Quick Start Guide

Beknopte
handleiding
Juni 2017
AC1200 WiFi Range Extender
Model EX6110
De extender verbinden met uw
WiFi-netwerk
U kunt verbinding maken met WPS of u kunt de NETGEAR-
installatieassistent vanuit een webbrowser gebruiken.
Verbinding maken met WPS
Met Wi-Fi Protected Setup (WPS) kunt u verbinding maken met
een beveiligd WiFi-netwerk zonder de naam en het wachtwoord
van het netwerk te hoeven invoeren.
Opmerking: WPS ondersteunt geen WEP-netwerkbeveiliging.
Als u WEP-beveiliging gebruikt, volg de instructies in Verbinding
maken met de NETGEAR-installatieassistent aan de andere zijde
van deze beknopte handleiding.
1. Druk op de WPS-knop op de extender totdat het WPS-
lampje knippert.
2. Druk binnen twee minuten op de WPS-knop op uw router
of access point.
Wanneer de extender verbinding maakt met uw bestaande
WiFi-netwerk, brandt het WPS-lampje op de extender
groen en gaat het routerlampje branden.
Probeer het nogmaals als het routerlampje niet brandt.
Als het lampje nog steeds niet gaat branden, raadpleegt u
Verbinding maken met de NETGEAR-installatieassistent aan
de andere zijde van deze beknopte handleiding.
3. Als uw WiFi-router de 5GHz-band ondersteunt, herhaalt u stap
1 en 2 om de extender te verbinden met de 5GHz-band.
4. Koppel de extender los en verplaats deze naar een nieuwe
locatie, ongeveer halverwege tussen de router en de ruimte
die een slecht WiFi-signaal geeft voor de router.
De locatie die u kiest moet zich binnen het bereik van het
bestaande WiFi-routernetwerk bevinden.
5. Sluit de extender aan op een stopcontact en wacht tot het
netvoedingslampje groen gaat branden.
WEL DOEN NIET DOEN
Omschrijving van de lampjes
Lampje Beschrijving
Netvoeding • Brandt oranje. De extender start op.
• Brandt groen. De extender is ingeschakeld.
• Uit. De extender is uitgeschakeld.
Router Dit lampje gee de netwerkverbinding aan tussen de
extender en de router of het access point.
• Brandt groen. Beste verbinding.
• Brandt oranje. Goede verbinding.
• Brandt rood. Slechte verbinding.
• Uit. Geen verbinding.
Apparaat Dit lampje gee de netwerkverbinding aan tussen de
extender en een computer of mobiel apparaat.
• Brandt groen. Beste verbinding.
• Brandt oranje. Goede verbinding.
• Brandt rood. Slechte verbinding.
• Uit. Geen verbinding.
WPS • Brandt groen. WiFi-beveiliging is ingeschakeld
(WPA of WPA2).
• Knippert groen. Er wordt een WPS-verbinding tot
stand gebracht.
• Uit. WiFi-beveiliging is niet ingeschakeld.
De extender plaatsen en de
netvoeding inschakelen
1. Plaats de extender in dezelfde ruimte als de WiFi-router.
Nabijheid van de WiFi-router is alleen nodig tijdens het
eerste configuratieproces.
2. Sluit de extender aan op een stopcontact.
Wacht tot het netvoedingslampje groen brandt. Als het
netvoedingslampje niet gaat branden, drukt u op de
aan-uitknop aan de zijkant van de extender.
6. Gebruik het routerlampje om u te helpen een locatie te
kiezen waar de verbinding tussen de extender en de router
optimaal is.
7. Als het routerlampje niet oranje of groen brandt, sluit u de
extender aan op een stopcontact dat zich dichter bij de
router bevindt en probeert u het opnieuw.
Blijf dit doen totdat het routerlampje oranje of groen gaat
branden.
8. Zoek een nieuw WiFi-uitbreidingsnetwerk en verbind uw
computer of mobiele apparaat hiermee.
De extender maakt twee nieuwe WiFi-uitbreidingsnetwerken.
De namen van de WiFi-netwerken van de extender zijn
gebaseerd op de naam van uw bestaande WiFi-netwerk,
met _2GEXT en _5GEXT aan het eind van de naam.
Bijvoorbeeld:
• Naam van bestaand WiFi-netwerk.
MijnNetwerkNaam
• Namen voor de nieuwe WiFi-uitbreidingsnetwerken.
MyNetworkName_2GEXT en MyNetworkName_5GEXT
Gebruik hetzelfde WiFi-wachtwoord als voor uw WiFi-router.
9. Test het nieuwe WiFi-uitbreidingsnetwerk door uw computer
of mobiele apparaat naar een gebied te verplaatsen waar
het WiFi-signaal slecht is:
a. Laat uw computer of mobiele apparaat in het gebied
staan waar het WiFi-signaal slecht is en keer terug naar
de extender.
b. Controleer het apparaatlampje op de extender:
• Als het apparaatlampje groen of oranje brandt,
bereikt uw nieuwe WiFi-uitbreidingsnetwerk het
gebied waar het WiFi-routersignaal slecht is, en is
uw netwerkinstallatie voltooid.
• Als het apparaatlampje rood brandt, bereikt uw
nieuwe WiFi-uitbreidingsnetwerk niet het gebied
waar het WiFi-routersignaal slecht is.
U dient uw computer of het mobiele apparaat
dichter bij de extender te zetten totdat het
apparaatlampje groen of oranje brandt.
Lampjes
Netvoeding
Router
Apparaat
WPS
Reset
WPS
Aan/uit