Installation Instructions
57
Wijzigingen op grond van technische verbeteringen voorbehouden!
6 720 804 119 (2012/06)
Inbedrijfstelling 6
Nefit B.V. • http://www.nefit.nl
6.2.27 Inbedrijfstelling van de warmtepomp bij
buitentemperaturen buiten het normale
bedrijfsbereik
De inbedrijfstelling van de warmtepomp mag pas dan
worden uitgevoerd, wanneer het gehele systeem inclusief
de cv-ketel is aangesloten en bedrijfsklaar is. Bij buiten-
temperaturen boven 21 °C of onder -9 °C start de warm-
tepomp niet in normaal bedrijf, omdat binnen dit tempera-
tuurbereik geen cv-vraag actief is.
De functie “Servicemodus” van de hybride regelmodule
HM10 maakt inbedrijfstelling van de warmtepomp moge-
lijk, ook buiten de normale bedrijfstemperaturen.
“Servicemodus” op de hybride regelmodule HM10 instel-
len:
B “Terug-toets” indrukken, tot de parameterlijst is geko-
zen (“c” wordt aan de rechterkant van het display
getoond).
B “Keuzeknop” eenmaal indrukken en naar rechts
draaien, om “5C” te kiezen.
B “Keuzeknop” tweemaal indrukken.
De waarde “0” begint te knipperen.
B Door draaien van de “keuzeknop” de waarde in “1” ver-
anderen en door indrukken van de “keuzeknop” dit
bevestigen.
B De “servicemodus ”is geactiveerd.
B Op de ModuLine 400 met de draaiknop de ingestelde
temperatuur (basisinstelling) verhogen naar 30 °C.
Door de warmtevraag start de warmtepomp.
B Na het instellen van de waarde weer naar de ingestelde
temperatuur teruggaan door de toets “AUTO” in te
drukken.
6.2.28 Klant informeren en technische documen-
ten overdragen
B Maak de klant vertrouwd met de gehele cv-installatie en
met de handleiding voor het hybride systeem.
B Samen met de klant een buitenbedrijf- en een inbedrijf-
stelling uitvoeren.
B Aan de hand van de bedieningshandleiding de klant
het gedrag in noodgevallen, bijv. brand, uitleggen.
B Geef de klant de technische documenten en vul samen
de inbedrijfname checklist en de garantiekaart in,
onderteken en verstuur beide documenten naar Nefit.
Na 15 minuten wordt de “servicemodus”
automatisch gereset.
De warmtepomp start alleen, wanneer de cv-
retourtemperatuur tussen 20 °C en 50 °C
ligt. Onder bepaalde omstandigheden moet
de cv-ketel de retourtemperatuur eerst naar
20 °C verhogen, voordat de warmtepomp
kan starten.










