Installation Instructions
33
SCM3 • 6 720 806 156 (2013/03)
Montage van de dekplaat 9
1.
Linker bovenste dekplaat naast de rechter bovenste dekplaat plaatsen
.
2. Door drukken van bovenaf de dekplaat op het collectorframe vastklik-
ken. Waarborg dat de afdichtlip op het glasoppervlak aanligt.
Afb. 78 Linker bovenste dekplaat monteren
▶ Bovenste dekplaat zodanig uitrichten, dat de gaten in het onderste
deel van de verbinder nog zichtbaar zijn en de dekplaten aan de bui-
tenkanten van de collector hoorbaar aanslaan.
1.Afdichtingslippen inkorten.
2. Afdichtingslippen onder de dekplaat duwen. Waarborg daarbij, dat de
afdichtlippen tegen elkaar liggen.
Afb. 79 Afdichtingslip aanpassen
▶ Bovenste dekplaat met klemmen fixeren.
Afb. 80 Bovenste dekplaat met klemmen fixeren
1.Bovenste deel van de verbinder met de fels aan de onderkant tussen
afdichtingslip en plaatrand van de bovenste dekplaat plaatsen.
2.Bovendeel aandrukken.
3.Bovendeel met afdichtingschijf vastschroeven.
Afb. 81 Bovendeel van de verbinder monteren
9.7 Driehoekige afdichtingsband monteren
▶ Driehoekige afdichtingsband op lengte van de collectoren snijden en
in de buitenste randen [1] van de zijdekplaten plaatsen.
Afb. 82 Driehoekige afdichtingsband plaatsen
1.
2.
6720647804-39.1T
6720647
804-40.1T
1.
2.
6720647804-41.1T
De driehoeksafdichtband wordt alleen bij bedekking met
dakpannen/holle dakpannen gebruikt.
Bij bedekking met holle dakpannen kan de driehoekige af-
dichtingsband in de bovenste rand [2] geplaatst worden.
1.
2.
3.
6720647804-42.1T
6720804148.41-1.ST6720804148.41-1.ST