Installation Instructions

Installeren
WST 400/500 SCEhp – 6 720 808 040 (2013/06)
9
Instructiebord met de volgende tekst op het overstortventiel aan-
brengen "Uitblaasleiding niet afsluiten. Tijdens de opwarming kan
om veiligheidsredenen water ontsnappen."
Bereken de diameter van de uitblaasleiding zo, dat deze ten minste
overeenkomt met de diameter van de uitgang van het overstortven-
tiel ( tab. 4).
Controleer de paraatheid van het overstortventiel af en toe door te
spuien.
Dichtheid controleren
Controleer alle aansluitingen en het deksel van de testopening op
dichtheid.
5.4 Warmwatertemperatuursensor monteren
Monteer voor de meting en bewaking van de warmwatertemperatuur op
de boiler een warmwatertemperatuursensor op meetpunt M1 (voor het
zonnesysteem) en M2 (voor de warmtepomp).
Afb. 6 Positie van de warmwatertemperatuursensor
[1] Meetpunt M1 voor warmwatertemperatuursensor van het zonne-
systeem
[2] Meetpunt M2 voor de warmwatertemperatuursensor van de
warmtepomp
5.4.1 Monteer de warmwatertemperatuursensor voor het zonne-
systeem
Neem de warmwatertemperatuursensor uit de leveringsomvang van
het regeltoestel of de boileraansluitset (accessoires).
Schuif het sensorpakket tot aan de aanslag in de dompelhuls [2]. De
kunststof spiraal [1] wordt daarbij automatisch teruggeschoven.
Deze is na de installatie niet meer nodig.
De compensatieveer [6] waarborgt de temperatuuroverdracht tus-
sen dompelhuls en temperatuursensor.
Afb. 7 Warmwatertemperatuursensor monteren
[1] Kunststof spiraal
[2] Dompelhuls
[3] Blindstuk
[4] Kunststof spiraal
[5] Temperatuursensoren
[6] Compensatieveer
Schuif de sensorborging [1] vanaf de zijkant op de dompelhuls [2].
Afb. 8 Sensorborging monteren
[1] Sensorzekering
[2] Dompelhuls
De openingsdruk (activeringsdruk) van het overstort-
ventiel mag niet hoger worden dan de toegestane be-
drijfsdruk van de boiler ( typeplaat of
tab. 2, pagina 6).
Aansluitdiameter
ten minste
Nominale inhoud warm-
water
Maximaal
cv-
vermogen
l kW
DN20 200 - 1000 150
Tabel 4 Dimensionering van de afblaasleiding
Let erop, dat het sensorvlak over de gehele lengte con-
tact heeft met het dompelhulsvlak.