Installation Instructions

Problemen oplossen 25
Problemen oplossen
In dit hoofdstuk staat informatie over het oplossen van problemen met de N300 draadloze router.
De volgende problemen komen aan bod:
“Controlelijst voor de basisinstallatie” op pagina 25
“De basisfuncties van de router controleren” op pagina 26
“Problemen met de aanmelding oplossen” op pagina 28
“De internetverbinding controleren” op pagina 28
“Het pad van een pc naar de router testen” op pagina 31
“Het pad van een pc naar het internet testen” op pagina 32
Controlelijst voor de basisinstallatie
Hieronder staan de meest voorkomende fouten bij het instellen van de router. Neem deze
controlelijst aandachtig door om te controleren of u de aanbevolen procedures hebt opgevolgd.
Start uw netwerk altijd in deze volgorde op:
1.
Zet de modem uit en haal de stekker uit het stopcontact. Zet vervolgens de N300 draadloze
router en uw computer uit.
2. Zet de modem aan en wacht twee minuten.
3. Zet de N300 draadloze router aan en wacht een minuut.
4. Zet de computer aan.
Controleer of de Ethernet-kabels juist zijn aangesloten:
1.
Het internetstatuslampje op de N300 draadloze router brandt als de Ethernet-kabel tussen de
N300 draadloze router en de modem juist is aangesloten en de modem en de N300 draadloze
router beide zijn ingeschakeld (raadpleeg “Voorpaneel” op pagina 3).
2. Voor elke ingeschakelde computer die juist met een Ethernet-kabel op de N300 draadloze
router is aangesloten, gaat het bijbehorende LAN-poortstatuslampje van de N300 draadloze
router branden (raadpleeg “Voorpaneel” op pagina 3). Op het etiket aan de onderzijde van de
N300 draadloze router vindt u het nummer van de verschillende LAN-poorten terug
(raadpleeg “Etiket van de router” op pagina 5).