Installation Instructions

35
Wijzigingen op grond van technische verbeteringen voorbehouden!
6 720 804 119 (2012/06)
Montage en installatie 5
Nefit B.V. • http://www.nefit.nl
B Voor het aantrekken van de conusmoer een dunne laag
koudemiddelolie op de buis en pasoppervlak aanbren-
gen.
Afb. 30 Koudemiddelleidingen monteren
1 Aansluiting op de buitenunit
2 Koudemiddelleiding met flare flens
3 Wartelconus
B De Wartelconus [3] met een draaimomentsleutel aan-
draaien. Respecteer daarbij de toegestane aandraai-
momenten (Æ tab. 8).
B Waarborg, dat de leidingen geen contact met de com-
pressor maken.
5.6.6 Dichtheid van het koudemiddelcircuit con-
troleren
Na het aansluiten van de koudemiddelleidingen de aange-
sloten leidingen en de binnenunit op dichtheid controle-
ren.
B Testgereedschappen aansluiten.
B Waarborg, dat de afsluiters op de leiding voor vloei-
baar [1] en gasvormig koudemiddel [2] zijn gesloten en
gesloten blijven.
B In de koudemiddelleidingen via het terugslagventiel van
de afsluiter op de leiding voor gasvormig koudemiddel
[2] stikstof toevoeren en langzaam de druk in het kou-
demiddelcircuit opvoeren.
B De druk stapsgewijs verhogen:
Stap 1: druk tot 0,5 MPa (5 bar(g)) opbouwen.
5 minuten wachten.
Druk controleren. Bij drukverlies is er lekkage.
Bepaal de oorzaak, hef deze op en herhaal de dicht-
heidstest.
Stap 2: druk tot 1,5 MPa (15 bar(g)) opbouwen.
5 minuten wachten.
Druk controleren. Bij drukverlies is er lekkage.
Bepaal de oorzaak, hef deze op en herhaal de dicht-
heidstest.
Stap 3: druk tot 4,15 MPa (41,5 bar(g)) opbouwen.
Omgevingstemperatuur en druk meten.
B Na 24 uur de omgevingstemperatuur en de druk
opnieuw meten.
Wanneer geen drukverlies wordt vastgesteld, heeft het
koudemiddelcircuit de dichtheidstest doorstaan.
B Bij drukverlies is er lekkage. Bepaal de oorzaak, hef
deze op en herhaal de dichtheidstest.
Gebruik voor het zoeken naar gaslekkage een gaslek-
detectieapparaat of zeepwater.
Afb. 31 Afsluiters koudemiddelcircuit
1 Afsluiter in de leiding voor vloeibaar koudemiddel
2 Afsluiter in de leiding voor gasvorming koudemiddel
3 Schräderventiel (onder de onderhoudsaansluiting)
4 Sectie openen/sluiten
5 Onderhoudsaansluiting
6 Hier geen schroefsleutel plaatsen
7 Hier twee schroefsleutels gebruiken
8 Isolatie
9 6,35 mm leiding
10 12,7 mm leiding
leidingen
Buiten-
diame-
ter [mm]
BD con-
usmoer
[mm]
Aan-
draaimo-
ment
[Nm]
Vloeibaar
koudemiddel
6,35 17 14 – 18
Koudemiddel
gasvormig
12,7 26 49 – 61
Tabel 8 Aandraaimomenten buitenunit
De toevoeging “(g)” markeert de opgegeven
waarde als drukverschil, relatief t.o.v. de
atmosferische druk.
6 720 646 970-48.2ITL
1 2 3
De temperatuurverandering kan een geringe
drukverandering tot gevolg hebben (ca.
0,01 MPa (0,1 bar(g)) per 1 °C). Respecteer
dit bij de dimensionering.
6 720 646 970-27.3Wo
8
10
9
3
1
2
4
5
6
7