch op de monitor worden weergegeven nadat deze zijn gemaakt ( 90).
Meerdere beelden bekijken: miniatuurweergave Als u foto’s wilt weergeven in een ‘contactvel’ van vier of negen foto’s, drukt u in de enkelbeeldweergave op de knop . U kunt de volgende bewerkingen uitvoeren wanneer er miniaturen worden weergegeven: Functie Andere pagina’s met foto’s bekijken Aantal weergegeven foto’s wijzigen Naslag—Foto's bekijken 54 Druk op Beschrijving Draai de instelschijf naar rechts om foto’s in de volgorde van opname weer te geven.
Foto’s van dichtbij bekijken: zoomweergave Druk op de knop als u wilt inzoomen op de foto die in de enkelbeeldweergave wordt weergegeven of op de gemarkeerde foto in de miniatuurweergave.
Foto’s beveiligen tegen verwijderen In de enkelbeeld- , zoom- en miniatuurweergave kunt u de knop gebruiken om foto’s te beveiligen om zo te voorkomen dat u deze per ongeluk of de optie Wiswist. Beveiligde bestanden kunnen niet met de knop sen in het weergavemenu worden verwijderd en hebben het DOS-kenmerk ‘alleen-lezen’ als deze op een Windows-computer worden weergegeven. Beveiligde foto’s worden wel verwijderd als de geheugenkaart wordt geformatteerd ( 68).
Afzonderlijke foto’s verwijderen U verwijdert een foto die in de enkelbeeldweergave wordt weergegeven of te een foto die in de miniatuurweergave is gemarkeerd door op de knop drukken. Nadat een foto is verwijderd, kan deze niet worden hersteld. 1 2 Druk op de knop . Er wordt een bevestigingsbericht weergegeven. U verwijdert de foto door nogmaals op de knop te drukken. Druk op een andere knop om het bericht te sluiten zonder de foto te wissen.
Foto’s weergeven op een televisie Met de meegeleverde videokabel kunt u de camera op een televisie of videorecorder aansluiten, zodat u foto’s kunt weergeven of opnemen. Naslag—Foto's weergeven op een televisie 58 1 Selecteer de juiste videostand in het menu Videostand ( 69). 2 Zet de camera uit. Zet de camera altijd uit voordat u de videokabel aansluit of loskoppelt. 3 Sluit de videokabel aan zoals hieronder is aangegeven.
Foto’s bekijken op een computer U kunt de camera met de meegeleverde USB-kabel op een computer aansluiten. Nadat u de camera hebt aangesloten, kunt u de foto’s met behulp van de meegeleverde PictureProject-software naar de computer kopiëren, waarna u deze kunt bekijken en bewerken. Voordat u de camera aansluit Installeer PictureProject nadat u de handleidingen hebt gelezen en de systeemvereisten hebt gecontroleerd.
De USB-kabel aansluiten Naslag—Foto's bekijken op een computer 60 1 2 Zet de computer aan en wacht tot deze is opgestart. 3 Zet de camera aan. Als Mass Storage voor de opties USB is geselecteerd, worden de pictogrammen rechts op het LCD-venster en in de zoeker weergegeven. (Deze worden niet weergegeven als PTP is geselecteerd.) U kunt foto’s naar de computer overspelen aan de hand van de beschrijving in de PictureProjecthandleiding (op de zilveren cd-rom).
De camera loskoppelen Als PTP voor USB is geselecteerd ( 71), kunt u de camera uitschakelen en de USB-kabel loskoppelen nadat de overdracht is voltooid. Als in het setupmenu van de camera de standaardinstelling Mass Storage voor de optie USB is geselecteerd, moet u de camera eerst uit het systeem verwijderen, zoals hieronder is beschreven.
Foto’s afdrukken U kunt foto’s afdrukken met een van de volgende methoden: • Sluit de camera aan op een printer en druk foto’s rechtstreeks vanaf de camera af ( 63). • Plaats de geheugenkaart in een printer met een kaartsleuf (raadpleeg de printerhandleiding voor meer informatie). Als de printer DPOF ondersteunt ( 128), kunt u de gewenste foto’s selecteren met Printopdracht ( 67). • Breng de geheugenkaart naar een ontwikkelcentrale of digitaal afdrukcentrum.
De printer aansluiten 1 Stel de optie USB in het setup-menu in op PTP ( 71). 2 3 Zet de printer aan. 4 Zet de camera aan. Er wordt een welkomstscherm weergegeven, gevolgd door het PictBridge-scherm. Ga verder met ‘Foto’s een 64) of ‘Meerdere voor een afdrukken’ ( foto’s afdrukken’ ( 65). Zet de camera uit en sluit de meegeleverde USB-kabel aan, zoals hier is aangegeven. Oefen geen kracht uit en zorg dat u de stekker recht op de aansluiting duwt.
Foto’s een voor een afdrukken Als u de foto wilt afdrukken die u in het PictBridge-scherm hebt geselecteerd, drukt u op de en laat u deze weer los. Het menu rechts knop wordt weergegeven. Duw de multi-selector omhoog of omlaag om een optie te markeren en duw deze naar rechts om de optie te selecteren. Optie Start met printen Naslag—Foto’s afdrukken 64 Paginagrootte Beschrijving Drukt de geselecteerde foto af.
Optie Beschrijving Het menu rechts wordt weergegeven. Duw de multi-selector omhoog of omlaag om Uitsnede (foto uitsnijden voor de afdruk) of Niet uitsnijden te selecteren en duw de multi-selector vervolgens naar rechts. Uitsnijden Als Uitsnede is geselecteerd, wordt het bericht rechts weergegeven. Verdraai de instelschijf om de grootte van de uitsnede te kiezen en kies de positie van de uitsnede met de multi-selector. Druk op om terug te keren naar het afdrukmenu.
Geselecteerde foto’s afdrukken Als u Print selct. kiest in het PictBridge-menu (zie hierboven), wordt het menu uit stap 1 weergegeven. 1 Blader door de foto’s. Druk op de knop om de huidige foto schermvullend weer te geven.* 2 Selecteer de huidige foto en stel het aantal afdrukken in op 1. Geselecteerde foto’s worden aangegeven met het pictogram . * Als u foto’s in een printopdracht die is gemaakt met Printopdracht ( 67) wilt afdrukken, selecteert u Print (DPOF) in het PictBridge-menu.
Printopdracht U gebruikt de optie Printopdracht in het weergavemenu om digitale ‘printopdrachten’ te maken voor PictBridge-compatibele printers en apparaten met DPOF-ondersteuning. Als u Printopdracht in het weergavemenu ( 83) selecteert, wordt het menu uit stap 1 weergegeven. 1 2 Markeer Selecteren. Selecteer de foto’s en stel het aantal afdrukken in zoals wordt beschreven in de stappen 1–3 op de vorige pagina. Keer terug naar het menu Printopdracht.
Setup Basisinstellingen Het setup-menu Het setup-menu bevat de volgende opties: Setup Basisinstellingen: Het setup-menu 68 Optie Formatteren Menu-inhoud Datum LCD helderheid Videostand Taal (LANG) Bld commentaar USB 68 69 69 69 69 70 70 71 Selecteer Gedetailleerd ( 69) als u de volgende opties wilt weergeven: Optie Mappen Opeenvlg. numm Spiegel omhoog Stof ref. foto Firmware Ver. Oriënt. opsl. Formatteren Formatteert de geheugenkaart.
Menu-inhoud Kies Eenvoudig als u alleen de basisopties in het menu met persoonlijke instellingen ( 87) en het setup-menu ( 68) wilt weergeven. Kies Gedetailleerd als u alle opties wilt weergeven. Datum Stel de cameraklok in ( 10). Nikon raadt aan de klok eenmaal per maand gelijk te zetten. Setup LCD helderheid Hiermee past u de helderheid van de monitor aan.
Taal (LANG) Kies een van de volgende talen: De Deutsch En English Es Español Fr Français It Italiano Ne Nederlands Duits Engels Spaans Frans Italiaans Nederlands Po Português Portugees Py Русский Russisch Sv Svenska Zweeds Traditioneel Chinees Vereenvoudigd Chinees Japans Koreaans Bld commentaar Setup Hiermee voegt u korte tekstopmerkingen aan foto’s toe terwijl u ze maakt. Deze opmerkingen worden weergegeven als u de foto’s bekijkt met PictureProject of Nikon Capture 4 versie 4.3 of hoger.
USB Kies een USB-optie voor aansluiting op een computer of PictBridge-printer. Kies PTP als u de camera op een PictBridge-printer aansluit of als u de functie Camera Control van Nikon Capture 4 versie 4.3 (apart verkrijgbaar) wilt gebruiken. Zie ‘Foto’s bekijken op een computer’ voor informatie over het selecteren van een USB-optie voor gebruik met PictureProject ( 59). Mappen Setup U kunt mappen maken of verwijderen, de naam van een map wijzigen en de map kiezen waarin nieuwe foto’s worden opgeslagen.
Nieuw Hiermee maakt u een map met een nieuwe naam, zoals hieronder wordt beschreven in ‘Mapnamen invoeren’. Hernoemen Hiermee wijzigt u de naam van een bestaande map. Selecteer de map in een lijst met bestaande mappen en wijzig de naam, zoals hieronder wordt beschreven in ‘Mapnamen invoeren’. Wissen Hiermee wist u alle lege mappen op de geheugenkaart. Setup Mapnamen invoeren Toetsenbordveld: Markeer letters met de multi-selector en druk op de knop om de letters te selecteren.
Opeenvlg. numm Setup Geef aan hoe de camera bestandsnamen maakt. • Uit (standaard): De bestandsnummering begint weer bij 0001 wanneer een nieuwe map wordt gemaakt, de geheugenkaart wordt geformatteerd of een nieuwe geheugenkaart in de camera wordt geplaatst. • Aan: Wanneer een nieuwe map wordt gemaakt, de geheugenkaart wordt geformatteerd of een nieuwe geheugenkaart in de camera wordt geplaatst, gaat de bestandsnummering verder bij het laatst gebruikte nummer.
Stof ref. foto Hiermee haalt u referentiegegevens voor de functie stofverwijdering van Nikon Capture 4 versie 4.3 of hoger (apart verkrijgbaar) binnen. (Raadpleeg de Gebruikshandleiding voor Nikon Capture 4 voor meer informatie.) 1 Druk op de knop als u de bewerking wilt annuleren en naar het setup-menu wilt terugkeren. Setup Basisinstellingen: Het setup-menu 74 Markeer Ja en duw de multi-selector naar rechts. Het bericht rechts verschijnt en wordt op het LCD-venster en in de zoeker weergegeven.
Firmware Ver. Geeft de huidige firmwareversie van de camera weer. Oriënt. opsl. Camera 90° rechtsom gedraaid Camera 90° linksom gedraaid * In de continustand ( 21) wordt de stand voor de eerste foto op alle foto’s in de reeks toegepast, ook al verandert de camerastand tussen de opnamen. De camerastand wordt niet opgeslagen als Uit is geselecteerd. Kies deze optie als u foto’s maakt terwijl het objectief omhoog of omlaag is gericht. Stofverwijdering De optie Stof ref.
Opnameopties Het opnamemenu U wijzigt de opnameopties via het opnamemenu ( 26). Setup Optie Beschrijving Bld. optimalsrn Optimaliseert het beeld voor het soort onderwerp. 48, 76 Lange tijd RO Onderdrukt ruis bij langere sluitertijden. 78 Beeldkwaliteit Kies het bestandstype en de compressieverhouding. 31 Beeldformaat Kies het beeldformaat. 32 Witbalans 1 Past de kleuren aan op basis van de kleur van de lichtbron. 49, 79 ISO 2 Verhoogt de gevoeligheid bij weinig licht.
Tooncompens. Kies de hoeveelheid contrast. De standaardinstelling is Automatisch. Via de instelling Eigen kunt u een zelfgedefinieerde tooncurve selecteren die via Nikon Capture 4 versie 4.3 of hoger (apart verkrijgbaar) naar de camera is gedownload. Raadpleeg de handleiding van Nikon Capture 4 voor meer informatie. Kleurstand Kies een van de volgende opties voor kleurreproductie: Optie III a (sRGB) (standaard) Automatisch Als Automatisch is geselecteerd voor Verscherpen of Tooncompens.
Tint aanpassen U kunt de tint aanpassen in stappen van 3° ten opzichte van de basisinstelling van 0°. Als u de kleurtoon verhoogt, wordt aan rode tinten bijvoorbeeld een geel kleurzweem toegevoegd, waardoor ze meer oranje worden. Als u de kleurtoon verlaagt, wordt er een blauwzweem toegevoegd, waardoor rode tinten paarser worden.
Witbalans Zie ‘Witbalans’ ( 49) voor meer informatie. Witbalans > Preset Optie Een waarde voor de witbalans meten De huidige gemeten waarde gaat verloren als een nieuwe waarde wordt gemeten. De waarde voor Gebruik foto blijft ongewijzigd. 1 Plaats een neutraal grijs of wit voorwerp onder de verlichting die voor de uiteindelijke foto wordt gebruikt. Voor een nauwkeuriger resultaat gebruikt u een 18% grijskaart als referentievoorwerp. 2 Selecteer Meten.
Druk de ontspanknop half in om terug te keren naar de opnamestand. 4 Druk op de knop (WB) tot knippert op het LCD-venster en in de zoeker. 5 Kadreer het referentievoorwerp zodanig dat dit de zoeker vult en druk de ontspanknop helemaal in. Er wordt geen foto opgeslagen. De witbalans kan zelfs correct worden gemeten als de camera niet heeft scherpgesteld. Setup 3 U verlaat de instelling zonder een nieuwe waarde voor de witbalans op te slaan door op de knop (WB) te drukken.
De witbalans van een foto kopiëren Als u een nieuwe bronfoto selecteert, worden de witbalanswaarden die eerder met Gebruik foto zijn geselecteerd, overschreven. De waarde voor Meten blijft ongewijzigd. 1 2 Markeer Gebruik foto. 3 Geef de huidige bronfoto weer. 4 Geef de mappenlijst weer * Selecteer Deze foto als u de witbalanswaarde van de huidige foto wilt gebruiken. 5 Setup Markeer Selecteer foto. * 6 7 Geef de foto’s in de geselecteerde map weer. 8 Markeer de foto.
ISO Zie ‘Gevoeligheid (ISO-equivalent)‘ ( meer informatie.
Weergaveopties Het weergavemenu U wijzigt de weergaveopties via het weergavemenu ( 26). Het weergavemenu wordt alleen weergegeven als een geheugenkaart is geplaatst. Optie Beschrijving Wissen Wist alle foto’s of de geselecteerde foto’s. 84 Terugspeelmap Kies de map die u wilt weergeven. 84 Staande foto’s (‘portretstand’) worden gedraaid voor Draai portret 84 weergave op de monitor. Diashow Speelt foto’s af in een automatische diashow. 85 Printopdracht Selecteer de foto’s die u wilt afdrukken.
Wissen U hebt de keuze uit: Optie Beschrijving Selectie Wist de geselecteerde foto’s. Alle Wist alle foto’s. Foto’s met het pictogram zijn beveiligd en kunnen niet worden gewist ( 56). De bewerking kost meer tijd als u een groot aantal foto’s wist. Terugspeelmap Kies de map met de foto’s die u wilt weergeven. Optie Setup Weergaveopties: Het weergavemenu 84 Beschrijving Alleen foto’s in de map die voor de opslag van foto’s is geselecteerd via de optie Mappen in het setup-menu worden weergegeven ( 51).
Diashow U kunt foto’s in een automatische diashow weergeven. (Zie ‘Terugspeelmap’ voor informatie over hoe u de map met de foto’s die worden weergegeven selecteert; 84). Start Start de diashow. U kunt de volgende handelingen uitvoeren tijdens een diashow: Functie Eén foto vooruit of achteruit gaan Beschrijving Duw de multi-selector naar links als u de vorige foto wilt weergeven, duw naar rechts als u de volgende foto wilt weergeven. Hiermee geeft de foto-informatie wel of niet weer tijdens de diashow.
Printopdracht Kies Selecteren als u foto’s wilt selecteren die u wilt afdrukken met een PictBridge-printer of via een DPOF-compatibele service ( 128). Kies Alles deselct als u alle foto’s uit de huidige printopdracht wilt verwijderen. Kleine kopie Hiermee maakt u kleine JPEG-kopieën van geselecteerde foto’s voor gebruik in e-mail of op het web. Kies Selecteer foto om de foto’s te selecteren ( 83) en selecteer daarna Kies formaat om een formaat te kiezen uit 640 × 480, 320 × 240 en 160 × 120.
Persoonlijke instellingen het menu met persoonlijke instellingen U gebruikt de persoonlijke instellingen om de camera-instellingen aan uw voorkeuren aan te passen. R 1 2 3 Optie Reset menu Signaal Autofocus AF-veldstand 87 88 88 89 Optie 4 Geen SD-krt? 5 Bld bekijken 6 Flitsopbr. 90 90 38, 90 De volgende opties worden weergegeven als u Gedetailleerd selecteert voor de optie Menu-inhoud in het setup-menu ( 69): Optie Optie 7 AF-hulplicht 90 14 AE-L/AF-L 98 8 AF-veld verl 91 15 AE-vergr.
1: Signaal Bij de standaardinstelling Aan hoort u een signaal terwijl de timer loopt in de zelfontspannerstand en de vertraagde afstandsbedieningsstand ( 22), wanneer u een foto maakt in de directe 22) en wanneer afstandsbedieningsstand ( de camera heeft scherpgesteld bij enkelvoudige servo-AF ( 88). U hoort geen signaal als Uit is geselecteerd. De huidige instelling wordt op het LCD-venster weergegeven: voor Aan en voor Uit.
3: AF-veldstand Hiermee bepaalt u hoe de camera scherpstelt in de autofocusstand. Optie Beschrijving De gebruiker selecteert handmatig het scherpstelveld ( 33); de Enkel camera stelt alleen scherp op het onderwerp in het geselecteerde veld 1 scherpstelveld. Geschikt voor stilstaande onderwerpen. De gebruiker selecteert het scherpstelveld handmatig ( 33), maar de camera gebruikt gegevens van meerdere scherpstelvelden om Dynamisch de scherpstelling te bepalen.
4: Geen SD-krt? Bij de standaardinstelling Ontspan vergr. werkt de ontspanknop alleen als er een geheugenkaart is geplaatst. Kies Ontspan ontgr. als u de ontspanknop wilt kunnen gebruiken terwijl er geen geheugenkaart is geplaatst. Foto’s worden in dit geval op de monitor weergegeven, maar niet opgeslagen. 5: Bld bekijken Deze optie bepaalt of foto’s automatisch op de monitor worden weergegeven nadat ze zijn gemaakt (Aan, de standaardoptie) of alleen als u op de knop drukt (Uit). 6: Flitsopbr.
8: AF-veld verl Bij de standaardinstelling Automatisch licht het actieve scherpstelveld in de zoeker rood op als dit nodig is om het contrast met de achtergrond te vergroten. Het actieve scherpstelveld licht niet op als Uit is geselecteerd. Als Aan is geselecteerd, licht het scherpstelveld altijd op, ongeacht de helderheid van de achtergrond. (Hierdoor kan het actieve scherpstelveld moeilijk zichtbaar zijn tegen een lichte achtergrond.
10: ISO auto Bij de standaardinstelling Uit blijft de gevoeligheid (ISO-equivalent) ingesteld op de waarde die de gebruiker heeft geselecteerd ( 39). Als Aan is geselecteerd, kiest de camera automatisch een gevoeligheid tussen ISO 200 en 1600 indien met de huidige instellingen geen optimale belichting kan worden bereikt. Het pictogram ISO AUTO wordt weergegeven op het LCD-venster en in de zoeker. Dit pictogram knippert als de waarde die de gebruiker heeft geselecteerd is gewijzigd.
12: Bracketing In de standen P, S, A en M biedt de camera de volgende bracketingopties: Optie Beschrijving Uit Er wordt geen bracketing toegepast. (standaard) De camera varieert de belichting en de flitssterkte in drie opnamen AE & flits rondom de optimale belichtingswaarde. Telkens wanneer de ontspanknop wordt ingedrukt, maakt de camera WB drie foto’s, waarbij de witbalans wordt gevarieerd. Deze optie is niet bracketing beschikbaar bij de beeldkwaliteit NEF (Raw) en NEF+JPEG Basis.
4 Maak drie foto’s. De eerste foto wordt gemaakt met de optimale belichting, de tweede foto wordt onderbelicht met de geselecteerde stap, terwijl de derde foto met dezelfde waarde wordt overbelicht. Na elke opname verdwijnt een stukje van de voortgangsaanduiding voor bracketing. Herhaal stap 3 en 4 als u nog een bracketingreeks wilt maken. Als u bracketing wilt beëindigen nadat de opname is voltooid, selecteert u Uit voor persoonlijke instelling 12.
Witbalansbracketing 1 Markeer WB bracketing en duw de multiselector naar rechts. 2 Markeer een bracketingstap en duw de multi-selector naar rechts. 3 Druk de ontspanknop half in om terug te keren naar de opnamestand. De aanduiding rechts wordt op het LCD-venster en in de zoeker weergegeven. 4 Kadreer de foto, stel scherp en druk af.
13: Lichtmeting In de standen P, S, A en M bepaalt de lichtmeting hoe de camera de belichting instelt. Optie Matrixmeting (standaard) Centrumgericht Spotmeting Beschrijving De camera meet een groot deel van het beeld en stelt de belichting direct in op basis van compositie, afstand, lichtsituatie en kleuren. Levert natuurlijk uitziende resultaten op in vrijwel elke situatie. De camera meet het hele beeld, maar kent het grootste belang toe aan het midden. Gebruikelijke meting voor portretten.
Automatische belichting vergrendelen Als het onderwerp zich niet in het gemeten veld bevindt wanneer centrumgerichte of spotmeting wordt gebruikt, wordt de belichting gebaseerd op de verlichtingsomstandigheden van de achtergrond en wordt het hoofdonderwerp mogelijk niet correct belicht. U kunt dit voorkomen door de automatische belichting te vergrendelen: 1 2 Draai de keuzeknop naar P, S of A en selecteer centrumgerichte of spotmeting. (Belichtingsvergrendeling heeft geen effect in de stand M).
14: AE-L/AF-L Kies de functie die de knop AE-L/AF-L uitvoert. Optie Beschrijving AE/AF-vergr. Als u de knop indrukt, worden de scherpstelling ( 34) en de (standaard) belichting ( 97) vergrendeld. Als u de knop indrukt, wordt alleen de belichting vergrendeld AE-vergr. ( 97). Als u de knop indrukt, wordt alleen de scherpstelling vergrenAF-vergr. deld ( 34). AE-vergr. De belichting wordt vergrendeld zodra u op de knop drukt en vast blijft vergrendeld tot u opnieuw op de knop drukt ( 97).
4 Controleer of de flitser-gereedaanduiding in de zoeker wordt weergegeven en druk op de knop AE-L/AF-L. De ingebouwde flitser flitst eenmaal met een lage intensiteit om de juiste flitssterkte te bepalen. De flitssterkte wordt op dit niveau vergrendeld en het pictogram EL verschijnt in de zoeker. 5 Kadreer de foto opnieuw en maak de foto. Indien gewenst, kunt u extra foto’s nemen zonder de flitswaarde te ontgrendelen.
17: Monitor uit Hiermee bepaalt u hoe lang de monitor aan blijft wanneer er geen bewerkingen worden uitgevoerd. De standaardinstelling is 20 seconden. 18: Meter uit Hiermee bepaalt u hoe lang de camera de belichting blijft meten wanneer er geen bewerkingen worden uitgevoerd. De standaardinstelling is 8 s. Als de lichtmeter wordt uitgeschakeld, worden de zoeker en de sluitertijd- en diafragma-aanduidingen op het LCD-venster eveneens uitgeschakeld om energie te besparen.
Technische gegevens Camera-instellingen Beschikbare instellingen en standaardwaarden De volgende tabel vermeldt de instellingen die in elke stand kunnen worden aangepast.
De volgende standaardinstellingen worden hersteld bij een reset met twee knoppen: P Opnamemenu Overige instellingen Persoonlijke instellingen Technische gegevens—Camera-instellingen 102 Bld.
De volgende standaardinstellingen worden hersteld via persoonlijke instelling R (Reset menu): P 1: Signaal ( 88) 2: Autofocus ( 88) 3: AF-veldstand ( 89) A M — AF-A Dichtstbijzijnde * * * DV EV DO Enkel veld onderwerp Ontspan vergr. Aan — 0.0 Aan Uit Aan Uit Aan Automatisch Aan — Uit 1/3 Stop — Uit — Matrixmeting AE/AF-vergr. AE-L knop — DDL 20 sec 8 sec 10 sec 1 min * DV=Dynamisch veld, EV=Enkel veld; DO=Dichtstbijzijnde onderwerp.
Optionele accessoires Eén voordeel van digitale SLR-camera’s is de grote hoeveelheid beschikbare accessoires waarmee u de mogelijkheden voor digitale fotografie kunt uitbreiden.
Objectieven CPU-objectieven (met name G- en D-type objectieven) worden aanbevolen voor gebruik met de D50. (Houd er rekening mee dat IX Nikkor CPU-objectieven niet kunnen worden gebruikt.) CPU-objectieven zijn herkenbaar aan de CPU-contacten. G-type objectieven hebben geen diafragmaring en bevatten de aanduiding ‘G’. D-type objectieven worden aangeduid met een ‘D’.
De volgende objectieven kunnen worden gebruikt met de D50: Camera-instelling Scherpstelling CPU-objectieven 1 Niet-CPU-objectieven 10 Technische gegevens—Optionele accessoires 106 G- of D-type AF Nikkor2; AF-S, AF-I Nikkor PC-Micro Nikkor 85 mm f/2.
Compatibele objectieven zonder CPU Niet-CPU-objectieven die niet in de bovenstaande lijst staan, kunnen worden gebruikt, maar alleen in de stand M. U moet het diafragma handmatig instellen met de diafragmaring van het objectief en de lichtmeter van de camera en DDL-flitssturing kunnen niet worden gebruikt. Als een andere stand is geselecteerd wanneer een niet-CPU-objectief is bevestigd, wordt de ontspanknop uitgeschakeld.
De ingebouwde flitser gebruiken De ingebouwde flitser kan worden gebruikt met elk CPU-objectief met een brandpuntsafstand van 18–300 mm. Houdt er rekening mee dat de flitser mogelijk niet het hele onderwerp kan verlichten als de volgende objectieven niet op of boven de minimale aangegeven afstand worden gebruikt: Objectief AF-S DX ED 12–24 mm f/4G AF-S ED 17–35 mm f/2.8D AF-S DX IF ED 17–55 mm f/2.8G Technische gegevens—Optionele accessoires 108 AF ED 18–35 mm f/3.5–4.5D AF 20–35 mm f/2.
Optionele flitsers (Speedlights) Bij gebruik van een compatibele flitser, zoals de SB-800 of SB-600 (apart verkrijgbaar), ondersteunt de D50 het Creatieve Verlichtingssysteem van Nikon (CLS), met inbegrip van i-DDL-flitssturing ( 127), communicatie van flitskleurinformatie en FV-vergrendeling ( 98). De ingebouwde flitser wordt niet geactiveerd als een optionele flitser wordt gebruikt. Gebruik alleen flitseraccessoires van Nikon Gebruik alleen Nikon-flitsers.
De volgende functies zijn beschikbaar voor de SB-800 en SB-600 flitsers: Flitser Technische gegevens—Optionele accessoires 110 Flitsstand/functie i-DDL 1 AA Automatisch diafragma1 A Automatisch niet-DDL Handmatig met afstandsvoorGN keuze M Handmatig RPT Stroboscopisch flitsen Synchronisatie met tweede REAR gordijn Rode-ogenreductie Communicatie van flitskleurinformatie Flitswaardevergrendeling 1 AF-hulpverlichting voor multi-velds AF 6 Automatische zoom 1 ISO auto (persoonlijke instelling 10) 1 SB-800 ✔
De volgende flitsers kunnen worden gebruikt in de automatische en handmatige niet-DDL-stand. Als de flitser is ingesteld op DDL, wordt de ontspanknop van de camera vergrendeld en kunt u geen foto’s maken.
Opmerkingen over optionele flitsers Raadpleeg de handleiding van de flitser voor meer informatie. Als de flitser het Creatieve Verlichtingssysteem ondersteunt, raadpleegt u het gedeelte over digitale SLR-camera’s die compatibel zijn met dit systeem. De D50 staat niet in de categorie ‘digitale SLR’ in de handleiding van de SB-80DX, SB-28DX en SB-50DX. Bij een sluitertijd van 1/500 sec of langer wordt de sluiter gesynchroniseerd met een externe flitser.
Andere accessoires Op het moment dat deze handleiding werd geschreven, waren de volgende accessoires beschikbaar voor de D50. Neem voor meer informatie contact op met de leverancier of landelijke Nikon-vertegenwoordiging. Batterijen/ ♦ EN-EL3a oplaadbare Li-ion batterij: Extra EN-EL3a batterijen zijn verkrijgbaar bij laders / licht- uw leverancier of Nikon-servicedienst.
Filters Software • Nikon-filters zijn onder te verdelen in drie typen: inschroefbare, insteekbare en aan de achterkant verwisselbare. Gebruik alleen Nikon-filters. Andere filters kunnen de autofocus of elektronische afstandsmeter verstoren. • De D50 kan niet worden gebruikt met lineaire polarisatiefilters. Gebruik in plaats daarvan het C-PL circulaire polarisatiefilter. • De NC- en L37C-filters worden aanbevolen om het objectief te beschermen.
Behandeling van uw camera Opslag Reinigen Gebruik een blaasbalgje om stof, vuil of zand te verwijderen en veeg de camerabody vervolgens schoon met een zachte, droge doek. Heeft u de camera op het strand of aan zee gebruikt, veeg dan eventueel zand of zout af met een licht Camerabody met schoon water bevochtigde doek, en droog de camerabody daarna grondig. De camera kan beschadigen als er vuil in de camerabody komt. Nikon stelt zich niet verantwoordelijk voor beschadiging door zand of vuil.
Het laagdoorlaatfilter De beeldsensor die dienst doet als beeldelement van de camera, is voorzien van een laagdoorlaatfilter dat moirévorming moet voorkomen. Hoewel dit filter voorkomt dat vuil of stof direct op de beeldsensor terechtkomt, kan vuil of stof op het filter in bepaalde omstandigheden toch zichtbaar zijn in de foto’s. Als u vermoedt dat stof of vuil in de camera zichtbaar is op uw foto’s, kunt u controleren of het filter moet worden gereinigd door de onderstaande stappen uit te voeren.
Het laagdoorlaatfilter reinigen Het laagdoorlaatfilter is zeer kwetsbaar en kan gemakkelijk beschadigen. Nikon raadt aan het filter alleen te laten reinigen door een door Nikon goedgekeurde servicedienst. Als u het filter toch zelf wilt reinigen, voer dan de onderstaande stappen uit. 1 2 Verwijder stof en pluisjes van het filter met behulp van een blaasbalgje. Gebruik geen blaaskwastje aangezien de haartjes het filter kunnen beschadigen.
Behandeling van de camera en batterij: waarschuwingen Technische gegevens—Behandeling van uw camera 118 Laat de camera niet vallen Als dit product wordt blootgesteld aan sterke schokken of trillingen kan het storingen vertonen. Houd het apparaat droog Dit product is niet waterbestendig en kan storingen vertonen als het in water wordt ondergedompeld of aan een hoge vochtigheid wordt blootgesteld. Als er roest in het interne mechanisme ontstaat, kan dit onherstelbare schade veroorzaken.
glassplinters en te zorgen dat de vloeibare kristallen uit de monitor niet in aanraking komen met uw huid, ogen of mond. Schakel de camera uit voordat u de batterij verwijdert of de lichtnetadapter loskoppelt Haal de stekker van de camera niet uit het stopcontact en verwijder de batterij niet terwijl de camera aanstaat of terwijl beelden worden opgeslagen of gewist. In deze gevallen kan een stroomonderbreking leiden tot gegevensverlies of beschadiging van de interne schakelingen of het geheugen.
Problemen oplossen Als de camera niet naar behoren functioneert, raadpleeg dan eerst de volgende algemene problemen voordat u zich tot de leverancier of Nikon-vertegenwoordiging wendt. Raadpleeg de paginanummers in de rechterkolom voor meer informatie. Technische gegevens—Problemen oplossen 120 Probleem Oplossing Het duurt lang door de camera wordt Verwijder bestanden of mappen. ingeschakeld. • Pas de scherpstelling van de zoeker aan. De zoeker is onscherp.
Probleem 17 45 43 113 22 100 23 89 24 34 88 90 — 128 34 88 — 15 34 35 Technische gegevens—Problemen oplossen Oplossing • De camera heeft niet scherpgesteld. • Niet-CPU-objectief: de camera staat niet in de De ontspanknop is uitgeschakeld stand M. (vervolg). • De keuzeknop is op S gezet nadat een bulbsluitertijd is geselecteerd in de stand M: kies een andere sluitertijd. • Vervang de batterij in de afstandsbediening. • Selecteer de afstandsbedieningsstand.
Technische gegevens—Problemen oplossen 122 Probleem Oplossing De vooringestelde witbalans kan niet Het onderwerp is te donker of te licht. worden gemeten Een foto kan niet worden geselecteerd als bron voor de vooringestelde De foto is niet gemaakt met de D50. witbalans. Witbalansbracketing is niet beschik- NEF (Raw) of NEF+JPEG Basis is geselecteerd baar. voor beeldkwaliteit. Selecteer Eigen en kies een andere instelling Het resultaat van Bld.
Foutberichten en aanduidingen op de camera In dit gedeelte worden de aanduidingen en foutberichten toegelicht die in de zoeker, op het LCD-venster en op de monitor worden weergegeven als er een probleem met de camera is. Aanduiding LCDZoeker venster Probleem Batterij bijna leeg. (knippert) (knippert) (knippert) (knippert) Batterij leeg. Oplossing Houd een volledig opgeladen reser- 8 vebatterij gereed. 14 8 Vervang de batterij. 14 8 Cameraklok is niet ingesteld. Stel de cameraklok in.
Aanduiding LCDZoeker venster Technische gegevens—Problemen oplossen 124 Probleem Oplossing • Kies een hogere gevoeligheid. • Gebruik de ingebouwde flitser. Onderwerp te donker; de foto zal • In stand: onderbelicht zijn. S Verleng de sluitertijd A Kies een groter diafragma (kleinere f/-waarde) • Flitser vereist voor een correcte • Klap de ingebouwde flitser uit. belichting (standen P, S, A, M). • Flitser is op volle sterkte gebruikt • Controleer de foto op de monitor.
Aanduiding LCD-venster Zoeker GEEN KAART AANWEZIG DEZE KAART IS NIET BRUIKBAAR Probleem Oplossing Zet de camera uit en controleer Camera vindt geen geheugenof de geheugenkaart correct is kaart. geplaatst. • Fout bij toegang tot geheu- • Gebruik een door Nikon goedgenkaart. gekeurde kaart. • Controleer of de contacten schoon zijn. Neem contact op met de leverancier of Nikonvertegenwoordiging als de (knippert) kaart beschadigd is. • Er kan geen nieuwe map wor- • Wis bestanden of plaats een den gemaakt.
Bijlage Capaciteit van geheugenkaart en beeldkwaliteit/-formaat In de volgende tabel wordt aangegeven hoeveel foto’s ongeveer kunnen worden opgeslagen op een kaart van 256 MB bij verschillende instellingen voor beeldkwaliteit en -formaat.
Belichtingsprogramma (stand P) Het belichtingsprogramma voor de stand P wordt weergegeven in de volgende grafiek: F (brandpuntsafstand objectief) 울 55 mm 55 쏝 F 울 135 mm F 쏜 135 mm Diafragma Sluitertijd Flitssturing ( 36, 109) De volgende soorten flitssturing worden ondersteund wanneer een CPUobjectief wordt gebruikt in combinatie met de ingebouwde flitser of een optionele SB-800 of SB-600 flitser.
Beschikbare sluitertijden bij ingebouwde flitser De volgende sluitertijden zijn beschikbaar als de ingebouwde flitser wordt gebruikt. , Stand , , P, A Sluitertijd Stand Sluitertijd 1/ 500 –1/ 60 sec 1/ 500 –1/ 125 sec 1/ 500 –1 sec 1/ 500 –1/ 30 sec S, M Flitsbereik, diafragma en gevoeligheid Het flitsbereik hangt af van de gevoeligheid (ISO-equivalent) en het diafragma.
Specificaties Type Spiegelreflexcamera met verwisselbare objectieven Effectieve pixels 6,1 miljoen CCD 23,7 × 15,6 mm; totaal aantal pixels: 6,24 miljoen Beeldformaat (pixels) • 3008 × 2000 (groot) • 1504 × 1000 (klein) Objectiefvatting Nikon F-vatting (met AF-koppeling en AF-contacten) • 2256 × 1496 (midden) Compatibele objectieven* Alle functies worden ondersteund Micro Nikkor 85 mm f/2.
Autofocus Detectiebereik DDL-fasedetectie door Nikon Multi-CAM900 autofocusmodule met AF-hulpverlichting (bereik circa 0,5–3,0 m ) –1 tot +19 LW (ISO 100 op 20 °C) AF-veldstand Enkelvelds-AF, dynamisch veld-AF, dynamisch veld-AF met prioriteit voor het dichtstbijzijnde onderwerp Scherpstelvergrendeling Scherpstelling kan worden vergrendeld door de ontspanknop half in te drukken (enkelvoudige servo-AF) of door op de knop AE-L/AF-L te drukken.
Ingebouwde flitser Richtgetal (m bij 20 °C) • , , , , : automatisch flitsen en automatisch opklappen • P, S, A, M: handmatig opklappen met ontspanknop • ISO 200: circa 15 (handmatig 17) • ISO 100: circa 11 (handmatig 12) Externe flitser Synchronisatiecontact Alleen X-contact; flitssynchronisatie tot 1/ 500 sec Flitssturing DDL Automatisch diafragma DDL-flitssturing door RGB-sensor met 420 segmenten (alleen CPUobjectieven) • Ingebouwde flitser: i-DDL uitgebalanceerde invulflits voor digitale SLR of sta
Video-uitvoer Keuze tussen NTSC en PAL Externe interface Hi-speed USB 2.
MH-18a snellader Ingang AC 100–240 V wisselstroom, 50/60 Hz Uitgang 8,4 V gelijkstroom / 900 mA Ondersteunde batterijen EN-EL3a oplaadbare Li-ion-batterijen Laadtijd Circa 135 min Gebruikstemperatuur 0 – +40 °C Lengte van snoer Circa 180 cm Afmetingen (B × H × D) Circa 58 × 90 × 35 mm Gewicht Circa 80 gram, zonder netsnoer EN-EL3a oplaadbare Li-ion batterij Oplaadbare lithium-ion batterij Capaciteit 7,4 V / 1500 mAh Afmetingen (B × H × D) Circa 39,5 × 56 × 21 mm Gewicht Circa 80 gram,
AF-S 18-55 mm, f/3.5-5.6G objectief Technische gegevens—Specificaties 134 Type G-type CPU AF-S DX Nikkor-zoomobjectief met Nikon-vatting Ondersteunde camera’s Nikon DX-formaat digitale SLR-camera’s Brandpuntsafstand 18–55 mm Max.
Gebruiksduur batterij Het aantal opnamen dat kan worden gemaakt met een volledig opgeladen EN-EL3a batterij (1500 mAh) hangt af van de batterijstatus, de temperatuur en de manier waarop de camera wordt gebruikt. De volgende metingen zijn uitgevoerd bij een temperatuur van 20 °C. Voorbeeld 1: 2500 opnamen AF-S DX ED 18–55 mm f/3.5–5.
Trefwoordenregister Technische gegevens—Trefwoordenregister 136 Symbolen . Zie Belichtingscorrectie . Zie Flitsbelichtingscorrectie . Zie Flitser-gereedaanduiding . Zie FV-vergrendeling , , , , , . Zie Stand, Onderwerpsstanden . Zie Afstandsbediening . Zie Zelfontspanner . Zie Opnamestand A (auto) stand, 14 A. Zie Stand AE-L/AF-L, 98 AE-vergr., 99 AF.
Opnamemenu, 76–82, 101–103 Opnamestand, 21 Oriënt. opsl., 75 P P. Zie Stand P*. Zie Flexibel programma Persoonlijke instellingen, 87–100, 101 standaardinstellingen, 87, 102 PictBridge, 62–67, 128 PictureProject, 31,59–60 Picture Transfer Protocol. Zie PTP. PRE. Zie Witbalans, vooringesteld Printopdracht, 67 Prioriteit dichtstbijzijnde onderwerp. Zie AF-veldstand PTP, 59, 63 71 R RAW, 32.
Niets uit deze uitgave mag worden overgenomen, in welke vorm ook, volledig of gedeeltelijk, zonder de schriftelijke toestemming van NIKON CORPORATION (met uitzondering van korte citaten in artikels of besprekingen).