Installation Instructions
37
Montagevoorschrift Zonnecollector SCM2 Montage boven op dak • 2013/03
Afsluitende werkzaamheden 9
9 Afsluitende werkzaamheden
9.1 Installatiecontrole
Controlewerkzaamheden
9.2 Aansluit- en verzamelleidingen
isoleren
z Snij de meegeleverde isolatie (710 mm lang) in
stukken van 88 mm lang op maat en leg deze om de
ribbelbuisverbinders tussen de collectoren.
Isolatie op de montageplaats van de
verzamelleidingen bij binnen- en buitenmontage
– Gebruik voor de isolatie van de leidingen buiten
UV-bestendige materialen die bestand zijn tegen
hoge temperaturen.
– Gebruik voor de isolatie van de leidingen binnen
materialen die bestand zijn tegen hoge
temperaturen.
– Bescherm evt. de isolatie tegen aanvreten door
vogels.
OPGELET!
SCHADE AAN DE INSTALLATIE
door corrosie, wanneer waterresten na
het spoelen of na een drukproef langere
tijd in de zonne-installatie blijft staan.
z Neem de zonne-installatie direct na
het spoelen / na de drukproef met de
speciaal voor zonne-installaties
bedoelde Solarfluid in gebruik
(informatie over spoelen / drukproef
zie voorschrift voor compleet station).
Voer anders het spoelen / de
drukproef later uit.
AANWIJZING VOOR DE GEBRUIKER
Voer de afsluitende
isolatiewerkzaamheden pas uit, wanneer
de vermelde controlewerkzaamheden
zijn uitgevoerd.
1.
Ribbelbuisverbinders, afsluitkapjes en
aansluitellebogen met klemmen geborgd?
2.
Alle collectorsteunen met profielrails
verbonden?
3.
Beveiliging tegen afglijden gemonteerd en in
profielrail vastgeklikt?
4.
Voeler tot de aanslag ingeschoven en met
klemschroefverbinding geborgd?
5.
Drukproef uitgevoerd en alle aansluitingen
dicht (zie voorschrift van compleet station)?
AANWIJZING VOOR DE GEBRUIKER
Wanneer u de ontluchting van de zonne-
installatie uitvoert met een automatische
ontluchter (toebehoren), moet u na het
ontluchten de kogelkraan sluiten (zie
montagevoorschrift van compleet
station).