Operation Manual
AV-8940BT Gebruikers handleiding
RDS-WERKING EN BESCHRIJVING
Dankzij het Radio Data System (RDS) kunt u optimaal gebruik maken van uw met RDS uitgeruste
apparaat. Met RDS kunnen radiostations gegevens verzenden die het gebruik makkelijker maken. De
radiostations kunnen korte berichten via RDS verzenden en extra informatie leveren over de
programma's die worden uitgezonden zoals over het weer, algemene informatie, files, titels van platen,
inbelnummers, enz. RDS-informatie wordt verzonden door veel radiostations die via de FM-band
uitzenden.
PS (Program Service Name)
Het apparaat wordt geleverd met een lettertekendisplay die de naam van het geselecteerde radiostation
aangeeft. Als u uw favoriete radiostations onder de presetnummers programmeert, wordt niet alleen de
frequentie opgeslagen, maar ook de identiteit van het station. Als u RADIO-ÉÉN onder knop één heeft
opgeslagen, dan zal het drukken op deze knop altijd RADIO-ÉÉN geven, waar u ook bent in het land.
AF (Alternative Frequency) automatische afstemming
Het apparaat ontvangt informatie over de frequenties van dichtbijzijnde zenders. Hierdoor kan het
sterkste FM-signaal voor het geselecteerde station worden gekozen. Dit is voor u als bestuurder
bijzonder handig en veilig, omdat u niet langer opnieuw hoeft af te stemmen als u in verschillende
zendbereiken rijdt.
Regionale koppelingen (REG aan/uit)
Veel plaatselijke radiostations beschikken slechts over een paar verschillende frequenties en
dekkingsgebied is beperkt. Enkele plaatselijke stations zijn samengekoppeld overeenkomstig hun regio,
zodat als het signaal van een plaatselijk radiostation zwak wordt, het apparaat naar een andere
plaatselijke station in dezelfde regio kan schakelen. Als u wilt dat de radio op hetzelfde plaatselijke
station afgestemd blijft, ongeacht de signaalsterkte of -kwaliteit, dan zet u de Regionale functie op aan,
zoals op de voorgaande bladzijden staat beschreven.
TA en TP
(Travel Announcements / Travel Program Identification, (verkeersinformatie / verkeersprograma -
identificatie))
Als een plaatselijk radiostation verkeersinformatie uitzendt, wordt het apparaat geïnformeerd. Deze informatie
kan worden gebruikt om u van verkeersinformatie te voorzien zonder dat u voortdurend naar dat specifieke
radiostation hoeft te luisteren. Als de verkeersinformatie wordt uitgezonden onderbreekt het apparaat het
afspelen van de AUX/CD/USB/SD-MMC en schakelt automatisch om naar de verkeersinformatie. Aan het eind
van de verkeersinformatie keert het apparaat terug naar de voorgaande status door terug te schakelen naar
CD, AUX, USB of SD-MMC.
Hiervoor moet de verkeersinformatiefunctie (TA) aangeschakeld zijn. Het apparaat laat u alleen
afstemmen op een station dat in staat is de betreffende RDS-verkeersinformatie te verzenden.
Als het signaal van het geselecteerde radiostation zwak wordt, stemt het apparaat opnieuw af op een
ander station dat RDS-verkeersinformatie uitzendt. Het pictogram TP wordt zichtbaar in de
informatiedisplay, als een TP-station is gevonden en geselecteerd.
EON (Enhanced Other Networks, verbeterde andere netwerken)
Het apparaat is uitgerust met de functie Enhanced Other Network (EON) en kan van een nationaal
netwerkstation (bijv. RADIO ÉÉN) overschakelen naar de verkeersinformatie van een plaatselijk
radiostation, en vervolgens aan het eind van de verkeersinformatie weer terug naar het nationale station.
Het apparaat is bijvoorbeeld afgestemd op RADIO VIER, en de TA-functie is ingeschakeld. U kunt naar
RADIO VIER of naar een cd luisteren of zelfs het volume dichtgezet hebben. Als een plaatselijk
radiostation in de buurt, zoals RADIO PLAATSELIJK, verkeersinformatie uit gaat zenden, geeft een
RDS-signaal dat door RADIO VIER wordt uitgezonden aan het apparaat door om op RADIO
PLAATSELIJK af te stemmen voor de verkeersinformatie. Het apparaat kent dan de frequentie van
RADIO PLAATSELIJK al in dat gebied.
Blz. 15