Operation Manual
44
Beeldcorrectie
Referentiefoto’s voor beeldreiniging maken
Om referentiefoto’s te maken met andere camera’s dan de D2-serie, D200, D70s, D70 of D50,
gaat u als volgt te werk:
1
Selecteer een CPU-objectief
Plaats een CPU objectief op de camera. Het gebruik van een objectief met een brand-
puntsafstand van tenminste 50mm wordt aanbevolen. Indien u een zoomobjectief ge-
bruikt, zoom dan helemaal in.
2
Pas de camera-instellingen aan
Kies de volgende instellingen in de aangegeven volgorde:
1 Gevoeligheid (ISO-equivalent): kies de minimuminstelling
2 Beeldkwaliteit: kies NEF (RAW)
3 Belichtingsstand: kies automatische diafragmavoorkeuze (A)
4 Diafragma: kies het kleinste diafragma (grootste f/-waarde)
5 Scherpstelling: kies handmatige scherpstelling en stel in op oneindig
3
Neem een foto
Neem op een afstand van ongeveer 10 centimeter een kleurloos wit object (bijvoorbeeld
een muur) in beeld, zorg ervoor dat dit object de zoeker vult en neem een foto. Deze
referentiefoto wordt opgeslagen als een NEF (RAW)-bestand.
4
Foto’s naar de computer overspelen
Referentiefoto’s maken (D1-serie en D100 camera’s)
In aansluiting op de D2-serie, D200, D70s, D70 en D50 camera is het mogelijk referentiefoto’s te maken
met de D1X / D1H (fi rmware-versie 1.10 of later) en de D100. referentiefoto’s kunnen niet worden gemaakt
met de D1 of met eerdere versies van de camera-fi rmware voor de D1X en D1H. referentiefoto’s die zijn
gemaakt met de D100, D1
X of D1H hebben de extensie “.nef”; wijzig deze extensie niet.
Bewogen opname
Een enigszins onscherp beeld veroorzaakt door bewegen van de camera tijdens de opname, heeft geen
invloed op de referentiefoto’s voor beeldreiniging.










