Installation Instructions
25
SCM3 • 6 720 806 154 (2013/03)
Hydraulische aansluiting 10
Monteer de automatische ontluchter
▶ Schroef de nippel [1] en de aansluitleiding [2] in de luchtbeker.
▶ Schuif de luchtbeker met nippel op de collectoraansluiting en borg
deze met de klem.
▶ Voer de aansluitleiding samen met de sensorkabel door het dak.
▶
Leiding [3] in de klemringkoppeling steken en de koppeling vastdraaien.
Afb. 64
10.3 Monteren verbindingsset voor 2 rijen (accessoires)
Met de verbindingsset kunnen de bovenste en onderste collectorrij hy-
draulisch worden gekoppeld.
10.3.1 Leveringsomvang
Afb. 65
[1] Wartelmoer G1 (1x)
[2] Klemring (2x)
[3] Klemring (1x)
[4] Vulring (1x)
[5] Afdichting (1x)
[6] Aansluitleiding (1x)
[7] Hoeksteun (1x)
[8] Dop (2x)
[9] Verbindingsset
10.3.2 Monteren extra doppen
▶ Schuif de doppen met de O-ringen op de vrije collectoraansluitingen
en borg deze met de klemmen ( afb. 65, [8]).
10.3.3 Verbindingsset monteren
▶ Verwijder de dubbele nippel met de klemringschroefverbinding van
de aansluitleiding.
▶ Plaats de afdichting [1] in de wartelmoer en schroef deze op de hoek-
steun [2].
▶ Schuif de aansluitleiding op de collectoraansluiting en borg deze met
de klemmen.
Afb. 66
10.3.4 Verleng de verbindingsset
▶ Monteer de klemring [3] en de wartelmoer op de hoeksteun [4].
▶ Schuif de ingekorte koperen leiding in de klemringkoppelingen en
schroef deze vast.
Afb. 67
[1] Aansluitleiding
[2] Koperleiding
[3] Klemring
[4] Hoekstuk
6720803995.05-1.ST6720803995.05-1.ST
1
2
6720803995.07-1.ST6720803995.07-1.ST
1
2
3
4
5
8 7 6
8
9
Houd hoofdstuk 10.2.2 (pagina 24) aan, wanneer u de
aansluitleiding moet inkorten. Houd hoofdstuk 10.3.4
(pagina 25) aan, wanneer u deze moet verlengen.
2
1
24
27
6720803995.08-1.ST6720803995.08-1.ST
24
27
1
6720803995.09-1.ST6720803995.09-1.ST
2
4
3