Operation Manual

64
Hoofdstuk 10 De bewerkingslijst
Toepassen-selectievakje kunt u desgewenst
het effect van de Dekkingsmenger verwij-
deren.
Selectienotificatiegebied
Het Selectienotificatiegebied wordt
getoond in alle verbeteringsstappen,
behalve in de stap Basisaanpassing. Hier
wordt gemeld of de huidige stap wordt
toegepast op het hele beeld, zoals aange-
geven met de melding Alles geselecteerd,
alleen op een bepaald deel van het beeld,
zoals aangegeven door de andere selec-
tiemeldingen. Als de melding Gedeeltelijk
geselecteerd wordt getoond, is de huidige
stap selectief toegepast met één van de
selectiehulpmiddelen. Als de melding Niets
geselecteerd wordt getoond, heeft de
huidige stap in het geheel geen effect op
het beeld.
U kunt op ieder willekeurig moment zien
waarop de huidige selectie wordt toege-
past door de optie Selectie tonen te selec-
teren in het menu Weergave.
Doezelaar
De functie Doezelaar komt altijd pas beschik-
baar wanneer er een deel van het beeld
geselecteerd is. Met deze functie kunt u
de randen verzachten van de selectie die u
met een van de selectiehulpmiddelen hebt
gemaakt. Door de randen te verzachten kunt
u het ontstaan van ongewenste artefacten
door het selectieproces voorkomen.
Voor het gebruiken van de functie
Doezelaar klikt u op de bijbehorende
knop
bij het selectienotificatiegebied.
Hierdoor verschijnt het dialoogvenster
Doezelaar waarmee u de mate regelt
waarin de doezelaar op de selecties van de
actieve stap wordt toegepast.
Verhoog de schuif Doezelaar totdat het
gewenste effect bereikt is. Hoe hoger de
instelling op de schuif Doezelaar, des te
geleidelijker de overgang is van de gedeel-
ten in de actieve stap naar de andere
gedeelten van het beeld.
Klik op de knop OK om het effect van de
doezelaar te accepteren, of klik op de knop
Annuleren om het effect te verwijderen.
Na het klikken op OK kunt u altijd het
effect van de doezelaar verwijderen door
te klikken op het bijbehorende Toepassen-
selectievakje in het selectienotificatiegebied.