Installation Instructions
Afsluitende werkzaamheden 10
39
Montagevoorschrift Zonnecollector SCM2 Montage boven op dak • 2013/03
10 Afsluitende werkzaamheden
10.1 Installatiecontrole
Controlewerkzaamheden
10.2 Aansluit- en verzamelleidingen
isoleren
z Snij de meegeleverde isolatie (710 mm lang) in
stukken van 88 mm lang op maat en leg deze om de
ribbelbuisverbinders tussen de collectoren.
Isolatie op de montageplaats van de verza-
melleidingen bij binnen- en buitenmontage
– Gebruik voor de isolatie van de leidingen buiten UV-
bestendige materialen die bestand zijn tegen hoge
temperaturen.
– Gebruik voor de isolatie van de leidingen
binnen materialen die bestand zijn tegen hoge
temperaturen.
– Bescherm evt. de isolatie tegen aanvreten door
vogels.
OPGELET!
SCHADE AAN DE INSTALLATIE
door corrosie, wanneer waterresten na
het spoelen of na een drukproef langere
tijd in de zonne-installatie blijft staan.
z Neem de zonne-installatie direct na
het spoelen / na de drukproef met de
speciaal voor zonne-installaties
bedoelde Solarfluid in gebruik
(informatie over spoelen / drukproef
zie voorschrift voor compleet sta-
tion). Voer anders het spoelen / de
drukproef later uit.
AANWIJZING VOOR DE GEBRUIKER
Voer de afsluitende isolatiewerkza-
amheden pas uit, wanneer de vermelde
controlewerkzaamheden zijn uitgevoerd.
1.
Ribbelbuisverbinders, afsluitkapjes en
aansluitleidingen met klemmen geborgd?
2.
Profielrails verbonden met dakhaken en
schuifmoeren?
3.
Beveiliging tegen afglijden gemonteerd en in
profielrail vastgeklikt?
4.
Voeler tot de aanslag ingeschoven en met
klemschroefverbinding geborgd?
5.
Drukproef uitgevoerd en alle aansluitingen
dicht (zie voorschrift van compleet station)?
AANWIJZING VOOR DE GEBRUIKER
Wanneer u de ontluchting van de zonne-
installatie uitvoert met een automatische
ontluchter (toebehoren), moet u na het
ontluchten de kogelkraan sluiten
(zie montagevoorschrift van compleet
station).