Operation Manual

GEBRUIKERSHANDLEIDING NetworX
NP0098.1 14-4-2000
5
2 Verklarende woordenlijst
AUTORISATIENIVEAU : De toegangsmogelijkheden die aan een bepaalde gebruiker verleend zijn
bij het gebruik van het beveiligingssysteem.
PIN-CODES : Kunnen ofwel gebruikerscodes zijn (gebonden aan een bepaald persoon)
of functiecodes (om specifieke functies in en uit te schakelen).
Hiermee is het systeem te bedienen.
OPMERKING: Een systeem kan ofwel 99 vier-cijferige codes ofwel 66
zes-cijferige codes bevatten, maar geen combinatie van de twee (4-
cijferige EN 6-cijferige codes).
DEURBELEIGENSCHAP: Een programmeerbare optie die het mogelijk maakt om door de
bediendelen een ding-dong signaal te laten genereren telkens wanneer
een toegangsdeur geopend wordt.
DIRECT/VERTRAAGD : Een programmeerbare optie die het enerzijds mogelijk maakt om direct
een alarmconditie te genereren bij het openen van toegangsdeuren of die
anderzijds een zekere vertraging toelaat. Hierdoor heeft iemand, bij het
betreden van het beveiligde gebouw, tijd om zijn code in te geven om het
systeem uit te schakelen (zodat er geen alarm veroorzaakt wordt).
GEDWONGEN Een programmeerbare optie die toelaat om een speciale code naar de
IN/UITSCHAKELCODE : meldkamer te sturen om aan te geven dat het systeem onder dwang
(bijv. bij overval) uit- of ingeschakeld werd.
GEFORCEERD Een programmeerbare optie die het mogelijk maakt om het systeem in te
INSCHAKELEN : schakelen met één of meer geopende zones. Wanneer een systeem
“geforceerd” kan ingeschakeld worden, dan zal de groene GEREED
LED knipperen.
OPMERKING: De zones die geopend zijn (niet gereed zijn) zullen
GEEN alarm veroorzaken.
GROEPSBLOKKERING : Een programmeerbare optie die aan de gebruiker toelaat om meerdere
zones te blokkeren d.m.v. één enkel commando.
HOOFDCODE : Met een hoofdcode kunnen andere gebruikerscodes geprogrammeerd
en/of gewijzigd worden.
KIEZERVERTRAGING : Een programmeerbare optie die het mogelijk maakt om de alarmen na
een zekere vertragingstijd naar de meldkamer door te sturen.
MELDKAMER : De plaats waarnaar de alarmgegevens doorgestuurd worden tijdens een
alarmrapportering.
PERIMETER : De omtrek van een beveiligde ruimte (vb. beveiligde deuren, ramen, …).
SNELINSCHAKELOPTIE : Een programmeerbare optie die het mogelijk maakt om het systeem in te
schakelen door alleen op de [AANWEZIG] of [AFWEZIG] toets te
drukken. Dit is enkel mogelijk om het systeem in te schakelen.
SYSTEEM MET Een systeem dat verdeeld is in verschillende secties, elk met zijn eigen
PARTITIES : gebruiker(s) die elke een sectie kan (kunnen) controleren.