.L 'EBRUIKSHANDLEIDING
Kennisgevingen © 2006 Nik Software, Inc. Alle rechten voorbehouden. Geen van de delen van deze gebruikshandleiding mag worden gereproduceerd, overgedragen, getranscribeerd, opgeslagen in een terugzoeksysteem of vertaald in welke taal dan ook, in welke vorm dan ook, met welk middel dan ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van Nik Software, Inc.
i Introductie ......................................................1 RAW-aanpassingen ..........................................50 Voordelen van RAW-bestandsindeling .............2 Lensaanpassingen ............................................52 Camerarelatie .....................................................3 Licht & kleuraanpassingen ................................54 Systeemeisen & installatie .......................5 Verbeteringsstappen ........................................
ii Uitsnijden..........................................................77 Hulpmiddelenbalk F4 – Zwarte, witte Ongedaan maken...........................................125 Opnieuw uitvoeren ........................................125 In h o u d so p gave Knippen ..........................................................125 en neutrale sturingspunten ...................81 Kopiëren .........................................................125 Zwart sturingspunt...........................................
iii Omzetten naar profiel ....................................158 Menu Sturingspunt .................................161 In Verkenner vergelijken .................................199 In Editor vergelijken........................................200 Met origineel vergelijken ................................200 Zwart sturingspunt.........................................163 Wit sturingspunt... .........................................165 Menu Venster ............................................
iv
1 Capture NX™ is een krachtige toepassing voor bewerking en fotografieverwerking speciaal voor digitale fotografen ontwikkeld. De eenvoudige, overzichtelijke gebruikersinterface maakt beeldverbetering gemakkelijk, en exclusieve functies gebaseerd op U Point™fotobewerkingstechnologie, bieden een volledig non-destructieve workflow die giswerk bij het bewerken elimineert.
2 Voordelen van RAWbestandsindeling • vignetteringscorrectie (pagina 52) H o o fd stu k 1 Capture NX heeft volledige ondersteuning voor Nikon RAW NEF-beelden en kan met ieder JPEG- en TIFF-bestand (gebaseerd op RGB of LAB) gebruikt worden. U kunt met JPEG- en TIFF-bestanden onmiddellijk beginnen de bestanden te verbeteren door het selecteren van een van de verbeteringen uit de menu’s. Introductie Vergeleken met verwerkte en opgeslagen bestanden hebben RAW-opnamen een aantal duidelijke voordelen.
3 Camerarelatie Raadpleeg voor meer informatie over de verschillende bedieningen van het palet Camera-instellingen pagina 39. H o o fd stu k 1 Capture NX is ontworpen met het doel alle functies van uw Nikon-camera te ondersteunen. U kunt daardoor veel instellingen wijzigen die u in uw camera op het beeld hebt toegepast. Nadat u een RAW NEFbestand in Capture NX geopend hebt, kunt u de opname-, camera- en belichtingsinformatie van het bestand in het palet Camera-instellingen weergeven.
4
5 Systeemeisen Beeldschermresolutie Processor Installatie WINDOWS Om Capture NX te installeren plaatst u de installatie-cd in het cd- of dvd-station van uw computer. Open de cd via het pictogram Deze computer op uw bureaublad (Windows) of dubbelklik op het pictogram van de cd dat op uw bureaublad verschijnt (Mac OS).
6 werking van Capture NX instellen. Deze kunnen later in de voorkeuren worden veranderd. H o o fd stu k 2 U krijgt twee opties aangeboden om de actieve kleurruimte in te stellen: De kleurruimte van het te openen bestand gebruiken als actieve kleurruimte Met deze optie gebruikt Capture NX altijd het ingesloten profiel van het geopende beeld als actieve kleurruimte.
7 Andere Nikon-software De werking wordt niet gegarandeerd als Capture NX op hetzelfde moment wordt gebruikt als Nikon Capture Editor, de bewerkingshulpmiddelen in PictureProject of andere Nikon-bewerkingssoftware.
8
9 U Point-technologie is een hoofdfunctie in Capture NX van Nikon. Met de op U Pointtechnologie gebaseerde bediening kunt u gedeelten van een foto rechtstreeks wijzigen zonder de tijdrovende maskers te maken die in andere software-toepassingen vereist zijn. Met de op U Point-technologie gebaseerde sturingspunten kunt u met uw beelden werken zonder reeksen ingewikkelde bewerkingen in een bepaalde volgorde te hoeven uitvoeren. Ieder sturingspunt werkt samen met andere sturingspunten van hetzelfde type.
10 H o o fd stu k 3 U Poin-technologie Stap 1. Er wordt een kleur sturingspunt op de lucht geplaatst om deze donkerder en meer verzadigd te maken. Alhoewel dit sturingspunt hoofdzakelijk effect heeft op de lucht, worden ook sommige wolken erdoor beïnvloedt. Stap 1. Selectie Stap 2. Vervolgens wordt er een kleur sturingspunt geplaatst om de wolken in het beeld te kunnen identificeren.
11 H o o fd stu k 3 Voor U Poin-technologie Na
12 De Capture NX-interface Editor (pagina 13) Overzicht (pagina 97) Menubalk (pagina.
13 De interface van Capture NX is ontworpen met het doel alle belangrijke hulpmiddelen voor het verbeteren van een digitale foto binnen handbereik te hebben. Dit deel bevat een kort overzicht van alle hoofdelementen van de Capture NX-interface. Overzicht Het hoofdvenster van Capture NX, de Editor, is het venster dat u ziet wanneer u beelden buiten de Verkenner aan het bewerken bent. In de Editor kunt u zowel beelden openen en sluiten als ieder van de verschillende bedienings-paletten activeren.
14 H o o fd stu k 4 werkingsprocessen maken die gebaseerd zijn op de inhoud van de stappen. U kunt ook handmatig nieuwe stappen maken door de knop Nieuwe stap te gebruiken. De bewerkingslijst bevat ook een speciale stap, stap Basisaanpassingen genaamd. De stap Basisaanpassingen bevat alle verbeteringen die uniek zijn voor RAW-beelden, evenals verbeteringen die kunnen worden gebruikt ter voorbereiding van uw beelden.
15
16
17 Capture NX openen U kunt Capture NX openen vanuit het Startmenu in Windows of door op het pictogram in de toepassingsmap te dubbelklikken in Mac OS.
18 Windows-besturingssysteem H o o fd stu k 5 Klik op de Startknop onderaan uw scherm en selecteer Alle programma’s (Windows XP) of Programma’s (alle andere Windowsversies). Navigeer naar de Capture NX map en selecteer Capture NX om de toepassing op te starten. Mac OS Starten Dubbelklik op uw bureaublad op het pictogram Macintosh HD en navigeer naar de toepassingsmap. Dubbelklik op de Capture NX map en dubbelklik vervolgens op het pictogram van de Capture NX-toepassing om de toepassing op te starten.
19 Naar beelden bladeren en beelden openen Als u naar een ander venster dan de map Mijn afbeeldingen (Windows) of de map Beelden (Mac OS) wilt navigeren, klikt u op de knop in het kader Bestandsoverzicht. Hierdoor wordt het palet Bestandsoverzicht zichtbaar. Het palet Bestandsoverzicht biedt u een volledige bestandslijst, waardoor u naar ieder bestand op uw harde schijf kunt navigeren.
20 Vensterfunctionaliteit in Capture NX H o o fd stu k 5 Ieder venster in Capture NX biedt u een aantal verschillende bedieningen voor dat venster. Knop Minimaliseren / Maximaliseren Knop Minimaliseren / Maximaliseren Koppelknop Grijprand zijn standaardplaats terugbrengen. Grijprand Sleep deze rand om het venster te verplaatsen. Klik op de -knop om het venster terug te zetten naar de oorspronkelijke locatie.
21 Verschillen in bestandsindeling NEF Voor NEF-bestanden maakt Capture NX gebruik van een nieuw cachesysteem. NEFbeelden die eerder met Capture NX zijn bewerkt, kunnen hierdoor sneller worden geopend. Elke keer dat een NEF-bestand wordt opgeslagen maakt dit cachesysteem een cachebestand, dat Capture NX de volgende keer dat dit beeld wordt geopend, kan gebruiken.
22 De meest recente informatie over welke camera’s kunnen worden gebruikt vindt u op de Nikon website van uw regio. H o o fd stu k 5 Voor gebruikers in de VS.: http://www.nikonusa.com/ Voor gebruikers in Europa en Afrika: http://www.europe-nikon.com/support Voor gebruikers in Azië, Oceanië en het Midden-Oosten: http://www.nikon-asia.com/ TIFF Starten De TIFF-bestandsindeling wordt gewoonlijk gebruikt als standaard voor het reproduceren van beelden met een hoge kwaliteit.
23 Afdrukken in Capture NX is heel eenvoudig. U kunt op ieder moment Afdrukken selecteren in het menu Bestand om het actieve beeld af te drukken, of u kunt meerdere beelden in de Verkenner selecteren om een printpakket te maken. In wezen zijn printpakketten een verzameling beelden die tegelijkertijd worden afgedrukt, vaak staat er meer dan één beeld op dezelfde pagina. Printpakketten halen het meeste uit uw printer en papier.
24 H o o fd stu k 5 lingenbestand op een beeld of een groep beelden toepast, zal Capture NX dezelfde verbeteringen met dezelfde instellingen toepassen op die beelden, alsof u ze op ieder beeld afzonderlijk zou hebben toegepast. Instellingenbestanden worden vaak gebruikt voor de toepassing van een unieke serie verbeteringen, die werken voor beelden van veel uiteenlopende soorten.
25 In de verwerkingswachtrij krijgt u de optie een andere bestandsindeling, bestemmingsmap en bestandsnaam te selecteren. Raadpleeg voor meer informatie over de verwerkingswachtrij pagina 184. Al zijn instellingenbestanden erg handig als u een serie verbeteringen hebt die kunnen worden toegepast op een groot aantal beelden, kan het voorkomen dat u een serie verbeteringen wilt toepassen op een kleine serie beelden.
26 H o o fd stu k 5 Werkwijze toepassen serieverwerking in de Verkenner Naast de mogelijkheid om een serieverwerkingsproces toe te passen in Editor of de functie Serieverwerkingsproces te gebruiken, kunt u met Capture NX een serieverwerkingsproces direct in de Verkenner toepassen. Starten Begin met het selecteren en markeren van een willekeurig aantal beelden in de Verkenner.
27
28
29 Capture NX heeft een zeer krachtige verkenner waarmee u niet alleen in uw beelden kunt bladeren en deze sorteren en organiseren, maar ook meerdere beelden tegelijkertijd kunt draaien of daar serieverwerkingsprocessen op toepassen. H o o fd stu k 6 De Verkenner De Verkenner De Verkenner Knop Sortering omkeren (pagina 30) Menu Sorteren (pagina 34) Menu Map (pagina 31) Menu Label (pagina 32) Menu Serieverwerking (pagina 34) U kunt de Verkenner op twee verschillende manieren openen: 1.
30 Map gebruiken. H o o fd stu k 6 Raadpleeg pagina 37 voor meer informatie over de functie Bestandsoverzicht. Gebruik het hulpmiddel Directe selectie voor het verplaatsen van beelden in de Verkenner. Gebruik het hulpmiddel Hand om in de Verkenner te scrollen. Met het hulpmiddel In/uitzoomen kunt u op de Verkenner in- en uitzoomen waardoor de miniaturen respectievelijk groter en kleiner worden.
31 functie Vergelijken. Openen in gesplitst venster H o o fd stu k 6 Een label aan uw beelden toevoegen Raadpleeg pagina 32 voor meer informatie over het labelen van beelden. Hernoem uw beelden met behulp van de functie Hernoemen in het serieverwerkingsproces. Raadpleeg pagina 185 voor meer informatie over de functie Hernoemen. Toepassen van de functies Kopiëren, Plakken en Instellingen laden in een serieverwerkingsproces. Raadpleeg pagina 181 voor meer informatie over het serieverwerkingsproces.
32 H o o fd stu k 6 Weergave beelden in de lichttafel kunt zien. Met het submenu Weergave kunt u verschillende weergavemethoden kiezen om de inhoud van de actieve map te bekijken. DETAILS RIJEN Deze weergave plaatst informatie over ieder beeld in een kolom. U kunt een sortering o.b.v. iedere kolom aanbrengen. De Verkenner De weergave Rijen is de standaardweergave voor de Verkenner. Deze weergave toont beelden op een rij. Het veranderen van de grootte van de Verkenner sorteert de beelden opnieuw.
33 Menu sorteren Personaliseer labelnamen Gebruik het menu Sorteren om de volgorde van beelden in de verkenner aan te passen. H o o fd stu k 6 een beeld het label Geen label geven met sneltoets 0. Om een label van een beeld te verwijderen, kunt u het markeren en op de toets 0 van uw toetsenbord drukken. Alfabetisch Kies deze sorteermethode om de beelden alfabetisch op bestandsnaam te sorteren.
34 Menu Serieverwerking H o o fd stu k 6 Het menu Serieverwerking in de Verkenner bevat een duplicaatinhoud van het menu Serieverwerking in de menubalk. U kunt hiermee snel een serieverwerkingsproces openen en toepassen op uw beelden. Raadpleeg voor meer informatie over de serieverwerkingsfunctie van Capture NX pagina 181.
35
36
37 Het Bestandsoverzicht toont de bestanden op uw harde schijf in het venster op dezelfde manier als het besturingssysteem ze weergeeft. Ook in het venster van Capture NX worden de functies voor het kopiëren en verplaatsen van bestanden aangeboden. Dubbelklikken op een van de mappen in het bestandsoverzicht opent die map in de Verkenner.
38
39 Het palet Camera-instellingen bevat een lijst met alle informatie die betrekking heeft op het actieve beeld. In dit palet ziet u informatie over de camera, de tijd en datum waarop het beeld werd genomen, de belichtingsgegevens, en ook de instellingen van de camera die het actieve beeld hebben bewerkt. Elke bewerkbare instelling is toegankelijk in een vervolgkeuzemenu. U kunt dat menu gebruiken voor het wijzigen van de instellingen die in de camera zijn ingesteld.
40
41 Het palet IPTC bevat een gestandaardiseerde lijst tekstvelden. U kunt ze gebruiken voor het aangeven van copyright- en gebruiksvoorwaarden van uw beeld. De inhoud van het palet IPTC, vernoemd naar de International Press Telecommunications Council die de standaard gemaakt heeft, is oorspronkelijk ontworpen voor het vereenvoudigen en verhelderen van de nodige informatie voor het delen van foto’s met verschillende publicaties.
42
43 De bewerkingslijst is de centrale locatie voor alle bedieningen die Capture NX biedt. De bewerkingslijst slaat alle op het beeld toegepaste verbeteringen in chronologische volgorde op. De bewerkingslijst kan als een historie gebruikt worden, waarmee u kunt teruggaan naar eerder aangebrachte aanpassingen van beelden om er wijzigingen in aan te brengen.
44 H o o fd stu k 10 Iedere verbetering die u in Capture NX op uw beelden aanbrengt, wordt vastgelegd in de bewerkingslijst. De bewerkingslijst bevat de volgende gedeelten: • stap Basisaanpassingen • verbeteringsstappen • menu Herstelpunten • menu Serieverwerking • knop Nieuwe stap Als u het bestand opslaat als NEF-bestand wordt de bewerkingslijst opgeslagen met alle aanpassingen intact. De bewerkingsl ijs t De bewerkingslijst functioneert ook als de basis voor de serieverwerking van uw beelden.
45 • Detailaanpassingen (beschikbaar voor alle beelden) Iedere verbetering in de basisaanpassingen bevat een driehoek Tonen / Verbergen en een Toepassen-selectievakje. Toepassen-selectievakje Met het Toepassen-selectievakje kunt een specifieke verbetering in of uitschakelen. Dit selectievakje wordt automatisch geselecteerd als er wijzigingen in de verbetering worden aangebracht. Met een klik in het Toepassen-selectievakje schakelt u een specifieke verbetering uit.
46 WITBALANS ALLEEN RAW H o o fd stu k 10 De functie Witbalans is ontworpen om u de mogelijkheid te geven de ingestelde witbalans van uw beeld te wijzigen. Met het wijzigen van de witbalans kunt u niet alleen de origineel gekozen witbalans corrigeren, maar ook een koude of warme zweem op het beeld plaatsen. Klik op de knop van Witbalans om in het bijbehorende dialoogvenster de witbalans te wijzigen.
47 Schaduw Deze optie stelt de kleurtemperatuur op 8.000 K in en is geschikt voor foto’s die in de open lucht in de schaduw werden genomen. Schuif Fijnregeling Met deze schuif kunt u de geselecteerde kleurtemperatuur met ± 50 mired verschuiven. Flitslicht Selecteer deze optie als uw beeld met een Nikon Speedlight als lichtbron is opgenomen. U kunt deze instelling verder aanpassen met de schuif Fijnregeling.
48 H o o fd stu k 10 grijs moet zijn om de witbalans in te laten stellen. U zult zien dat de rode en blauwe schuiven wellicht verplaatst zijn, en dat deze wijzigingen ook in de kleine grafiek terug zijn te vinden. U kunt verder de witbalansinstellingen wijzigen door de rode en blauwe schuiven handmatig te verplaatsen. Met de schuif Rood kunt u de witbalans van het beeld verschuiven van cyaan naar rood door de versterking van het roodkanaal aan te passen.
49 • Ongewijzigd – hiermee wordt terug gekeerd naar de verzadiging die in de camera is ingesteld. • Laag contrast • Gematigd • Medium laag • Normaal • Normaal • Verhoogd • Medium hoog VERSCHERPEN H o o fd stu k 10 • Ongewijzigd – hiermee wordt terug gekeerd naar het contrast dat in de camera is ingesteld. ALLEEN RAW • Hoog contrast • Eigen curve – hiermee wordt het contrast ingesteld op een eigen curve. (Niet beschikbaar voor COOLPIX camera’s.
50 H o o fd stu k 10 Klik op OK om de nieuwe instelling te accepteren, of klik op Annuleren om de scherpstelling te behouden die in uw camera werd ingesteld. Met een klik in het bijbehorende Toepassen-selectievakje kunt u op ieder willekeurig moment terugkeren naar de originele verscherping. Let op : Omdat de D1 geen gegevens voor de verscherping opneemt in de beeldbestanden, komt Ongewijzigd voor met de D1 opgenomen beelden overeen met Geen.
51 KLEURMOIRÉ-ONDERDRUKKING ALLEEN RAW Klik op OK om het effect van de kleurmoiré-onderdrukking te accepteren, of klik op Annuleren om te voorkomen dat het effect van de kleurmoiré-onderdrukking het beeld beïnvloedt. Voor bepaalde camera’s die referentiefoto’s voor stofverwijdering maken met de extensie .NDF (zoals de D2H en D2X), zal Capture NX proberen een referentiefoto in dezelfde map te vinden als die van het actieve beeld.
52 H o o fd stu k 10 raadzaam een beeld te kiezen dat zo dicht mogelijk bij de tijd van het actieve beeld ligt. Toepassen-selectievakje kunt u desgewenst het effect van Stofverwijdering verwijderen. Als Capture NX geen referentie-foto voor stofverwijdering vindt in dezelfde map als die van het actieve beeld, krijgt u een zoekvenster aangeboden waarin u naar een map kunt zoeken op de harde schijf van uw computer die een referentiefoto voor stofverwijdering bevat.
53 D50, D70, D70S, Type G- of D-lens Geen vastlegging afstands- afstands- informatie informatie D1X/D1H Vastlegging Geen vastlegging (firmware versie afstands- afstands- 1.10 of hoger) informatie informatie D2Hs, D2X, D2Xs, D200 D1X/D1H (firmware versie1.
54 H o o fd stu k 10 Inclusief gedeelten die geen aangepast. beeldinformatie bevatten De functies die te vinden zijn in het gedeelte Licht & kleuraanpassingen staan ook onder de menu’s, en onder het vervolgkeuzemenu Aanpassing selecteren van de verbeteringsstappen in de bewerkingslijst. U kunt deze functies naar wens toepassen door ze te openen vanuit de menu’s of vanuit het vervolgkeuzemenu Aanpassing selecteren.
55 D-LIGHTING H o o fd stu k 10 van de kleurbalans op uw beeld te accepteren. Klik op de knop Annuleren als u wilt voorkomen dat de functie Kleurbalans uw beeld bewerkt.Met een klik in het bijbehorende Toepassen-selectievakje kunt u desgewenst het effect van de kleurbalans verwijderen. KLEURVERSTERKING Voor het toepassen van deze functie klikt u op de bijbehorende knop om het dialoogvenster Kleurversterking weer te geven.
56 NIVEAUS & CURVES De LCH-editor regelt de lichtheid, verzadiging en kleurtoon van het actieve beeld met behulp van afzonderlijke dialoogvensters voor bewerking. Met de LCH-editor kunt u de lichtheid van de kleuren van het gehele beeld afzonderlijk regelen. De functie Niveaus & curves combineert twee van de meest gebruikte functies voor toonverbetering in één gebruikersvriendelijke editor.
57 Bent u tevreden met de resultaten van de editor Niveaus & curves, dan klikt u op de knop OK. Als u de editor Niveaus & curves wilt annuleren, klikt u op de knop Annuleren. Met een klik in het bijbehorende Toepassen-selectievakje kunt u desgewenst het effect van Foto-effecten verwijderen. Met een klik in het bijbehorende Toepassenselectievakje kunt u desgewenst het effect van Niveaus & curves verwijderen.
58 RUISONDERDRUKKING ONSCHERP MASKER H o o fd stu k 10 Met de functie Ruisonderdrukking kunt u de effecten van digitale ruis reduceren. Dit treedt soms op in beelden die met een digitale camera genomen zijn. De bewerkingsl ijs t U kunt de functie Ruisonderdrukking beginnen te gebruiken door op de bijbehorende knop te klikken. Hierdoor verschijnt het dialoogvenster Ruisonderdrukking.
59 Raadpleeg voor een volledige uitleg van de functie Onscherp masker pagina 153. Met een klik in het bijbehorende Toepassen-selectievakje kunt u desgewenst het effect van onscherp masker verwijderen. AUTOMATISCHE RODEOGENCORRECTIE Het effect Automatische rode-ogencorrectie wordt meteen toegepast, als het dialoogvenster Automatische rodeogencorrectie is weergegeven.
60 Basisaanpassingen en hebben een ietwat verschillende functionaliteit. H o o fd stu k 10 Er zijn twee belangrijke verschillen tussen de stap Basisaanpassingen en de verbeteringsstappen: De bewerkingsl ijs t verbeteringsstappen bevatten alleen verbeteringen die u bepaalt, ofwel vanuit de menu’s of via het vervolgkeuzemenu Aanpassing selecteren, die in de verbeteringsstappen aanwezig kunnen zijn.
61 Vervolgkeuzemenu Aanpassing selecteren Dekkingsmenger H o o fd stu k 10 Met de dekkingsmenger kunt u of de huidige verbeteringen of alle sturingspunten van hetzelfde type laten overvloeien in de rest van het beeld. Een andere mogelijkheid voor het gebruiken van dit menu is het uitvoeren van de functie Verbetering omwisselen. Raadpleeg pagina 69 voor meer informatie over deze functie. In het dialoogvenster Dekkingsmenger kunt u de dekking en kanalen aanpassen die de actieve verbetering bewerkt.
62 Alles H o o fd stu k 10 Met het selecteren van Alles in het vervolgkeuzemenu Kanalen worden de huidige verbeteringen op alle kanalen in het beeld toegepast. Bij het selecteren van deze optie in het vervolgkeuzemenu Kanalen, krijgt u een schuif Dekking aangeboden waarmee u het effect van de verbetering kunt aanpassen. Dekking Gebruik deze schuif om de gehele dekking van een actief effect te regelen.
63 de andere twee schuiven verlagen om te zorgen dat het actieve effect alleen op het blauwkanaal wordt toegepast. U kunt ook verschillende overvloeimodi selecteren uit het vervolgkeuzemenu Overvloeimodus die beschikbaar zijn voor alle afzonderlijke kanaalopties. H o o fd stu k 10 OVERVLOEIMODI De overvloeimodus bepaalt hoe het beeld, dat door de huidige verbetering werd gemaakt, overvloeit in het beeld voordat die verbetering werd toegepast.
64 Toepassen-selectievakje kunt u desgewenst het effect van de Dekkingsmenger verwijderen. H o o fd stu k 10 Selectienotificatiegebied De bewerkingsl ijs t Het Selectienotificatiegebied wordt getoond in alle verbeteringsstappen, behalve in de stap Basisaanpassing. Hier wordt gemeld of de huidige stap wordt toegepast op het hele beeld, zoals aangegeven met de melding Alles geselecteerd, alleen op een bepaald deel van het beeld, zoals aangegeven door de andere selectiemeldingen.
65 Menu Herstelpunten LAATST OPGESLAGEN Let op: Met de selectie van deze optie Herstelpunten vertegenwoordigen een geavanceerde manier van werken met - en het behouden van een aantal verschillende versies van hetzelfde beeld binnen één beeldbestand. Er zijn twee type herstelpunten beschikbaar. U kunt toegang krijgen tot deze herstelpunten door te klikken op de knop in de bewerkingslijst. Het eerste type herstelpunt wordt automatisch gemaakt.
66 andere overschakelen, en deze versies op te slaan voor toekomstig gebruik, alles zonder de relatie tussen de pixels te vernietigen. H o o fd stu k 10 NIEUW HERSTELPUNT Knop Nieuwe stap Klik op deze knop als u handmatig een nieuwe stap in de bewerkingslijst wilt maken om een nieuwe serie verbeteringen te beginnen. Dit is erg handig als u een nieuwe stap wilt maken om snel met een van de selectiehulpmiddelen een selectie te schilderen.
67 Stappen en verbeteringen verwijderen Als u op een gegeven moment een hele stap of een verbetering in een stap wilt verwijderen, kunt u op die stap of verbetering klikken om deze te markeren. Selecteer vervolgens Verwijderen uit het menu Bewerken of druk op Delete op uw toetsenbord. Uw beeld wordt vervolgens bijgewerkt om deze wijziging te reflecteren. Doe dit door eerst op de stap of verbetering die u wilt kopiëren te klikken en deze te markeren.
68 H o o fd stu k 10 u naar het beeld waarin u de verbetering wilt plakken. Selecteer in het menu Serieverwerking Instellingen plakken. Dat kan of in het menu Serieverwerking in het hoofdvenster of in het menu Serieverwerking in de bewerkingslijst. De gekopieerde stap of verbetering zal worden geplaatst na eventuele huidige verbeteringen, die in de bewerkingslijst werden toegepast. De bewerkingsl ijs t U kunt ook de stap Basisaanpassingen kopiëren en plakken.
69 Verbeteringen omwisselen Voor het omwisselen van een verbetering die al werd toegepast klikt u op het vervolgkeuzemenu Aanpassing selecteren. De actieve verbetering wordt bovenaan weergegeven, en de inhoud van beide menu’s Aanpassen en Filter zullen onder de huidige verbetering worden weergegeven. Selecteer een andere verbetering uit het menu en de huidige zal worden vervangen.
70
71 Met deze hulpmiddelen kunt u de weergave van uw beelden wijzigen en regelen. Deze hulpmiddelenbalk kan snel worden weergegeven en verborgen door de sneltoets ‘F2’ te gebruiken. H o o fd stu k 11 Hulpmiddelenbalk F2 – Weergavehulpmiddelen De volgende objecttypen kunnen worden geselecteerd: • Sturingspunten • Beelden in de Verkenner • Stappen in de bewerkingslijst Met het hulpmiddel Directe selectie kunt u veel van de verschillende objecten in Capture NX selecteren.
72 Hulpmiddel In/ uitzoomen H o o fd stu k 11 Met het hulpmiddel In/uitzoomen kunt u in- en uitzoomen op een beeld of Verkennervenster. Selecteer dit hulpmiddel en klik op het beeld om in te zoomen op het beeld. Houd de Alttoets (Windows) of Option-toets (Mac OS) ingedrukt om uit te zoomen. Dubbelklik op het pictogram in of uit te zoomen naar 100%.
73
74
75 Deze hulpmiddelenbalk bevat hulpmiddelen waarmee u vrij ruwe aanpassingen op uw beeld kunt aanbrengen. Deze hulpmiddelenbalk kan snel worden weergegeven of verborgen door de sneltoets ‘F3’ te gebruiken. H o o fd stu k 12 Hulpmiddelenbalk F3 – Bewerken Er kunnen meerdere beelden tegelijk gedraaid worden als u meerdere beelden in de Verkenner selecteert en vervolgens op deze knop klikt.
76 H o o fd stu k 12 Rechtzetten automatisch uw beeld laten rechtzetten. Het hulpmiddel Rechtzetten is niet beschikbaar als u in de Verkenner werkt. Hulpmiddel enbal k F3 – Bewerken Bij het verschijnen van het dialoogvenster Rechtzetten, kunt u een referentielijn bepalen door op uw beeld een horizontale of verticale lijn op te zoeken, of u kunt een draaiingsgetal opgeven dat het beeld met het opgegeven aantal graden rechtzet.
77 Uitsnijden Sneltoets: C-toets Met het hulpmiddel Uitsnijden kunt u gebieden uit de marge van het beeld verwijderen of de verhoudingen van uw beeld wijzigen. Het hulpmiddel Uitsnijden is niet beschikbaar als u in de Verkenner werkt. Met het uitsnijden van een beeld wordt een stap gemaakt in de bewerkingslijst, zodat u het uitsnijden op ieder gewenst moment kunt verwijderen.
78 Uitsnederaster tonen H o o fd stu k 12 Door het aanklikken van het selectievakje Uitsnederaster tonen, wordt op de uitsnede van het beeld een raster van negen rechthoeken van gelijke grootte geplaatst. Het uitsnederaster werd ontworpen om u te helpen bij het uitsnijden van uw beeld. Hulpmiddel enbal k F3 – Bewerken U kunt ook kiezen voor het tijdelijk plaatsen van dit raster op uw beeld door de Alt-toets (Windows) of de Option-toets (Mac OS) ingedrukt te houden wanneer u in de modus Uitsnijden bent.
79
80 H o o fd stu k 13
81 Deze hulpmiddelenbalk bevat de zwarte, witte en neutrale sturingspunten, die een nieuwe en spannende manier bieden voor het corrigeren van het toonbereik en de kleur van uw beeld. Met alle drie de sturingspunten kunt u de toonwaarde en kleur van uw beeld bepalen en regelen. En u kunt altijd de effecten ervan aanpassen, verplaatsen en verwijderen. Deze hulpmiddelenbalk kan snel worden weergegeven en verborgen door de sneltoets ‘F4’ te gebruiken.
82 H o o fd stu k 13 Wit sturingspunt Neutraal sturingspunt Met het witte sturingspunt kunt u direct op het beeld een sturingspunt plaatsen, dat de doelkleur wit maakt. Dit is de eerste stap in het verwijderen van een kleurzweem uit de lichte partijen in uw beeld. Het witte sturingspunt is niet beschikbaar als u in de Verkenner werkt. Met het neutrale sturingspunt kunt u een kleurzweem in uw foto corrigeren door de doelkleur te forceren een bepaalde kleur aan te nemen of neutraal te worden.
83 Meer informatie over het functioneren van het neutrale sturingspunt kunt u lezen op pagina 167. H o o fd stu k 13 Let op : In de standaardvorm zal het neutrale sturingspunt de lichtheid van uw beeld niet beïnvloeden, het beïnvloedt alleen de relatie van kleuren in uw beeld.
84
85 H o o fd stu k 14 Hulpmiddelenbalk F5 – Op U Point-technologie gebaseerde hulpmiddelen Deze hulpmiddelenbalk bevat op U Point-technologie gebaseerde hulpmiddelen waarmee u snel kleuren en details in uw beeld kunt verbeteren. Met de sneltoets ‘F5’ kan deze hulpmiddelenbalk worden weergegeven en verborgen. Het kleur sturingspunt vertegenwoordigt een unieke manier voor het aanpassen van de kleur en het licht in een beeld.
86 H o o fd stu k 14 met standaardinstellingen op een object te plaatsen, voorkomt u dat andere kleur sturingspunten dat object bewerken. U kunt het effect van het rode-ogen sturingspunt regelen door de schuif Grootte te verhogen of verlagen. Raadpleeg voor een volledige uitleg van het functioneren van het kleur sturingspunt pagina 161. De optie Verbergen verwijdert tijdelijk het effect van het rode-ogen sturingspunt volledig.
87
88
89 Deze hulpmiddelenbalk bevat verschillende selectiehulpmiddelen, die u kunt gebruiken voor het selectief toepassen van iedere verbetering die in Capture NX beschikbaar is. Met de sneltoets ‘F6’ kan deze hulpmiddelenbalk worden weergegeven en verborgen. Deze hulpmiddelen zijn niet beschikbaar als u in de Verkenner werkt. Penseelselectie len naar dit hulpmiddel nadat u het penseelhulpmiddel in de hulpmiddelenbalk geselecteerd hebt.
90 H o o fd stu k 15 Stap 1. De verbetering Helderheid/Contrast is op het beeld toegepast en vervolgens is het pluspenseel gebruikt. Alleen de bloem is beschilderd. Hulpmiddel enbal k F6 – Sel ec tiehulpmi ddele n Stap 1. Selectie Stap 2. Vervolgens is het minpenseel gebruikt voor het verwijderen van een aantal van de effecten die op de achtergrond zijn toegepast. Met de selectie van het minpenseel kunt u verbeteringen van de actieve stap van het beeld verwijderen.
91 Dialoogvenster Penseel-opties Het wijzigen van deze schuif beïnvloedt de dekking van de penseelstreken die worden toegepast. Verhoog deze waarde en het penseel zal met het pluspenseel meer verbeteringen van de actieve stap toevoegen, of het zal met het minpenseel meer verbeteringen van de actieve stap verwijderen.
92 Lasso & selectiekader Hulpmiddel Lasso H o o fd stu k 15 Hulpmiddel Veelhoeklasso Hulpmiddel Rechthoekig selectiekader Hulpmiddel Ovaal selectiekader Hulpmiddel enbal k F6 – Sel ec tiehulpmi ddele n Met de hulpmiddelen Lasso & kader kunt u een selectie in uw beelden maken, zodat beeldbewerkingen en -verbeteringen slechts in beperkte mate invloed hebben op uw beelden.
93 De hulpmiddelen Lasso & selectiekader kunt u openen door te dubbelklikken op het hulpmiddel in de hulpmiddelenbalk, of door te rechtsklikken (Windows) of Control-klikken (Mac OS) op het beeld nadat u een van de Hulpmiddelen Lasso & selectiekader hebt geselecteerd. Als het verloop getekend is, kunt u op ieder van de twee eindpunten klikken en ze verslepen om het effect van het verloop te wijzigen. ZACHTHEID RAND U kunt meerdere verlopen op het beeld toepassen.
94 H o o fd stu k 15 kunt het maximum, het minimum en het middelpunt van de verloopwaarden instellen.Door het middelpunt te verplaatsen kunt u het verloop dwingen aan één zijde van het middelpunt zich sneller te verplaatsen en meer geleidelijk aan de andere zijde. Verwijder de waarden van deze vakken om de standaardwaarde opnieuw in te stellen. Hulpmiddelen Vullen / Verwijderen Met de hulpmiddelen Vullen/verwijderen kunt u het actieve effect vullen of verwijderen.
95
96
97 Met het palet Overzicht kunt u een deel van het beeld weergeven dat zichtbaar is in het actieve beeldvenster. Dit is vooral handig als u bent ingezoomd op uw beeld en u niet het hele beeld kunt zien in het actieve beeldvenster. Het palet Overzicht is ook beschikbaar als u in de Verkenner werkt. De Verkenner moet dan wel in de modus Lichttafel staan.
98
99 Met het palet Foto-informatie kunt u in real-time belangrijke informatie over uw beeld weergeven. In de weergave Foto-informatie hebt u toegang tot zowel een live histogram als controlepunten van het actieve beeld. H o o fd stu k 17 Foto-informatie Histogram Om een van beide gedeelten weer te geven, klikt u op de knop voor dat gedeelte. Ieder histogram wordt weergegeven als een staafdiagram met het totale aantal pixels die op verschillende niveaus van lichtheid verschijnen.
100 H o o fd stu k 17 U kunt een aantal verschillende beeldelementen kiezen voor weergave in het histogram in het vervolgkeuzemenu Kanalen. Standaard worden alle drie de kanalen (rood, groen en blauw) weergegeven. Als alle drie kanalen weergegeven zijn, worden de individuele histogrammen voor rood, groen en blauw over elkaar geplaatst. Waar de afzonderlijke histogrammen elkaar overlappen, zijn secundaire kleuren weergegeven. Gebieden die wit zijn, bevatten pixelwaarden van alle drie kleuren in die waarde.
101 Controlepunten klikken op de knop in het gedeelte Controlepunten van het palet Foto-informatie die correspondeert met het controlepunt dat u wilt verwijderen. Kleurmodel Met dit vervolgkeuzemenu kunt u het kleurmodel selecteren dat wordt gebruikt voor het beschrijven van de kleuren in het controlepunt. U kunt kiezen uit RGB- en KVH-kleurmodellen. H o o fd stu k 17 Het wordt aanbevolen de schuiven slechts zover naar het midden te brengen als nodig is om een paar pixels te laten verschijnen.
102 H o o fd stu k 17 Let op: Waarden voor de verschillende kanalen variëren van 0 tot 255, waarbij de waarden voor 12- en 16-bit beelden geschaald worden om in het bereik te passen.
103
104
105 Beeldvensters zijn de kaders die uw beelden bevatten. Ze geven u belangrijke informatie die u kan helpen bij het verbeteren van het beeld. Beeldvensters worden weergegeven zolang Capture NX niet in de modus Volledig scherm is. Als u het beeldvenster niet rondom uw beeld kunt zien, sluit u de modus Volledig scherm af door het te selecteren uit het menu Weergave of door op de F-toets te drukken.
106 Ieder beeldvenster toont belangrijke informatie over het beeld: Soft Proof H o o fd stu k 18 Beeldnaam Dit is de bestandsnaam die u het actieve beeld gegeven hebt. Zoomverhouding De zoomverhouding is de zoomverhouding van het beeld op dat moment. Een waarde van 100% betekent dat u kijkt naar de ware grootte van de beeldgegevens, terwijl alles wat lager is dan 100% u slechts een deel van de werkelijke detaillering toont.
107 De vier rendering opties zijn: Perceptueel Deze rendering intent tracht de relatie tussen de kleuren dusdanig te houden dat het afgedrukte beeld natuurlijk oogt. Hoewel deze intent de kleurrelatie in stand houdt, zal het de eigenlijke kleurwaarden wijzigen. witpunt van het doelprofiel.
108
109 H o o fd stu k 19 De kleurkiezer De kleurkiezer is beschikbaar in een aantal verbeteringen, en u kunt er iedere kleur in de RGB-, KVH- of LAB-kleurruimten mee selecteren. U krijgt bovendien de beschikking over stalen en geheugenkleuren, die u voorzien van een voorselectie aan kleuren.
110 In het gedeelte Kleurkiezer zijn de volgende bedieningen beschikbaar: H o o fd stu k 19 Kleurwiel Met het kleurwiel kunt u de beoogde kleurtoon voor de kleur selecteren. Als u in het kleurwiel klikt, verandert de kleurtoon meteen in de kleur waarop u klikte. Door buiten het wiel te klikken en te verslepen, kunt u de kleurtoon nauwkeurig draaien om de geselecteerde kleur aan te passen. De top van de kleurdriehoek wijst naar de kleurtoon van de kleur die geselecteerd is.
111 Driehoek Stalen tonen/verbergen Gedeelte Stalen H o o fd stu k 19 Met het klikken op de knop wordt de sectie Stalen van de kleurkiezer getoond. Dit bevat een selectie preset stalen en vier geheugenkleurbereiken. Het gedeelte Stalen heeft twee onderdelen die u extra bedieningen bieden om in de actieve verbetering te gebruiken. STALEN Het gedeelte Stalen biedt u een vooraf bepaalde selectie stalen.
112
113 Openen met... H o o fd stu k 20 Menu Bestand Met de opdracht Openen met kunt u het actieve beeld, inclusief alle aangebrachte verbeteringen, in een aparte toepassing openen. U kunt de alternatieve toepassing voor het openen van het beeld selecteren in de voorkeuren van de toepassing. Map openen in Verkenner... Beeld openen... De functie Beeld openen opent een dialoogvenster Bestand openen waarmee u naar bestanden kunt zoeken om ze te openen en te bewerken.
114 Recente bestanden openen H o o fd stu k 20 Dit gebied geeft de tien meest recente beelden weer die in Capture NX geopend waren. Met een klik op een van de getoonde items in de lijst kunt u het in Capture NX openen. Opslaan Gebruik de functie Opslaan om wijzigingen in het beeld op te slaan. Bepaalde bestandsindelingen geven u opties voor het opslaan: NEF COMPRESSIE Menu Bestand Kies of u al dan niet uw NEF-bestand wilt comprimeren.
115 aanbevolen dit vakje geselecteerd te houden, behalve als uw printer verzoekt geen kleurprofiel van het beeld in te sluiten. Ctrl + S (Windows) Command + S (Mac OS) Opslaan als.... Met de functie Opslaan als kunt u het actieve beeld opslaan als een ander bestand, waarbij u de locatie, de bestandsnaam en de bestandsindeling kunt wijzigen. H o o fd stu k 20 JPEG Sneltoets: NEF COMPRESSIE Kies of u al dan niet uw NEF-bestand wilt comprimeren.
116 Geen Deze optie comprimeert de beeldinformatie niet. geen kleurprofiel van het beeld in te sluiten. H o o fd stu k 20 GEAVANCEERD LZW Deze optie zet een schema zonder compressieverlies in dat is gebaseerd op het LZW-compressie-algoritme. De geavanceerde driehoek Tonen / Verbergen biedt toegang tot de schuif Kwaliteit. Kwaliteit BITDIEPTE Kies deze voor het opslaan van uw beeld met 8- of 16-bit per kanaal. Let op: De 16-bit optie is niet beschikbaar voor de TIFF-bestandsindeling ingesteld op CMYK.
117 Afdrukken... Met de optie Afdrukken kunt u alle parameters instellen die nodig zijn voor het afdrukken van uw beeld. Bovendien krijgt u een aantal opties aangeboden waarmee u printpakketten kunt maken, metagegevens aan de afdruk kunt toevoegen en de kleur van uw beeld kunt beheren. Knop Vorige pagina Paginaweergave Nadat u Afdrukken uit het menu Bestand hebt geselecteerd, verschijnt het dialoogvenster Afdrukindeling.
118 H o o fd stu k 20 geselecteerd. Met de knoppen Volgende en Vorige pagina kunt u voorbeelden zien van de verschillende pagina’s die naar de printer zullen worden gestuurd. In het algemeen zijn deze opties alleen van toepassing als u meerdere beelden voor afdrukken in de Verkenner hebt geselecteerd. Kopieën Met deze optie kunt u het aantal kopieën selecteren van de huidige pagina die naar de printer zal worden gestuurd.
119 Tab Pagina-indeling navenant worden bijgewerkt. Met deze afdrukmethode kunt u de verschillende printpakketten opstellen gebaseerd op de gewenste grootte van de beelden. Selecteer deze optie en kies vervolgens de gewenste grootte in het vervolgkeuzemenu. H o o fd stu k 20 AFBEELDINGSGROOTTE SELECTEREN Let op: De inhoud van het vervolgkeuzemenu wijzigt afhankelijk van de meeteenheden die in de voorkeuren zijn ingesteld.
120 het bereiken van een afdruk zonder kader een gedeeltelijke uitsnede van de beeldgegevens. volen voor concepten of proefbladen. Tab Kleurbeheer H o o fd stu k 20 Oorspronkelijk beeld: 8” x 12” Menu Bestand Onder de tab Kleurbeheer kunt u de Kleurbeheer-opties instellen voor de beelden wanneer ze worden afgedrukt. De standaardinstelling voor de tab Kleurbeheer wordt bepaald in de Voorkeuren van Capture NX.
121 INTENT Let op: Verschillende combinaties van printer en papier, evenals verschillende soorten software voor het maken van een printerprofiel, zijn gediend met verschillende rendering intents. Experimenteer met de verschillende rendering intents in uw workflow om de optie te vinden die het best werkt. De vier opties zijn: Verzadiging De rendering intent Verzadiging tracht hoogverzadigde kleuren te produceren, maar kan in foto’s tot onnauwkeurige kleuren leiden.
122 Afsluiten H o o fd stu k 20 Selecteer deze optie om Capture NX af te sluiten. Sneltoets: Ctrl + Q (Windows) Command + Q (Mac OS) Let op: Op Mac OS zit Afsluiten onder het menu Capture NX.
123
124
125 Sneltoets: H o o fd stu k 21 Menu Bewerken Ctrl + Z (Windows) Command + Z (Mac OS) Opnieuw uitvoeren De functie Opnieuw uitvoeren wordt beschikbaar nadat de opdracht Ongedaan maken is gebruikt, en u kunt alles wat ongedaan werd gemaakt met de opdracht Opnieuw uitvoeren opnieuw toepassen.
126 H o o fd stu k 21 geselecteerde object op het klembord van Capture NX, waardoor het beschikbaar is voor plakken. De opdracht Kopiëren kan worden gebruikt voor de volgende objecten: Verwijderen Menu Bewerken Sneltoets: De opdracht Verwijderen verwijdert het huidige, geselecteerde object.
127 Spiegelen • kies Horizontaal om het beeld over de verticale as te spiegelen; • kies Verticaal om het beeld over de horizontale as te spiegelen. Grootte / Resolutie De opdracht Grootte / Resolutie wijzigt de grootte van uw beeld. Het verzorgt het opnieuw distribueren van de beeldgegevens of het interpoleren van de beeldgegevens.
128 H o o fd stu k 21 u vervolgens de beeldhoogte en breedte wijzigt, blijft de resolutie 300 dpi. Capture NX zal nieuwe pixelinformatie maken of verwijderen om het overeen te laten komen met de nieuwe grootte van het beeld. Bestandsgrootte (beeldgrootte) wijzigen terwijl de grootte wordt gewijzigd. Om de grootte aan te passen hoeft u alleen de grootste, toegestane beelddimensie (hoogte en breedte) in te voeren in de dialoogvensters.
129 Algemeen D1X RAW-STANDAARD H o o fd stu k 21 Gebruik deze optie om de standaardgrootte in te stellen van NEF-beelden die met de D1X zijn genomen. Deze optie maakt gebruik van een uniek algoritme voor het wijzigen van de grootte van D1Xbeelden in een equivalent beeld van 10 Megapixels. STANDAARDEENHEDEN Gebruik deze optie voor het instellen van de meeteenheid op inch of millimeter.
130 Kleurbeheer wijzigen. H o o fd stu k 21 Verzadiging De rendering intent Verzadiging tracht hoogverzadigde kleuren te produceren, maar kan in foto’s tot onnauwkeurige kleuren leiden. INTENT Menu Bewerken Gebruik deze voorkeur voor het instellen van de standaard rendering intent voor de verschillende kleurbeheer-functies in Capture NX.
131 ZWARTPUNT COMPENSATIE GEBRUIKEN CMYK-SCHEIDINGSPROFIEL Met deze voorkeur kunt u het standaard scheidingsprofiel instellen om beelden op te slaan als TIFF in CMYK. Niveaus & raster Gebruik deze optie om de standaard RGB-kleurruimte in te stellen die voor uw beelden gebruikt wordt. ZWARTPUNT INSTELLEN Met deze optie converteert Capture NX automatisch beelden van het ingesloten profiel naar het profiel dat gedefinieerd is in de standaard RGB-kleurruimte.
132 punt geplaatst wordt in het dialoogvenster Niveaus & curves. H o o fd stu k 21 ZWARTRUIMTE VOOR AUTOMATISCH CONTRAST Stel het cijfer in dat het percentage bepaalt voor het uitsluiten van de donkerste pixels bij het gebruiken van het zwartpuntpipet in het dialoogvenster Niveaus & curves. WITRUIMTE VOOR AUTOMATISCH CONTRAST Stel het cijfer in dat het percentage bepaalt voor het uitsluiten van de lichtste pixels bij het gebruiken van het witpuntpipet in het dialoogvenster Niveaus & curves.
133 CACHE U kunt instellen wanneer cachebestanden worden gemaakt, waar de cachebestanden worden opgeslagen, en hoeveel ruimte op de harde schijf deze mogen innemen. H o o fd stu k 21 geen afzonderlijke informatie in deze cachebestanden staat opgeslagen, en dat als het cachebestand wordt vervangen uw beeldbestand geen informatie kwijtraakt of aan kwaliteit inboet. Door de extra verwerking die nodig is, duurt het openen alleen wat langer.
134 locatie te selecteren waarin de cachebestanden geplaatst moeten worden. H o o fd stu k 21 CACHEGROOTTE BEPERKEN Schakel dit vakje in om de hoeveelheid ruimte te beperken die Capture NX zal gebruiken voor cachebestanden. U kunt vervolgens de schuif gebruiken om de hoeveelheid beschikbare ruimte voor het Capture NX-cachesysteem te wijzigen.
135
136
137 H o o fd stu k 22 Menu Aanpassen ningsmogelijkheden voor het aanpassen van kleurtoon op bepaalde gedeelten van het toonbereik van het actieve beeld. Dat kan voor het gehele beeld of voor bepaalde kleurkanalen, waardoor het mogelijk is het beeld te verbeteren met behoud van detail. kunnen worden op RAW-beelden verschijnen niet in de menu’s. Hulpmiddelen die specifiek zijn voor RAW-beelden zijn beschikbaar in de stap Basisaanpassingen.
138 Toon histogram voor/na Selectiekanaal H o o fd stu k 22 Knop Automatisch contrast Schuif Uitvoer Wit Witpuntpipet Neutraalpuntpipet Zwartpuntpipet Ankerpunt toevoegen Huidige kanaal resetten Schuif Uitvoer zwart Alle kanalen resetten Knop Tijdelijk annuleren Zwartpunt Menu Aanpassen RGB-kanalen : Ctrl + ~ (Windows) Command + ~ (Mac OS) Rood kanaal: Ctrl + 1 (Windows) Command + 1 (Mac OS) Groen kanaal: Ctrl + 2 (Windows) Command + 2 (Mac OS) Blauw kanaal: Ctrl + 3 (Windows) Command + 3 (Mac O
139 lichtheid van uw beeld door de schuiven Zwart, Wit en Middelpunt te verplaatsen of door de curve rechtstreeks te bewerken. De schuiven Zwart-, Wit- en Middelpunt passen de curve automatisch voor u aan.
140 lichtste kleuren niet zwart of wit zouden moeten zijn. H o o fd stu k 22 KNOP HISTOGRAM VOOR/NA TONEN Met deze knop kunt u heen en weer schakelen tussen voor- en nahistogrammen. Het voorhistogram blijft altijd hetzelfde en geeft het histogram weer vóór er wijzigingen op het beeld zijn aangebracht door het huidige kanaal. Het nahistogram werkt zichzelf altijd bij op basis van de wijzigingen die door de editor Niveaus & curves zijn gemaakt.
141 kunt u lezen op pagina 167. ZWARTPUNTPIPET KNOP TIJDELIJK ANNULEREN Zolang u deze knop ingedrukt houdt, wordt het effect van de editor Niveaus & curves tijdelijk verborgen. Bent u tevreden met de resultaten van de editor Niveaus & curves, dan klikt u op de knop OK. Als u de editor Niveaus & curves wilt annuleren, klikt u op de knop Annuleren.
142 CONTRAST H o o fd stu k 22 Met de schuif Contrast kunt u het contrast van uw beeld beïnvloeden. Het contrastalgoritme is ontworpen om ongewenste kleurverschuivingen te voorkomen. Als u de schuif naar links beweegt, wordt het contrast in het gehele beeld verlaagd. Als u de schuif naar rechts beweegt, wordt het contrast verhoogd. Automatische niveaus HELDERHEID Met de schuif Helderheid kunt u uw beeld lichter of donkerder maken zonder ongewenste kleurverschuivingen.
143 GEAVANCEERD D-Lighting H o o fd stu k 22 De methode Geavanceerd begint met dezelfde resultaten als de methode Automatisch, maar biedt twee schuiven om het resultaat te regelen: Kleurzweemcorrectie Gebruik de schuif Kleurzweemcorrectie voor het verminderen of verhogen van de mate waarin de kleurzweemreductie op uw beeld zal worden toegepast. De waarde 100 is gelijk aan het resultaat van de kleurzweemreductie met de methode Automatisch.
144 H o o fd stu k 22 Schuif Kleurversterking Verplaats de schuif Kleurversterking naar rechts om de verzadiging in het hele beeld te verhogen. uw beeld. De methode produceert een verbetering van hogere kwaliteit dan de methode Sneller. Schuif Schaduwaanpassing BETERE KWALITEIT (HQ) Verplaats de schuif Schaduwaanpassing naar rechts om op uw actieve beeld details naar voren te halen in de schaduwen.
145 Kleur LCH Kies uit het vervolgkeuzemenu van de Editor het eerste aspect van het actieve beeld dat u wilt bewerken. U kunt kiezen uit Algemene lichtheid, Kleurlichtheid, Verzadiging en Kleurtoon.
146 die in een digitaal bestand kunnen worden weergegeven. H o o fd stu k 22 Schuif Witpunt Verplaats de schuif Witpunt naar links om alle lichtheidswaarden in te stellen op geheel wit vanaf dat punt en rechts ervan, waarbij alle waarden uitgerekt worden om het bereik van de lichtheid overeen te laten komen met wat mogelijk is voor dat waardenbereik.
147 Knop Tijdelijk annuleren Houd deze knop ingedrukt om tijdelijk het effect van de Editor Algemene lichtheid te verbergen. Klikken op de curve zal een ankerpunt creëren. Het naar boven verplaatsen van een ankerpunt maakt kleuren lichter in het deel van het kleurbereik dat wordt beïnvloed. Naar beneden verplaatsen van hetzelfde ankerpunt maakt de beïnvloede kleuren donkerder.
148 het effect van de Editor Kleurlichtheid te verbergen. H o o fd stu k 22 VERZADIGING Curve Verzadiging Schuif Uitvoer Verzadiging Ankerpunt instellen Huidige kanaal resetten Alle kanalen resetten Knop Tijdelijk annuleren erop te klikken en het buiten de kleurtonenkaart te slepen. De schuif Breedte kan worden gebruikt voor het breder of minder breed maken van het bereik van vergelijkbare kleuren, die beïnvloed worden door de kleur die met het ankerpunt werd bepaald.
149 Knop Tijdelijk annuleren Houd deze knop ingedrukt om het effect van de editor Verzadiging tijdelijk te verbergen. KLEURTOON Bovenop deze kleurtonenkaart krijgt u de curve Kleurtoon, die u kunt gebruiken voor het isoleren en aanpassen van de kleurtoon van individuele kleuren. Klikken op de curve zal een ankerpunt creëren. Het verplaatsen van een ankerpunt verschuift de kleuren in het beïnvloede deel van het kleurbereik naar een andere kleur, die wordt weergegeven in de kleurtonenkaart.
150 H o o fd stu k 22 Alle kanalen resetten Klik op deze knop om de standaardwaarden van alle kanalen in de editor Kleurtoon te herstellen. Knop Tijdelijk annuleren Houd deze knop ingedrukt om het effect van de editor Kleurtoon tijdelijk te verbergen. Kleurtonenkaart draaien Gebruik dit vervolgkeuzemenu om een van de beschikbare rotatiegraden voor het draaien van de kleurtonenkaart te kiezen, van 60° tot 120° tot 180°. Bent u tevreden met de resultaten van de functie LCH, dan klikt u op de knop OK.
151 Sneltoets: Kleurversterking Let op: De knop Automatisch is alleen beschikbaar in Kleurversterking als de kleurversterking in de substap Licht & kleuraanpassingen in stap Basisaanpassingen is geselecteerd. Verzadiging / Warmte Met de kleurversterking kunt u de verzadiging -of levendigheid- van kleuren optimaal aanpassen. Gebruik de kleurversterking om de verzadiging van kleuren in het actieve beeld te verhogen.
152 H o o fd stu k 22 van koele en warme tonen voor het hele beeld. Met het naar links verplaatsen van de schuif worden alle kleuren in het hele beeld koeler of blauwer. Met het naar rechts verplaatsen van de schuif worden alle kleuren in het beeld warmer, omdat ze meer rood-oranje bevatten. Bent u tevreden met de resultaten van de functie Verzadiging / Warmte, dan klikt u op de knop OK. Klik op de knop Annuleren om te voorkomen dat deze functie uw beeld beïnvloedt.
153 STRAAL De straal regelt de breedte van de weer te geven randen op het resultaatbeeld. Instellingen voor deze schuif zijn afhankelijk van de grootte van het beeld. Het kan dus zijn dat de straal die goed werkt voor het ene beeld onvoldoende is voor een beeld met een hogere resolutie. Klik op OK om de functie Hoogdoorlaat op uw beeld toe te passen. U kunt de knop Annuleren selecteren om te vermijden dat de functie Hoogdoorlaat wordt toegepast.
154 gezet produceert zichtbare halo-artefacten, die kunnen verschijnen als witte omtrekken rond het object. Corrigeren Kleuraberratiecorrectie H o o fd stu k 22 DREMPEL Menu Aanpassen De schuif Drempel is ontworpen om te beperken waar scherpte wordt toegepast met de huidige instellingen. Hoe hoger de drempel is ingesteld, des te minder objecten in het beeld verscherpt zullen worden.
155 BLAUW — GEEL De schuif Blauw — Geel trekt het blauwe kanaal samen en breidt het uit om de blauwe of gele kleurschifting te reduceren. Verplaatsen van de schuif naar links reduceert blauwe kleurschifting, verplaatsen van de schuif naar rechts reduceert gele kleurschifting. Regeling tonvormige vertekening U kunt speldenkussenvormige vertekening verminderen door de controleschuifbalk naar links te schuiven. U kunt tonvormige vertekening verminderen door de controleschuifbalk naar rechts te schuiven.
156 H o o fd stu k 22 voor de kanalen hebt geselecteerd, klikt u op OK om het effect van de dekkingsmenger te accepteren. Klik op Annuleren om te voorkomen dat de dekkingsmenger uw beeld beïnvloedt. Ruisonderdrukking om de mate waarin scherpte op uw beeld wordt toegepast te verhogen. METHODE Kies uit de methoden Sneller of Betere kwaliteit in het vervolgkeuzemenu Methode. Selecteer Sneller voor een snellere verwerking of Betere kwaliteit voor een nauwkeuriger effect van ruisonderdrukking.
157 Kleurprofiel den voor het wijzigen van profielen om het kleurbeheer voor uw beeld uit te voeren. Kies Profiel toepassen om een profiel toe te wijzen aan uw beeld. Deze optie wordt het meest gebruikt als u een invoerprofiel wilt toewijzen aan uw beeld, bijvoorbeeld een profiel dat u voor uw camera maakte. H o o fd stu k 22 Profiel toepassen Let op: Als u een profiel toepast, kan uw beeld op het beeldscherm veranderen, de kleurwaarden zullen echter niet veranderen.
158 Omzetten naar profiel laten drukken, en alleen als het servicebedrijf u het kleurprofiel van hun uitvoerapparaat heeft gegeven. H o o fd stu k 22 Voor het converteren van het profiel van uw beeld naar een ander uitvoerprofiel, moet u eerst het beoogde profiel uit het vervolgkeuzemenu Profiel selecteren. U krijgt dan de beschikking over twee extra bedieningen, die beïnvloeden op welke wijze uw beeld wordt geconverteerd.
159 hoogverzadigde kleuren te produceren, maar kan in foto’s tot onnauwkeurige kleuren leiden. ZWARTPUNTCOMPENSATIE GEBRUIKEN Klik dit vakje aan om zwartpuntcompensatie te gebruiken. Dit zorgt ervoor dat het zwartpunt van het beeld aan het zwartpunt van uw printer gekoppeld wordt, waardoor het volle kleurbereik van uw printer gebruikt kan worden. Als uw Let op: Iedere wijziging in het kleurprofiel creëert een stap in de bewerkingslijst.
160
161 Het kleur sturingspunt vertegenwoordigt een unieke manier voor het aanpassen van de kleur en het licht in een beeld. Met elk kleur sturingspunt kunt u selectief geavanceerde kleurwijzigingen uitvoeren zonder selecties of maskers te maken. Het kleur sturingspunt is niet beschikbaar als u in de Verkenner werkt. Met het selecteren van een kleur sturingspunt uit het menu Sturingspunt kunt u een sturingspunt op uw beeld plaatsen. Dit biedt u vervolgens het dialoogvenster Kleur sturingspunt.
162 Grootte, Rood, Groen en Blauw. Alles H o o fd stu k 23 De modus Alles voorziet u van de schuiven Grootte, Kleurtoon, Verzadiging, Helderheid, Contrast, Rood, Groen, Blauw en Warmte. Staal Kleurkiezer Met de staal Kleurkiezer kunt u elke kleur uit de Kleurkiezer selecteren. Het actieve sturingspunt vervangt vervolgens de kleur van het beoogde object door de kleur die u met de kleurkiezer hebt bepaald.
163 OS) te klikken op het kleur sturingspunt en Selectie tonen te selecteren. De optie Verbergen verwijdert tijdelijk het effect van het kleur sturingspunt. Dit is nuttig om het voor- en na-effect van het kleur sturingspunt op uw beeld te vergelijken. U kunt de optie Verbergen snel activeren door te rechtsklikken (Windows) of Control-klikken (Mac OS) op het kleur sturingspunt en Verbergen te selecteren.
164 H o o fd stu k 23 geplaatst op wat het donkerste deel van de foto zou moeten zijn, en worden gebruikt om één uiteinde van het dynamisch bereik van het beeld vast te stellen. De histogramfunctie Dubbele drempel, in het gedeelte Foto-informatie, is speciaal ontworpen om u te helpen de donkerste en lichtste delen in uw beeld te vinden. Raadpleeg pagina 100 voor meer informatie over de werkwijze van de functie Dubbele drempel. Een zwart sturingspunt wordt vaak samen met een wit sturingspunt gebruikt.
165 Wit sturingspunt... In de modus RGB van het zwartpunt kunt u afzonderlijk de rood-, groen- en blauwwaarden van het beoogde zwart instellen. Deze optie komt van pas als uw printer alleen met een niet-neutraal zwart kan werken. In deze modus vindt u drie schuiven op het zwarte sturingspunt en drie invoervakken in het bijbehorende dialoogvenster. Deze vakken geven de rood-, groen- en blauwwaarden van het zwartpunt aan. Met het witte sturingspunt kunt u een sturingspunt direct op uw beeld plaatsen.
166 H o o fd stu k 23 Menu Sturi ngspunt Nadat u het witte sturingspunt hebt geplaatst, kunt u de lichtheid van het witte punt regelen met de schuifbalk of door een lichtheidwaarde in te voeren in het dialoogvenster. Er is ook een knop Reset, waarmee u het witte sturingspunt kunt instellen op de standaardwaarden. Wanneer u op de knop Geavanceerd klikt, worden de geavanceerde bedieningen voor het witte sturingspunt getoond in het bijbehorende dialoogvenster.
167 Modus RGB selecteren. Neutraal sturingspunt Verbergen Met de optie Verbergen wordt het effect van het witte sturingspunt tijdelijk geheel verwijderd. Dit is nuttig om het voor- en na-effect van het witte sturingspunt op uw afbeelding te vergelijken.
168 H o o fd stu k 23 neutraal item, bijvoorbeeld een grijskaart, bevat. Met de selectie van een als neutraal bestemd object, kan Capture NX de verschillen berekenen tussen dat object en de kleur die op dat moment representatief is voor dat object. Het neutrale sturingspunt zal behalve de kleurverschillen van het beoogde object ook die in het gehele beeld proberen te verwijderen. Het resultaat is een kleurverandering die het hele beeld beïnvloedt.
169 H o o fd stu k 23 het object meer rood moet bevatten dan nu wordt weergegeven. Het verschuiven van de schuif Rood heeft tot gevolg dat u rood aan uw hele beeld toevoegt. In het dialoogvenster Neutraal sturingspunt zult u invoervakken vinden waarin u handmatig de waarden voor rood, groen en blauw kunt invoeren voor dat neutrale sturingspunt. Er is ook een knop Reset, waarmee u het neutrale sturingspunt kunt instellen op de standaardwaarden.
170 H o o fd stu k 23 toegepast, worden alle middentonen in de afbeelding beïnvloed. Als er meer dan één neutraal sturingspunt op hetzelfde beeld in dezelfde stap worden toegepast, dan hebben alle wijzigingen van de lichtheidschuif invloed op de beoogde kleur én op het bereik aan kleuren dat vergelijkbaar is met de beoogde kleur. Kleurkiezer Menu Sturi ngspunt De kleurstaal van de kleurkiezer geeft aan welke kleur er momenteel wordt gebruikt voor het effect van het neutrale sturingspunt.
171 Rode-ogen sturingspunt... Verbergen Met de optie Verbergen wordt het effect van het Rode-ogen sturingspunt tijdelijk geheel verwijderd. Dit is nuttig om het voor- en na-effect van het Rode-ogen sturingspunt op uw afbeelding te vergelijken. U kunt de optie Verbergen snel activeren voor het Rode-ogen sturingspunt door te rechtsklikken (Windows) of Controlklikken (Mac OS) op het Rode-ogen sturingspunt en Verbergen te selecteren.
172
173 Foto verbeteren Met de functie Foto-effecten kunt u uw beeld op een creatieve manier bewerken. Met dit hulpmiddel kunt u uw beeld converteren naar een zwart-wit, sepia of getint beeld. U kunt ook de toon van een beeld regelen, donkere kleuren verbeteren en de kleurbalans aanpassen. Voor het gebruiken van de functie Fotoeffecten, klikt u op de bijbehorende knop Hierdoor activeert u het dialoogvenster Foto-effecten. Selecteer eerst de methode die u wilt gebruiken om het beeld te bewerken.
174 H o o fd stu k 24 derd waardoor het meer cyaan wordt. Als u de schuif naar rechts beweegt, wordt er rood aan het beeld toegevoegd, waardoor er cyaan uit het beeld wordt verwijderd. Zwart - Wit MAGENTA — GROEN Met de schuif Magenta — Groen kunt u de kleuren van uw beeld laten overgaan van magenta naar groen. Als u deze schuif naar links beweegt, wordt er groen uit het beeld verwijderd waardoor het meer magenta wordt.
175 Sepia H o o fd stu k 24 donkerder worden. Wanneer u deze schuif naar links beweegt, worden objecten die magenta bevatten donkerder terwijl objecten met groen helderder worden. GEEL — BLAUW Met de schuif Geel — Blauw kunt u het zwart-witeffect van het beeld aanpassen. Als u de schuif naar rechts beweegt, worden objecten die geel bevatten lichter terwijl objecten die blauw bevatten donkerder worden.
176 Getint H o o fd stu k 24 uit het filter verwijderd, waardoor het filter en het beeld meer magenta worden. Als u de schuif naar rechts beweegt, wordt er groen aan het filter en aan het beeld toegevoegd. GEEL — BLAUW De modus Getint emuleert het effect van het afdrukken van een zwart-witnegatief op kleurenpapier. Daarbij worden verschillende kleurfilters gebruikt om de algemene toon van het beeld te wijzigen.
177 Korrel / Ruis toevoegen… op uw beeld wordt toegepast. Contrast: kleurbereik H o o fd stu k 24 Met de functie Korrel / Ruis toevoegen kunt u het stilistische effect van korrel of ruis aan uw beeld toevoegen. De korrelfunctie emuleert verschillende formaten filmkorrel in uw beeld. De ruisfunctie past willekeurige details op uw beeld toe om het effect van digitale cameraruis te benaderen. KORRELSTERKTE Verplaats deze schuif naar rechts om de mate waarin korrel op uw beeld wordt toegepast te verhogen.
178 CONTRAST H o o fd stu k 24 De schuif Contrast regelt de hoeveelheid contrast die wordt toegepast tussen de kleur in de spectrumschuif en de complementaire kleur daarvan. Als u deze schuif naar links beweegt, wordt het effect verminderd. Als u de schuif naar rechts beweegt, wordt het effect vergroot doordat de geselecteerde kleur lichter en de complementaire kleur donkerder wordt. HELDERHEID De schuif Helderheid regelt de algemene lichtheid van het beeld.
179 KLEURFILTER KLEURFILTERSTERKTE Met de schuif Kleurfiltersterkte regelt u de intensiteit van het filter dat wordt gebruikt bij de zwart-witomzetting. Hoe hoger de sterkte in deze schuif is ingesteld, hoe intenser het resultaat van het filter. H o o fd stu k 24 Met de schuif Kleurfilter kiest u de kleurtoon van het filter dat wordt gebruikt voor het omzetten van het beeld van kleur naar zwart-wit. HELDERHEID De schuif Helderheid regelt de algemene lichtheid van het beeld.
180
181 Om de volledige serie instellingen van het huidige beeld te kopiëren, selecteert u deze optie uit een van de menu’s Serieverwerking. Om de geselecteerde instellingen te kopiëren uit de bewerkingslijst, klikt u op een bepaalde stap of verbetering om deze te markeren. H o o fd stu k 25 Menu Serieverwerking Hint: U kunt meer dan één stap De opdracht Serieverwerkingsproces uitvoeren opent in het dialoogvenster Opties serieverwerking de tab Serieverwerkingsproces.
182 H o o fd stu k 25 serie beelden die zijn geselecteerd in de Verkenner. De geplakte instellingen worden aan het einde van de bewerkingslijst voor de geselecteerde beelden toegevoegd. Menu Serieverwerki ng Vanwege het unieke karakter van de stap Basisaanpassingen kan geen enkel beeld meer dan één basisaanpassingsstap hebben, ook kan het niet meer dan één van de aanpassingen hebben die in de stap Basisaanpassingen staan.
183 Waarschuwingskader serieverwerkingsproces H o o fd stu k 25 Als u slechts één verbetering opslaat in het instellingenbestand, zal Capture NX dit bestand plaatsen in een map met de naam van de betreffende verbetering. Als u het bestand op een andere locatie wilt opslaan, klikt u op de knop Bladeren en navigeert u naar een andere map. Instellingen laden Bij het toepassen van een serieverwerkingsproces op NEF-bestanden waarschuwt Capture NX u over mogelijke conflicten in een waarschuwingskader.
184 VERSCHILLEN TONEN H o o fd stu k 25 Het dialoogvenster Verschillen tonen toont één extra stap buiten de stappen die in het doelbestand aanwezig zijn. U kunt deze extra stap gebruiken om een van de verbeteringen aan het eind van de bewerkingslijst toe te voegen. Zodra u deze extra stap gebruikt voor het bijvoegen van een verbetering, wordt er een nieuwe extra stap voor u geopend.
185 De verwerkingswachtrij kan geminimaliseerd worden. U kunt aan andere beelden blijven werken terwijl de verwerkingswachtrij op de achtergrond uitgevoerd wordt. Voor het uitvoeren van de serieverwerking met de standaardinstellingen, klikt u eenvoudig op de knop Start. Klik op de bijbehorende knop van Details om de volledige lijst met bedieningen in de verwerkingswachtrij weer te geven.
186 Raadpleeg pagina 186 voor meer informatie over het dialoogvenster Bestanden benoemen. H o o fd stu k 25 Bestandnaam bron gebruiken Selecteer Bestandnaam bron gebruiken om het verwerkte beeld onder de originele naam op te slaan. SLUITEN INDIEN GEREED Kruis het vakje Sluiten indien gereed aan om het venster Wachtrij verwerking te sluiten wanneer het serieverwerkingsproces afgerond is.
187 Beheer instellingenbestanden H o o fd stu k 25 Nieuwe naam In deze optie kunt u een nieuwe naam invoeren die aan het begin van de nieuwe bestandsnaam wordt geplaatst. Geen Deze optie plaatst geen voorvoegsel aan het begin van de nieuwe bestandsnaam. MIDDEN Het middengedeelte kan een volgordenummer, de datum waarop het beeld werd genomen of de tijd en datum waarop het beeld werd genomen, bevatten. ACHTERVOEGSEL De inhoud van dit gedeelte wordt op het einde van de bestandsnaam toegepast.
188 teert, worden instellingenbestanden die u selecteert automatisch gekopieerd naar de instellingenmap van Capture NX. H o o fd stu k 25 VERWIJDEREN De knop Verwijderen verwijdert gemarkeerde instellingen uit het venster Beheer instellingenbestanden en de map Instellingen van Capture NX. Serieverwerkingsproces ces wilt laten uitvoeren. Inclusief submappen Schakel het selectievakje Inclusief submappen in als u de inhoud van de map samen met de inhoud van submappen uit de beoogde map wilt verwerken.
189 Verschillen tonen Met de optie Verschillen tonen kunt u in het dialoogvenster Verschillen tonen werken aan beelden waarop al verbeteringen zijn aangebracht. In dit proces kunt u kiezen welke verbeteringen u wilt vervangen en welke verbeteringen u wilt behouden in de betreffende beelden van het serieverwerkingsproces. BESTEMMING Bestandsnaam bron gebuiken Selecteer Bestandsnaam bron gebruiken om het verwerkte beeld onder de originele naam op te slaan.
190 H o o fd stu k 25 is alleen beschikbaar als u JPEG of TIFF als bestandsindeling hebt geselec-teerd. Schakel deze indeling in als u het actieve profiel bij het opslaan van het beeld wilt insluiten. Klik op Start als u alle parameters voor het serieverwerkingsproces bepaald hebt. Dit roept de verwerkingswachtrij op waarop u het serieverwerkingsproces kunt starten.
191 Overslaan & in wachtrij laten Met de optie Overslaan & in wachtrij laten wordt ieder beeld overgeslagen waarin een conflict werd geconstateerd zonder het beeld te verwerken. Er wordt een foutmelding ingevoerd in het logboekbestand waarin u op de hoogte wordt gebracht van de naam van het beeld en de tijd waarop het conflict werd geconstateerd.
192 H o o fd stu k 25 gebruiken die hier is ingesteld. Beelden die oorspronkelijk echter 8-bit bestanden waren,kunnen niet worden geconverteerd naar 16-bit, maar blijven de bitdiepte 8-bit behouden. COMPRESSIE In het vervolgkeuzemenu Compressie kunt u kiezen welk type compressie u op de beelden wilt toepassen. De inhoud van dit menu is afhankelijk van de gekozen bestandsindeling.
193
194
195 punten verborgen, zodat u het beeld kunt zien zonder de pictogrammen van de sturingspunten op het beeld. H o o fd stu k 26 Menu Weergave Selectie tonen De optie Alle sturingspunten tonen wordt standaard geselecteerd als u aan een stap werkt die sturingspunten bevat. Dat kunnen zwarte, witte, neutrale, kleur of rode-ogenreductie sturingspunten zijn.
196 Raster tonen H o o fd stu k 26 Selectie van deze optie plaatst een rasterpatroon bovenop het actieve beeld. De kleur en de ruimte tussen de lijnen van het raster kunnen in de Voorkeuren worden ingesteld. Menu Weergave Verdwenen hoge lichten tonen De functie Verdwenen hoge lichten tonen bepaalt gebieden waar details verdwenen zijn uit de hoge lichten. Dit gebeurt door het zoeken naar pixels die de maximum waarde hebben voor één of meer kanalen.
197 Verdwenen schaduwen tonen Blauw Dit gebied bevat 0-waarden voor de kanalen rood en groen. Groen Dit gebied bevat 0-waarden voor de kanalen rood en blauw. Rood Dit gebied bevat 0-waarden voor de kanalen groen en blauw. Cyaan Dit gebied bevat 0-waarden voor het kanaal rood. Magenta Dit gebied bevat 0-waarden voor het kanaal groen. Geel Dit gebied bevat 0-waarden voor het kanaal blauw.
198 het menu Weergave. Let op: Gebruik de functie Scherpstelveld H o o fd stu k 26 tonen alleen voor beelden die niet verbeterd Sneltoets: Ctrl + 0 (Windows) Command + 0 (Mac OS) zijn. Gebruiken van de functie Scherpstelveld tonen nadat het beeld is gedraaid, rechtgezet of uitgesneden, of na het toepassen van het fisheye-objectief of de vertekeningscorrectiefuncties, kan tot gevolg hebben dat het scherpstelveld onjuist wordt weergegeven.
199 beeld buiten het centrum van het toepassingsvenster te positioneren In Verkenner vergelijken H o o fd stu k 26 Sneltoets: F-toets Paletten verbergen Sneltoets: Tab-toets Vergelijken Met de drie verschillende modi Vergelijken in Capture NX kunt u op verschillende manieren uw beelden vergelijken. De eerste twee opties, In Editor vergelijken en In Verkenner vergelijken, zijn alleen beschikbaar in de Verkenner. Hiermee kunt u twee verschillende beelden met elkaar vergelijken.
200 Met origineel vergelijken Gebruik deze optie om twee verschillende beelden in de Editor te vergelijken. U selecteert twee verschillende beelden in de Editor en selecteert In Editor Vergelijken in het menu Weergave. Dit opent beide beelden in de Editor. U kunt op de beelden in- of uitzoomen tot ze uw beeldscherm optimaal vullen.
201
202
203 Trapsgewijs Naast elkaar De optie Naast elkaar wijzigt de grootte van de beelden en rangschikt ze zodanig Menu Venster De optie Trapsgewijs wijzigt de grootte van alle actieve beeldvensters en rangschikt ze bovenop elkaar. Alle vensters hebben daarbij dezelfde grootte en zijn zichtbaar op uw beeldscherm.
204 dat ze allemaal in een raster op uw beeldscherm passen. H o o fd stu k 27 Paletlocatie resetten Deze optie stelt de locatie en de status van alle paletten in op de standaardwaarde. Overzicht De selectie van de optie Overzicht in het menu Venster toont het palet Overzicht. Als het palet Overzicht niet zichtbaar was, wordt het zichtbaar. Verkenner De selectie van de optie Verkenner in het menu Venster toont de Verkenner. Als het palet Verkenner niet zichtbaar was, wordt het zichtbaar.
205
206
207 Technische ondersteuning H o o fd stu k 28 Helpmenu De optie Technische ondersteuning start uw internetbrowser op en toont u links naar verschillende mogelijkheden voor technische ondersteuning voor Capture NX. Volg een van de links om de online technische ondersteuningsmogelijkheden te bereiken. Let op : U hebt een internetverbinding nodig voor een van deze mogelijkheden. Welkomstscherm tonen De optie Inhoud opent de helpinhoud in uw standaard internetbrowser.
208 Update Capture NX H o o fd stu k 28 Hiermee kunt u controleren of er updates voor Capture NX zijn. Over Capture NX De optie Over Capture NX toont u het versienummer van Capture NX. U kunt dit nodig hebben als u contact opneemt met technische ondersteuning. Hoofdstuk 2 8 Let op : Op de Mac OS zit Over Capture NX onder het menu Capture NX.
209
210
211 B ijlag e Bijlage: Sneltoetsen Hulpmiddel Windows Toetsenbord bedieningen Macintosh Directe selectie (pijltje) A A De Ctrl (Windows) of Option (Mac OS) toets ingedrukt houden terwijl u een beeld naar de Verkenner sleept kopieert het beeld. Hand H H De spatiebalk terwijl u met ieder ander hulpmiddel werkt, schakelt het hulpmiddel tijdelijk over naar de Hand.
212 Ingedrukt houden van Alt (Windows) of Option (Mac OS) tijdens het werken met het plusverloop verandert het verloop tijdelijk in een minverloop. Minverloop G G Ingedrukt houden van Alt (Windows) of Option (Mac OS) tijdens het werken met het minverloop verandert het verloop tijdelijk in een plusverloop. B ijlag e Pluslasso L L Ingedrukt houden van Alt (Windows) of Option (Mac OS) tijdens het werken met de pluslasso verandert de lasso tijdelijk in een minlasso.
213 4 5 5 Labels toepassen - Label 6 6 6 Labels toepassen - Label 7 7 7 Labels toepassen - Label 8 8 8 Labels toepassen - Label 9 9 9 Labels toepassen - Geen label 0 0 Sorteren op label - Label 1 Shift + 1 Shift + 1 Sorteren op label - Label 2 Shift + 2 Shift + 2 Sorteren op label - Label 3 Shift + 3 Shift + 3 Sorteren op label - Label 4 Shift + 4 Shift + 4 Sorteren op label - Label 5 Shift + 5 Shift + 5 Sorteren op label - Label 6 Shift + 6 Shift + 6 Sorteren op label -
214 Bijlage: Geleverde kleurprofielen B ijlag e 1. Standaard RGBprofielen beschikbaar in Capture NX 1.1 Profielen met gammawaarde 1.8 - Apple RGB: NKApple.icm (Windows)/ Nikon Apple RGB 4.0.0.3000 (Macintosh) Geleverde Kl eurenprofi el en Dit profiel wordt gebruikt in desktop publishing programma’s en Adobe Photoshop versie 4.0 of eerder en is een ideaal profiel voor Macintosh monitors. De corresponderende RGB instelling in Photoshop is “Apple RGB”.
215 NTSC (1953): NKNTSC.icm (Windows)/ Nikon NTSC (1953) 4.0.0.3000 (Macintosh) Dit is de kleurruimte voor video gedefinieerd door de National Television Standards Committee (NTSC) in 1953 in de Verenigde Staten en gebruikt in kleurentelevisies. Deze kleurruimte wordt ook gebruikt door een aantal kranten en drukwerk-organisaties in het Verre Oosten. De corresponderende RGB instelling in Adobe Photoshop is “NTSC (1953)”. Een kleurruimte-profiel, gedefinieerd in Adobe Photoshop 5.0.
216 2. Technische gegevens voor RGB-profielen meegeleverd met Capture NX B ijlag e De volgende tabellen bevatten de gammawaarden voor profielen die meegeleverd zijn in Capture NX, samen met de kleurtoonwaardes voor het witte punt en voor rood, groen en blauw.
217 Bijlage: Adviezen & aanvullende kennisgevingen Backup-kopieën maken Maak backup-kopieën van belangrijke beelden voordat u ze verwerkt. Nikon kan niet aansprakelijk worden gesteld voor schade of gederfde winst voortkomend uit het onjuist functioneren van het product. WAARSCHUWING!! Nikon Message Center Automatische update Capture NX bevat een functie voor automatische updates met de naam Nikon Message Center.
218 B ijlag e Privacy Witbalans Informatie die door de gebruiker wordt verstrekt als onderdeel van deze service, zal niet zonder toestemming van de gebruiker aan derden worden gegeven.
219 Belichtingscorrectie Kleurstand Hoge lichten in afbeeldingen die worden opgeslagen in Nikon Capture 4.4 of lager waarvoor een negatieve waarde voor belichtingscorrectie is geselecteerd, worden mogelijk anders weergegeven in Capture NX. Stofverwijdering (Dust Off) Camera’s met ondersteuning voor stofverwijdering De volgende camera’s ondersteunen stofverwijdering in beelden: Camera’s in de D2-serie, D1X / D1H (firmware-versie 1.10 of hoger), D200, D100, D70S, D70 en D50.
220 b) Beeldkwaliteit: kies NEF (RAW) c) Belichtingsstand: kies automatische belichting met diafragmavoorkeuze (A) B ijlag e d) Diafragma: kies het kleinste diafragma (grootste f/-getal) e) Scherpstellen: kies handmatig scherpstellen en stel in op oneindig 3) Neem een foto Houd het objectief ongeveer 10 cm van een wit, effen object, zoals een muur, zorg dat het object de zoeker vult en neem een foto. Deze Stofverwijdering-referentiefoto wordt opgenomen als een NEF(RAW)-beeld.
221 LZW-compressie Met D1X genomen RAWbeelden De bestandsgrootte kan soms toenemen als afbeeldingen worden opgeslagen in TIFF-formaat (16- bit) met behulp van LWZcompressie. De standaardgrootte voor RAW-beelden die met de D1X genomen zijn, kan worden geselecteerd door middel van de optie D1X RAW-standaard in het dialoogvenster Voorkeuren. U kunt kiezen uit zes megapixels (3.008 × 1.960 pixels) en tien megapixels (4.016 × 2.616).
222 Bestandsnaamconventies B ijlag e Windows: Bestandsnamen mogen geen aanhalingstekens of een van de volgende karakters bevatten: “\” “/” “:” “.” “*” “?” “<“ “>” en “|”. Macintosh: Bestandsnamen mogen geen dubbele punt (“:”) bevatten en als het bestand gedeeld moet worden met een gebruiker van Microsoft Windows, dan mag het bestand ook geen aanhalingstekens of een van de volgende karakters bevatten: “\” “/” “.” “*” “?” “<“ “>” en “|”.
223 Automatische contrastinstellingen Standaard kleurruimteprofielen Automatisch verrichte instellingen voor contrast, schaduwen en hoge lichten kunnen worden aangepast in de tab Niveaus & raster in het dialoogvenster Voorkeuren. De CMYK-profielen NKCMYK.icm (Windows) en Nikon CMYK 4.0.0.3000 (Macintosh) die bij Capture NX worden geleverd, zijn profielen voor algemene doeleinden die bijna neutraal zijn.
224 van het beeld altijd het middelpunt voor alle kanalen in en geeft het hoofdkanaal weer. B ijlag e Gamma Adviezen & aanvull ende ke nni sgevingen Gamma (ook geschreven als “γ”) is een basiseigenschap van videosystemen die de intensiteit van het uitvoersignaal ten opzichte van het invoersignaal bepaalt. Bij het berekenen van gamma wordt de grootst mogelijke invoerintensiteit een waarde één toegekend en de kleinst mogelijke intensiteit (geen invoer) een waarde nul.
225 Onscherp masker “Serieverwerking“ Onscherp masker Voordat u de serieverwerking gebruikt Laterale chromatische aberratie De brekingsindex van de lens hangt in geringe mate samen met de golflengte (kleur) van het licht. Dit betekent dat de verschillende kleuren onder een iets andere hoek de lens zullen verlaten, met als gevolg dat de kleuren iets zullen schiften, vooral aan de randen van het beeld, een fenomeen dat bekend staat als laterale (of transversale) chromatische aberratie.
226
227 H o o fd stu k 29 Index A Contrast / Helderheid ............................ 141 Adviezen & aanvullende kennisgevingen ... 217 Contrast: kleurbereik ............................. 177 Afdrukken ...............................23, 117, 222 Controlepunten .................................... 101 Afsluiten ........................................ 20, 122 Corrigeren ............................................ 154 D Auto kleuraberratiecorrectie .................... 52 Automatische niveaus ........
228 Foto-effecten .................................. 57, 173 Instellingenbestand ................................. 23 Foto-informatie ......................... 14, 99, 204 Instellingen kopiëren ............................ 25 H o o fd stu k 29 Instellingen laden ................................ 24 G Instellingen opslaan ............................. 24 Gaussiaans vervagen ............................. 152 Instellingen plakken ............................. 25 Gecontroleerde map ....................
229 Lichttafel .................................... 13, 32, 97 Onscherp masker .....................58, 153, 225 Opslaan ........................................ 114, 221 M NEF ........................................... 114, 221 Menu Bestand ....................................... 113 TIFF .......................................... 114, 221 Menu Bewerken .................................... 125 Opslaan als ........................................... 115 Menu Filter .................................
230 H o o fd stu k 29 Index Selectienotificatiegebied .......................... 64 V Selectieverloop ........................................ 93 Vensterhoek voor grootte-aanpassing ....... 20 Sepia .................................................... 175 Verbeteringsstappen .......................... 59, 66 Serieverwerking .............................. 23, 225 Verdwenen hoge lichten tonen ............... 196 Serieverwerkingsproces .......................... 188 Verdwenen schaduwen tonen .......
Z 231 Zwart - Wit ........................................... 174 Zwart sturingspunt .......................... 81, 163 H o o fd stu k 29 Zwart & witomzetting ............................
232
233 H o o fd stu k 30 Contactinformatie Een leven lang leren Als onderdeel van Nikon’s “Een leven lang leren” inzet voor doorlopende productondersteuning en -educatie is voortdurend bijgewerkte informatie online beschikbaar op de volgende sites: Voor gebruikers in Europa en Afrika: http://www.nikonusa.com/ http://www.europe-nikon.com/support Voor gebruikers in Azië, Oceanië en het Midden-Oosten: http://www.nikon-asia.
.IETS UIT DEZE UITGAVE MAG WORDEN OVERGENOMEN IN WELKE VORM OOK VOLLEDIG OF GEDEELTELIJK ZONDER DE SCHRIFTELIJKE TOESTEMMING VAN .)+/. #/20/2!4)/.