Operation Manual

10
ModuLine 2000 • 6 720 811 740 (2014/09)
Beknopt bedieningsvoorschrift4
4.2 Overige instellingen
Bediening Resultaat
Wanneer u buiten de in het klokprogramma ingestelde tijden warm water nodig heeft en warm water is niet permanent ingescha-
keld: eenmalige opwarming activeren (direct warmwater functie)
Druk op de menu-toets, om het hoofdmenu te openen.
Verdraai de keuzeknop, om het menu Warm water te markeren.
Druk op de keuzeknop, om het geselecteerde menu te openen.
Druk de keuzeknop in.
De actuele instelling wordt knipperend weergegeven.
Verdraai de keuzeknop, om Aan in te stellen en druk dan de keuzeknop in.
De warmwatervoorziening (boileropwarming of doorstroomtoestel of cv-toestel met pla-
tenwisselaar voor warm water) is direct actief. Na de opwarming schakelt de eenmalige
oplading automatisch weer uit.
Wanneer het warm water te koud of te warm is: warmwatertemperatuur veranderen (niet beschikbaar, wanneer de bedie-
ningseenheid als afstandsbediening is geïnstalleerd)
Druk op de menu-toets, om het hoofdmenu te openen.
Verdraai de keuzeknop, om het menu Warm water te markeren.
Druk op de keuzeknop, om het geselecteerde menu te openen.
Verdraai de keuzeknop, om het menupunt Temperatuur te kiezen en druk dan op de keu-
zeknop.
De actuele instelling wordt knipperend weergegeven.
Verdraai de keuzeknop, om de gewenste warmwatertemperatuur in te stellen.
Druk de keuzeknop in.
Wanneer de maximale waarde van de warmwatertemperatuur door uw installateur in het
serviceniveau is ingesteld op meer dan 60 °C en de ingestelde temperatuur overschrijdt
60 °C, dan verschijnt in de tekstregel knipperend de waarschuwing voor verbranding.
Druk de terug-toets in en verdraai de keuzeknop om de warmwatertemperatuur op 60 °C
in te stellen, druk vervolgens de keuzeknop in.
-of-
Druk op de keuzeknop, om de instelling van de warmwatertemperatuur op > 60 °C te be-
vestigen. Houd de veiligheidsinstructies betreffende verbrandingsgevaar aan
( hoofdstuk 1.2, pagina 3).
De bedieningseenheid werkt met de gewijzigde instelling.
Tabel 6 Gebruiksaanwijzing – overige instellingen
6 720 807 546-11.2O
Eenm. opladen
6 720 807 546-12.1O
Temperatur
6 720 807 546-13.1O
Verbranding
Verbranding