Operation Manual
56
Problemen oplossen
Problemen oplossen
Functioneert uw scanner niet naar behoren, kijk dan eerst bij de nu volgende algemene pro-
blemen voordat u zich tot uw handelaar of de technische dienst van Nikon wendt. In de rech-
ter kolom vindt u de paginacijfers die u verwijzen naar meer informatie over de genoemde 
problemen.
Probleem Mogelijke oorzaak
Scanner gaat niet 
aan (status-LED 
brandt niet) 
• Scanner staat uit
Zet de scanner aan
• Netsnoer niet goed aangesloten
Zet de hoofdschakelaar uit en sluit het netsnoer opnieuw aan.
• Scanner ontvangt geen stroom
Sluit een ander apparaat op de stekker aan om te controleren of de 
kabel in orde is.
24
21
—
De status-LED fl ikkert 
(scanner niet aange-
sloten op computer, of 
computer uit)
• Hardwarefout scanner
Zet de scanner uit en ontkoppel hem van de computer. Wacht vijf se-
conden en zet de scanner weer aan. Blijft het probleem zich voordoen, 
neem dan contact op met de Nikon vertegenwoordiging.
—
Status-LED fl ikkert 
(scanner aangeslo-
ten op computer) 
• Hardwarefout van de scanner of communicatiefout
Zet scanner en computer uit en ontkoppel de scanner. Wacht vijf se-
conden en zet de scanner weer aan. Flikkert de status-LED wanneer 
hij wordt aangezet, dan heeft zich een hardwarefout in de scanner 
voorgedaan. Neem contact op met de leverancier of de Nikon verte-
genwoordiging. Knippert de status-LED en gaat hij daarna continu 
branden, zet dan de scanner uit en sluit hem opnieuw op de computer 
aan. Zet na vijf seconden wachten de scanner weer aan en herstart 
de computer. Flikkert de status-LED wanneer de computer opnieuw 
wordt gestart, probeer dan het volgende:
• Ontkoppel alle apparaten die hetzelfde type interface gebruiken als 
de scanner
• Installeer Nikon Scan opnieuw
• Werk de apparaatstuurprogramma’s voor de USB interface bij (alleen 
Windows).
• Werk de scanner-stuurprogramma’s bij (alleen Windows)
22, 24
5, 22
10–19
62–64
—
66–67
Scans van slechte 
kwaliteit 
• Film is niet juist ingevoerd
Voer de fi lm uit en weer in.
• Scanner of fi lm bewogen tijdens scannen
Gebruik de scanner niet op plaatsen die aan schokken of vibraties 
blootstaan. Negeren van deze voorzorgsmaatregel kan leiden tot een 
slechte werking van de scanner.
• De instelling van het scanvenster moet worden aangepast
Pas de instellingen aan of gebruik de standaardinstellingen. Kijk in de 
Nikon View Naslaggids (op cd-rom) voor meer informatie.
28, 38
20
31–35










