Installation Instructions
29
Wijzigingen op grond van technische verbeteringen voorbehouden!
6 720 804 119 (2012/06)
Montage en installatie 5
Nefit B.V. • http://www.nefit.nl
5.3 Leidingen voorinstalleren
5.3.1
Aansluiting op binnenunit voorbereiden
B Leidingen installeren. Daarbij de instructies van het
installatie-ontwerp respecteren (Æ hoofdstuk 5.2).
B Met behulp van het meegeleverde montagesjabloon
zes montagegaten in de muur boren [1].
B Geschikte pluggen plaatsen.
B Montagebeugel van de binnenunit op de boorgaten in
de muur monteren [2].
Afb. 20 Montagebeugel monteren
B Leidingen van de cv-ketel en de cv-installatie op de
montagebeugel monteren. Let op een correcte aanslui-
ting (Æ afb. 21).
– Leiding recht op de leidingaansluiting monteren.
– Koppelingen vast aandraaien.
Afb. 21 Montagebeugel van de binnenunit
1 Montagebeugel
2 Retour van de cv-installatie
(22 mm klemringkoppeling)
3 Aansluiting van de retour naar de cv-ketel
(22 mm klemringkoppeling)
4 Aansluiting van de aanvoer van de cv-ketel
(22 mm klemringkoppeling)
5 Aanvoer naar cv-installatie (22 mm klemringkoppeling)
5.3.2 Bypassventiel monteren
B Sluit indien nodig, het bypassventiel aan tussen de
aanvoer en de retour van de cv-installatie.
B Bypassventiel in de doorstroomrichting van aanvoer
naar retour monteren. De doorstroomrichting is gemar-
keerd op het bypassventiel met een pijl.
Afb. 22 Bypassventiel in de doorstroomrichting monte-
ren
1 Aanvoer cv-installatie
2 Retour cv-installatie
5.3.3 ModuLine 400 monteren
Verontreinigingen in het systeem kunnen de
warmtepomp beschadigen en het vermogen
verminderen.
De leidingen kunnen vanuit de binnenunit direct
verticaal naar boven of achter de binnenunit
naar beneden worden geïnstalleerd.
6 720 646 970-18.2ITL
1.
2.
A B
6 720 646 970-13.2ITL
1
2
3
4
5
OPMERKING: Opstelling van het buffervat:
B Zie de handleiding van het buffervat.
Respecteer voor de opstelling en positie van
het bypassventiel de instructies in
hoofdstuk 5.2.
De ModuLine 400 mag niet in het cv-ketel
worden toegepast. De ModuLine wordt op
de muur bevestigd; de aansluiting op het
elektrische net volgt via de hybride regelmo-
dule HM10.
12
6 720 646 970-14.2ITL










