Installation Instructions
27
Wijzigingen op grond van technische verbeteringen voorbehouden!
6 720 804 119 (2012/06)
Montage en installatie 5
Nefit B.V. • http://www.nefit.nl
Fundament
• Het opsteloppervlak moet vlak, vast en voldoende
draagkrachtig zijn. De ondergrond moet het gewicht
van de unit kunnen dragen.
• De buitenunit bij voorkeur op een ondergrond bevesti-
gen met voldoende massa. Voldoende massa is van
belang om trillingsoverdracht van de buitenunit naar de
woning te beperken. Door trillingsoverdracht kunnen
geluidsklachten ontstaan.
• Wij adviseren de buitenunit bij voorkeur op de grond te
plaatsen, of anders aan een gevel met voldoende
massa. Het plaatsen van de buitenunit op een houten-
dak kan met name in de nabijheid van slaapvertrekken
tot geluidsklachten lijden.
• Lengte van de bevestigingsschroeven: ≥ 70 mm
(afhankelijk van de ondergrond).
Opstellingsplaats algemeen
• De opstellingsplaats (vloer- of wandmontage) zo kie-
zen, dat door de buitenunit geen geluidsbelasting voor
(andere) bewoners of de buurt ontstaat8.
• Kies de opstellingsplaats zodanig, dat bedrading en
leidingwerk eenvoudig is aan te leggen.
• De buitenunit genereert tijdens cv-bedrijf condensaat.
Wanneer door dit condensaat gevaar bestaat voor
letsel of schade, dan moet worden gewaarborgd, dat
rondom de buitenunit een geschikte afvoer aanwezig
is.
• Rookgasproducten en condensaat mogen niet in de
luchtinlaat van de buitenunit terechtkomen en niet
daarop druppelen. Daarom de buitenunit niet in de
directe nabijheid en niet direct onder de rookgasafvoer
van het cv-ketel plaatsen.
• Recirculatie van de uitgeblazen lucht kan het vermogen
sterk beïnvloeden.
• Wij adviseren, de buitenunit op de vloer op te stellen.
Opstellingsplaats met veel wind
Wanneer de buitenunit op een dak of een andere winde-
rige plaats wordt opgesteld, moet worden voorkomen, dat
de luchtuitgang direct aan sterke wind is blootgesteld.
Mogelijke maatregelen voor bescherming tegen krachtige
wind:
B De luchtuitlaat naar de dichtbij liggende muur richten.
De minimale afstand moet 2 tot 3 meter zijn.
Afb. 17 Uitblaas richting naar de wand
a De afstand tot de wand minimaal 2 tot 3 meter
B De luchtuitlaat in een 90°-hoek tot de hoofdwindrich-
ting [1] uitrichten.
Afb. 18 Luchtuitlaat uitrichten
1 Hoofdwindrichting
OPMERKING: Let op!
Kans op geluidsklachten wanneer de bui-
tenunit op een houten dak wordt geplaatst!
Wanneer de luchtuitlaat direct naar een muur
is gericht, kan deze in de loop der tijd verkleu-
ren.
a
6 720 646 970-08.2ITL
6 720 646 970-42.1Wo
1
1










