Installation Instructions
19
VentiLine VA/W 1.4 C • 6720648646 (2015/12)
Inbedrijfname 7
7Inbedrijfname
▶ Controleer bij aanvang of de bedrijfsmodus in het menu op 2 (venti-
latiebedrijf) staat (§ 7.1,bedrijfsmodus).
7.1 Inbedrijfnamemenu
Het inbedrijfnamemenu is herkenbaar aan 2 liggende knipperende
streepjes.
7.1.1 Debiet warmtepompbedrijf
Er zijn 2 verschillende luchtdebieten die ingeregeld dienen te worden.
De eerste is het luchtdebiet van de woning. Deze dient in nieuwbouwwo-
ningen aan de Bouwbesluit-eis te voldoen. Controleer of in hoogstand
het minimale debiet afgezogen wordt in de woning.Om overventilatie
(NEN 7120) te voorkomen moet het ventilatievolume worden ingesteld,
fabrieksinstelling = 15. Het debiet is te berekenen door
1,3 × gebruiksoppervlak. Het advies voor bestaande woningen is om in
de keuken/woonkamer minimaal 150 m³/h af te zuigen en voor de bad-
kamer 50m³/h en het toilet 25m³/h, afgeregeld in stand 3.
Het tweede debiet dat ingesteld dient te worden is het debiet over de
warmtepomp. Bij warmtepompbedrijf schakelt de ventilator automa-
tisch naar het volume zoals ingesteld in dit menu warmtepompbedrijf.
Indien blijkt dat de gebruiker een hoger ventilatievolume heeft geselec-
teerd, blijft de ventilator op dit hogere ventilatievolume tijdens warmte-
pompbedrijf draaien.
7.1.2 Bedrijsmodus
De ventilatiewarmtepomp heeft 3 bedrijfsmodi. Standaard wordt de
ventilatiewarmtepomp geleverd op ventilatiebedrijf. De verschillenden
modi zijn:
• 0 = warmtepompbedrijf, na inbedrijfname en inregelen is dit de nor-
male bedrijfsmodus, de volledige functionaliteit van de ventilatie-
warmtepomp wordt benut.
• 1 = ontluchtingsbedrijf, in deze modus wordt het cv-circuit en de
warmtewisselaar in het vat ontlucht. Deze cyclus duurt ongeveer
2 minuten. Indien gewenst kan deze cyclus herhaald worden.
• 2 = ventilatiebedrijf, na het plaatsen van de ventilatiewarmtepomp,
zonder dat de ventilatiewarmtepompdoor de fabrikant inbedrijf is
gesteld, kan er altijd geventileerd worden.
7.1.3 Terugzetten fabrieksinstellingen
In het Gebruikersmenu-extra instellingen ( tabel 13) en het Submenu-
inbedrijfstellen (tabel 15) kan de fabrieksinstellingen altijd worden
terug gezet. Druk de -toets langer dan 3seconden in en ga naar het
gewenste menu met de -toets. Met de en toets kan
de waarde 0 (0= terug naar fabrieksinstelling) geselecteerd worden het
knipperen van het = teken geeft aan dat de instelling gewijzigd kan wor-
den. Door langer dan 3 seconden op de -toets te drukken wordt de
nieuwe waarde overgenomen, het = teken stopt met knipperen.
7.2 Vullen en ontluchten cv-installatie
▶ Lees voor het vullen en ontluchten tevens de instructies van het aan-
gesloten cv-toestel.
▶ Maak het cv-toestel spanningsloos.
7.2.1 Vullen van de boiler
▶ Open een warmwaterkraan.
▶ Open de stopkraan van de inlaatcombinatie.
▶ Laat de boiler goed doorstromen.
▶ Contoleer de cv-installatie op lekkage.
7.2.2 Vullen cv-circuit
▶ Open alle radiatorkranen.
▶ Draai, indien aanwezig, het dopje van de automatische ontluchter
1 omwenteling open.
▶ Steek de netstekker in een contactdoos.
▶ Vul de cv-installatie tot de voorgeschreven druk
▶ Sluit de vulkraan.
▶Ontlucht de radiatoren.
▶ Vul de cv-installatie bij tot de voorgeschreven druk.
7.2.3 Ontluchten boilercircuit
Tijdens het vullen heeft de automatische ontluchter van de ventilatie-
warmtepomp het toestel cv-zijdig van lucht ontdaan. Controleer voor in-
gebruikname alle verbindingen op lekkage
Bij de 1x warmwater opwarmen is het mogelijk dat er in de boilerspiraal
nog een luchtkolom aanwezig is. Ontlucht de ventilatiewarmtepomp
door de ontluchtcyclus in te schakelen (§ 7.1,bedrijfsmodus). Tijdens
de ontluchtingscyclus zal de pomp samen met de 3-wegklep de luchtko-
lom uit de warmtewisselaar pompen. Tijdens deze cyclus zal “ONTL”
knipperen op het display. Wanneer de tekst op het display niet meer
knippert, is de cyclus volbracht. Tijdens de cyclus wordt de 3-wegklep
enkele malen geschakeld, gevolgd door een ruisend geluid bij de pomp.
Dit is lucht die uit de warmtewisselaar komt en door de pomp stroomt. Is
na deze ontluchtingscyclus geen ruisend geluid bij de pomp waarneem-
baar dan is de ontluchtingscyclus correct verlopen. Mocht dit niet het ge-
val zijn herhaal de ontluchtingscyclus.
7.3 Klokinstelling
Wanneer de stekker in de wandcontactdoos wordt gestopt, verschijnt
de tijd op het display. Voor instellen tijd, tabel 12, pag. 24.
WAARSCHUWING: elektrische schok.
Voor de stekker in de wandcontactdoos te steken.
▶ Doorloop het volledige inbedrijfnameprotocol.
Infomenu
informatie storingscodes
.> 5 seconden
Van uit deze menuregel kan
door de -toets langer
dan 3 seconden ingedrukt te
houden het submenu inbe-
drijfstellen worden geopend.
Submenu-inbedrijfstellen
Ventilatie volume W.P. bedrijf
> 3 sec
.> 3 seconden
Ventilator volume warmte-
pompbedrijf ( § 7.1.1).
Bedrijfsmodus
> 3 sec
.> 3 seconden
bedrijfsmodus instelling,
fabrieksinstelling is 2 (ventila-
tiebedrij)f ( § 7.1.2).
Terug naar fabrieksinstelling
Menu terugzetten naar fa-
brieksinstelling ( §7.1.3).
Tabel 8 Menu inbedrijfname
OPMERKING: incorrecte ventilatie.
Door onder- of overventilatie is een goed rendement en
lucht verversing niet gegarandeerd.
▶ Deze instellingen worden door de fabrikant verricht
of door een, door de fabrikant, bevoegde organisatie.