Operation Manual
26
12.4 Toetsen die worden gebruikt in de
programmeringsmodus
Het programmeren wordt uitgevoerd door te drukken op de knoppen op het toetsenbord.
Namelijk:
door op 1 te drukken worden de submenu’s van de programmeringsmodus getoond;
door op 6 te drukken worden de submenu’s van de programmeringsmodus getoond in de
omgekeerde volgorde;
door op 2 te drukken wordt de volgorde van specifieke programmeringsfuncties voor het gekozen
submenu getoond;
door op 3 te drukken wordt de volgorde van specifieke programmeringsfuncties voor het gekozen
submenu getoond in omgekeerde volgorde;
door op 4 te drukken wordt de waarde van de getoonde functie verhoogd of geselecteerd;
door op 5 te drukken wordt de waarde van de getoonde functie verlaagd of geselecteerd;
12.5 Submenu’s van de programmeringsmodus
U kunt te allen tijde toegang verkrijgen tot de programmeringssubmenu’s door de
programmeringsmodus in te gaan en vervolgens op 1 op het toetsenbord te drukken. Deze submenu’s
worden cyclisch herhaald nadat de laatste is getoond.
De submenu’s en hun volgorde van verschijnen zijn als volgt:
PROGRAMMERING- -
KEUZE 1- - - - - - - - -
PROGRAMMERING- -
KEUZE 2- - - - - - - - -
PROGRAMMERING- -
KEUZE 6- - - - - - - - -
PROGRAMMERING- -
- PRIJZEN- - - - - - - - -
PROGRAMMERING- -
- MUNTEN- - - - - - - - -