Voor de vakman Montagevoorschrift Vlakke collectoren Zonnecollector SCM2 Montage op plat dak en aan de gevel 7 747 000 409 (2013/03) 63043970.01-1.
1 Algemeen . 2 Technische gegevens 3 Veiligheid . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5 3.1 Voorgeschreven toepassing . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5 3.2 Soorten aanwijzingen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Algemeen 1 1 Algemeen In dit hoofdstuk vindt u een beschrijving van de regels van de techniek die gedurende de montage in acht genomen moeten worden.
2 2 Technische gegevens Technische gegevens SCM2 0036 Certificaten DIN Lengte Breedte Hoogte Afstand tussen de collectoren Absorberinhoud, type verticaal Absorberinhoud, type horizontaal Buitenoppervlak (bruto oppervlak) Absorber oppervlak (netto oppervlak) Gewicht netto, type verticaal Gewicht netto, type horizontaal Toegestane werkoverdruk van de collector Tab. 1 4 2.070 mm 1.
Veiligheid 3 3 Veiligheid In dit hoofdstuk wordt uitgelegd hoe de aanwijzingen uit dit montagevoorschrift zijn opgebouwd en krijgt u een overzicht van de algemene veiligheidsaanwijzingen voor een veilige en storingsvrije werking. Bij daken met een geringe hellingsgraad moet de bevestiging op het dak ter plaatse gedaan worden.
3 Veiligheid AANWIJZING VOOR DE GEBRUIKER Tips voor een optimaal gebruik van de apparaten en een optimale instelling, evenals andere nuttige informatie. 3.3 Neem deze veiligheidsaanwijzingen in acht LEVENSGEVAAR WAARSCHUWING! door vallen en naar beneden vallend materiaal. z Tref bij alle werkzaamheden op daken de gepaste maatregelen om ongelukken te voorkomen. z Zorg er bij alle werkzaamheden op daken voor dat u niet kunt vallen.
Voor de montage 4 Voor de montage 4.1 Algemene aanwijzingen 4 AANWIJZING VOOR DE GEBRUIKER Aangezien dakdekkersbedrijven ervaringen hebben met dakwerkzaamheden en gevaren door vallen, raden wij een samenwerking met deze bedrijven aan. Informeer u vóór de montage over de omstandigheden op de bouwplaats en de plaatselijke voorschriften. Controleer z of de levering compleet en intact is. z of de dakconstructie voldoende draagkracht heeft en niet beschadigd is (b.v. lekkages).
4 Voor de montage 23 1 4 5 6 5 3 7 8 63043970.03-1.SD Afb. 3 Montageset voor 2 collectoren - 1 basismontageset, 1 uitbreidingsmontageset Uitbreidingsmontageset, per verdere collector (afb. 3): Basismontageset, per collectorveld en voor de eerste collector (afb. 3): Pos. 1: Pos. 3: Pos. 5: Pos. 6: Pos. 7: Pos. 8: profielrail schroef M8 × 20 enkelzijdige collectorspanner moer M8 collectorsteun beveiliging tegen afglijden 2× 6× 4× 4× 2× 2× Pos. 1: Pos. 2: Pos. 3: Pos. 4: Pos. 6: Pos. 7: Pos.
Voor de montage 4 4.2.2 Hydraulische verbinding Voor ieder collectorveld heeft u een aansluitset nodig. De collectoren onderling worden verbonden met een verbindingsset. 2 1 10 3 4 5 9 Afb. 4 8 7 6 63043969.03-1.SD Aansluitset en verbindingsset (afbeelding met 2 verticale collectoren) Aansluitset, per collectorveld (afb. 4) Pos. 2: Pos. 3: Pos. 4: Pos. 5: Pos. 6: klem (als reserve) elleboog klemring wartelmoer isolatie voor ribbelbuisverbinder 710 mm 2× 2× 2× 2× 1× Pos. 7: Pos. 8: Pos.
4 4.3 Voor de montage Extra benodigde hulpmiddelen – waterpas – metselkoord – zuignap – vest met veiligheidslijn – materiaal voor isolatie van de leidingen – bouwsteiger – dakdekkersladder of inrichtingen voor schoorsteenveegwerk – kraan of bouwlift – gereedschap voor bevestiging op de montageplaats 4.4 Transport en opslag Alle onderdelen zijn beschermd met transportverpakkingen. AANWIJZING VOOR DE GEBRUIKER Voer de transportverpakkingen op milieuvriendelijke wijze af.
Voor de montage 4.5 4 Technische documentatie De zonne-installatie bestaat uit verschillende componenten (afb. 7) die voor de montage, bediening en het onderhoud noodzakelijke documentatie bevatten. Eventueel hebben toebehoren een aparte documentatie. Pos. 1: collector: montagevoorschrift voor montage op plat dak is bij de aansluitset gevoegd Pos. 2: compleet station: montagevoorschrift is bij het compleet station gevoegd Pos.
4 Voor de montage 4.6.2 Daken met helling Bij daken die iets naar het zuiden gericht zijn, moet u de hoek van de dakhelling aftrekken van de hellingshoek. Bij daken die iets naar het noorden gericht zijn, moet u de hoek van de dakhelling optellen bij die van de hellingshoek (afb. 9). 1 LEVENSGEVAAR WAARSCHUWING! 45° Wanneer het gevaar bestaat, dat er zich achter de collectoren (aan nokzijde) grotere hoeveelheden sneeuw kunnen verzamelen, moet u dat verhinderen door b.v.
Voor de montage 4 4.6.4 Telescopische rails monteren Met de telescopische rails kunnen verschillende hellingshoeken worden ingesteld. z Kies de gaten van de bovenste en onderste telescopisch rails overeenkomstig afb. 12 en afb. 13. z Steek de telescopische rails in elkaar en bevestig deze met schroef M8 × 20 (afb. 11). 1. 63043970.08-1.SD Afb.
4 Voor de montage AANWIJZING VOOR DE GEBRUIKER 35° 40° Gebruik bij de horizontale montage voor de collector-hellingshoek 35° tot 60° het bovenste gat van de onderste telescopische rail (afb. 13, pos. 3). 45° 50° 55° 60° Voor de hellingshoek 25° en 30° moet u de onderste rail boven 140 mm inkorten en het onderste gat gebruiken (afb. 13, pos. 2). 1 1 1 25° 30° 1 LEVENSGEVAAR WAARSCHUWING! 140 mm door naar beneden vallende collectoren door verkeerd gebruik.
Voor de montage 4 4.7.2 Benodigde plaats inschatten SCHADE AAN DE INSTALLATIE OPGELET! door zuig- en drukpieken van de wind aan de randen van het plat dak. z Let erop, dat reeds voor de montage tussen de staanders voor plat dak en de rand van het plat dak een afstand van ten minste een meter wordt gepland (afb. 15). >1 m >1 m 63043970.41-1.SD Afb. 15 Afstand van de dakrand Plan voldoende plaatsingsruimte voor de verschillende types montage (horizontaal, verticaal). De maten (tab. 4 en tab.
5 5 Staanders voor plat dak en gevel monteren Staanders voor plat dak en gevel monteren LEVENSGEVAAR WAARSCHUWING! Zorg er bij alle werkzaamheden op daken voor dat u niet kunt vallen. GEVAAR VOOR VERWONDINGEN WAARSCHUWING! door vallen en naar beneden vallend materiaal. z Tref bij alle werkzaamheden op daken de gepaste maatregelen om ongelukken te voorkomen. z Draag steeds uw persoonlijke veiligheidskleding of veiligheidsuitrusting. 63043970.11-1.SD Afb.
Staanders voor plat dak en gevel monteren 5.1 5 Afstanden van de collectorsteunen bij voetverankering op de montageplaats De afstanden van de collectorsteunen (hart/hart, gegevens in mm) zijn afhankelijk van: – de collectoruitvoering (verticaal, horizontaal) – en van de maximale sneeuw- en windbelastingen. AANWIJZING VOOR DE GEBRUIKER U moet de afstanden van de collectorsteunen zeer zorgvuldig aanhouden, zodat later de profielrails nog kunnen worden gemonteerd. 980 980 5.1.
5 Staanders voor plat dak en gevel monteren 5.1.2 Uitvoering met extra steun (toebehoren) Bij hogere belastingen is voor de verticale montage een extra steun (en extra profielrails, pagina 25) voor de tweede en alle verdere collectoren nodig(afb. 22). Deze uitvoering kan worden gebruikt voor de volgende belastingen: – max. 100 m gebouwhoogte (montagehoogte) – max. 3,8 kN/m² sneeuwbelasting AANWIJZING VOOR DE GEBRUIKER Bij de horizontale montage kan met de basisuitvoering (afb.
Staanders voor plat dak en gevel monteren Tab. 6 Afstanden van de extra steunen 1 10. 980 5 9. C 1 1 980 8. 7. 980 980 6. B 980 5. 4. 980 980 3. A 980 2. 1. 980 980 63043970.15-1.SD Afb. 23 Basisuitvoering voor max. 10 verticale collectoren (gegevens in mm) AANWIJZING VOOR DE GEBRUIKER De horizontale montage kan uitsluitend met de extra steun (toebehoren) worden uitgevoerd. Bij de horizontale montage moeten voor elke collector 3 collectorsteunen worden gemonteerd (afb. 24).
5 5.3 Staanders voor plat dak en gevel monteren Staander voor plat dak stabiliseren De volgende gegevens hebben betrekking op één enkele collector. Basis voor deze gegevens vormt de norm DIN 1055, deel 4 "Ontwerpbelastingen voor gebouwen".
Staanders voor plat dak en gevel monteren 5 5.3.1 Staander voor plat dak met voetverankering op montageplaats beveiligen U kunt de staander voor plat dak met voetverankeringen bevestigen. Als voorbeeld wordt de bevestiging op dubbele T-balken (afb. 26, pos. 3) beschreven. 1 De onderconstructie op de montageplaats moet zo worden berekend, dat de wind- en sneeuwkrachten die inwerken op de collectoren, kunnen worden opgenomen.
5 5.4 Staanders voor plat dak en gevel monteren Gevelstaander monteren De horizontale collectorsteunen kunnen ook worden gebruikt voor montage aan de gevel. LEVENSGEVAAR WAARSCHUWING! door naar beneden vallende collectoren door verkeerd gebruik. z Alleen de horizontale collectorsteunen mogen voor montage aan de gevel worden gebruikt. z De montage aan een gevel is slechts toegestaan tot een gebouwhoogte van maximaal 20 m (windsnelheid = 129 km/h) en tot een sneeuwbelasting van maximaal 2,0 kN/m².
Staanders voor plat dak en gevel monteren 5 z Bevestig iedere collectorsteun met 3 schroeven (zie tab. 8, afb. 30, pos. 1) naast elkaar aan de gevel. 980 980 135 980 980 1 63043970.30-1.SD Afb.
5 5.5 Staanders voor plat dak en gevel monteren Profielrails monteren De profielrails moeten onderling worden verbonden met steekverbindingen. Voor iedere collector is een bovenste en onderste profielrail voorzien. 1 2 5.5.1 Profielrails verbinden z Schuif de steekverbinding (afb. 31, pos. 1) tot de aanslag in beide profielrails (afb. 31, pos. 2). z Draai voor vergrendeling de beide voorgemonteerde stifttappen M10 (afb. 31, pos. 3) in de steekverbinding met sleutel SW5 vast. 3 63043965.33-1.SD Afb.
Staanders voor plat dak en gevel monteren 5 z Draai de voorgemonteerde profielrails (afb. 34, pos. 2) met schroeven M8 x 20 (afb. 34, pos. 1) slechts lichtjes aan, zodat de profielrails nog kunnen worden uitgelijnd. z Lijn de bovenste en onderste profielrail zijwaarts in één lijn uit. z Draai de schroeven vast. 1 2 63043970.21-1.SD Afb. 34 Profielrails monteren (hier: voor 2 verticale collectoren) 5.5.
6 6 Collectoren monteren Collectoren monteren Wanneer u begint met de montage van de collectoren, moet u goed nota nemen van de volgende veiligheidsaanwijzingen en aanwijzingen voor de gebruiker. LEVENSGEVAAR WAARSCHUWING! door vallen en naar beneden vallend materiaal. z Tref bij alle werkzaamheden op daken de gepaste maatregelen om ongelukken te voorkomen. z Zorg er bij alle werkzaamheden op daken voor dat u niet kunt vallen. z Draag steeds uw persoonlijke veiligheidskleding of veiligheidsuitrusting.
Collectoren monteren 6.1 6 Collectormontage voorbereiden Vóór aanvang van de eigenlijke montage op het dak kunt u de afsluitkapjes op de grond voormonteren, om zo het werk op het dak te vergemakkelijken. 1 4 Om de afsluitkapjes (en later ook de ribbelbuisverbinders en aansluitleidingen) te borgen, moeten de aansluitingen worden voorzien van klemmen. SCHADE AAN DE INSTALLATIE OPGELET! 4 1 door lekkages bij de collectoraansluitingen.
6 Collectoren monteren 6.1.2 Afsluitkapjes monteren Voor de aansluiting van een collectorveld zijn niet alle aansluitingen nodig en deze moeten daarom worden gesloten. z Verwijder de rubber doppen (transportbescherming) van de betreffende collectoraansluitingen. z Schuif het afsluitkapje met de O-ringen (afb. 42, pos. 3) op de collectoraansluiting. 3 1 z Schuif de klem (afb. 42, pos. 2) voor borging van de aansluiting over het afsluitkapje en de collectoraansluiting.
Collectoren monteren 6 Enkelzijdige collectorspanners rechts inschuiven z Schuif de enkelzijdige collectorspanners (afb. 44, pos. 1) aan het rechter uiteinde van het collectorveld in de profielrails tot deze in het eerste slobgat van de profielrails vastklikken. 1 AANWIJZING VOOR DE GEBRUIKER Monteer de enkelzijdige collectorspanners aan de linkerkant van het collectorveld pas na montage van de laatste collector. 63043970.31-1.SD Afb.
6 Collectoren monteren Dubbelzijdige collectorspanners inleggen z Leg de dubbelzijdige collectorspanner met de moer vooraan zodanig in de opening van de profielrail en steekverbinding dat het kunststof afstandsblokje (afb. 47, pos. 1) om de profielrail heen grijpt. z Schuif de dubbelzijdige collectorspanner tot aan het collectorframe. 1 AANWIJZING VOOR DE GEBRUIKER 1 Draai de schroef pas vast, wanneer de tweede collector tot aan de dubbelzijdige collectorspanner is geschoven. 63043969.02-1.SD Afb.
Collectoren monteren 6 SCHADE AAN DE INSTALLATIE OPGELET! door ongeborgde ribbelbuisverbinders en afsluitkapjes. z Borg ieder afsluitkapje met een klem en iedere ribbelbuisverbinder met twee klemmen (afb. 50, pos. 1). 1 63043966.16-1.SD Afb. 50 Ribbelbuisverbinders met klemmen geborgd z Draai de schroef van de dubbelzijdige collectorspanner met de sleutel SW5 vast. AANWIJZING VOOR DE GEBRUIKER Door vastdraaien van de schroef breekt de kunststof brug bij de gewenste breukplekken weg.
7 7 Collectorvoeler aansluiten Collectorvoeler aansluiten AANWIJZING VOOR DE GEBRUIKER B De collectorvoeler wordt bij het complete station of bij de regeling geleverd. A Let op de montageplaats bij systemen met één of twee rijen collectoren (afb. 53). SCHADE AAN DE INSTALLATIE door defecte voelerkabel. OPGELET! 1 2 z Bescherm evt. de kabel tegen mogelijke beschadigingen (b.v. aanvreten door steenmarters). 1 2 63043966.25-1.SD Afb.
Verzamelleidingen aansluiten 8 8 Verzamelleidingen aansluiten Informatie over het leggen van de verzamelleidingen vindt u in het montagevoorschrift van het complete station. SCHADE AAN DE INSTALLATIE OPGELET! door lekkages bij de collectoraansluiting door thermische bewegingen. z Breng de toevoerleiding op de montageplaats (afb. 55, pos. 1) langs de collector en niet verticaal omlaag. 1 2 1 63043969.01-1.SD Afb. 55 Verzamelleidingen naar het collectorveld brengen Pos. 1: toevoerleiding Pos.
8 8.2 Verzamelleidingen aansluiten Ontluchting door drukvulling Wanneer de ontluchting van de zonne-installatie wordt uitgevoerd met een drukvulpomp, is geen ontluchter op het dak nodig. 1 z Verwijder de rubber doppen (transportbescherming) van de betreffende collectoraansluitingen. z Schuif de elleboog (afb. 57, pos. 2) met klemring en wartelmoer op de collectoraansluiting. 2 z Borg de elleboog met de klem (afb. 57, pos. 1). 3 Ga op dezelfde manier te werk bij de retouraansluiting. 4 63043969.04-1.
Verzamelleidingen aansluiten 8.3 8 Ontluchting door ontluchter (toebehoren) Wanneer u de zonne-installatie op het hoogste punt van de installatie wilt ontluchten met behulp van een automatische ontluchter (toebehoren), dan moet u de toevoerleiding met een stijging naar de ontluchter (afb. 58, pos. 2) en de retourleiding met een stijging naar het collectorveld leggen (afb. 58). 1 2 1 Vermijd veelvuldige veranderingen van richting.
8 Verzamelleidingen aansluiten Ontluchter monteren 1 z Schroef de nippel (afb. 60, pos. 6) en dubbele nippel (afb. 60, pos. 4) in de luchtbeker vast (O-ring-afdichting). z Schuif de luchtbeker (afb. 60, pos. 5) met nippel op de collectoraansluiting en borg deze met de klem. z Sluit de verzamelleiding op de klemringschroefverbinding (18 mm) aan (afb. 60, pos. 2). 6 4 5 3 2 63043969.05-1.SD Afb. 60 Ontluchter aansluiten Pos. 1: klem Pos. 2: wartelmoer voor 18 mm klemringschroefverbinding Pos.
Afsluitende werkzaamheden 9 Afsluitende werkzaamheden 9.1 Installatiecontrole SCHADE AAN DE INSTALLATIE OPGELET! door corrosie, wanneer waterresten na het spoelen of na een drukproef langere tijd in de zonne-installatie blijft staan. 9 9.2 Aansluit- en verzamelleidingen isoleren z Snij de meegeleverde isolatie (710 mm lang) in stukken van 88 mm lang op maat en leg deze om de ribbelbuisverbinders tussen de collectoren.
10 Korte instructie voor voetverankering en drukvulling 10 Korte instructie voor voetverankering en drukvulling Deze instructie dient slechts als overzicht van de uit te voeren werkzaamheden. Neem absoluut goed nota van de uitvoerige beschrijvingen van de werkzaamheden op de genoemde pagina's en alle veiligheidsaanwijzingen en aanwijzingen voor de gebruiker. 16 8, 10 Steunen en profielrails monteren 1. Telescopische rails overeenkomstig de gekozen hellingshoek in elkaar steken en bevestigen.
Montagevoorschrift Zonnecollector SCM2 Montage boven op dak • 2013/03 39
Bosch Thermotechniek B.V., Postbus 3, 7400 AA Deventer DealerLine: 0570 - 67 85 66 Consumenten Infolijn: 0570 - 67 85 00 Fax: 0570 - 67 85 86 Internet: www.nefit.