Installation Instructions

Veiligheid 3
5
Montagevoorschrift Zonnecollector SCM2 Montage boven op dak • 2013/03
3 Veiligheid
In dit hoofdstuk wordt uitgelegd hoe de aanwijzingen uit
dit montagevoorschrift zijn opgebouwd en krijgt u een
overzicht van de algemene veiligheidsaanwijzingen
voor een veilige en storingsvrije werking.
De veiligheidsaanwijzingen en de aanwijzingen voor de
gebruiker die specifiek betrekking hebben op de
montage, staan in het montagevoorschrift direct bij de
betreffende montagestappen.
Lees de veiligheidsaanwijzingen zorgvuldig door,
voordat u met de montage begint.
Veronachtzaming van de veiligheidsaanwijzingen kan
leiden tot ernstig persoonlijk letsel – zelfs met de dood
tot gevolg – evenals tot materiële schade en
milieuvervuiling.
Over dit voorschrift
Dit montagevoorschrift bevat belangrijke informatie over
een veilige en vakkundige montage van de set voor
montage op plat dak en aan de gevel alsmede over de
hydraulische aansluiting.
De afbeeldingen in dit voorschrift tonen de verticale
montage van de collectoren. Wijkt de horizontale
montage af van de verticale, dan wordt hierop gewezen.
De complete technische documentatie moet worden
bewaard. U kunt deze bij de fabrikant inzien.
Voor de in dit montagevoorschrift beschreven
werkzaamheden moet u de nodige vakkennis hebben
en een beroepsopleiding gevolgd hebben voor gas- en
waterinstallaties. Voer de montagestappen alleen zelf
uit, wanneer u over de nodige vakkennis beschikt.
z Overhandig dit montagevoorschrift aan de klant.
z Geef de klant de nodige uitleg over de werking en de
bediening van het apparaat.
3.1 Voorgeschreven toepassing
Monteer de onderdelen enkel op voldoende dragende
daken. Houd rekening met de extra dakbelasting per
staander voor plat dak, inclusief de zonnecollector.
Vraag eventueel raad aan een bouwdeskundige.
De set mag enkel worden geplaatst op platte daken of
op daken met een geringe dakhelling ( 25°).
Wanneer de kans bestaat, dat er zich achter de
collectoren (aan nokzijde) grotere hoeveelheden
sneeuw kunnen verzamelen, moet u dat verhinderen
door b.v. roosters aan te brengen.
Bij daken met een geringe hellingsgraad moet de
bevestiging op het dak ter plaatse gedaan worden.
Toepassingsvoorwaarden staander voor plat dak
Monteer de montageset alleen op daken met voldoende
draagkracht.
De montageset is geschikt voor een max. normale
sneeuwbelasting van 2,0 kN/m² en een montagehoogte
van max. 20 m. Door uitbreiding met
dienovereenkomstig toebehoren kan de montageset
worden gebruikt voor een max. normale
sneeuwbelasting van 3,8 kN/m² en een max.
montagehoogte van 100 m.
De montageset voor plat dak mag niet worden gebruikt
voor de bevestiging van andere dakconstructies. De
constructie dient uitsluitend voor een veilige bevestiging
van zonnecollectoren.
Toepassingsvoorwaarden gevelstaander
Monteer de gevelstaander enkel op muren met
voldoende draagkracht. Vraag evt. raad aan een
bouwdeskundige.
De gevelstaander mag alleen tot een montagehoogte
van 20 m en tot een sneeuwbelasting van max.
2,0 kN/m² worden gemonteerd.
3.2 Soorten aanwijzingen
Er bestaan twee soorten aanwijzingen die door
verschillende signaalwoorden worden aangeduid:
Een ander symbool om aanwijzingen voor de gebruiker
aan te duiden:
WAARSCHUWING!
LEVENSGEVAAR
Wijst op een gevaar dat eventueel van het
product uitgaat en dat kan leiden tot zwaar
lichamelijk letsel, zelfs met de dood tot
gevolg, wanneer onvoldoende
voorzorgsmaatregelen genomen worden.
OPGELET!
GEVAAR VOOR VERWONDINGEN/
SCHADE AAN DE INSTALLATIE/
SCHADE AAN HET GEBOUW
Wijst op een situatie die mogelijk
gevaarlijk is en die zou kunnen leiden tot
matig of licht lichamelijk letsel of materiële
schade.