Installation Instructions

INSTALLATIE HANDLEIDING NX-DRAADLOOS NetworX
NP0097.1
5-11-1999
6
Als een NX-408 of een NX-416 gebruikt wordt kan met de schakelaar 3 ingesteld worden voor welke zones deze
modules geldig zijn
(zie ook adres 51).
:
Schakelaar 3 = OFF : zone 9-16 of 9-24
Schakelaar 3 = ON : zone 1-8 of 1-16
Schakelaar 4 = OFF : Sabotage schakelaar op print uit
Schakelaar 4 = ON : Sabotage schakelaar op print aan
2.4 Aansluiten spanning
Sluit de spanning aan op de NX-centrale. Op de ontvangstmodule zal nu de rode LED gaan knipperen.
In de volgende tabel worden de LED condities weergegeven.
LED Module status
Rood knippert Normaal dataverkeer met NX-centrale
Rood uit Geen dataverkeer met NX-centrale
Controleer bekabeling en voeding
Groen knippert Radiosignalen ontvangen van
draadloze sensor
Of
Radiosignaal ontvangen van stoorbron
Groen uit Geen ontvangst van radio signalen
Opmerking : De rode led aan de onderkant van de module is niet bedoeld voor indicatie en kan genegeerd worden
3 Registratie en bewaking
Ten einde de aangesloten modules te kunnen bewaken, detecteert de centrale automatisch de aanwezigheid
van alle aangesloten bediendelen, zone-uitbreidingen, draadloze ontvangers, uitgangsmodules, enz. en
registreert het adres ervan in het systeemgeheugen. Op die manier kunnen alle modules bewaakt worden
door de centrale. De modules moeten geregistreerd worden door de programmeerstand van de centrale te
activeren. Indien gewenst, kan men de programmering van de centrale of een bepaalde module nog
aanpassen. Bij het verlaten van de programmeermode zal de centrale automatisch alle aangesloten modules
(inclusief bediendelen) registreren.
Dit identificatieproces duurt ongeveer 12 seconden en wordt weergegeven door een “Service” indicatie. Als
een geregistreerde module door de centrale niet meer gedetecteerd wordt, dan zal na een bepaalde tijd een
“Service” indicatie weergegeven worden.