Operation Manual
Het venster Camera Control
118
3
Kies een bestemming voor de vastgelegde beelden
Kies bij Bestemming welke opties u wilt gebruiken voor het opslaan van de bewerkte
beelden.
Opslaan in: Dit tekstvak toont de map waarin de beelden na bewerking worden opge-
slagen. Om een nieuwe map te kiezen dient u op de Bladeren… knop rechts van het
tekstvak te klikken en naar de gewenste locatie te navigeren.
Volgende bestandsnaam: Dit tekstvak geeft een voorbeeld van de bestandsnamen die
zullen worden gebruikt bij de beeldopslag na verwerking. Klik op Bewerken... als u de
regels voor de naamgeving van bestanden wilt wijzigen ( 113 ).
Bestandstype: Kies de bestandsindeling waarin u de verwerkte beelden wilt opslaan. De
volgende indelingen zijn beschikbaar: Bestandstype van bron gebruiken, NEF, TIFF
(RGB), TIFF (CMYK) en JPEG. Kies Bestandstype van bron gebruiken als u vastge-
legde beelden wilt opslaan in de indeling die de camera heeft gebruikt. Wanneer u NEF
selecteert, kunt u de compressie kiezen in een vervolgkeuzelijst. Wanneer u JPEG selec-
teert, kunt u voor de compressieverhouding kiezen uit “Hoogste compressieverhouding”,
“Goede compressieverhouding”, “Goede balans”, “Goede kwaliteit” en “Uitstekende
kwaliteit”. Zie “Beelden opslaan” ( 83) voor meer informatie.
Bitdiepte: Geeft de bitdiepte (het aantal bits aan kleurinformatie per kanaal voor elke pixel
in het beeld) waarmee de bestanden zullen worden opgeslagen. De 16-bits optie is alleen
be schik baar wanneer het geselecteerde bestandstype TIFF (RGB) is, en het oorspronkelijke
beeld een bitdiepte heeft van meer dan acht bits.
Bestandsnaamconventies
Windows: In omgevingen die geen lange bestandsnamen ondersteunen, is de maximale lengte acht
tekens. Bestandsnamen mogen geen spaties, aanhalingstekens of een van de volgende tekens bevatten:
“\\” “/” “:” “.” “;” “*” “?” “<” “>” en “|”.
Als lange bestandsnamen worden ondersteund, mogen bestandsnamen geen aanhalingstekens of de
volgende tekens bevatten: “\\” “/” “:” “.” “;” “*” “?” “<” “>” en “|”.
Macintosh: de maximale lengte van de bestandsnaam voor Macintosh-bestanden is 31 tekens. De dub-
bele punt (“:”) is niet toegestaan.
Foutmeldingen
Wordt er een ongeldige bestandsnaam of een andere fout ontdekt in het Live serieverwerking venster,
dan ver schijnt er een melding. Keer terug naar het Live serieverwerking venster en pas de instellingen aan
zoals in de melding wordt aangegeven.
“Door de camera geschreven instellingen toepassen” versus
“Niet-gewijzigde bestanden opslaan”
Door de camera geschreven instellingen toepassen slaat beelden op in de actuele (output) kleur-
ruimte die werd gekozen in de tab Beeldaanpassingen van het Voorkeuren (Opties) ( 104, 105). De
actuele kleur ruim te wordt niet toegepast op beelden die worden opgeslagen via de optie Niet-gewij-
zigde bestanden opslaan.










