Installation Instructions
20
SCM3 • 6 720 806 156 (2013/03)
Dak voor de montage voorbereiden6
6.3.2 Positie/afstanden van de extra panlatten
Verticale collectoren
Afb. 29 Extra daklatten (type verticaal)
[1] Panlat voor montageplaat
[2] Panlatten voor collectorklemmen
[3] Panlatten voor bovenste dekplaat
Horizontale collectoren
Afb. 30 Extra montage (type horizontaal)
[D] Afstand tot panlat voor montageplaat
[E] Afstand tot panlat voor collectorklem op onderste montage-uit-
sparing
[F] Afstand tot panlat voor collectorklem op middelste montage-uit-
sparing
[G] Afstand tot panlat voor collectorklem op bovenste montage-uit-
sparing
[H] Afstand tot panlat voor polystyreen op bovenste dekplaat
[I] Afstand tot panlat voor polystyreen op bovenste dekplaat
[J] Afstand tot panlat voor bovenste dekplaat
6.3.3 Extra panlatten monteren
▶ Extra panlatten voor montageplaat ( afb. 29 en 30, [1]) monteren.
▶ Extra panlatten voor collectorklemmen ( afb. 29 en 30, [2]) mon-
teren.
▶ Extra panlatten voor bovenste dekplaat ( afb. 29 en 30, [3]) mon-
teren.
E
G
F
H
6720647804-06.1T
J
I
D
2
3
1
3
2
E
G
H
J
I
D
1
6720647804-59.1T
Afstanden
Afstanden van de extra panlatten [mm]
Dakpan Holle dakpan Leisteen
Verticaal Horizontaal Verticaal Horizontaal Verticaal Horizontaal
D 140 140 280 280 140 140
E 200—380 200—380 200—380 200—380 200—380 200—380
F 1030 — 1030 — 1030 —
G 1808— 1988 810—998 1808— 1988 810—998 1808— 1988 810—998
H 2230 1230 2230 1230 2230 1230
I 2400 1380 2370 1500 2400 1380
J 2600 1600 2720 1730 2600 1600
Tabel 19 Afstanden van de extra panlatten
VOORZICHTIG: Schade aan gebouwen door lekkende
daken!
▶ De uiteinden van de panlatten op de spanten bevesti-
gen.
▶ De uiteinden van de panlatten goed vastzetten, bij-
voorbeeld met behulp van extra aanwezige panlatten.
▶ Niveauverschillen in de spanten compenseren.
Bij de montage van de extra panlatten precies boven
aanwezige panlatten:
▶ Extra panlatten zo ver naar boven verschuiven, dat
voldoende plaats overblijft voor het inhangen van de
dakpannen.
Wanneer een extra panlat op een positie moet worden
gemonteerd, die een aanwezige panlat in het collector-
veld overlapt:
▶ Aanwezige panlatten verplaatsen.
De exacte uitrichting van de panlat voor de montageplaat
( afb. 29 en 30, [1]) is afhankelijk van de uitrichting
van de bedekking.
▶ Panlat over de gehele lengte van de bovenkant van de
onderste dekking uitrichten. Daarvoor eventueel een
richtsnoer gebruiken.