Installation Instructions

30
SCM3 • 6 720 806 156 (2013/03)
Montage van de dekplaat9
Afb. 65 Leveringsomvang ontluchterset
[1] Automatische ontluchter met afsluitschroef (1x)
[2] Afdichting 9 x 15 mm (1x)
[3] Kogelkraan (1x)
[4] Afdichting 17 x 24 mm (1x)
[5] Luchtbeker (1x)
[6] Dubbele nippel G¾ met O-ring (1x)
[7] Nippel R¾ (1x, is hier niet nodig)
[8] Wartelmoer ¾ (1x, is hier niet nodig)
[9] Dichting 17 x 24 mm ¾ (1x, is hier niet nodig)
[10] Carrosserieschijf ¾ (1x, is hier niet nodig)
[11] Klemschijf ¾ (1x, is hier niet nodig)
Schuif de aansluitbuis op de collectoraansluiting en zet deze met
klemmen vast.
Schroef de aansluitleiding en de dubbele nippel [1] in de ontluch-
tingsbeker.
Leiding [3] in de klemringkoppeling steken en de koppeling vastdraai-
en.
Afb. 66 Monteer de automatische ontluchter onder het dak
[1] Dubbele nippel G¾ met O-ring
[2] Klemring en wartelmoer (uit de aansluitset nemen)
[3] Leiding 15 mm, bouwzijdig
9 Montage van de dekplaat
De tot nu toe gedane installatie controleren.
Controlewerkzaamheden
9.1 Leidingen isoleren
Leidingen gehele zonnecircuit conform de voorschriften isoleren.
Leidingen in buitenopstelling met UV-, weer- en hogetemperatuurbe-
stendig materiaal (150 °C) isoleren.
Leidingen in binnenopstelling met hogetemperatuurbestendig mate-
riaal (150 °C) isoleren.
Isolatie indien nodig tegen vogelvraat beschermen.
9.2 Zijsteunplaten monteren
Zijsteunplaten aan de linker en rechter buitenzijde van de collectoren
ongeveer in het midden uitrichten, tegen de enkelzijdige collector-
klem plaatsen en met twee schroeven 5x30 vastschroeven.
Afb. 67 Zijsteunplaten monteren
6720803995.22-1.ST6720803995.22-1.ST
6720804148.03-1.ST6720804148.03-1.ST
1
2
3
1. Wegglijborgingen gemonteerd?
2. Collectorklemmen gemonteerd en schroeven aange-
draaid?
3. Ribbelbuisverbinders met klemmen geborgd?
4. Is de collectorsensor tot aan de aanslag ingeschoven?
5. Lekdichtheidscontrole uitgevoerd en alle aansluitingen
op dichtheid gecontroleerd (zie handleiding zonnesta-
tion)?
Tabel 20
Wanneer u de genoemde controle-werkzaamheden
heeft uitgevoerd, kunt u de dekplaten monteren.
Wanneer de steunplaat niet past doordat deze tegen de
leiding aankomt, kan de steunplaat worden aangepast.
6720804148.19-1.ST6720804148.19-1.ST
5x305x30
T25