Operation Manual
85
Beelden verbeteren
2
Kies een locatie
Navigeer naar de gewenste locatie (schijf, map).
3
Kies een bestandstype
Kies een bestandstype (bestandsformaat) in het Pop-up-menu. Kijk onder “Een be stands -
type kiezen” (
83) voor meer informatie.
4
Pas de compressie-instelling aan
Welk type compressie beschikbaar is, hangt af van het bestandstype dat u hebt geselec-
teerd in stap 3:
• NEF:
U kunt beelden die nog niet zijn gecomprimeerd, opslaan met een compressiealgo-
ritme dat vrijwel geen verlies oplevert door Compressie gebruiken te selecteren (alleen
voor camera’s uit de D2-serie, D1-serie, D200, en D100). Dit selectievakje is automatisch
ingeschakeld als een gecomprimeerd RAW-beeld wordt opgeslagen. Gecomprimeerde
RAW-beelden kunnen niet ongecomprimeerd worden opgeslagen.
• TIFF: Selecteer Compressie gebruiken als u beelden wilt comprimeren met het LZW-
algoritme.
• JPEG: Compressie gebruiken is automatisch geselecteerd als beelden worden opge-
slagen in de JPEG-indeling. Voor de compressieverhouding kunt u kiezen uit “Hoogste
compressieverhouding”, “Goede compressieverhouding”, “Goede balans”, “Goede
kwaliteit” en “Uitstekende kwaliteit”.
5
Voer een bestandsnaam in
De standaard bestandsnaam verschijnt in het tekstvak Bestandsnaam. Indien gewenst
kunt u een nieuwe bestandsnaam invoeren.
6
Klik op Opslaan
Als de optie Voortgangsvenster voor opslaan gebruiken is geselecteerd op de tab
Prestaties van de dialoog Voorkeuren (
100), verschijnt er een venster waarin de voort-
gang van het opslaan te zien is, terwijl ondertussen andere processen worden uitgevoerd.
Als deze optie niet is geselecteerd, worden bestanden direct opgeslagen en wordt er geen
voortgangsindicatie weergegeven. Het voortgangsvenster is niet beschikbaar in Windows
98 SE of Windows Me.
Bestandsnaamconventies
Windows: in omgevingen die geen lange bestandsnamen ondersteunen is de maximale lengte acht
te kens: bestandsnamen mogen geen spaties, aanhalingstekens of een van de volgende tekens bevatten:
“\\” “/” “:” “.” “;” “*” “?” “<” “>” en “|”.
Als lange bestandsnamen worden ondersteund, mogen bestandsnamen geen aanhalingstekens of de
volgende tekens bevatten: “\\” “/” “:” “.” “;” “*” “?” “<” “>” en “|”.
Macintosh: de maximale lengte van de bestandsnaam voor Macintosh-bestanden is 31 tekens. De dub-
be le punt (“:”) is niet toegestaan.
NEF
NEF-bestanden gemaakt met Nikon Capture 4 kunnen niet met oudere versies van Nikon Capture wor-
den geopend. In Nikon Capture 4 kunnen daarentegen wel NEF-bestanden worden geopend die zijn
gemaakt met oudere versies van Nikon Capture.
JPEG
Wanneer hetzelfde beeld meerdere keren in JPEG formaat wordt bewaard, neemt de beeldkwaliteit af.
Het opslaan van beelden in NEF formaat is niet van invloed op de beeldkwaliteit.
Foutmeldingen
Indien een ongeldige bestandsnaam of een andere fout wordt gedetecteerd in de Opslaan dialoog,
wordt een melding getoond. Pas de instellingen aan zoals beschreven.










