Operation Manual

Nikon Capture 4 Camera Control leren kennen
117
1
Open de Live Serieverwerking dialoog
Selecteer Live Serieverwerking in het Camera-menu van Nikon Capture 4 Camera
Control. De Live Serieverwerking dialoog wordt getoond.
2
Geef op hoe beelden moeten worden bewerkt
Geef bij Beeldaanpassingen op welke handelingen op elk beeld moeten worden uitgevoerd.
Door de camera geschreven instellingen toepassen: Selecteer deze optie om beelden
precies zo op te slaan als ze in de camera worden vast ge legd, zonder in de Nikon Capture
4 Editor hulpmiddelenpaleten wijzigingen aan te bren gen. Het beeld wordt opgeslagen
in de actuele (output-) kleurruimte in de Kleurbeheer-tab van het Voorkeuren-venster
( 104, 105).
Huidige instellingen van Nikon Capture Editor toepassen: Selecteer deze optie om foto’s
te verwerken op basis van de huidige instellingen in Nikon Capture 4 Editor. Deze optie is
alleen beschikbaar als Nikon Capture 4 Editor actief is.
Om Nikon Capture 4 Editor te openen en de instellingen te wijzigen, dient u op de knop
Nikon Capture Editor starten te klikken.
Instellingen toepassen in: Selecteer deze optie om foto’s te bewerken op basis van de
instellingencombinaties die zijn gecreëerd met de optie Geselecteerde aanpassingen
opslaan... of Alle aanpassingen opslaan... in het menu Instellingen > Beeldaanpas-
singen van Nikon Capture 4 Editor ( 82; merk op dat wanneer Automatisch bereke-
nen is geselecteerd voor de witbalans in het instellingenbestand, dat dan de opgenomen
waarde wordt gebruikt bij het verwerken van de beelden). Klik op Bladeren om een
bestand met instellingencombinaties te selecteren.
Live serieverwerking
Live serieverwerking wordt gebruikt om de handelingen opgegeven bij Beeldaanpassingen in de Live se-
rieverwerking gelijktijdig uit te voeren voor alle gemaakte en vastgelegde foto’s. Om er zeker van te zijn
dat het gewenste resultaat wordt bereikt, wordt aanbevolen een proefbeeld te bewerken voordat u met
de Serieverwerking begint. Bij Serieverwerking kunnen de instellingen niet voor elk beeld apart worden
ingesteld; daarvoor moet u beelden één voor één openen en afzonderlijk handmatig wijzigen.
Vak voor beeldcorrectie
Kies de bewerkingen
die op elk beeld worden
uitgevoerd (
117) .
Vak voor bestemming
(doelmap)
Kies een doelmap voor
de vastgelegde beelden
(
118 ).
Vak voor archivering
Geef aan of u de origi-
nele foto’s wilt opslaan
( 119 ) .