Installation Instructions
14
Montagevoorschrift Zonnecollector SCM2 Montage boven op dak • 2013/03
Dakverbinding en profielrails monteren5
5.1 Afstanden vastleggen
De maten die worden aangegeven in de tabellen, zijn
richtwaarden die zo veel mogelijk in acht genomen
moeten worden.
Afstanden tussen de dakhaken
Elke profielrail wordt met twee dakhaken bevestigd
(afb. 9). De afstand die zich ongeveer tussen de
dakhaken bevindt, vindt u in de tabel.
Afstanden tussen de profielrails
Leg de afstand tussen de bovenste en onderste
profielrail vast (afb. 10). Richt u naar de tabelwaarden.
Afb. 9 Afstand tussen de dakhaken onderling
z
z
x
x
63043965.11-1.SD
63043965.11-1.SD
AANWIJZING VOOR DE GEBRUIKER
In principe bepalen bij pannendaken de
golfdalen de werkelijke afstand tussen de
dakhaken.
Type montage Afstand w Afstand x Afstand z
verticaal ca. 1170 mm 610 - 1030 mm 170 - 540 mm
horizontaal ca. 2090 mm 1520-1950 mm 170 - 540 mm
Tab. 4 Afstand tussen de dakhaken onderling
AANWIJZING VOOR DE GEBRUIKER
De afstanden x en z moeten in de buurt
komen van de afstand w.
Afb. 10 Afstand tussen de profielrails onderling
y
y
63043965.12-1.SD
63043965.12-1.SD
Type montage Afstand y
van tot
verticaal 1320 mm 1710 mm
horizontaal 600 mm 820 mm
Tab. 5 Afstand (hart-hart) tussen de onderste en bovenste
profielrail
AANWIJZING VOOR DE GEBRUIKER
Horizontale montage is alleen bij een
daklattenafstand van max. 420 mm
mogelijk.