Voor de installateur Installatie-instructie voor de installateur Bedieningseenheid ModuLine 2000 6 720 811 739 (2014/09) 6 720 811 737-00.
Inhoudsopgave Inhoudsopgave 1 Toelichting bij de symbolen en veiligheidsaanwijzingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .3 1.1 Toelichting van de symbolen . . . . . . . . . . . . . . . . . 3 1.2 Algemene veiligheidsinstructies . . . . . . . . . . . . . . 3 2 Gegevens betreffende het product . . . . . . . . . . . . . . . 4 2.1 Productbeschrijving . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4 2.1.1Soorten regelingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4 2.1.
Toelichting bij de symbolen en veiligheidsaanwijzingen 1 Toelichting bij de symbolen en veiligheidsaanwijzingen 1.1 Toelichting van de symbolen Waarschuwing Veiligheidsinstructies in de tekst worden aangegeven met een gevarendriehoek. Het signaalwoord voor de waarschuwing geeft het soort en de ernst van de gevolgen aan indien de maatregelen ter voorkoming van het gevaar niet worden nageleefd.
2 Gegevens betreffende het product Schade door vorst Wanneer de installatie niet in bedrijf is, kan deze bevriezen: ▶ Houd de instructies voor vorstbeveiliging aan. ▶ Laat de installatie altijd ingeschakeld, vanwege extra functies zoals bijvoorbeeld warmwatervoorziening of pomptestprogramma. ▶ Eventueel optredende storing direct oplossen.
Gegevens betreffende het product Verwarmingssystemen met een ModuLine 2000 HK 1 2 De ModuLine 2000 dient als afstandsbediening in installaties met een master-bedieningseenheid ModuLine 3000 of HPC400. De HPC400 met maximaal 4 cv-circuits is onderdeel van een warmtepomp, de ModuLine 3000 kan ook in woonruimtes worden gemonteerd. De master-bedieningseenheid regelt de direct toegekende cv-circuits (bijvoorbeeld HK 1 en 2, fig. 2).
2 Gegevens betreffende het product cv-circuit wordt uitgevoerd. Op de ModuLine 2000 voor cv-circuit 2 ... 4 is de instelling van een bedrijfsmodus voor warmwatervoorziening mogelijk. De warmtebron kiest de hoogste waarde uit de ontvangen instelwaarden. Bovendien kan de eenmalige oplading voor warm water worden uitgevoerd. Bij gebruik van de installatie worden de vragen van de afzonderlijke ModuLine 2000's doorgeschakeld, dat wil zeggen dat iedere warmwatervraag wordt omgezet.
Gegevens betreffende het product Technische gegevens 94 2.4 2 menu auto man 25 94 Afb. 5 36 6 720 645 407-08.1O Afmetingen in mm Leveringsomvang fig. 4, pagina 6: Afmetingen (b × h × d) 94 × 94 × 25 mm ( fig. 5, pagina 7) Nominale spanning 10 ... 24 V DC Nom. stroom 6 mA BUS-interface EMS, EMS plus (2-draads-BUS, OpenTherm) Regelbereik 5 ... 30 °C 2.
3 2.7 Installeren Aanvullende accessoires Exacte informatie over geschikte accessoires is opgenomen in de catalogus. Functiemodule en bedieningseenheden van het regelsysteem EMS plus: • Bedieningseenheid ModuLine 3000 voor cv-installaties mat maximaal 4 cv-circuits • HPC 400 voor cv-installaties met warmtepomp met maximaal 4 HK.
Installeren 3 ≥ 1000 ≥ 1200 750 600 6 720 645 407-03.1O Afb.
3 3.2 Installeren Installeren 3.3 Het installatieoppervlak op de wand moet vlak zijn. Bij montage op een inbouwdoos: ▶ Vul de inbouwdoos met isolatiemateriaal, om beïnvloeding van de kamertemperatuurmeting door tocht te verhinderen. ▶ Installeer de grondplaat op een wand. ( fig. 7). Aansluiten elektrisch De bedieningseenheid wordt via de BUS-kabel met energie gevoed. De polariteit van de aders is willekeurig.
Installeren 3 3.4 Aanbrengen of afnemen bedieningseenheid Aanbrengen bedieningseenheid 1. Hang de bedieningseenheid aan de bovenkant in. 2. Klik de bedieningseenheid aan de onderkant vast. ModuLine 2000 1. 1. BUS 6 720 811 737-02.1O Afb. 8 Aansluiting van de bedieningseenheid op een warmtebron De buitenvoeler (afhankelijk van de productvariant meegeleverd of als accessoire leverbaar fig. 4, [ 2], pagina 6) wordt op de warmtebron aangesloten.
4 4 Bedieningselementen Bedieningselementen 12:31 20.5C 5 menu 4 Di 1 man auto 2 man 3 6 720 645 408-01.1o Afb. 11 Bedieningselementen Pos. Symbool 1 Betekenis Verklaring Keuzeknop ▶ Draaien om een instelwaarde (bijvoorbeeld temperatuur) te veranderen of tussen de menu's of menupunten te kiezen. ▶ Indrukken, om een menu of een menupunt te openen, een ingestelde waarde (bijvoorbeeld temperatuur) of een melding te bevestigen.
Inbedrijfname 5 Inbedrijfname ▶ Sluit alle elektrische aansluitingen correct aan en voer pas daarna de inbedrijfstelling uit. ▶ Houd de installatie-instructie van alle componenten en modules van de installatie aan. ▶ Schakel de voedingsspanning alleen in, wanneer alle modules zijn gecodeerd. ▶ Stel de warmtebron in op de maximaal benodigde aanvoertemperatuur en activeer het automatisch bedrijf voor de warmwatervoorziening. 5.1 5 ▶ Installatie inschakelen.
5 5.2 Inbedrijfname Instellingen voor het gebruik als regelaar Gebruik als regelaar De automatische inbedrijfname als kamerthermostaat kan in het servicemenu de handmatige aanpassing op de individuele cv-installatie volgen. ▶ Voer de instelling uit overeenkomstig de installatie, bijvoorbeeld CV-toekenning, CV-systeem, Type regeling, Min.buit.tmp. ( ), Ontwerptemp. ( ), Voetpunt ( ), Eindpunt ( ), Aanvoer max., PID-gedrag, Opt. pomploop, Ruimte-invl. ( ), Vorstbev., WW-temp max. ( hfdst.
Buiten bedrijf stellen/uitschakelen 5.4 6 Checklist: belangrijke instellingen voor de inbedrijfstelling Voer de inbedrijfstelling altijd zodanig uit, dat de installatie werkt conform de behoefte.
7 Hoofdmenu 7 Hoofdmenu ▶ Verdraai de keuzeknop, om een menupunt te kiezen of om de waarde van een instelling te veranderen. ▶ Druk op de keuzeknop, om het gekozen menupunt te openen, het invoerveld voor een instelling te activeren of om een instelling te bevestigen. Meer informatie over de bediening/navigatie in het hoofdmenu vindt u in de bedieningshandleiding. ▶ Druk de menu-toets kort in, wanneer de standaardweergave actief is, om het hoofdmenu te openen of te sluiten. Hoofdmenu Verw.
Servicemenu 8 8 Servicemenu ▶ Druk de menu-toets in, wanneer de standaardweergave actief is en houd deze gedurende circa drie seconden ingedrukt, tot in het hoofdmenu het servicemenu wordt getoond. ▶ Druk op de keuzeknop, om het al gemarkeerde servicemenu te openen. ▶ Verdraai de keuzeknop, om een menupunt te kiezen of om de waarde van een instelling te veranderen. Hoofdmenu Service Systeemgeg.
8 8.1 Servicemenu Menu systeemgegevens In dit menu kan het gehele systeem voor wat betreft de automatische instellingen worden gecontroleerd en individueel worden bijgesteld. Afhankelijk van de aangesloten warmteproducent, zijn een aantal instellingen eventueel niet beschikbaar. Menupunt Instelbereik Bed.eenheid Regelaar Gebruik als regelaar Afstandsbed. Gebruik als afstandsbediening CV-toekenning 1 ... 4 Auto config. NEE JA Aansl.pomp Warmtebron CV-module NEE Menger JA Loopt.mengkl 10 s ..
Servicemenu 8 Menupunt Instelbereik Functiebeschrijving Circulatie NEE De circulatiepomp kan niet door de warmteproducent worden aangestuurd. JA Wanneer de circulatiepomp door de warmteproducent wordt aangestuurd, moet de circulatiepomp hier in principe worden geactiveerd. Min.buit.tmp. ( ) –35 ... –10 ... 0 °C Minimale buitentemperatuur voor de dimensionering ( tabel 10); alleen beschikbaar, wanneer een buitenvoeler is aangesloten en een weersafhankelijk type regeling is geactiveerd.
8 8.2 Servicemenu Menu cv-circuit In dit menu worden handmatig de instellingen voor het cv-circuit uitgevoerd. Bij de automatische configuratie worden belangrijke gegevens vooringesteld. In het menu worden daarna alleen de relevante menupunten getoond. Voorbeeld: bij een weersafhankelijke regeling worden menupunten voor de kamertemperatuurgeregelde regeling niet getoond.
Servicemenu 8 Menupunt Instelbereik Functiebeschrijving Doorverwarmen ( ) Uit Vanaf deze ingestelde buitentemperatuur volgt geen verlaagd regime meer. De installatie werkt in cv-bedrijf, om een grotere afkoeling te voorkomen. – 30 ... 10 °C Opmerking: om de vorstbeveiliging van de totale cv-installatie te waarborgen, weersafhankelijke vorstbeveiliging instellen. Deze instelling is onafhankelijk van de ingestelde soort regeling. Vorstbev.
8 Servicemenu Instellen cv-systeem en stooklijnen voor de weersafhankelijke regeling ▶ Type verwarming (radiator of vloerverwarming) in het menu Systeemgeg. > CV-systeem instellen. ▶ Instellen type regeling (geoptimaliseerde of eenvoudige stooklijn) in het menu Systeemgeg. > Type regeling ( ). Menupunten die niet nodig zijn voor het gekozen cv-systeem en het gekozen soort regeling worden onderdrukt.
Servicemenu C 8 90 80 70 C 1 2 50 TVL TVL 1 4 60 3 40 50 5 40 30 30 +10 0 TA Afb. 15 80 70 60 20 +20 90 -10 -20 C 20 +20 +10 0 TA -10 -20 C 6 720 645 407-19.
8 8.3 Servicemenu Menu warm water In dit menu worden instellingen voor de warmwatervoorziening uitgevoerd. Hier kan de installateur een hogere warmwatertemperatuur dan 60 °C instellen. WAARSCHUWING: Er bestaat gevaar voor verbranding! Heet water kan zware brandwonden veroorzaken. Wanneer de begrenzing van de maximale warmwatertemperatuur (WW-temp max.) > 60 °C is ingesteld: In de uitleveringstoestand van de bedieningseenheid is het warmwatersysteem geactiveerd.
Servicemenu 8 Menupunt Mogelijke waarde Omschrijving Bedrijf WW Aan Warmwatervoorziening actief Uit Warmwatervoorziening niet actief WW-temp.setp. 15 ... 80 °C Gewenste warmwatertemperatuur WW-temp.act 15 ... 80 °C Gemeten warmwatertemperatuur WW-temp max. 15 ... 80 °C Op de bedieningseenheid ingestelde maximale warmwatertemperatuur Tabel 14 Infomenu 8.
9 9 Storingen verhelpen Storingen verhelpen Storingscode Subcode Het display van de bedieningseenheid geeft een storing aan. De oorzaak kan een storing van de bedieningseenheid, een component, een module of de warmtebron zijn. Bijbehorende handleidingen van de betreffende componenten, modules of de gebruikte warmteproducent en in het bijzonder het servicehandboek met gedetailleerde storingsbeschrijvingen bevatten aanvullende informatie over het oplossen van storingen.
9 Storingscode Subcode Storingen verhelpen Oorzaak of beschrijving van de storing Testprocedure/oorzaak A01 810 Warm water blijft koud Maatregel Controleer of eventueel constant water Eventueel constante warmwaterafname tedoor aftappen of een lekkage uit de boi- gengaan ler wordt onttrokken Controleer de positie van de warmwater- Positioneer de warmwatersensor correct sensor.
Storingen verhelpen Storingscode Subcode 9 Oorzaak of beschrijving van de storing Testprocedure/oorzaak Maatregel A11 1037 Buitenvoeler defect, ver- Controleer de configuratie. Met de geko- Is geen buitenvoeler gewenst. Configuratie vangingsbedrijf verwar- zen instelling is een buitenvoeler nodig. kamertemperatuurgeregeld in de regelaar kiezen.
Storingscode Subcode Storingen verhelpen A31 A32 A33 A34 9 Oorzaak of beschrijving van de storing Testprocedure/oorzaak 3021 CV-circuit aanvoertempe3022 ratuursensor defect - ver3023 vangingsbedrijf actief 3024 (A31/3021 = cv-circuit 1; A32/3022 = cv-circuit 2; A33/3023 = cv-circuit 3; A34/3024 = cv-circuit 4; Maatregel Controleer de configuratie.
Milieubescherming en afvalverwerking Storingscode Subcode 10 Oorzaak of beschrijving van de storing Testprocedure/oorzaak Maatregel A61 A62 A63 A64 1081 Twee master-bedienings- Controleer in het installatieniveau de pa- De bedieningseenheid voor cv-circuit 1 ... 4 als master aanmelden 1082 eenheden in het systeem.
Instelprotocol (menu Service/installateur) 11 11 Instelprotocol (menu Service/installateur) _ _ _ Tabel 18 Het identificatienummer van de bedieningseenheid hier invullen. Klant/gebruiker Installateur ........................................................................................ ........................................................................................ Datum van de inbedrijfstelling: Tabel 19 Menupunt Instelling Systeemgeg. Bed.eenheid Regelaar CV-toekenning 1 Aansl.
11 Instelprotocol (menu Service/installateur) Menupunt Instelling cv-circuit Ontwerptemp. °C Voetpunt °C Eindpunt °C Aanvoer max. °C PID-gedrag snel Opt. pomploop Uit Ruimte-invl. Gemiddeld traag Aan K Solar invloed Uit (= 0 K) | K Doorverwarmen Uit | °C Vorstbev. Uit Vorstdrempel WW-voorrang op buitentemp. op ruimtetemp. Ruimte-buiten °C Uit Aan Warm water WW-temp max.
Index Index A Aanbrengen bedieningseenheid .....................................11 Aansluiten elektrisch ....................................................10 aansluiting cv-pomp .....................................................18 Aansluiting op warmtebron ............................................11 Aanvoertemperatuur – Gewenste waarde aan de warmtebron ..........................24 – Gewenste waarde in cv-circuit .....................................24 – Maximale waarde aan de warmtebron ...........
Index P PID-gedrag ................................................................. 20 PV-module ................................................................. 18 R Recycling ................................................................... 30 Regeling in functie van de kamertemperatuur .................... 4 Reset gehele bedieningseenheid ................................... 18 Reset onderhoud ......................................................... 25 Reset storing ..................................
Index ModuLine 2000 • 6 720 811 739 (2014/09) 35
Bosch Thermotechniek B.V., Postbus 3, 7400 AA Deventer DealerLine: 0570 - 67 85 66 Consumenten Infolijn: 0570 - 67 85 00 Fax: 0570 - 67 85 86 Internet: www.nefitdealer.