Installatie- en onderhoudsinstructie Vlakke collector voor zonnethermische systemen SCM3 Montage op plat dak en aan de gevel 6 720 806 155 (2013/03) NL 6720647803-00.
Inhoudsopgave Inhoudsopgave 1 Toelichting van de symbolen en veiligheidsaanwijzingen . . . 3 1.1 Uitleg van de symbolen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3 1.2 Algemene veiligheidsinstructies . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3 10 Afsluitende werkzaamheden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 26 10.1 Controleer de installatie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 26 10.2 Leidingen isoleren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Toelichting van de symbolen en veiligheidsaanwijzingen 1 Toelichting van de symbolen en veiligheidsaanwijzingen 1.1 Uitleg van de symbolen Waarschuwing Veiligheidsinstructies in de tekst worden aangegeven met een gevarendriehoek. Het signaalwoord voor de waarschuwing geeft het soort en de ernst van de gevolgen aan indien de maatregelen ter voorkoming van het gevaar niet worden nageleefd.
2 Specificaties collector en accessoires 2 Specificaties collector en accessoires mbar De vlakke collector SCM3 wordt in deze handleiding kortweg collector genoemd. 2.1 1 400 300 Collector 200 2 100 1 2 0 0 50 100 150 l/h 2 200 250 6720803995-31.1ST Afb. 2 Drukverliezen van de collectoren [1] [2] Drukverliescurve voor type verticaal Drukverliescurve voor type horizontaal 2.1.2 Typeplaat 4 De typeplaat van de collector bevindt zich op het collectorhuis. 3 4 1 6720803995-10.
Specificaties collector en accessoires 2.2 Bedoeld gebruik 2 2.3 De montageset is uitsluitend bedoeld voor de correcte bevestiging van de collectoren. ▶ Voer geen veranderingen uit aan de onderdelen. Componenten en technische documenten De thermische zonne-installatie is bedoeld voor de warmwatervoorziening en indien nodig ook als verwarmingsondersteuning. Deze bestaat uit verschillende componenten, die ook installatiehandleidingen bevatten.
2 2.6 Specificaties collector en accessoires Leveringsomvang ▶ Controleer of de levering compleet en niet beschadigd is. 2.6.1 Montageset voor de collectoren 13 12 9 11 10 6720804147.19-1.ST Afb. 5 Montageset voor 2 verticale collectoren: 1 montageset basisuitvoering en 1 montageset uitbreiding (grijs) Montageset basisuitvoering, per collectorrij en voor de eerste collector: Pos.1 Pos.2 Pos.5 Pos.11 Pos.12 Pos.
Specificaties collector en accessoires 2 2.6.2 Aansluitset 10 11 6720804147.05-1.ST Afb. 6 1 aansluitset plat dak een 2 verbindingssets (grijs) Aansluitset voor een collectorveld: Pos.1 Pos.2 Pos.3 Pos.4 Pos.5 Pos.6 Pos.7 Pos.8 Pos.9 Klem (als reserve) Hoekstuk Klemring 15 mm Wartelmoer G¾ Installatie- en onderhoudsinstructie cylinderkopschroef 5 mm Plug voor dompelhuls (collectorsensor) Houder voor aanvoerleiding Dop 2.6.
3 Voorschriften 3 Voorschriften 3.1 Geldigheid van de voorschriften ▶ Houd gewijzigde voorschriften of aanvullingen aan. Deze voorschriften gelden tevens op het tijdstip van de installatie. 3.2 Normen, voorschriften, richtlijnen ▶ Houd voor de montage en het gebruik van de installatie de nationale en plaatselijke normen en richtlijnen aan.
Voor de montage 5 Zonnestation niet onder het collectorveld 5 Voor de montage 5.1 Algemene aanwijzingen In bepaalde gevallen kan het zonnestation [1] niet onder het collectorveld worden gemonteerd (bijvoorbeeld bij dakverwarmingscentrales). WAARSCHUWING: Wanneer de collector en het montagemateriaal langere tijd worden blootgesteld aan zonnestralen, bestaat verbrandingsgevaar aan deze delen. ▶ Persoonlijke beschermingsuitrusting dragen. ▶ Collector en montagemateriaal beschermen tegen zonnestralen.
5 5.2 Voor de montage Opstelling van de collectoren ▶ 2 rijen, gelijkzijdige aansluiting: maximaal 5 collectoren per rij. Gedetailleerde informatie over de planning van de installatiehydraulica en de componenten zie de ontwerpdocumentatie. Toegestane opstelling en uitrichting ▶ Installatie van de collectorsensorkabels zodanig inplannen, dat de collectorsensor in de collector met de aangesloten aanvoer [3] kan worden gemonteerd. 6720803995.14-1.ST 1 Afb.
Voor de montage 5.3 5 Hellingshoek van de collectoren 5.3.3 Hellingshoek en hoek op gevels bepalen De hellingshoek van de collectoren is afhankelijk van de toepassing en de dakhelling. Uit toepassingsbereik, dakhelling en hellingshoek wordt de hoek van de collectorsteunen bepaald. Bij gevelmontage: hoek [2] = 90° –– hellingshoek [1] De hellingshoek moet bij de gevelmontage tussen 45° en 60° liggen. 45° 30° 2 2 1 α 1 45° 60° 6720647803-06.1T 6720647803-04.1T Afb.
5 Voor de montage 1 b 6720804147.16-1.ST Afb. 24 Voorkomen van beschaduwing, gevelmontage [α] [β] [X] Hellingshoek Maximale zonnestand Afstand tussen de collectorrijen Afb. 26 Afstandsmaten die moeten worden aangehouden, gevel 5.4.2 Benodigde ruimte bepalen GEVAAR: Levensgevaar door collectoren, die niet bestand zijn tegen de windbelasting! ▶ Minimale afstand tot de rand van het dak aanhouden (maat a). • Maat a: beide formules zijn mogelijk. De kleinere waarde kan worden gebruikt.
Montage van de collectorsteunen 5.5 Beveiliging tegen blikseminslag ▶ Conform de regionale voorschriften controleren, of een bliksembeveiligingsinstallatie nodig is. 6 Verticale montage van de collector ▶ Gat in de onderste rail [1] en bijbehorende gat in de bovenste rail kiezen. Vaak wordt een bliksembeveiliging bijvoorbeeld voor gebouwen voorgeschreven, die hoger zijn dan 20 m. 5.6 1 30° ▶ Installatie van een bliksembeveiliging laten uitvoeren door een elektrotechnisch installateur.
6 Montage van de collectorsteunen Gevelmontage van de collector 6.2 ▶ Gat in de onderste rail [1] en bijbehorende gat in de bovenste rail kiezen: – Hoek van 35°—45°: in bovenste rail gat uit bereik [2] kiezen. – Hoek 30°: in bovenste rail gat [3] kiezen, onderste rail boven met 140 mm inkorten en onderste gat [4] kiezen.
Montage van de collectorsteunen 6 Basisuitvoering, horizontaal (voetverankering) Uitvoering voor hogere belastingen, horizontaal, hellingshoek 3560° (voetverankering) Voor iedere horizontale collector zijn 2 collectorsteunen nodig. Bij horizontale uitrichting van de collectoren is de basisuitvoering geschikt voor een sneeuwbelasting van 3,8 kN/m2. Er zijn geen extra componenten nodig.
6 Montage van de collectorsteunen Basisuitvoering, collectortype horizontaal (verzwaringsbak) 980 980 980 980 B 980 980 980 980 A 980 980 980 980 D 980 980 980 980 C 980 980 980 980 6720804147.10-1.ST Afb.
Montage van de collectorsteunen 6.3 6 Monteer de collectorsteunen op een plat dak OPMERKING: Schade aan het dak en aan de collectoren door onvoldoende bevestiging bij schuine daken! ▶ Bevestig de collectorsteunen bij schuine daken goed. De volgende specificaties hebben betrekking op één collector. De norm DIN 1055, deel 4 "Lastopname voor gebouwen" vormt de basis voor deze gegevens. 3 typen montage zijn mogelijk: • Voetverankering (bevestiging bouwzijdig) • Verzwaringsbakken (met betonplaten, kiezel e.
6 Montage van de collectorsteunen 6.3.2 Verzwaringsbakken 6.4 ▶ Stel de collectorsteunen op conform de vastgestelde afstandsmaten ( hoofdstuk 6.2.2, pagina 15). ▶ Per collector 4 verzwaringsbakken [2] in de onderste profielen [1] en in elkaar [3] hangen. ▶ Verzwaring (betonplaten, kiezel, e.d.) in de verzwaringsbakken leggen (gewicht: tab. 15, pagina 17).
Montage van de profielrails 7 Collectorsteunen aan de gevel monteren 7.2 Aantal collectorsteunen en de afstanden: afb. 38 en tab. 14, pagina 16. Profielrails plaatsen ▶ Bevestig iedere collectorsteun met 3 schroeven [1] naast elkaar aan de gevel.
7 Montage van de profielrails 7.4 Monteer de profielrails aan de collectorsteunen ▶ Monteer de voorgemonteerde profielrails [2] met bouten M8 × 20 [1] aan de collectorsteunen. Draai de schroeven nog niet vast, zodat de profielrails nog kunnen worden uitgericht. 1 Profielrails uitrichten Voor de collectormontage daarna is het van belang, da de profielrails exact worden uitgericht. ▶ Lijn de profielrails horizontaal uit met de opgegeven afstand. Gebruik een waterpas.
Montage van de collectoren 8 8 1. Plaats de geribbelde verbindingsbuis op de collectoraansluiting. 2. Schuif de klem voor borging van de aansluiting over de geribbelde verbindingsbuis en de collectoraansluiting. Montage van de collectoren GEVAAR: Voor valpartijen! ▶ Montage op het dak uitvoeren met minimaal 2 personen. 1. WAARSCHUWING: Gevaar voor lichamelijk letsel door vallende collectoren! ▶ Beveilig de collectoren tijdens het transport en de montage tegen vallen.
8 Montage van de collectoren 8.2.2 Eerste collector op de profielrails leggen 8.2.3 Dubbelzijdige collectorspanners inleggen ▶ Collector zodanig verdraaien, dat de dompelhuls voor de collectorsensor zich aan de bovenkant van de collector bevindt. ▶ Plaats de dubbelzijdige collectorspanner op de profielrails en schuif deze op de collector.
Montage van de collectoren 8 Wanneer de vier openingen op de dubbelzijdige collectorspanner volledig groen zijn gevuld, dan zijn de collectoren voldoende samen geschoven [2]. ▶ Draai de schroef van de dubbelzijdige collectorspanner met een inbussleutel 5 mm vast. 1 2 6720648969-03.1T Afb. 57 Dubbelzijdige collectorspanner gemonteerd Afb. 59 Collectorspanner links monteren [1] [2] 8.
9 Hydraulische aansluiting ▶ Stoot de afdichting van de dompelhuls door, bijvoorbeeld met een schroevendraaier, en schuif de collectorsensor tot aan de aanslag in (komt overeen met 165 mm). 9.1 Leidingen monteren OPMERKING: Lekkage aan de collectoraansluitingen! Bij verticale installatie van de aanvoerleiding kunnen thermische bewegingen lekkages veroorzaken. ▶ Installeer de aanvoerleiding bouwzijdig langs de collector, niet verticaal naar beneden. 1 165 mm 9.1.
Hydraulische aansluiting 9.2 9 Sluit de leidingen aan zonder ontluchter De aanvoer- en retourleidingen worden op dezelfde wijze op de collector aangesloten. OPMERKING: Schade aan de collector door verdraaide buizen! ▶ Bij het vastdraaien van de koppelingen op de hoeksteun met steeksleutel 24 mm tegenhouden. ▶ Hoeksteun [2] op de collectoraansluiting schuiven en met klem [1] borgen. ▶ Leiding [5] met wartelmoer [4] en klemring [3] op hoeksteun schroeven. 6720803995.22-1.ST Afb.
10 9.4 Afsluitende werkzaamheden Aansluitset voor 2 rijen monteren (accessoires) Voor de verbinding van 2 collectorrijen heeft u een tweede aansluitset nodig ( hoofdstuk 2.6.2, pagina 7). 10 Afsluitende werkzaamheden 10.1 Controleer de installatie 9.4.1 Monteren extra stoppen OPMERKING: Schade aan de installatie door corrosie! Wanneer waterresten na het spoelen of de druktest langere tijd in het zonnesysteem blijven staan, dan kan corrosie ontstaan.
Milieubescherming en afvoeren 12 Glasvensters reinigen Collectoren demonteren De glasvensters zijn in de regel bij een hellingshoek van 15° en meer zelfreinigend. GEVAAR: Levensgevaar door vallen! ▶ Bij alle werkzaamheden op het dak beveiligen tegen vallen. ▶ Wanneer geen onafhankelijk valbeveiliging aanwezig is, persoonlijke beschermingsuitrusting dragen. ▶ Bij sterke verontreiniging glasvensters met glasreiniger schoonmaken. Geen aceton gebruiken.
Bosch Thermotechniek B.V., Postbus 3, 7400 AA Deventer DealerLine: 0570 - 67 85 66 Consumenten Infolijn: 0570 - 67 85 00 Fax: 0570 - 67 85 86 Internet: www.nefit.