Installation Instructions

9
SCM3 • 6 720 806 154 (2013/03)
Voor de montage 5
5 Voor de montage
5.1 Algemene aanwijzingen
Verzamel informatie over de bouwkundige omstandigheden en de lo-
kale voorschriften.
Collectoren optimaal op het dak opstellen. Hierbij vooral op het vol-
gende letten:
Houd de benodigde ruimte op het dak aan ( hoofdstuk 5.3).
Collectorveld zo zuidelijk mogelijk uitrichten ( afb. 10).
Collectorveld zodanig uitrichten, dat het in lijn ligt met ramen, deu-
ren enz. ( afb. 10).
Mogelijke beschaduwing vermijden ( afb. 11).
Let op de hydraulische koppeling op de leiding ( hoofdstuk 5.2).
Afb. 10
Voorkom beschaduwing van het collectorveld door andere gebou-
wen, bomen enz.
Afb. 11
Zonnestation niet onder het collectorveld
In bepaalde gevallen kan het zonnestation [1] niet onder het collector-
veld worden gemonteerd (bijv. bij dakverwarmingscentrales).
Om bij deze installaties oververhitting te voorkomen:
Aanvoer eerst op hoogte van de collectorretouraansluiting [2] instal-
leren. Daarna tot het zonnestation installeren.
Afb. 12
WAARSCHUWING: Wanneer de collector en het monta-
gemateriaal langere tijd worden blootgesteld aan zonne-
stralen, bestaat verbrandingsgevaar aan deze delen.
Persoonlijke beschermingsuitrusting dragen.
Collector en montagemateriaal beschermen tegen
zonnestralen.
Aangezien dakdekkersbedrijven ervaring hebben met
dakwerkzaamheden en gevaren door vallen, raden wij
een samenwerking met deze bedrijven aan.
6720640298.03-1.ST6720640298.03-1.ST
N
S
WO
6720640298.04-1.ST
6720640298-61.1ST
2
1