Installation Instructions

21ModuLine 2000 • 6 720 811 739 (2014/09)
Servicemenu 8
Drempeltemperatuur voor vorst (vorstbeveiliging
grenstemperatuur)
Bij een weersafhankelijke drempeltemperatuur voor vorst
( ) met of zonder invloed van de kamertemperatuur geldt:
Overschrijdt de buitentemperatuur de ingestelde drempel-
temperatuur met 1 K ( °C) en er is geen warmtevraag aan-
wezig van de verwarming, dan wordt de cv-pomp
uitgeschakeld.
Onderschrijdt de buitentemperatuur de ingestelde drem-
pelwaarde, dan wordt de cv-pomp ingeschakeld (vorstbe-
veiliging installatie).
Bij een kamertemperatuurafhankelijke drempeltemperatuur
voor vorst geldt:
Overschrijdt de kamertemperatuur 7 °C en er is geen
warmtevraag van de verwarming, dan wordt de cv-pomp
uitgeschakeld.
Onderschrijdt de kamertemperatuur 5 °C, dan wordt de cv-
pomp ingeschakeld (geen vorstbeveiliging installatie).
Bij een kamer-/weersafhankelijke drempeltemperatuur voor
vorst ( ) geldt:
Onderschrijdt de kamertemperatuur 5 °C of de buitentem-
peratuur de ingestelde drempelwaarde, dan wordt de cv-
pomp ingeschakeld (vorstbeveiliging installatie).
Doorverwarmen
()
Uit Vanaf deze ingestelde buitentemperatuur volgt geen verlaagd regime meer. De in-
stallatie werkt in cv-bedrijf, om een grotere afkoeling te voorkomen.
– 30 ... 10 °C
Vorstbev. Opmerking: om de vorstbeveiliging van de totale cv-installatie te waarborgen,
weersafhankelijke vorstbeveiliging instellen. Deze instelling is onafhankelijk van
de ingestelde soort regeling.
Uit Vorstbeveiliging uit
Let op! De installatie is niet tegen vorst beschermd.
op buitentemp. ( ) Vorstbeveiliging wordt afhankelijk van de hier gekozen temperatuur gede-/acti-
veerd ( Drempeltemperatuur voor vorst (vorstbeveiliging grenstemperatuur),
pagina 21)
op ruimtetemp.
Ruimte-buiten ( )
Vorstdrempel – 20 ... 5 ... 10 °C Drempeltemperatuur voor vorst (vorstbeveiliging grenstemperatuur),
pagina 21
WW-voorrang Aan Warmwatervoorziening wordt geactiveerd, warmtevraag van de verwarming
wordt onderbroken
Uit Warmwatervoorziening wordt geactiveerd, warmtevraag van de verwarming
wordt parallel afgedekt (alleen mogelijk, wanneer het warmwatersysteem via boi-
lerlaadpomp wordt gevoed)
Menupunt Instelbereik Functiebeschrijving
Tabel 11 Instelling in het menu cv-circuit
OPMERKING: Beschadiging van cv-water-
transporterende installatiedelen bij te laag in-
gestelde drempeltemperatuur voor vorst en
kamertemperaturen onder 0 °C!
De basisinstelling voor de drempeltempe-
ratuur voor vorst (5 °C) mag alleen door
een installateur worden aangepast.
Stel de drempeltemperatuur niet te laag
in.
Schade door te laag ingestelde drempel-
temperatuur voor vorst is van de garantie
uitgesloten!
Zonder buitenvoeler is geen veilige vorst-
beveiliging van de installatie mogelijk.
De instelling op ruimtetemp. biedt geen abso-
lute vorstbeveiliging, omdat bijvoorbeeld in
gevels geïnstalleerde leidingen kunnen bevrie-
zen. Dat kan ook optreden, ondanks dat de
temperatuur in de referentieruimte vanwege
externe warmtebronnen duidelijk boven 5 °C
ligt. Is een buitenvoeler geïnstalleerd dan kan
onafhankelijk van het ingestelde type regeling
de vorstbeveiliging van de gehele cv-installatie
worden gewaarborgd:
In het menu Vorstbev. of op buitentemp.
of Ruimte-buiten instellen ( ).