Installation Instructions

22
Montagevoorschrift Zonnecollector SCM2 Montage boven op dak • 2013/03
Staanders voor plat dak en gevel monteren5
5.4 Gevelstaander monteren
De horizontale collectorsteunen kunnen ook worden
gebruikt voor montage aan de gevel.
z Ontwerp de bevestiging als volgt:
Afb. 29 Gevelstaander
63043970.05-1.SD
WAARSCHUWING!
LEVENSGEVAAR
door naar beneden vallende collectoren
door verkeerd gebruik.
z Alleen de horizontale collectorsteunen
mogen voor montage aan de gevel
worden gebruikt.
z De montage aan een gevel is slechts
toegestaan tot een gebouwhoogte van
maximaal 20 m (windsnel-
heid = 129 km/h) en tot een
sneeuwbelasting van maximaal
2,0 kN/m².
z Iedere collectorsteun moet met 3 op
de montageplaats beschikbaar
staande (tab. 8) schroeven worden
bevestigd bij de daarvoor bestemde
boorgaten.
z De montage mag alleen worden
uitgevoerd op een gesloten gevel die
geen wind doorlaat.
z Controleer vóór de montage van de
gevelstaander de draagkracht van de
bevestigingsmuur (van de
ondergrond). Vraag evt. raad aan een
bouwdeskundige.
z Wijzig niets aan de toestand van de
gevelstaander.
z Stapel geen voorwerpen op in de
ruimten tussen de gevelstaanders.
z Bevestig geen ommanteling op de
collectoren.
Wandopbouw
3
Schroeven/pluggen per collectorsteun
Afstand tot de rand van
de gevel
Gewapend beton min. B25
(min. 120 mm)
3 × UPAT MAX express-anker, type MAX 8 (A4)
1
en
3 × vulringen
2
conform DIN 9021
> 100 mm
3 × Hilti HST-HCR-M8
1
of HST-R-M8
1
en
3 × vulringen
2
conform DIN 9021
> 100 mm
Onderconstructie van staal (b.v. dubbele
T-balk)
3 × M8 (4.6) en 2 × vulringen
2
conform DIN 9021
Tab. 8 Bevestigingsmiddelen
1
Elke plug/schroef moet bestand zijn tegen een trekkracht van ten minste 1,63 kN of een verticale kracht (breukkracht) van ten minste 1,56 kN.
2
3 × diameter van de schroeven = buitendiameter van de vulringen.
3
Metselwerk op aanvraag.