Operation Manual
63
Hoofdstuk 10 De bewerkingslijst
de andere twee schuiven verlagen om te
zorgen dat het actieve effect alleen op het
blauwkanaal wordt toegepast.
OVERVLOEIMODI
U kunt ook verschillende overvloeimodi
selecteren uit het vervolgkeuzemenu
Overvloeimodus die beschikbaar zijn voor
alle afzonderlijke kanaalopties.
De overvloeimodus bepaalt hoe het beeld,
dat door de huidige verbetering werd
gemaakt, overvloeit in het beeld voordat
die verbetering werd toegepast. Met de
overvloeimodi kunt u op geavanceerde
wijze de huidige verbetering op uw beeld
toepassen. De verschillende, beschikbare
overvloeimodi zijn Normaal, Lichter, Bleken,
Bedekken, Vermenigvuldigen en Donkerder.
Als u voor de huidige verbetering
het kanaal, de overvloeimodus en de
dekking voor de kanalen hebt geselec-
teerd, klikt u op OK om het effect van
de Dekkingsmenger te accepteren. Klik
op Annuleren om te voorkomen dat de
Dekkingsmenger uw beeld beïnvloedt.
Met een klik in het bijbehorende
Overvloeimodus
Resultaat
Normaal
De overvloeimodus Normaal is de standaard overvloeimodus voor het toepas-
sen van verbeteringen. Als alle kanalen voor de verbetering 100% worden
toegepast, wordt het resultaat gezien als een normale verbetering.
Lichter
De overvloeimodus Lichter wordt bereikt door de effecten ervan alleen toe te
passen indien het resultaat van het effect lichter is dan het corresponderende
gedeelte in het originele beeld. Dit betekent dat alleen gedeelten die een grotere
helderheid hebben door de verbetering op het beeld zullen worden toegepast.
Bleken
De overvloeimodus Bleken wordt bereikt door de pixelwaarden van het resulte-
rende beeld te verhogen met de pixelwaarden van het originele beeld. Het resul-
terende beeld is altijd helderder dan het originele beeld van vóór de verbetering.
Bedekken
De overvloeimodus Bedekken wordt bereikt door de pixelwaarden van het resul-
terende beeld danwel op te tellen, danwel af te trekken van het originele beeld.
Capture NX bepaalt of het moet optellen of aftrekken gebaseerd op de waarde
van het beeld dat het resultaat is van de verbetering. Waarden boven de 128
maken het uiteindelijke beeld lichter in het corresponderende gedeelte; waarden
onder de 128 maken het uiteindelijk beeld donkerder in het corresponderende
gedeelte, terwijl de waarde 128 niets verandert aan het uiteindelijke beeld.
Vermenig-
vuldigen
De overvloeimodus Vermenigvuldigen wordt bereikt door de pixelwaarden van
het resulterende beeld af te trekken van de pixelwaarden van het originele
beeld. Het resultaat is altijd donkerder dan het originele beeld van vóór de
verbetering.
Donkerder
De overvloeimodus Donkerder wordt bereikt door de effecten ervan alleen toe
te passen indien het resultaat van het effect donkerder is dan het correspon-
derende gedeelte in het originele beeld. Dit betekent dat alleen gedeelten die
donkerder zijn door de verbetering op het beeld zullen worden toegepast.