Installation Instructions
35
SCM3 • 6 720 806 156 (2013/03)
Afsluitende werkzaamheden 10
10 Afsluitende werkzaamheden
10.1 Dak bedekken
10.1.1 Bovenste dakpan
Maat van de bovenste dakpan en positie van de dakpanligger bepa-
len
▶ Dakpanligger op de dekplaat leggen, maar nog niet bevestigen.
▶ De gehele dakpan boven op de dekplaat en de dakpanligger plaatsen.
▶ Het af te zagen deel van de dakpan zodanig bepalen, dat aan de vol-
gende voorwaarden is voldaan:
– De dakpan dekt de dekplaat zo ver mogelijk af, maar raakt de dek-
plaat niet aan.
– De ingekorte dakpan ligt onder dezelfde hoek aan als de niet inge-
korte dakpannen buiten het collectorveld.
▶ Dakpanondersteuning indien nodig verschuiven, om de hoek te corri-
geren.
Zo is gewaarborgd, dat de dakpannen geheel correct aanliggen.
Afb. 87 Dakpanondersteuning positioneren
▶ Bovenste dakpan conform de markering verzagen.
Dakpanligger monteren en bovenste dakpan plaatsen
▶ Dakpanligger conform de bepaalde positie plaatsen en op de panlat
bevestigen.
Afb. 88 Dakpanondersteuning bevestigen
▶ Bijgezaagde dakpan boven plaatsen.
10.1.2 Zijdakpannen
▶ Dakpan conform maat X ( hoofdstuk 6.1, pagina 17) bijzagen en
plaatsen.
10.2 Controleer de installatie
Controlewerkzaamheden:
Bevestiging gezaagde dakpannen
▶
Gezaagde uiteinden van de dakpanne evt. met bijbeho-
rende klemmen uit de dakdekkerhandel bevestigen.
VOORZICHTIG: Schade aan gebouwen door lekkende
daken.
▶ Waarborg dat de dakpannen bij het bedekken ver ge-
noeg op de dekplaten aanliggen.
Bij bedekken met lei kunnen de leiplaten direct op de
dekplaat worden gelegd. De dakpanligger is niet nodig.
6720804148-40.1ST6720804148-40.1ST
Zagen van dakpannen
▶ Dakpan alleen in het golfdal zagen. Daarbij waarbor-
gen, dan minimaal de helft van iedere dakpan over-
blijft.
OPMERKING: Schade aan de installatie door corrosie!
Wanneer waterresten na het spoelen of lekdichtheids-
test langere tijd in het zonnesysteem blijven staan, dan
kan corrosie ontstaan.
▶ Zonnesysteem direct na de lekdichtheidscontrole
( handleiding zonnestation) met zonneboilervloei-
stof in bedrijf nemen.
Wanneer u de genoemde controle-werkzaamheden
heeft uitgevoerd, kunt u de afsluitende isolatiewerk-
zaamheden uitvoeren.
1. Alle overgangen naar de collector en de dakbedekking
zijn sneeuw- en regendicht uitgevoerd?
Tabel 21
Wanneer u de ontluchting van het zonnesysteem met
een automatische ontluchter op het dak (accessoires)
uitvoert, dan moet u na het ontluchten de kogelkraan
sluiten ( handleiding zonnestation).
Het zonnesysteem wordt in bedrijf gesteld conform de
specificaties van de installatie- en onderhoudshandlei-
ding van het zonnestation.
6720647804-46.1T