Installation Instructions
Table Of Contents
- 1 Algemeen
- 2 Technische gegevens
- 3 Veiligheid
- 4 Voor de montage
- 5 Voorbereidende werkzaamheden op het dak
- 6 Collectoren monteren
- 7 Collectorvoeler aansluiten
- 8 Verzamelleidingen aansluiten
- 9 Verbindingsset voor twee rijen (toebehoren) monteren
- 10 Afdekplaten monteren
- 11 Afsluitende werkzaamheden
- 12 Korte instructie voor twee collectoren

10
Montagevoorschrift Zonnecollector SCM2 Montage in het dak • 2013/03
Voor de montage4
4.3 Extra benodigde hulpmiddelen
– waterpas
– metselkoord
– zuignap
– vest met veiligheidslijn
– materiaal voor isolatie van de leidingen
– bouwsteiger
– dakdekkersladder of inrichtingen voor
schoorsteenveegwerk
– kraan of bouwlift
– accuschroevendraaier en boor (Ø 4 mm)
– steeksleutel SW 10 (incl. 80 mm lang verlengstuk)
– Sleutel SW 8
4.4 Transport en opslag
Alle onderdelen zijn beschermd met
transportverpakkingen.
Transportbescherming voor collectoraansluitingen
De aansluitingen van de collectoren zijn middels rubber
doppen beschermd tegen beschadigingen.
Opslag
De collectoren mogen uitsluitend droog worden
opgeslagen.
AANWIJZING VOOR DE GEBRUIKER
Voer de transportverpakkingen op
milieuvriendelijke wijze af.
Afb. 5 Rubber doppen op collectoraansluitingen
63043966.05-1.SD
63043966.05-1.SD
1
OPGELET!
SCHADE AAN DE INSTALLATIE
door beschadigde afdichtingsvlakken.
z Verwijder de rubber doppen (afb. 5,
pos. 1) pas direct voor de montage.
AANWIJZING VOOR DE GEBRUIKER
De collectoren mogen niet zonder
bescherming tegen de regen in de
buitenlucht worden opgeslagen.